■ Theo Smid en Greetje Frankena (Atradius)
Bij het referendum op 23 juni 2016 stemde een meerderheid van de Britten voor uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Daarna nam de handel met de Europese Unie nog toe (figuur), maar de afgelopen jaren lijkt de Britse handel zich te verplaatsen naar landen buiten de EU.
Het effect van het referendum is pas vanaf de beoogde uittredingsdatum (maart 2019) zichtbaar geworden: vanaf dat moment begint de handel met de EU licht te dalen. Maar de echte daling begint pas met het Brexitakkoord van oktober 2019. Vervolgens breekt begin 2020 de coronapandemie uit, waardoor de handel nog sterker onder druk komt te staan – hoewel het precieze effect van corona in de al dalende curve moeilijk valt te bepalen.
De handel met de EU lag in mei 2021 ruim vijftien procent lager dan in 2018, het laatste jaar voordat de belangrijke Brexit-deadlines de handel gingen beïnvloeden. De handel van het VK met Nederland kromp in die periode met 21,1 procent bovengemiddeld. Vooral de Nederlandse sectoren chemie, brandstoffen en machinebouw zagen hun uitvoer naar het VK dalen.
Opvallend is dat de handel van het VK met landen buiten de EU, vanaf medio 2018 in een versneld tempo begint te groeien. Ondanks de coronapandemie lag de handel met niet-EU-landen in mei 2021 slechts zeven procent lager dan in 2018. De Britse handel lijkt zich dus de afgelopen jaren te hebben verlegd naar landen buiten de EU.
Voor de komende jaren verwachten we bovendien dat de handel tussen het VK en de EU zich langzamer en op een hobbeliger pad zal herstellen dan het geval is bij de handel van het VK met de rest van de wereld. Ondanks het Europees-Britse handelsakkoord dat per 1 januari 2021 van kracht is, blijven er belangrijke niet-tarifaire belemmeringen in de vorm van meer papierwerk en een grotere onzekerheid op het gebied van regelgeving. Daar komt bij dat de oplopende spanningen rond het controversiële protocol van Noord-Ierland de onzekerheid nog vergroten.
Auteurs
Categorieën