Ga direct naar de content

Agenda voor economische groei

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 22 1992

Agenda voor economische
groei
R. Dornbusch

H

oog op de agenda voor economische groei staan macro-economische stabiliteit,
een goede ideologic en nationale besparingen. Daarnaast komt bet aan op bet
creeren van mogelijkheden waarmee de gewenste economische groei gerealiseerd
kan worden. In de eersteplaats valt te denken aan economische structuren die
investeringen aantrekkelijk maken, met name eigendomsrechten. Ten tweede
concurrentie, omdat dat een stimulans biedt om nieuwe terreinen te ontginnen
waar de winstmarges relatiefhoog zijn. Ten derde is openheid van de economic
belangrijk, omdat dat directe buitenlandse investeringen bevordert. Ten vierde is
ookpolitieke stabiliteit onmisbaar. Dit alles moet de weg vrijmaken voor de
belangrijkste groeibepalende factor: de technologische vernieuwing.

Voorspellen
ledereen die een correcte voorspelling maakt voor
een periode van 25 jaar is krankzinnig of heeft onuitstaanbaar veel geluk. Desondanks is het thema bijzonder stimulerend en het gebruik van tenminste
vier scenario’s in de studie Scanning the Future is
de juiste aanpak. Wetenschappelijk onderzoek in
een lange-termijnstudie moet zich richten op de
vraag wat er systematisch is aan economische groei
en wat willekeurig en in hoeverre we economische
groei kunnen be’invloeden en stimuleren. Scanning
the Future is bijzonder succesvol in het presenteren
van de huidige kennis over economische groei en
verandering en in het geven van een overzicht van
een enorme hoeveelheid literatuur en van verschillende methodieken. De studie is ook op een goede
manier eclectisch in haar benadering van een onderwerp dat economen slechts bestuderen als ze daar
echt toe gedwongen worden, namelijk hoe de economic in werkelijkheid functioneert.
Simone de Beauvoir heeft eens gezegd dat de toekomst net zo is als alle andere dingen, namelijk niet
meer zoals het vroeger was. En dat maakt het enigszins moeilijk om vooruit te kijken. Bij voorspellen
komt onmiddellijk de neiging op om te extrapoleren
en dat is niet eens zo slecht als je maar vijf jaar vooruit hoeft te kijken. Over zo’n periode blijft de trendmatige ontwikkeling nog wel redelijk in tact en als
je de trend uit het recente verleden lineair doortrekt
zal je meestal wel een goede voorspelling doen
over de nabije toekomst. Als je moediger bent of als
men tien jaar van je vraagt, moet je natuurlijk iets
verder gaan. Waarschijnlijk heb je de neiging de
trend dan maar exponentieel voort te zetten, en zo
beland je meteen in een crisis.
De reden is dat exponentiele trends natuurlijk niet
duurzaam zijn en, als dingen niet duurzaam zijn,

worden twee theorema’s relevant. De ene is het
theorema van Herb Stein, de befaamde Amerikaanse econoom, die stelde dat alles wat niet duurzaam
is uiteindelijk tot een eind moet komen. De andere,
welke ik met de Universiteit van Chicago associeer,
zegt dat het veel langer duurt dan je denkt voor iets
ineenstort, maar wanneer het gebeurt, gebeurt het
veel eerder dan je had gedacht. Beide theorema’s
zijn waar en een belangrijke waarschuwing voor de
voorspeller.
Er is echter ook nog een derde factor, namelijk dat
terwijl je druk bezig bent met voorspellen, lineair of
exponentieel, er iets onverwachts gebeurt. Ross Perot, het einde van het communisme, islamitisch fundamentalisme, of wat dan ook, iets dat niet precies
het tegenovergestelde is van de huidige situatie
maar toch een duidelijk nieuwe ontwikkeling, iets
waarbij je je moet afvragen of het de loop van de geschiedenis zal veranderen of dat het een van die
kleine schokken is die vanzelf geneutraliseerd worden en over korte tijd weer onbelangrijk zijn.
In de meeste gevallen worden zulke dingen in eerste instantie geextrapoleerd tot een totaal andere
wereld, bij voorbeeld een waarin OPEC de hele wereld bezit – arme OPEC – of een waarin Japan de
hele wereld bezit – arm Japan. Het economische systeem is lankmoedig omdat het via de krachten van
innovatie en concurrentie te zijner tijd vanzelf een
* De auteur is hoogleraar bij het Massachusetts Institute of
Technology. Dit artikel is gebaseerd op een rede uitgesproken op de conferentie ‘Scanning the Future’, gehouden op

4 en 5 juni 1992 te Den Haag. De tekst is vertaald en bewerkt door F.H. Huizinga, werkzaam bij het Centraal Planbureau. De volledige Conference Proceedings zullen medio September verschijnen in de vorm van een CPB Working Paper.

eind maakt aan al die dramatische scenario’s, zodat

je uiteindelijk alleen de geleidelijke verandering
overhoudt.
Die geleidelijke verandering bepaalde in grote mate
het beeld voor zo’n 2000 jaar totdat de produktiviteitsgroei plotseling doorbrak en de levensstandaard
in de laatste 200 jaar dramatisch verhoogde. Niemand weet hoe dat eigenlijk kwam en niemand
weet hoe lang het nog zal voortduren. Maar het was
een enorme verandering en als iets dergelijks nog

een keer zou gebeuren, zou het erg prettig zijn om
het van tevoren te weten. De studie speculeert er-

over of zo’n verandering inderdaad nabij is. Je loopt
echter weinig risico door te wedden dat dat niet zo

is, want het is een bijzonder zeldzame gebeurtenis.

Verken de toekomst! Gewspireerd door de
scenario’s van het CTB hebben verschillende
ffnnntxtf*^

De geschiedenis

t^fifafi^

$f tyffi*ff)fttfifijfflitf>

fffi^ft*rt*n,

tie Scanniog the Attore him ^ie op structure-

Wat weten we op grond van de geschiedenis? Als

we naar de laatste negentig jaar kijken, was de groei
van de ge’industrialiseerde landen gemiddeld 2,1%.
En die 2,1% is zo’n beetje een heilig getal in de

groeieconomie. Vele gemiddelden neigen naar

gepreMmtcetd. Eenscdcctie vwa de tripragen ,
verschijnt ate eea reek* ran yi!£ »f«UceIe& ta ,
ESB. Deze week het tweed* artikel, dat ingaat
‘ op de ftmdamentete krachten achter deecono-

2,1%. Dus als je de gemiddelde economische groei

moet voorspellen voor de komende 25 jaar, zeg dan
maar: “2,1%, maar het kan lager zijn zoals 1%, of ho-

ger zoals 3%”. Daarmee heb je de meeste mogelijkheden wel te pakken.
Er zijn natuurlijk wel verschillen tussen landen. Landen met een markteconomie kennen een minder
sterke groei; landen zonder markteconomie juist

een sterkere. Japan met zijn dirigisme staat bovenaan de lijst, vervolgens komt China, en Brazilie met

zijn jungle-economic staat op de derde plaats. Landen die het slecht gedaan hebben zijn de geweldi-

ge, calvinistische landen zoals Nederland, Duitsland
en de Verenigde Staten met al die maatschappelijke
structuren waarvan we beweren dat ze economische groei bevorderen. Dit is een van de puzzels
waar ik later nog op terug zal komen, want een van
de belangrijke kwesties is hoe we goede economic
en goede politick met elkaar kunnen verenigen. De
twee kunnen zeker hand in hand gaan, maar er is

ook slechte politick die toch tot goede economic
leidt. Wie voor die puzzel een oplossing heeft, zal
ons zeker vooruit helpen.

Recept voor groei

R, de Vries, De toekomst van de G-3 (15 full).
ze maar willen, zonder restricties, ze zodanig zullen
produceren dat ze het meeste uit de beschikbare
technologic halen. Ze zullen efficienter produceren
en tegen lagere kosten dan in elke andere situatie
en de ontvangers van die goederen zullen concurrentie prachtig vinden vanwege al die fantastische
goederen die ze kunnen krijgen, en zo goedkoop.
Dit is het principiele vooroordeel van economen, en

dat is ook wat hen zo saai maakt.
Wat is er dan verkeerd aan? Het probleem met concurrentie is dat het een halfvolle beker is. Zonder
concurrentie is er geen vooruitgang omdat er geen
prikkels zijn om nieuwe ideeen te gebruiken, nieuwe mensen aan te stellen, nieuwe staatsstructuren
in te voeren, of nieuwe locaties te benutten. Maar
met te veel concurrentie verlies je stabiliteit. En als
je stabiliteit verliest, verlies je de samenhang tussen
wat mensen in hun persoonlijke, dagelijkse leven ervaren en de economische ontwikkeling. Dan zullen

Wat zijn de drijvende krachten achter economische

die mensen de concurrentie wegstemmen, omdat ze

groei? Voor ik daarop in ga, wil ik eerst een verhaaltje vertellen over iets dat zich heeft afgespeeld op
Fifth Avenue. Een man Hep elke morgen langs een
een dollar zonder ooit een krakeling te nemen. Op
een goede dag pakt de verkoopster hem bij de arm

wel allemaal een stem hebben, maar niet allemaal
van concurrentie profiteren.
Het grote probleem is dan hoe je een progressieve,
open en competitieve maatschappij kunt combineren met een politick systeem waarin iedereen kan
stemmen. Daarbij komt nog het probleem dat je in

en kijkt hem diep in de ogen. Hij zegt: “Ik weet het,

de politick, anders dan bij voorbeeld in het bedrijfs-

ik weet wat u wilt vragen. U wilt weten waarom ik

leven, alles mag beloven en absoluut niets hoeft
waar te maken. En dit conflict, -tussen wat we technologisch en economisch kunnen en wat in het politick bedrijf aanvaardbaar is, is een bijzonder groot

krakelingenverkoopster, en betaalde telkens weer

een dollar betaal zonder een krakeling mee te nemen.” Maar deze verkoopster zei: “O nee, ik wilde

alleen maar vertellen dat ze duurder zijn geworden”.

Concurrentie …
De vraag was dus, wat is het recept voor economische groei? Het eenvoudige antwoord is concurrentie, concurrentie en nog eens concurrentie. Want het

is volstrekt helder dat als mensen de mogelijkheid
hebben om de beste techniek te gebruiken wanneer

ESB 22-7-1992

probleem.

… + regelgeving = stabiliteit
Dus concurrentie is belangrijk, maar daarnaast ook
stabiliteit en dus regelgeving. Concurrentie is nodig
maar zonder regelgeving zal de concurrentie niet
lang toegelaten worden. Wat is de optimale mix tussen concurrentie en stabiliteit? Dat is open voor dis-

cussie, maar als de ene helft van de bevolking vindt

opzichte van de Duitse mark. Voor de VS betekent

dat er te weinig concurrentie is en de andere helft te

het dat uiteindelijk de begroting in evenwicht ge-

veel, dan heb je waarschijnlijk precies genoeg. Regelgeving is een essentieel complement van concurrentie. De regelgeving dient modern en intelligent

bracht moet worden. In wat voor vorm het ook
komt, macro-economische stabiliteit moet bovenaan
staan want zonder macro-economische stabiliteit is
er geen vooruitgang hoe hard men ook werkt.

te zijn. Te veel concurrentie met te weinig regelgeving is dodelijk.

Ideologic
Coordinatie
Coordinate is het tweede thema dat zich aandient.
Zal de vrije markt alle problemen zelf oplossen of is
er een gelegenheid of noodzaak om daarnaast nog

Het tweede punt op de agenda voor economische
groei is de staat en de ideologic. Voor vooruitgang

is een goede operationele ideologic noodzakelijk.

gelegenheden die zich aandienen. De eerste is het

Ongebreidelde concurrentie is een mogelijkheid,
maar dat is voor zover we weten nooit toegepast.
Communisme is een andere, maar dat is ook geen

hele sociale terrein waar de vrije markt niet de op-

goed idee. Het juiste concept is, volgens mij, de

lossingen biedt die wenselijk zijn in een homogene
maatschappij die ongelijkheid wil beperken. De
tweede gelegenheid bestaat uit die terreinen waar
de vrije markt een te lage opbrengst creeert en waar
coordinatie een verbetering kan betekenen. Dat
heeft te maken met industriebeleid en zeker ook

Duitse sociale markteconomie waar concurrentie
een bijzonder belangrijke plaats inneemt, maar met
de verzachtende factoren van het sociale. En dat sociale wordt, evenals de markt, geschreven met een
hoofdletter S. Het sociale element blijkt uit het feit
dat er een agenda is met betrekking tot gelijkheid

met handelsbeleid, en met het feit dat een land als
geheel zich anders gedraagt dan de afzonderlijke in-

en dat betekent dat het belastingsysteem correcties
moet aanbrengen. Die correcties verminderen ongetwijfeld de prikkels voor groei, maar ze creeren een

iets anders te doen? Er zijn duidelijk tenminste twee

dividuen. Kun je innovatie produceren? Kun je het
stimuleren? Meet je het subsidieren? Of doet de vrije

markt genoeg? Dat zijn vragen die te maken hebben
met coordinatie, en het antwoord op die vragen is
dat de vrije markt er tot op zekere hoogte zelf voor
zorgt, afhankelijk van de eigendomsrechten, maar
daarnaast is ook de verziendheid van het land van

stabieler macro-economisch en politiek klimaat. Op

die manier bevorderen ze groei.
Daarnaast is de staat belangrijk voor het tegengaan

Het lijdt weinig twijfel dat als er een beter woord
voor industriebeleid zou bestaan, de VS het zouden
hebben, en hetzelfde geldt voor technologiebeleid.

van monopolies, het bevorderen van onderwijs en
het invoeren van regels. Die regels zijn essentieel
voor stabiliteit. Concurrentie opent totaal nieuwe gebieden, en totaal nieuwe gebieden vormen een vacuum en creeren spanningen. Een politieke machine is noodzakelijk om de belangen van hen die in
een bijzonder mobiele wereld achter blijven in over-

Dus nadat de slinger twaalf jaar in de ene richting

eenstemming te brengen met de belangen van hen

gegaan is, veelal ten goede voor het land, is hij nu
op de terugweg om wat reparaties uit te voeren. In
de reparatiefase zal er ongetwijfeld veel meer na-

die de gelegenheid en het recht hebben van zo’n
wereld juist te profiteren. Als de staat zich niet in de
oplossing van dat conflict mengt, zal die oplossing
niet duurzaam zijn.

belang.

druk liggen op stabiliteit, op coordinatie en op het
nastreven van gemeenschappelijke belangen en
veel minder op het geloof dat concurrentie mensen
ertoe drijft om precies het goede te doen voor het algemeen belang.
Wat weten we over groeibepalende factoren afgezien van deze thema’s als concurrentie, stabiliteit,

Investeringen zijn de volgende belangrijke factor
voor economische groei. Investeringen zijn de traditionele verklaring voor economische groei en als
men naar de laatste honderd jaar kijkt, is het volko-

cooperatie en coordinatie? Als je een lijstje zou ma-

men duidelijk dat landen die relatief meer geinves-

ken met factoren voor succes, wat zou er dan op

teerd hebben hogere per capita groeipercentages

zo’n lijstje staan?

Macro-economische stabiliteit
Het eerste punt zou tegenwoordig ongetwijfeld macro-economische stabiliteit zijn. Bij hyperinflatie bij
voorbeeld, gaat alle nadruk op produktiviteit verloren omdat de hoogste winst te behalen valt door te
speculeren op de dollar en voorraden aan te leggen;
de minst gunstige positie is dan met een lange-ter-

Investeren …

kenden. En dat is een bijzonder stabiele relatie. Hoeveel leveren investeringen op? De meest recente berekeningen voor de VS komen uit een ambitieuze
studie van Bill Baumol en zijn collega’s en geven
aan dat een toename van 2% in de kapitaalvoorraad
leidt tot een stijging van 1% in de arbeidsproduktiviteit. Investeringen komen op de eerste plaats als motor voor economische groei.

mijninvestering opgezadeld te zitten, die uiteinde-

Hierbij komen twee punten nog verder aan de orde.
Ten eerste, is het mogelijk om zonder veel te inves-

lijk teniet gedaan wordt door factoren die niets te

teren toch goede resultaten te boeken? Dat is de stel-

maken hebben met marktwerking, concurrentie of

ling over convergentie, ‘catching up’ of ‘gratis

produktiviteit maar vooral met een politieke terugslag of met een fout in het wisselkoersbeleid.
Macro-economische stabiliteit is dus nummer een.
Die stabiliteit neemt veel verschillende vormen aan.
Voor Latijns-Amerika betekent het een sluitende begroting, een inflatie van 20% per jaar en een geleidelijk depreciatie van de eigen munt. Voor Europa betekent het dat Frankrijk niet moet deprecieren ten

groei’. En ten tweede, moet je zelf sparen om te kunnen investeren of kun je de besparingen van anderen gebruiken?
Beide punten zijn belangrijk. Laat ik het eerst hebben over de gratis groei. Het blijkt dat het inderdaad
zo is dat arme landen een hoger groeipercentage
kennen dan rijke landen ook al investeren ze niet
ongebruikelijk veel. De meest voor de hand liggen-

de verklaring is ze de rijke landen gewoon kunnen
imiteren. Het enige wat ze hoeven te doen is op de
vrije markt machines te kopen waarin de technologic verwerkt is die de rijke landen tegen hoge kos-

ten hebben ontwikkeld. Op die manier kunnen ze
groei gewoon importeren.
Wat is de omvang van dat ‘catching-up’? Het wordt
wel Robert Barrow’s ijzeren wet genoemd: 2% van

De laatste factor voor economische groei is politie-

ke stabiliteit. Politieke stabiliteit is essentieel voor
een goede economische prestatie. Het is goed dit in
het oog te houden nu we enthousiast democratische
structuren stimuleren in de LDC’s zonder aandacht
te schenken aan het creeren van politieke zwaartepunten. Je zou zelfs kunnen zeggen dat van alle factoren politieke instabiliteit het meest problemati-

de achterstand. Dus als je 50% achterloopt op andere landen die je wilt inhalen, duurt het zo’n 75 jaar
voor je die achterstand hebt weggewerkt. En 75 jaar

sche is, omdat je van het ene moment op het andere
een heel decennium kunt verliezen.

is heel erg lang. Als je deze cijfers toepast voor Oost-

Vier vloeken

Europa en de voormalige USSR betekent het dat het
ze een eeuwigheid kost om in te halen. Of als je optimistisch bent, een halve eeuwigheid.

Tenslotte wil ik in het kort nog twee belangrijke

kwesties voor de toekomst aanstippen. Ten eerste,
post-communisme. We merken allemaal dat het einde van het communisme heel erg duur is. Dat komt

… en sparen.
De andere kwestie is of je zelf moet sparen om te
kunnen investeren. Vrijwel alle modellen die we in
de economic hebben gaan uit van een gei’ntegreer-

omdat het communisme allerlei ontwikkelingen in
bedwang hield, die nu nun vrije gang kunnen gaan.

de wereldkapitaalmarkt, waarop een land met een

Daaronder vallen de vier vloeken van het post-communisme: politieke instabiliteit, macro-economische
instabiliteit, nationalisme en onderontwikkeling.

goede kredietwaardigheid alle investeringen die op

Het zal decennia van modernisering vergen voor

basis van de produktiviteit gerechtvaardigd zijn met

daar verandering in komt, maar modernisering is
zelf een controversieel begrip. Latijns-Amerika heeft
veel ervaring met deze problemen en de landen die

leningen kan financieren. Mochten bij voorbeeld investeringen ter waarde van 30% van bnp gerechtvaardigd zijn, dan zou het geen probleem zijn het
daarvoor benodigde kapitaal te lenen, ongeacht hoeveel er in het land zelf wordt gespaard.
Het blijkt center dat dit idee empirisch volledig
wordt verworpen. Feldstein en Orioka hebben laten

zien dat het niveau van de investeringen per land
vrijwel volledig wordt bepaald door het niveau van
de besparingen van dat land. Een extra 1% besparingen in een land leidt tot .75% extra investeringen in

dat land. De meeste besparingen worden in eigen
land gemvesteerd, niet uitgeleend op de internationale kapitaalmarkt.
Wat is daar de verklaring voor? Het antwoord is

waarschijnlijk dat er wel een internationale kapitaalmarkt is voor de staatsschuld en misschien ook voor
de schuld van internationale ondernemingen. Maar
de lokale overheid en kleine en middelgrote bedrijven lenen van lokale banken en die banken beheren de lokale besparingen. Dat leidt tot de sterke
band tussen nationale besparingen en nationale investeringen.

Scheppen van mogelijkheden
Naast macro-economische stabiliteit, een goede
ideologic en significante nationale besparingen is
een vierde groeibepalende factor natuurlijk de aan-

wezigheid van mogelijkheden. Die mogelijkheden

succes hebben geboekt zijn landen die alle vooroordelen overboord hebben gegooid en radicaal voor
de vrije markt en een efficiente staat hebben gekozen.
De tweede kwestie is regionalisme. Ik denk dat re-

gionalisme het meest positieve is dat we dit decennium gezien hebben, omdat het zo zeer de vrije handel bevordert. Vrije handel is impopulair geworden.
De Uruguay-ronde van de GATT is daarvan een dui-

delijk voorbeeld. De belangrijkste vorderingen op
het gebied van de vrije handel zullen in de nabije
toekomst op regionaal gebied gemaakt worden. De
redenen zijn dat de verwantschap veel sterker is als

je met je buren praat, dat de voordelen veel zichtbaarder zijn en dat de kosten makkelijker te onderscheiden zijn. Regionalisme zal zich verder ontwikkelen met name in Noord-Amerika en in Europa.

Waar is het optimisme?
Waar is het optimisme voor de wereldeconomie? Ik

denk dat het op twee elementen gebaseerd is. Ten
eerste, met het einde van de inflatie zal de rente
laag zijn. En de lage rente geeft ons veel meer kans
te profiteren van het tweede element, namelijk het
feit dat de technologic nu misschien van dezelfde

aard is als tijdens de industriele revolutie, toen we
plotseling een kast vol mogelijkheden hadden om

moeten op een aantal manieren gecreeerd worden.
Ten eerste via economische structuren die investeringen in een bepaald land aantrekkelijk maken,

totaal nieuwe dingen te doen en om het leven van
de meeste mensen aanzienlijk te verbeteren. Ik ge-

met name eigendomsrechten. Daarnaast via concurrentie, zodat je gestimuleerd wordt nieuwe terreinen te ontginnen waar de winstmarges relatief hoog
zijn. Ten derde via een open economic waarin directe buitenlandse investeringen welkom zijn. Dit laat-

voor deze eeuw. Als er een goede samenwerking in

ste speelt vooral een rol in Oost-Europa en de voormalige USSR. Directe buitenlandse investeringen

politick, de negatieve gevoelens en de handelsconflicten kunnen vermijden die ons op 1% zouden
brengen.

brengen technologic, management en markten met
zich mee, drie dingen die in die landen nu nog niet
aanwezig zijn, en zonder deze zullen investeringen
niet op gang komen of slechts met een laag rendement.

ESB 22-7-1992

loof dat technologic het fantastische antwoord is
de wereldeconomie is en als de financiele middelen
worden aangewend voor technologic in plaats van

voor het vullen van begrotingstekorten hebben we
goede kans dat we de 3% groei halen en de slechte

Rudiger Dornbusch

Auteur