see
V-»onjunctuurbericht juli
Figuur 3. Bruto binnenlands produkt
(factorkosten, f mrd) waarde en samenstelling
Algemeen
Vacatures: stijgende tendens
De recente ontwikkelingen van de
meeste in dit Conjunctuurbericht opgenomen indicatoren zijn rooskleurig.
De industriele produktie laat een stabiele groei zien. Voor de chemie en
de metaal worden in de eerste maanden van dit jaar forse stijgingen gemeten. De bouw herstelt na de terugval
als gevolg van de staking. De werkloosheid daalt en het aantal vacatures
neemt toe. De inflatie is gematigd. De
stijging van de producentenprijzen
vlakt af. Het aantal faillissementen
daalt. Het vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling van de
economic stijgt. Met name de koopbereidheid is fors toegenomen. Een van
de indicatoren waarvan de groei
enigszins hapert, is de gezinsconsumptie. De toename over de eerste
maanden van dit jaar blijft achter bij
die van vorig jaar. De orderpositie van
de Industrie laat een daling zien.
Het aantal vacatures heeft een stijgende tendens. In het eerste kwartaal van
1995 waren er 56.000 vacatures bij
particuliere bedrijven. Vergeleken met
het vierde kwartaal van vorig jaar is
dit een stijging van 13.000. Het aantal
vacatures neemt in het eerste kwartaal
meestal toe als gevolg van seizoeninvloeden. De toename dit jaar is echter
de grootste na 1990. Er is dus naast de
toename door seizoeninvloeden ook
sprake van een stijgende trend.
Vergeleken met een jaar eerder is er
in het eerste kwartaal van 1995 eveneens een stijging van 13.000. Het is
voor het eerst na 1990 dat het aantal
vacatures eind maart boven het niveau van het jaar daarvoor ligt. Toch
is het niveau van het aantal vacatures
vergeleken met wat verder terug in de
tijd nog steeds aan de lage kant. In de
jaren van hoogconjunctuur op de arbeidsmarkt (1990 en 1991) lag het aantal vacatures ruim boven de 100.000.
Figuur 1. Produktie Industrie, volume,
procentuele jaarmutatie van het voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
j mmj s n j mmj s n J nun j s n f m m j s n J mm
1991
1992
1993
1994
1995
Figuur 2. Vacatures, mutaties t.o.v. een
jaar eerder (x 1000)
ii in iv11 n in iv|i n in iv|i n nnv|i
1991
1992
1993
1994
’95
Loonquote in 1994 gedaald
Recent zijn de gegevens van de Nationale rekeningen 1994 beschikbaar gekomen. Een opmerkelijke uitkomst is,
dat het aandeel van de lonen (inclusief sociale lasten) in het nationale inkomen voor het eerst sinds 1990 is afgenomen. Als spiegelbeeld daarvan
steeg het aandeel van het bruto overig inkomen. Het bruto overig inkomen omvat naast de afschrijvingen
het inkomen van zelfstandigen, de ingehouden winsten en een gedeelte
dat wordt aangewend voor betalingen
van rente en dividend.
Figuur 3 geeft een beeld van de ontwikkeling in de afgelopen twintig jaar
van het bruto binnenlands produkt
(bbp) in lopende prijzen en de verde-
• Lonen, salarissen en sociale lasten
D Overig inkomen (bnito)
’75 ’77 ’79 ’81 ’83 ’85 ’87 ’89 ’91 ’93
Figuur 4. Loonquoten, in ‘
75
70 •
65
60
55 •
Handel en transport
50 45
Overige diensten
I
0i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i
•75 ’77 ’79 ’81 ’83 ’85 ’87 ’89 ’91 ’93
ling hiervan in lonen en overig inkomen. Over de gehele periode verdrievoudigde het bbp. Deze toename
hangt uiteraard voor een groot deel samen met de prijsstijgingen in dit tijdvak. De totale volumemutatie van het
bbp bedroeg in de periode 1975-1994
zo’n 50%.
In flguur 4 is de verhouding tussen
de lonen en het bbp (de loonquote)
voor het totaal en de drie grootste bedrijfstakken weergegeven. De totale
loonquote daalde in de eerste helft
van de jaren tachtig vrij scherp. De afnemende werkgelegenheid en de
loonmatiging zal aan deze ontwikkeling niet vreemd geweest zijn. Van de
weergegeven bedrijfstakken is de ontwikkeling in de Industrie het meest geprononceerd. Niet alleen is het niveau
hoger – mede een gevolg van het relatief geringe aantal zelfstandigen in
deze bedrijfstak – ook de mutatie laat
een vrij grote spreiding zien. In de periode 1980-1990 daalde de loonquote
in de Industrie met bijna 15%-punten.
De dienstensector laat, zeker als de
handel en het transport worden uitgezonderd, een gestaag dalend verloop
van de loonquote zien.
Kerngegevens recente ontwikkelingen, procentuele mutaties t.o.v. hetzelfde jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1988/-92
gemidd.
1993
3.0
5.2
1.9
3.7
0.4
5.4
-2.0
0.2
1.7
1.7
0.6
2.5
-0.1
3.6
1
-2
-1
4
2
2
3
5
1994
1995
1994
Trend 2)
1995
2ekw.
3ekw.
4eltw.
te kw.
maart
‘4
-2.7
4.2
1.5
3.2
2.2
1.1
2.3
-1.6
4.8
-0.2
2.8
2.2
0.9
3.0
2.4
3.9
2.3
2.4
3.4
10
3
0
3
1
0
-12
-2
9
4
8
2
3
2
5
5
4
1
2
-1
2
7
-2
1
8
-3
1
6
6
7
7
14
16
9
12
5
4
5
7
9
-5
7
r
1
3
-3
3
april
mei
juni
VOLUMEGEGEVENS
PraduUf (Kminaalrtkaiingat)
Landbouw en visserij
Nijvoheid
Hradel, botel- en restauramw., rep. bedr.
Transport, opslag- en communicatiebedr.
Qraige d-enstveriening (excl. overh.)
Algemeen overheidsbestuur, enz.
Pmduhie (maaHeSnduxaorvn)
Delfstoffenwinning
bdnstrle
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel- , Ueding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemisette Industrie
Rubber- en kunstetofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialeniiidustrie
Bastsmettalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare notsbedrijven
5.5
3.1
0.9
0
2
2
0
3
2
5
2
2
1
3
2
2
-2
-1
-2
-2
-4
-2
0
-1
-6
2
-5
1.8
3.1
2.5
1.2
6
7
8
4
4
1
3
6
6
6
7
4
2
6
3
3
Caatmpne
3
2
4
3
1
0
-2
2
2
1
Invfstamgen in vaste txytva
•rate In i mm hm.ii, lolaal
Bedrijven
Overheid
2
2
4
-2
-2
SufentoK&e handel (gocdtm)
Invoer
Uitvoer
Voedings- en genooniddeteri
Duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en dienslvn
BBP iKemaiaiaal
Verenigde Staten
Diritsland
Verenigd Koninkrijk
Japan .
1+
1
1+
1
F+
h1
3.1
1.1
-14
4
4
2
4
3
.
.
-1
MhP
1+
2
.
1++
I++
I++
3
5
2
8
10
3
9
10
3
4
1
-3
7
5
5
6
5
-7
-12
10
.
1
2
-1
3
2
5
1
1
1
2
2
2
0
-4
-2
1
.
.
0
2
2
1
2
.
H-
0
2
0
0
3
3
3
3
3
3
3
4
-3
-4
2
9
5
5
6
-1
6
6
3
5
5
6
6
1
1.9
3.9
3.1
-1.7
2.2
4.1
2.4
4.2
0.4
4.5
2.4
3.9
1.0
4.2
3.4
4.0
3.9
1.0
h-f
h-f
1+
1
1+
8
-3
2
-4
3.7
0.1
1+
1+
1+
I-HI++
3
1+
1+
1+
1.0
4.3
-0.2
4.1
2.5
3.8
0.5
2.6
2.7
2.9
2.7
2.7
2.4
2.3
2.3
2.1
0.8
1.6
15.85
-0.1
. 1.1
15.97
1.0
2.5
17.08
2.9
4.5
16.61
4.2
6.1
16.80
4.0
5.5
16.92
3.4
4.4
18.30
3.3
3.5
.
.
19.20
-1.9
-3.6
17.24
18.36
17.16
2.6
2.4
2.8
3.2
2.5
3.7
1.7
0.9
0.9
1.7
1.2
0.4
1.3
0.9
0.4
1.2
0.0
1.2
0.5
0.5
1.2
0.5
0.5
0.5
1.1
0.5
1.1
0.5
0.5
0.5
0.5
1
1.91
1.86
1.123
1.82
1.87
1.121
1.57
1.119
-1
1
2.72
2.74
2.62
1.120
2.49
1.58
1.120
2.81
1.58
1.121
2.52
1.55
1.122
1.73
1.120
1.66
1.121
2.78
1.78
1.75
1.122
1.81
1.77
1.75
1.73
1.74
1.84
2.51
1.86
2.50
1.85
-1
1
-7
-14
-°
-19
-A
-2
3
6
14
-3
2
2
2
-3
2
1
25
-1
‘
9
2
-4
6
9
-2
1
3
0
-18
-4
4
3
3
3
8
-27
1
-2
106
-1
106
-2
104
465
7.2
799
446
.
1-1-
6.9
.
1+
778
.
mI++
1.6
2.2
-2
.
.
1+
1
1
PRUZEN
Consumentenprijsindex
ProduceaMpnjzm Industrie
Afzet
Verbrak
Aardolie, North Sea Brent (in $ per barrel)
Rcgclingslanm
FartJculiere bedrijven
Overheid
Gepremieerde en gesubsieerde sector
WiistUaxmaOagU.)
Amerikaanse doUar ( 1 )
Duitsem«rk(l)
Engelsepond(l)
Japans, yen (100)
1.127
3.33
1.42
2.79
1.68
0.2
1.1
2.1
1+
1+
1+
I++
1
1
OVERIGE INDICATOREN
-22
Economlsch tlimaat
Koersindex voor aandelen, aigemeen
Uitgesproken faulissementen
-11
5
4
-50
-4
6
16
27
-2
18
1
-7
118
85
-22
102
81
-7
-9
-4
103
84
104
-26
-3
-21
-15
-14
-17
-14
-4
-8
5556
5564
56O9
41
415
6.5
664
-10
41
486
7.5
774
20
42
461
7.1
757
14
7
4
3.2
5
-5
3
-6
-4
-13
104
85
-2
103
84
0
104
84
-20
-13
5
15
-4
•i
2
-11
5591
39
484
7.5
773
27
5541
789
37
56
497
7.7
826
39
3.3
1.9
2
2.1
0
1
+
-1
Cayimcluunest
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Orderpositie (4e kw. 1993=100)
Bezettingsgraad (in %)
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Computer servicebureaus
Ingenieurs- en architectenbur.
EcoDomiscbe adviesbureaus
AlteUsmarta
Aantal banen van werknemers (x 1000)
Aantal vacatures
(x 1000)
Geregistreerde werklozen 3) (x 1000)
Idem, in % van de totale beroepsbevolking
Aantal werUoosbeidsuitkeringen (x 1000)
Aantal uren uitzendkrachten
GeUenkmBa
Spaanegoeden
Binnenlandse liquiditeiteninassa
5325
5.9
8
83
4
43
480
7.4
105
1*
1+
13
1
l-Hf
477
7.4
825
1.6
-2
-2
1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal; 2) Trend: procentuele jaannutatie van het meest recente voortschrijdende 12-maands gemiddelde;
— -1: kleiner dan -5%; – : tussen -5% en -2%; tussen -2% en +2%; +: tussen 2% en 5%; t ++:
– — i : iticiuer uaii -yro; — iI: lusscu -jva en -i^o; iI:: lussen -^TO cii T£.im, I-r, lusscn £7t> cii ?vo; i •^•»: gigroter dan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd; – : gegevens nog niet beschikbaar.
–
ESB 2-8-1995