Het heeft even geduurd, maar inmiddels hebben Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer toestemming gekregen van staatssecretaris Jette Klijnsma om te experimenteren met een soepelere bijstand. Het idee daarbij spreekt voor zich, groepen werklozen in de bijstand ondergaan op basis van gerandomiseerde toewijzing drie mogelijke ‘treatments’: (i) meer ruimte om bij te kunnen verdienen (maximaal 199 euro per maand), (ii) geen sollicitatieplicht; of (iii) intensieve begeleiding door klantmanagers.
We zouden bijna vergeten waar deze plannen vandaan komen: veel gemeenten hebben al in 2014 kenbaar gemaakt te willen experimenteren met een basisinkomen voor bijstandsgerechtigden. Die initiële inzet zien we dan ook in verdunde vorm terug in twee ingrediënten van de experimenten: verruiming van bijverdiensten en ontheffing van zoekverplichtingen (maar dus niet tegelijk). De term ‘basisinkomen’ komt echter niet voor in de berichtgeving van het Ministerie van SZW. Dit is wellicht ook de reden dat het even geduurd heeft voor er overeenstemming is bereikt. En tevens de reden dat plannen van de gemeente Terneuzen tot een basisinkomen zijn afgewezen.
Uiteindelijk is de keuze voor een basisinkomen natuurlijk politiek ingegeven en is het van belang dat het Rijk een zekere mate van uniformiteit afdwingt in uitkeringsvoorwaarden in de bijstand. De voorzichtigheid in de experimenten is vanuit dit oogpunt dus te begrijpen. Maar als onderzoeker vraag ik me af wat de experimenten gaan opleveren aan kennis. Ik kan dat toelichten door de verschillende ‘treatments’ eens langs te lopen.
Ten eerste de verruiming van de mogelijkheid tot bijverdienen. Zo zou een maximale bijverdienste van 199 euro per maand gelden, zie de Volkskrant van 3 juli. Dit bedrag correspondeert met een bruto verdienste van 400 euro, want van iedere extra euro wordt 50% afgetopt. In de huidige situatie is het maximum aan bijverdiensten nagenoeg gelijk, maar geldt dat aan de marge 25% overblijft (hetgeen overeenkomt met circa 800 euro aan bruto verdiensten). Zal die verandering van 25% naar 50% veel verschil gaan maken bij eenzelfde maximale bijverdienste?
Ten tweede de ontheffing van de sollicitatieplicht. Ook hier vraag ik me af of dit voor mensen die langdurig in de bijstand zitten iets uit zal maken. Kijken we naar het bestand van bijstandontvangers in Nederland, dan zal de grote meerderheid door klantmanagers worden geïndiceerd op trede één, twee of drie op de zogenoemde ‘Participatieladder’ die de afstand tot de arbeidsmarkt aangeeft. Kort gezegd komt dit er op neer dat deze mensen niet of nog niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en dat als zodanig ook nog verwacht mag worden dat zij actief zullen solliciteren. De vraag is dus wat een ontheffing van de sollicitatieplicht hieraan toevoegt.
Wat dan overblijft is de intensievere begeleiding voor werklozen in de bijstand. Natuurlijk zijn experimentele evaluaties van zulke interventies altijd meer dan welkom, maar daarvoor was het ingewikkelde traject met het ministerie niet nodig geweest. En dit onderdeel van het experiment heeft niet veel van doen met waar het allemaal om begonnen was: een basisinkomen in de bijstand.
Auteur
Categorieën