“De opportunistische mens is een bedrieglijk wezen dat zijn eigenbelang nastreeft. Prima toch? Koning, keizer, admiraal: liegen doen ze allemaal. Toch gaat het ook voor economen te ver om iedereen zo maar voor liegbeest of bedrieger uit te maken.”
Column ESB
Jaargang 98 (4657) 5 april 2013 221
Liegen
Bent u een leugenaar? De
kans is vrij groot dat u
hier ontkennend op zult
antwoorden. Nee, dus.
Liegen is niet netjes en dus voor anderen.
Recente ontwikkelingen laten
echter zien dat we het de laatste tijd
niet meer zo nauw nemen met de
waarheid: beurshandelaren die elkaar
voor de gek houden met voorverpakte
doch oninbare hypotheken, een Duitse
president die moet aftreden door
fraude, hoogleraren die hun peers een
rad voor ogen draaien met zelfverzonnen
cijfers, of generaals die liegen
over hun liefdesaffaires. De Nederlandse
televisie springt hier bovenop
door de huiskamer te trakteren op
programma’s over liegende en bedriegende
echtparen of door realityprogramma’s
echt te doen lijken door ze
door acteurs te laten spelen. Het hoogtepunt is de populaire
Amerikaanse TV-serie ‘Lie to me’ waarin het liegen tot kunst
is verheven.
Voor economen zou dit gedrag nauwelijks verbazingwekkend
moeten zijn, gezien hun opportunistische alter-ego die
in de economische theorieën huist. Transactie-econoom en
Nobelprijswinnaar
Oliver Williamson is in dat opzicht volstrekt
transparant: de opportunistische mens is een bedrieglijk
wezen dat zijn eigenbelang nastreeft. Prima toch? Koning,
keizer, admiraal: liegen doen ze allemaal. Toch gaat het ook
voor economen te ver om iedereen zo maar voor liegbeest of
bedrieger uit te maken. In de jaren negentig wilden Koford en
Penno nog wel het onderscheid maken tussen economische
types en ethische types (Koford en Penno, 1992). En u raadt
het al: de economische types liegen de hele boel bij elkaar voor
economisch gewin en de ethische types hebben zo hun morele
bezwaren. Wat dat betreft zag de wereld er in de jaren negentig
een stuk overzichtelijker uit met twee typen mensen. Met
heel weinig fantasie zou je kunnen bedenken dat in 2013 de
ethische types aan het uitsterven zijn en de economische types
zich kunnen uitleven.
Uiteraard ligt het allemaal wat genuanceerder, zoals een voorbeeld
zou kunnen verduidelijken. Stel, u bent een CEO van
een grote onderneming en u gaat de aandeelhouders informeren
over de resultaten van het afgelopen jaar. De aandeelhouders
verwachten dat de inkomsten per aandeel 35 cent zullen
zijn, maar in werkelijkheid is dit maar 31 cent. Wat gaat u
doen? Gaat u de aandeelhouders vertellen dat de inkomsten
per aandeel 31 cent zijn met als gevolg
dat uw bonus lager zal uitvallen; of
gaat u de aandeelhouders vertellen dat
inkomsten per aandeel inderdaad 35
cent zijn? De resultaten van een dergelijk
experiment zijn door Gibson et
al. gepubliceerd in het meest recente
nummer van de American Economic
Review. En wat blijkt? Het hele
onderscheid in typen (economisch
versus ethisch) is grote onzin, want iedereen
is bereid te liegen als de economische
kosten van de waarheid maar
hoog genoeg zijn. Bij oplopende varianten
van economische kosten, om
te zeggen dat het toch écht 31 cent
per aandeel is, was gemiddeld twee
derde van de deelnemers bereid om
te liegen, waarbij de mannen voorop
lopen. Daarnaast blijkt uit het onderzoek
dat in de borst van elk individu
de (morele) kosten van het liegen een continu gevecht leveren
met de economische kosten van de waarheid, en daardoor
mede de balans bepalen.
Het lijkt er dus op dat we allemaal gelegenheidsleugenaars zijn,
de een wat vaker dan de ander of voor grotere leugens dan de
ander. Hoewel er van alles valt af te dingen op het onderzoek
blijft het een ongemakkelijk gegeven: ik weet niet wanneer jij
liegt dus ga ik er maar van uit dat je altijd liegt. En zo zijn we
terechtgekomen in een wereld waarin het heel natuurlijk overkomt
om een bankencrisis te veroorzaken of om wetenschappelijke
publicaties te ‘faken’. Onoverkomelijk en het laatste
taboe voorbij? Dat lijkt me niet. Zolang er bij het economisch
mensbeeld nog steeds kosten aan het liegen zitten, blijft het je
eigen keuze om te liegen. Zolang het mogelijk is om de economische
kosten van de waarheid te verlagen valt er nog wat te
winnen. Dus niks onoverkomelijk. Wat nodig is, is dat we hier
eens heel helder over zijn. Eens in de tien jaar kent de economie
een opleving van de ethiek. Misschien wordt het weer eens
tijd. Wat denkt u?
Literatuur
Gibson, R., C. Tanner en A. F. Wagner (2013) Preferences for truthfulness:
heterogeneity among and within individuals. American Economic Review,
103(1), 532–548.
Koford, K. en M. Penno (1992) Accounting, Principal-Agent Theory, and
self-interested behavior. In: Bowie, N.E. en R.E. Freeman (red.) Ethics and
agencytheory: an introduction. Oxford: Oxford University Press, 127–142.
Albert jolink
N.G. Pierson hoogleraar en
universitair hoofddocent aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.