april 1989
Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek
Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
Met volume van de industriele produktie was gemiddeld over januari enfebruari ruim 1% groter dan in
de eerste twee maanden van 1988; de produktie in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) nam toe
met 3%. Met indexcijfer van de orderpositie steeg in februari naar een recordniveau van 117; het
oordeel van de ondernemers over de orderpositie was onveranderd zeer gunstig. Het voortschrijdend
twaalfmaandsgemiddelde van het volume van de buitenlandse handel was tot en met januari voor
zowel de in- als de uitvoer 9% hoger dan een jaar eerder. Deze groei overtrof de toename in 1988 als
geheel. Het volume van debinnenlandseconsumptiewas in januari 2%groterdan in januari 1988. De
uitgaven aan voedings- en genotmiddelen daalden met 1%, de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen en de overige goederen en diensten stegen beide met 3%. Evenals in januari en februari
lag de index van het consumentenvertrouwen in maart op een hoog niveau. Het consumptieprijspeil
lag in maart 0,4% hoger dan in februari. De mutatie van het prijspeil over een periode van twaalf
maanden bedroeg in maart 0,8%. De ruilvoet van de buitenlandse goederenhandel verslechterde in
januari ten opzichte van december vorig jaar met 2%. Het rentepeil lag in maart 0,2% a 0,3% hoger
dan in februari. In de eerste twee weken van april stabiliseerde het rentepeil zich.
Dit blijkt uit gegevens die medio april beschikbaar waren. In de Focus wordt ingegaan op de groei van
het aantal banen van werknemers.
Produktie
Het volume van de industriele produktie was gemiddeld
over de eerste twee maanden van dit jaar, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 3% groter dan het jaargemiddelde
van 1988. Vergeleken met de eerste twee maanden van
1988 lag de industriele produktie in januari en februari dit
jaar ruim 1% hoger. De voorlopige cijfers van de metaalindustrie (uitgezonderd de basismetaalindustrie) duiden
voor de eerste twee maanden van 1989 op een lichte produktiedaling. Ook de groeicijfers van de textiel-, kleding- en
lederindustrie bleven onder het industriele gemiddelde. De
overige in tabel 1 onderscheiden bedrijfsklassen kenden
gemiddeld over januari en februari een groei die het totale
industriele gemiddelde overtrof. Vooral de bedrijvigheid in
de hout- en bouwmaterialenindustrie gaf over deze periode
een forse stijging te zien.
Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeera)
Indaxcllfers 1900 – 100
De gemiddelde groei van de produktie in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) overtrof in de eerste maanden
van dit jaar die van de Industrie. De nijverheid omvat naast
de Industrie ook de delfstoffenwinning en de openbare
nutsbedrijven. Met name de produktie in de delfstoffenwinning is in januari relatief sterk toegenomen.
Volgens de conjunctuurtest in de Industrie steeg het indexcijfer van de orderpositie in februari met 1 punt naar een
niveau van 117 (1984 = 100). Dit indexcijfer, dat een beeld
geeft van de ontwikkeling van het aantal maanden werk in
portefeuille, bereikte het hoogste punt na de start van deze
reeks in januari 1984. Evenals in voorgaande maanden
meldden de ondernemers dan ook met de goedgevulde
orderportefeuilles zeer tevreden te zijn. Het aantal ondernemers dat hun voorraad in februari als groot beoordeelde
nam lets toe in vergelijking met januari. Het saldo van het
In- en uitvoer van goederen (volume)
Procentuele jaarmutatie van het voortschr. 12-maandsgem.
(A) – voort«chrl]dand 3-M«ndageBldd«llu
W • MandcllferB
100-
/ ^ “V
I I I I I I I I I I I I
90’60
’85
V
’69
1 1 1 1 1 1 1 1 1
A
M
J
J
A
S
O
N
D
J F M A M J J A S Q N D
A
M
J
J
1987
ESB 19-4-1989
A
S
O
N
1
D
J
1
F
1
M A
1
1
M J
1
J
1988
1
1
A
S
0
1
N
1
D J
1
F
1
H
1989
397
Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/’86 1987
1988
gemidd.
1988
1988
dec.
jan.
Trend2)
1989
1ekw.
2 e kw.
3 e kw.
4e kw.
-4
0
-8
2
4
4
3
-2
4
1
4
4
3
2
-8
5
0
8
3
1
9
9
9
21
2
38
-1
57
3
5
-1
-1
5
1
-2
0
22
-4
-6
0
-4
13
36
1
6
10
-2
6
3
19
15
febr.
VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfrtoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofvervy. Industrie
3
3
3
1
1
2
8
7
1
1
1
0
-3
3
6
4
1
-11
4
2
2
6
4
8
8
4
Hout- en bouwmaterialenindustrie
3
1
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
Buitenlandse handel fgoederen)
Invoer, totaal
2
4
2
2
0
2
-2
-2
2
-11
6
6
5
6
Consumptiegoederen
4
11
Investeringsgoederen
12
3
0
7
5
4
7
5
7
7
5
5
11
6
8
4
6
9
-1
-1
6
5
5
6
-9
8
10
2
1
3
3
2
5
2
2
Grondstoffen en halffabrikaten
Algemene goederen
Totaal, excl. energie
Uttvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie
Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
-3
20
2
1
1
2
-24
6
3
1
9
6
8
16
9
3
5
-11
17
6
7
10
-5
15
5
5
14
-24
6
8
2
-2
5
2
0
4
1
3
2
-2
4
4
5
7
7
6
4
13
1
I-H1+
1+
16
7
I-H1+
1
4
12
9
13
13
12
14
6
4
3
13
18
11
7
10
12
14
2
-4
8
12
13
11
13
17
I
-I
1+
1+
3
10
0
7
12
25
-9
19
7
5
22
1
3
-2
2
I-H-I
22
4
1
1
-1
1
2
2
4
1
I-H-
24
2
-1
3
3
1+
Investeringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
6
18
2
-3
16
36
2,3
2,2
2,6
Kwartaa/rekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen
2
7
-2
Bedrijven
Overheid
1,5
1,7
0,9
3.9
3,2
5,1
2,3
2,5
1,9
2,9
2,4
2,1
-1.5
-4.4
1
-3
0
-2
0
2.1
-2,3
-4,6
-3
-6
-6
-9
-6
-0,7
-0,7
1.1
0,9
0
1
-3
0
0
0,2
-1,6
1
-2
1
-1
0
0.4
0,7
1,4
0,4
-1,4
-0,5
-2
1,4
0,7
-17
0,9
-0,2
1
0
2
1
2
0,7
0,8
0,3
1,0
-2
0,3
0,4
0,8
-9
0,9
0,4
1.0
-6
3
0,9
0.9
0,3
1,1
2
28
-15
-1
4
-15
2
-9
2
-2
-15
-1
1
-15
11
84
102
-14
3
85
107
-6
2
84
101
-9
4
85
102
2
2
1
1
4
1
3
2
6
1
3
4
2
7
1
3
3,4
8
4
5
-5
I-H-
1+
1+
1+
PRIJZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering
-2,0
4
-4
4
1
2.7
1,8
0
3
6
3
4
1.0
1,0
0,0
4.0
3,9
-1
4
7
3
4
1.2
5,4
5,3
-3
8
8
5
4
0.8
0,8
1,6
0,3
11
0,9
0,8
1,6
0,3
9
0.8
12
1+
13
23
-2
1
1
+
4
0,9
0,0
1,1
8
4
-17
-8
6
14
6
-16
15
31
16
13
27
-13
85
109
-4
2
85
114
-4
1
116
-2
2
116
-2
3
117
-2
4
3
3
5
1
3
4
3
7
1,1
OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen 1 1
(in %)
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderpositie”
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten” (in %)
-7
2
5
28
I
I-H-
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
0
-1
-1
-3
0
2
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstveriening
Aantal uren uitzendkrachten
2
4
1
8
8
2
6
1
3
4
2
10
1.3
2
9
7
11
3,7
0,6
2
6
8
3
3,25
4.0
5,9
0,3
1
9
9
9
3,25
3,6
5,9
7
1
2
4
3
9
1+
I++
I
1+
1+
1
+
I++
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
(in %)
(in %)
Rendement op staatsobligaties
(in %)
11
21
3,5
4
8
8
8
5,3
6,3
8,0
4
7
0
4,4
5,2
6,3
4.4
6,1
1,4
1
10
6
15
3,9 .
5,0
6,3
2,9
5
11
7
18
4,2
5,2
6,1
3,5
-1
13
7
23
4,5
5,6
6,2
Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maan-ls (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussoi. 2% en 5%; I-H-: groter dan 5%.
• — gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
398
3,7
13
6
23
5,0
5,6
6,4
5,0
6,1
6,9
5,0
6,4
7,1
1
1+
I++
I++
I++
|
1+
‘
aantal antwoorden ‘groot’ en ‘klein’ Hep op naar 4%. Over
de periode maart tot en met november 1988 nam het saldo
af, vanaf december vorig jaar toonde het een stijgende
tendens.
In januari is met de bouw van ruim 11 700 woningen begonnen, 12% meer dan in de overeenkomstige maand van 1988.
Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in januari 22%
groterdan in de overeenkomstige maand van 1988. Het uitvoervolume nam met 19% toe. Hoewel sterk fluctuerende
groeicijfers van de buitenlandse goederenhandel op
maandbasis niet uitzonderlijk zijn, zijn mutaties in deze
orde van grootte betrekkelijk zeldzaam. Bedacht dient te
worden dat de januari-cijfers van vorig jaar relatief laag
waren. Hieraan lagen vooral administratieve oorzaken ten
grondslag, zoals de invoering van het Enig Document bij
aangifte en de overgang in nomenclatuur naar het internationaal Geharmoniseerde Systeem.
Een beter te interpreteren beeld onstaat wanneer de cijfers
over een wat langere periode worden bezien. De procentuele jaarmutatie van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde tot en met januari kwam voor de totale invoer
uit op 9%. De volumegroei in 1988 bedroeg 7%. De import
van grondstoffen en halffabrikaten lag in januari iets boven
het gemiddelde van de invoer als geheel, de invoer van
consumptiegoederen bleef er bij achter.
Het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde van het
volume van de totale uitvoertot en met januari lag 9% hoger
dan in de overeenkomstige maand van 1988. Het jaar 1988
kende een volumegroei van 8%. Binnen de uitvoercategorie
fabrikaten is met name de groei van het uitvoervolume van
de metaalprodukten opvallend.
Consumptie
Het volume van de totale binnenlandse consumptie door
gezinnen was in januari 2% groter dan in dezelfde maand
van 1988. Voor prijsveranderingen gecorrigeerd daalden de
uitgaven aan voedings- en genotmiddelen met 1%. Het
effect van het koopdagenpatroon is bij deze ontwikkeling
van belang. De januari-maand van dit jaar telde weliswaar
een koopdag meer dan januari 1988 maar toch heeft het
koopdagenpatroon de consumptie van voedings- en genotmiddelen en ook die van duurzame goederen negatief
bemvloed. Januari 1989 telde een maandag en een dinsdag
meer, maar een zaterdag minder dan januari 1988. De aankopen op een extra maandag en dinsdag te zamen worden
in het algemeen overtroffen door de bestedingen op een
extra zaterdag. Dit effect kan voor de categoric voedingsen genotmiddelen op ongeveer 1% worden geraamd. Het
volume van de uitgaven aan duurzame goederen steeg met
3% ten opzichte van januari 1988. Het verschil in koopdagenpatroon be’invloedde ook dit cijfer neerwaarts met
ongeveer 1%-punt. De in bijna alle maanden van 1988 sterk
teruggevallen auto-aankopen lagen in januari 1989 iets
boven het niveau van de overeenkomstige maand van 1988.
De consumptieve bestedingen aan de overige goederen en
diensten, de grootste categoric, namen in januari met 3%
toe. De gestegen huren en het toegenomen gasverbruik
;-• ConsumentenvertrouHen
waren hierbij faktoren van belang. Het vertrouwen van de
consumenten in de ontwikkeling van de Nederlandse economic is volgens het consumenten conjunctuuronderzoek
in maart ten opzichte van februari nauwelijks veranderd. Op
de vijf vragen, die aan deze index ten grondslag liggen, werd
in maart 13% meer positieve dan negatieve antwoorden
gegeven. Vooral de beantwoording van de vragen naar de
algemene economische situatie in Nederland heeft aan het
hoge positieve saldo bijgedragen.
Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie steeg tussen
midden februari en midden maart met 0,4%. Duurder werden vooral kleding en autobenzine. Ten opzichte van maart
1988 bedroeg de toename 0,8%. Deze stijging, over een
periode van twaalf maanden, was vrijwel gelijk aan die
welke in januari en februari werd vastgesteld. Toen lag het
prijspeil respectievelijk 0,8% en 0,9% hoger dan een jaar
eerder.
Bij de buitenlandse goederenhandel lagen de invoerprijzen
in januari 3% boven het niveau van december 1988, de uitvoerprijzen stegen met 1% (beide unit value). Als gevolg
hiervan verslechterde de ruilvoet van de goederenhandel
met het buitenland met 2%. De stijging van het prijspeil van
de invoer exclusief energie (1%) was aanzienlijk minder dan
de stijging van het prijspeil van de totale invoer. Het prijspeil
van de uitvoer exclusief energie gaf ten opzichte van
december 1988 zelfs een daling te zien (-2%).
Geld en krediet
De sinds het tweede kwartaal van 1988 waarneembare stijging van de rentetarieven heeft zich ook in maart voortgezet. Het rendement op staatsobligaties, indicator voor de
rente op de lange termijn, steeg van februari op maart met
0,2%-punt tot 7,1%. De daggeldmarktrente, gedefinieerd
als het tarief voor interbancaire geldleningen, nam met
0,3%-punt toe tot 6,4%. Het officiele wisseldisconto van
De Nederlandsche Bank bleef onveranderd op 5%. Worden
de verschillende rentetarieven over een wat langere periode
bezien dan blijkt een daling tot medio 1988. Het rendement
op staatsobligaties daalde in april 1988 tot 5,8%, het
laagste peil sinds het midden van de jaren zestig. De daggeldmarktrente lag in juni 1988 op 2,9%; een dergelijk laag
niveau van het maandgemiddelde is na September 1977
niet meer gemeten. Het officiele wisseldisconto was gedurende de eerste helft van 1988 vastgesteld op 3,25%, de
laagste stand na oktober 1972. Na juni 1988 vond een vrij
snelle stijging van de rentetarieven plaats, zij het met een
onderbreking in September, oktober en november. In maart
1989 bereikten de daggeldmarktrente en het wisseldisconto een niveau dat na het eerste halfjaar van 1986 niet
meer was bereikt. Het rendement op staatsobligaties kwam
op het hoogste niveau sinds juli 1985. Gedurendede eerste
twee weken van april zette de stijging zich niet voort.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodantg gekenmerkt.
Rente
; Saldo van positieve en negatieve antn/oorden
U
In proc«nten l»»«ndci)f*r«]
(A)
12
~17
\
\NA
U
1
^”V^-A „/
4
iii
1 1 1 1 1 1 1 1 1
•80
’85
’89
V
1
H A M J J A S O N O J F M A M J J A S O N D
1987
1988
: 19-4-1989
J
F
M
1989
1
A
1
|
1
M J
J
1987
|
A
1
5
1
0
1
N
1
D J
1
F
1
M
1
A
1
M
1
J
1
J
1988
1
A
1
!
1
1
OHO
1
J
1
F
1
M
1989
399
Tabel 2.
Recente ontwikkelingen in het buitenland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1988
1988
1982/-86 1987
gemidd.
1988
e
1 kw.
e
e
>kw.
dec.
|an.
Trend2′
1989
febr.
2 kw.
3 kw.
3
4
6
6
4
6
6
5
2
1+
I++
1+
1+
Produktie nijverheid,
excl. bouwnijv. (volume)
3
6
4
4
6
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
4
3
4
Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)”
Nederland
7
12
I-H-
6
10
6
9
5
8
I-H-
4
4
-4
Japan
3
6
10
Verenigde Staten
3
3
0
5
5
4
5
1+
1+
I
1,2
1,1
2,8
5.5
5,0
1.5
1,6
3,0
6,5
5,1
1,6
1.9
3.1
6,8
5,4
2,6
2,4
3,3
7,5
5,7
2,6
2,6
3,4
4,8
1,2
6
2
Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
1,9
5.0
6,3
4,8
10,1
0,3
1,6
3,3
4,1
4,8
1,2
1,2
2,7
4,9
5,1
0,9
1,0
2,4
3,3
5,1
1.0
1,0
2,5
4,3
5,0
3,7
0,1
4.1
3,9
0,8
3,9
0,2
4,1
0.6
4,3
1.1
4,4
4,7
Japan
3,2
1,7
1,0
1.2
Europese Gemeenschap
6,4
2.1
3,3
-0,7
3.6
0,7
3.1
3,3
0.7
3,7
0,9
4,1
1,0
4,3
1,2
4,8
Frankrijk
.Verenigd Koninkrijk
Italie
Verenigde Staten
Nederland
0,7
0,4
0,8
I
1
1+
I++
I++
7,9
6,0
1+
1
1+
5,0
0,9
0,8
‘
Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
‘I Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met nun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
2
I Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I-H-: groter dan 5%.
-= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
Focus: Aantal banen in 1988
in 1987
sterker gestegen dan
Op 31 december 1988 was het aantal banen van werknemers 136 000 hoger dan een jaar daarvoor. De toename
tussen ultimo 1986 en ultimo 1987 was 67 000.
De gegevens over het aantal banen van werknemers zijn
ontleend aan de Kwartaalstatistiek Werkzame Personen.
Eind december 1988 was het aantal waargenomen banen
van werknemers 4 790 000. Dit betekent een toename van
2,9% (136 000) ten opzichte van de stand een jaar daarvoor. Per ultimo September 1988 was de stand 2,6%
(120 000) hoger dan een jaar eerder, per ultimo juni 2,3%
(108
000)
en per ultimo maart 2,0%
(94 000).
Ultimo 1988 was het aantal waargenomen banen in de
bedrijfstak handel en horeca 42 000 (5,2%) hoger dan een
jaar eerder. In de bedrijfstak bank-en verzekeringswezen en
zakelijke dienstverlening was de toename 35 000 (6,8%),
in de overige (voornamelijk kwartaire) dienstverlening
30 000 (1,9%) en in de bedrijfstak bouw- en installatie-
bedrijven 10 000 (3,3%). Tussen eind 1986
en eind 1987
Banen van werknemers. totaal per ultimo kuartaal
Procentuele mutaties t.o.v. een jaar eerder
was in elk van de genoemde takken de toename van het
waargenomen aantal banen geringer: 31 000 in de handel
en horeca, 1 000 in het bank- en verzekeringswezen en de
zakelijke dienstverlening, 14 000 in de overige dienstverlening en 8 000 in de bedrijfstak bouw- en installatiebe-
drijven. In alle overige takken bleef de toename in beide
jaren beneden de 10 000.
Grafiek 5 geeft de groeipercentages per kwartaal voor de
laatste twee jaren. Hierbij is telkens de ultimo stand vergeleken met de stand een jaar eerder. Het vierde kwartaal
van 1988 is het vierde achtereenvolgende trimester dat een
stijging in de groei te zien geeft.
Grafiek 6 geeft de absolute groei van het aantal banen,
onderverdeeld naar een aantal bedrijfstakken. Ook hier
wordt vergeleken met de stand op hetzelfde tijdstip een jaar
eerder. De toename van de groei van het aantal banen in de
bedrijfstak banken, verzekeringswezen en zakelijke dienstverlening in de loop van 1988 is opvallend.
Groei aantal banen per bedrijfstak
(ultimo cijfers t.o.v. vorig jaar x 1 000)
50
bouwniiverheid
bouwinstallatie
Y//\
hondel. horeco
IXNVXI banken.verze—
_ ^ kering.n.zoI
„•,•»•,,
.
iensten
overige diensten
I
II
III
1987
400
IV
I
I
II
III
1988
IV
’87 ’88
’87 ’88
’87 ’88
’87 ’88