augustus 1988
Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek
Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
In juni was het volume van de produktie van de Industrie, voor seizoeninvloeden en voor prijsveranderingen gecorrigeerd, nagenoeg even groot als in mei. Vergeleken met juni 1987 nam de industriele
produktie met 1% toe, de nijverheidsproduktie lag op nagenoeg onveranderd niveau. Uit de conjunctuurtest over juni bleek dat het indexcijfer van de orderpositie van de Industrie is toegenomen; de
bezettingsgraad van de beschikbare produktie-installaties steeg naar een waarde van 85%. Het aantal
woningen waarvan in april met de bouw werd begonnen lag 22% boven het niveau van april 1987.
Zowel het volume van de invoer van goederen als dat van de uitvoer nam in april fors toe. Gemiddeld
over de eerste vijf maanden van dit jaar is het volume van de consumptieve bestedingen met 1,1%
gestegen in vergelijking met het gemiddelde van het overeenkomstige tijdvak van 1987. In het eerste
kwartaal van dit jaar was het volume van de bruto investeringen in vaste activa 18% groter dan in hetzelfde tijdvak van 1987. Ook het volume van het Bruto Binnenlands Produkt nam toe in de eerste drie
maanden van dit jaar. Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden juni en midden
juli met 0,1% gestegen. Ten opzichte van juli 1987 namen de consumptieprijzen met 1,0% toe. Ultimo
maart was het aantal banen 1,8% groter dan op 31 maart 1987. De koers van de dollar steeg in juli en in
de eerste weken van augustus verder. Ook de stijgende tendens van de rente zette in deze periode
door.
Dit blijkt uit gegevens die medio augustus 1988 beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan
op de recent beschikbaar gekomen gegevens over de goederen- en dienstentotalen uit de Nationale
rekeningen 1987.
Produktie
Het volume van de gemiddelde dagproduktie in de Industrie
was, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, in juni nagenoeg
even groot als in mei. Vergeleken met juni 1987 lag het
niveau van de industriele produktie 1% hoger. Het gemiddelde groeicijfer over het tweede kwartaal was eveneens
1%, in het eerste kwartaal werd nog een accres van bijna
4% gemeten. Hiermee komt de stijging van de industriele
produktie in de eerste helft van 1988 uit op 2,2%. In 1987
was de groei 1%, 1986 kende een groei van 2%. Gemiddeld
over het tweede kwartaal nam de produktie in de nijverheid
(exclusief de bouwnijverheid) met 1% af. Het verschil in
ontwikkeling tussen de Industrie en de nijverheid wordt
voornamelijk veroorzaakt door de sterk gedaalde produktie
in de delfstoffenwinning. In deze bedrijfstak nam het produktievolume met 8% af. Uit de conjunctuurtest over juni
bleek dat het indexcijfer van de orderpositie in de Industrie
opnieuw is gestegen. De index bereikte een waarde van 104
(1984=100). Detoename in juni werd met name veroorzaakt
door een stijging van de exportorders. Volgens de beantwoording van de kwartaalvragen uit deze enquete steeg de
bezettingsgraad van de beschikbare produktie-installaties
in het tweede kwartaal naar een waarde van 85%. Dit percentage is na het tweede kwartaal van 1986 niet meervoorgekomen. De ondernemers in de Industrie spraken de verwachting uit dat het komend halfjaar de personeelssterkte
met bijna 1%zal dalen. Het aantal woningen waarvan in april
met de bouw werd begonnen lag 22% boven het niveau van
dezelfde maand van vorig jaar. In de eerste vier maanden
van 1988 is met de bouw van ruim 40000 woningen
begonnen; 18% meer dan in de overeenkomstige periode
van 1987.
Begonnen woningen
Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerd)
Indexcijfers 1980 – 100
Indexcijfers i960 – 100
.
16) ” MBnflcij fers
yv*
IB]
./v
115 ———
,00
1 -1
A
1
S
1
0
1
N
1
D
J
1986
ESB 17-8-1988
F
M
A
M
J
J
1987
A
1
S
1
0
1
N
1
D
J
F
M A
1
M J
J
1988
1
I
II III
19S3
I
II III
1964
IV
I
1
1
1
1
IV
II III
1965
IV
I
II III
1966
IV
I
II III
1967
IV
!
I ii
19B8
769
Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
198V8 5 1986
gemidd
1987
1987
1988
e
3 kw.
e
4 kw.
Trend2′
1988
e
e
1 kw.
2 kw.
-5
-24
4
april
-1
-8
1
mei
juni
juli
VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (exd. bouwnijverheid)
Derhrtoflenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
2
1
2
2
1
1
5
7
-1
0
3
2
2
-5
0
-6
2
2
-1
4
-1
1
1
1
0
-3
3
7
7
5
-4
2
0
5
15
-2
1
-11
4
6
3
6
11
4
-1
-11
1
-1
-5
4
6
1
2
2
4
-1
8
-1
-1
-2
-1
Buitenlandse handel /goederen)
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
4
-3
5
Consumptteve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddeten
Duurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwamning, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten
1
0
-1
-1
-1
4
-4
1
2
1
3
1
6
5
5
11
5
2
2
3
2
2
4
7
2
3
2
3
2
2
1
2
0
8
-4
4
2
2
2
2
3
-3
7
10
-9
3
4
-1
1,4
1,5
1,8
2,3
1,7
1.6
2.0
0,5
5
5
2
10
3
4
Investeringen in vaste active
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid
Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen
9
11
-10
4
5
-15
5
3,3
3
4
5
6
-1
5
2
7
7
15
0
8
3
11
-19
3
2
4
2
1
10
11
13
1
13
10
-1
-17
2
0
-4
1
—
—
1
-6
6
2
2
1
9
-6
5
-11
17
22
-4
6
5
5
-2
6
-3
2
-2
-24
-1
-4
-1
6
2
6
7
1+
1+
1+
1+
I++
1
1
-1
-1
3
I++
9
8
11
10
-6
I-HI++
|
I++
5
9
7
8
4
13
10
14
-24
12
-12
I++
—1
6
7
I-H-
3
1
5
1
1
3
3
9
2
2
-2
15
6
6
4
4
2
0
1
-7
1,9
1
1+
4,0
2,2
3,9
1
18
16
35
0,6
1,0
-0,5
-1
-3
-3
1+
I +
+
|
-7
5
1
-4
3
2
2
-1
I++
3
3
1+
4
1
1
|
1
+
I++
I-H1+
|
|
3,2
4,9
‘
PRIJZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruihroet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen Overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering
OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen 1 ‘
Beurswaarde-index, algemeen
Uitgesproken faillissementen
2,5
2,5
1
2
3
3,6
3,0
-0,6
0,8
-2,3
-4.6
-3
-6
-9
-0.5
0,4
1,4
7
1,4
0,6
0,1
-26
-17
0,8
0,4
-3
-2
-5
0,2
0,3
1.5
0,7
-12
24
-7
9
15
-17
-1
5
-15
-3
16
-13
-13
84
108
84
102
-15
3
84
103
-16
2
2
2
•1
2
4
2
13
3,7
8
6
4
(in %)
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
1
Beoordeling orderontvangsten >
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten ” (in %)
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
11
21
0,3
-0,5
-12,0
-21,7
2
-17
-16
0,2
-13
6
0
0
-2
-6
1
2
(in %)
(in %)
(in %)
3,8
0
8
7
10
6,2
7,3
9,0
3
4
2
4
3
3
4,7
0,7
8
5
7
0
4,6
4,4
5.8
6,3
5,2
6,3
3
-4
-2
-0,1
0,3
1,5
0,7
-15
-0,8
-2,0
-0,1
-1,6
-0,3
-0,9
1
-3
_
–
-2
0,4
0,3
0,1
-6
0,3
0,1
-8
0,7
0,8
0,3
0,1
-5
0,8
0,8
0,3
0,1
-4
1,0
0,7
-2
-14
-1
1
-15
11
1
-13
-15
1
-16
18
-1
-14
34
2
-17
-19
84
100
-15
3
84
101
85
102
-8
2
101
-7
2
102
-9
2
104
-7
3
2
6
1
1
4
1
2
1
1
3
3
1
2
3,7
6
4
7
-1
4,5
5,0
6,5
1,8
6
4
6
1
4,1
4,9
6,5
-7
-17
0,6
0,3
0,3
0,1
-9
0,7
-9
4
0,7
0
———— 1
———— 1
“‘
|
1+
|
|
1+
7
1
3
3
1
0.6
3
6
8
2
3.25
4.0
5,9
——
|
1
0,3
-2
0,2
7
8
9
9
4
3,25
3,6
5,9
7
3,25
3,9
6,0
3,25
4,0
5,8
Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I-M-: groter dan 5%.
770
0,1
-1,3
-0,2
-2,4
4
-4
0
3.25
2,9
6,0
3.75
4,6
6,3
|
1+
1+
I++
1
——1
—1
1
Buitenlandse goederenhandel
Met volume van de invoer van goederen was in april 9%
groter dan in dezelfde maand van 1987.
Alle onderscheiden categorieen gaven een stijging te zien.
De voor prijsveranderingen gecorrigeerde uitvoer van goederen lag in april op een niveau dat 8% hoger was dan in de
overeenkomstige maand van het vorig jaar. De procentuele
jaarmutatie van het meest recente voortschrijdende twaalfmaandsgemiddelde kwam in april voor de invoer op 7% en
voor de uitvoer op 6%. In 1987 steeg de invoer met 6% en
de export met 5%.
Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in mei 1% kleiner dan in de overeenkomstige maand
van vorig jaar. Een verschil in het aantal koop- en voedingsdagen – het Pinksterweekend viel verleden jaar in de maand
juni – heeft het cijfer neerwaarts be’fnvloed. De voor prijsveranderingen gecorrigeerde aankopen van voedings- en
Binnenlands produkt
Het volume van het Bruto Binnenlands Produkt (BBP) was
in het eerste kwartaal van dit jaar 4,0% groter dan in het
overeenkomstige kwartaal van 1987. Dit groeicijfer is, op
kwartaalbasis, het hoogste na het eerste kwartaal van 1984.
De groei in het eerste kwartaal van dit jaar werd deels veroorzaakt door de relatief milde weersomstandigheden. De
bijdrage aan het BBP van de bedrijfstak delfstoffenwinning
daalde weliswaar aanzienlijk maar deze afneming werd
meer dan gecompenseerd door produktiestijgingen, onder
andere in de bouwnijverheid en de bouwinstallatiebedrijven. Het volume van het Bruto Nationaal Produkt (BNP) nam
in het eerste kwartaal van 1988 met 3,2% toe. De ruilvoetverbetering, die zich in het vierde kwartaal van 1987 al voordeed, zette door in het eerste kwartaal van dit jaar. Daardoor
kwam de volumegroei van het Bruto Nationaal Inkomen
(BNI) aanmerkelijk hoger uit dan die van het BNP; het BNI
steeg met 4,9%.
genotmiddelen daalden met 3%. Ook de bestedingen aan
duurzame consumptiegoederen namen met dit percentage
af. In mei lagen de aankopen van nieuwe auto’s opnieuw
Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden juni en midden juli met 0,1% gestegen. Ten opzichte
aanzienlijk onder het niveau van dezelfde maand in 1987.
van juli 1987 namen de consumptieprijzen met 1,0% toe.
De consumptieve uitgaven aan overige goederen en diensten stegen licht en wel met 1%. Gemiddeld over de eerste
vijf maanden van dit jaar is het volume van de consumptieve
bestedingen met 1,1% gestegen in vergelijking met het gemiddelde van het overeenkomstige tijdvak van 1987. Dit
cijfer blijft duidelijk achter bij de groeicijfers van 1987 en
1986. Gemeten aan de index van het consumentenvertrouwen is het oordeel over de ontwikkeling van de economie in
juli ten opzichte van juni positiever geworden.
Bij deze wijze van vergelijken is dit de eerste maal na februari 1986, dat zo’n hoog stijgingspercentage is gemeteh.
Het prijsindexcijfer liep in de afgelopen maand sneller op
dan in onze buurlanden, de Bondsrepubliek Duitsland en
Belgie (zie tabel 2).
Investeringen
In het eerste kwartaal van 1988 was het volume van de
bruto investeringen in vaste activa 18% groter dan in het
overeenkomstige kwartaal van 1987. Dit hoge groeicijfer
wordt in de laatste tien jaar slechts overtroffen door dat van
het eerste kwartaal van 1980. De sterke groei wordt voor
een belangrijk deel verklaard door die investeringen die de
bedrijfstak bouwnijverheid en bouwinstallatiebedrijven als
herkomst hebben. Door de relatief zachte winter kende
deze bedrijfstak hoge produktiecijfers.
De investeringen uit de bouw afkomstig stegen met 60% in
waarde ten opzichte van het eerste kwartaal van 1987, toen
de winter juist streng was. Het aandeel van de investeringen
met de bouwnijverheid als herkomst in de totale investeringen is voor een eerste kwartaal gemiddeld circa 30%.
De investeringen afkomstig uit de metaalindustrie (aandeel
circa 20%) stegen in waarde met 3%. De waarde van investeringen voortgebracht door de transportmiddelenindustrie (aandeel in het totaal bijna 15%) daalde met 20%.
De overige investeringen bleven nagenoeg gelijk. Naar
bestemming bezien namen de investeringen door de overheid het sterksttoe, en wel in volume met 35%. Het aandeel
van de overheidsinvesteringen in de totale investeringen is
overigens slechts gering (ruim 10%). De investeringen door
bedrijven waren in het eerste kwartaal in volume 16% groter
dan in het eerste kwartaal van 1987.
Arbeidsmarkt
Ultimo maart bedroeg het aantal banen 4 716 000. Dit
waren er 83 000 – ofwel 1,8% – meer dan op 31 maart
1987. De gemiddelde groei over 1987 bedroeg eveneens
1,8%. Het grootste deel (29 500) van de toename van
83 000 banen deed zich voor in de handel en horeca, dit
betekent voor deze bedrijfstak een groei van 4%. In de
bouwnijverheid Steeg het aantal banen met ruim 10 000;
een groei van bijna 3,5% ten opzichte van ultimo maart
1987. Eind maart 1988 werden in de bedrijfstak Industrie
973 900 banen gemeten. De stijging bleef hier beperkt tot
5 000 banen; een groei in deze bedrijfstak van 0,5%.
Geld en krediet
Het gemiddelde van de dagelijkse middenkoersen van de
dollar over de maand juli was fl. 2,08. Ten opzichte van het
gemiddelde over juni steeg de koers met elf cent. In de eerste tien dagen van augustus bleef de koers oplopen. De
rente liep, na een periods van dalingen vanaf oktober, de
laatste maanden weer op. Het off iciele wisseldisconto werd
in juli tweemaal verhoogd: op 1 juli van 3,25% naar 3,5%, en
op 29 juli van 3,5% naar 3,75%. De daggeldmarktrente, indicator voor de korte termijnrente, liep sterk op van 2,9% in
juni tot 4,6% in juli. Ook het rendement op staatsobligaties,
indicator voor de rente op lange termijn, steeg van een gemiddeld niveau van 6,0% in juni naar 6,3% in juli. De stijgende tendens zette in de eerste helft van augustus door.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
Rente
Prijsindex gezinsconsumptie
3—,———————————————
In pracenten (maandcijfers)
Indexcl)fers I960 – 100
6(A) – voortsi
30-
-3
’85
I
I
I
I
19B6
ESB 17-8-1988
I
’88
1
I
19 87
1
1
1
J__
19 88
A S D N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F MA M J J
1985
1986
1987
198B
771
Tabel 2.
Recente ontwikkelingen in het buitenland
1981/-85
1986
1987
1987
gemidd.
3″ kw.
Produktie nijverheid.
exd. bouwnijv. (volume)
1988
e
4 kw.
0
2
2
3
3
0
1
2
4
2
1
4
3
Italie
2
1
1
1
3
Verenigde Staten
Japan
3
4
1
0
4
3
Europese Gemeenschap
1
2
2
2
2
0
3.3
6,9
8,7
6,0
12,7
Verenigde Staten
Japan
Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)”
Nederland
2″k«
jum
april
juli
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
2
2
1
3
0
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
1″ kw.
Trend21
1988
3
1
2
4
4
3
3
6
3
4
6
2
4
0
5
4
6
8
6
11
6
11
6
2
2
1
2
1
-1
3
3
2
4
3
2
-5
-1
-1
-1
0
-0,2
1,3
2,5
3,4
5,8
0,3
1,6
3,3
4,1
4.8
0,6
2,0
3,4
4,3
4,9
1,0
1,5
3,2
4,1
5,4
0,9
1,0
2,4
3,3
5,1
1.0
1,0
2,5
4.3
4.8
1.0
0,9
2,5
3,9
5.1
1,1
1.0
2,5
4.3
4.7
1,1
1,0
2,6
4,7
4,6
4,3
2,2
1,9
0,6
3,7
0,1
4,2
0,4
4.5
0.7
4,0
0,8
3,9
0,2
3.9
0,3
3.9
0.2
3,9
0,2
7,8
3,6
3,5
0.2
2,9
-0,5
2,9
0,2
2.8
-0,1
2,4
0,6
2,8
0,7
2,6
0,7
2,7
2,9
0,8
hH-
hH-
N1+
Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
Nederland
0,7
1.0
1,0
4.7
I
1
N1+
mi+
i
M-
1,0
1
Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
1[ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1985.
21
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
— I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; M-: tussen 2% en 5%; N-f: groter dan 5%.
Focus: Middelen en bestedingen
Uit de onlangs gereed gekomen Nationals rekeningen 1987
blijkt dat het volume van het Bruto Binnenlands Produkt
(BBP), tegen marktprijzen gewaardeerd, van 1986 op 1987
met 1,5% is toegenomen. Omdat de invoer van goederen en
diensten een forse volumestijging (5,7%) kende, overtrof
het accres van de totale middelen de groei van het BBP (zie
tabel 3). In volume bleef de groei van de nationale bestedingen (2,1%) achter bij de ontwikkeling van de uitvoer van
goederen en diensten, die in 1987 met 4,3% toenam. Van
de nationale bestedingen kende de consumptie door gezinnen het hoogste groeicijfer (3,0%). De groei van de voor
prijsveranderingen gecorrigeerde investeringen door bedrijven (2,2%) bleef ver achter bij de groeicijfers in de voorafgaande drie jaar. Het volume van de overheidsinveste-
aan de resultaten van de nationale rekeningen 1987.
Tabel 3. Goederen- en dienstentotalen 1987________________
waarde
% mutaties t.o.v. 1986
(mid gld)
————————————
waarde
volume
Middelen
Bruto binnenlands produkt
bedrijven
overheid
Invoer goederen en diensten
431,8
380,2
51,6
214,6
0,5
0,3
1.6
-0,3
5,7
Totaal middelen
646,4
0,3
2.9
1.9
2,6
1,7
-2,2
1,8
2,1
3,0
1,0
-2,8
2,2
Uitvoer goederen en diensten
419,8
263,0
69,7
10,0
77,6
-0,4
226,6
-2,6
4,3
Totaal bestedingen
646,4
0,3
2,9
Bestedingen
Nationale bestedingen
consumptie gezinnen
consumptie overheid
investeringen overheid
investeringen bedrijven
voorraadmutaties bedrijven
ringen was in 1987 zelfs kleiner dan in 1986. De volume-
toename van het Bruto Nationale Inkomen (0,9%) was in
1987 duidelijk geringer dan de groei van het BBP. De
oorzaak hiervan was de aanzienlijke ruilvoetverslechtering.
Bovenstaande mutaties kunnen afwijken van de in tabel 1
1,5
gepubliceerde cijfers. Deze laatste zijn nog niet aangepast
Groeipercentoge middelen (m) en bestedingen (b) 1985 –
1987
1985
4
3/ 2
1986
Invoer
Invoer
1
Binnenlands
produkt
Nationale
6
Uitvoer
772
•^ Notionole
bestedingen
bestedingen
produkt
National*
‘ bested ingen