Conjunctuur lijkt op die van begin jaren tachtig
Aute ur(s ):
Ruth, F. van (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4423, pagina 23, 9 januari 2004 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
conjunctuur
Zowel begin jaren tachtig als nu zit het economisch tij tegen. In 1981 en 1982 daalde het bbp, in het laatstgenoemde jaar zelf met 1,3
procent. In beide jaren daalde ook de werkgelegenheid. Vanaf 1983 begon het herstel, hoewel het arbeidsvolume pas later weer toenam.
Dit is gebruikelijk, aangezien de arbeidsmarkt meestal achterloopt op de economische ontwikkelingen. In de huidige situatie nemen de
bbp- en arbeidsvolumegroei sinds het einde van de jaren negentig af. Begin 2002 was er nog een minimale groei, maar in 2003 krimpen
beide grootheden. figuur 1
Figuur 1. Bestedingen, procentuele volumemutaties ten opzichte van voorgaand jaar
Verschillen in mutatieniveaus
Aan de bestedingenkant van de economie zijn er duidelijke overeenkomsten in de patronen. Er zijn echter belangrijke verschillen in de
niveaus van de mutaties. In beide periodes gaan de investeringen duidelijk door een dal, met toenemende en weer afnemende krimp. Bij
de export volgt
– net als begin jaren tachtig – een beperkte krimp op jaren van afnemende groei. De overheidsconsumptie blijft groeien, maar steeds
minder hard. Wel is het zo dat de investeringen en de consumptie van de huishoudens op dit moment veel minder sterk dalen dan begin
jaren tachtig. Ook blijft de toename van de overheidsconsumptie nu op een hoger niveau. Dit verklaart waarom de bbp-daling begin jaren
tachtig sterker was dan nu.
Aan de productiezijde van de economie zijn meer verschillen zichtbaar. De ontwikkeling van de nijverheid verloopt in beide periodes wel
volgens een vergelijkbaar patroon: toenemende krimp volgend op een beperkte stijging. De krimp was begin jaren tachtig echter veel
groter. In 2003 is het juist de commerciële dienstverlening die relatief sterk krimpt. Dit weegt extra zwaar omdat het belang van de
dienstverlening voor de Nederlandse economie is toegenomen. Opvallend is dat de zorgsector gedurende de hele periode begin jaren
tachtig kromp, terwijl deze op dit moment juist continu blijft groeien. figuur 2
Figuur 2. Inflatie, lange rente, wisselkoers en arbeidskosten, procentuele mutaties ten opzichte van voorgaand jaar
Inflatie en rente dalen
Op het monetaire vlak zijn de ontwikkelingen vergelijkbaar: zowel de inflatie als de lange rente dalen in beide periodes. Tussen 1980 en
1983 waren beide echter wel veel hoger dan de afgelopen jaren. Ook internationaal zijn de omstandigheden anders. De relevante
wereldhandel groeit tussen 2001 en 2003 sneller dan tussen 1980 en 1983. Hier tegenin werken weer de sterkere stijging van de
arbeidskosten per eenheid product en stijging van de reële effectieve wisselkoers. Deze laatste twee grootheden zijn belangrijk voor het
concurrentievermogen van de Nederlandse industrie.
Floris van Ruth
Copyright © 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)