Ga direct naar de content

In de ban van het Duitse disconto

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 22 1992

•

ECONOMIE

In de ban
van het

Duitse
disconto
Het economische nieuws bevestigde
in de afgelopen weken het beeld dat
het herstel van de wereldeconomie
nog niet wil vlotten. Uit verschillende belangrijke landen kwamen berichten over een lagere industriële
produktie, zoals bij voorbeeld de
Verenigde Staten (juni -0,3%) en Engeland (mei -0,9%). Daarbij liepen in
de Verenigde Staten de voorraden
weer op naar het hoogste niveau sedert mei vorig jaar.
De inflatiecijfers laten daarentegen
wel een positieve ontwikkeling zien.
In Frankrijk bedraagt deze nu 3%, in
de Verenigde Staten 3,1%, in Engeland 3,9%, in Nederland 4%. Duitsland valt nog steeds een beetje uit
de toon met een inflatie van 4,3%.

VS
In de VS waren het na de slechte cijfers over mei van de orders voor
duurzame goederen vervolgens de
werkgelegenheidcijfers
die de markt
zwaar teleurstelde. De werkloosheid
toonde een onverwacht forse stijging van 7,5% tot 7,8%, waarbij een
daling van het aanbod van nieuwe
banen met 117.000 de zorgelijke situatie nog eens onderstreepte.
De Fed greep de teleurstellende
werkloosheidscijfers
aan voor een
verlaging van het disconto. Naast het
wankele karakter van het economische herstel werd door de Fed ook
de lage inflatie als belangrijke overweging genoemd. Met de verlaging
van 0,5% bedraagt het disconto nu
3%, een niveau dat de laatste dertig
jaar niet meer is voorgekomen.
De dollar moest de rentedaling met
een verdere daling richting! 1,70 bekopen. Deels kwam de munt verder
onder druk vanwege het verder oplopende verschil in de korte rente tussen enerzijds de VS en anderzijds
Duitsland. Daarnaast interpreteerde
de markt de discontoverlaging door
de Fed, die zich de laatste maanden
veelal positief over de economie had

uitgelaten, echter ook als een bevestiging van het tegenvallende economische herstel.
De maatregel van de Fed zorgde wel
voor een forse koersstijging op de
Amerikaanse obligatiemarkt. De rendementen voor de dertigjarige treasuries daalden hier in één dag met
maar liefst elf basispunten tot 7,64%.

Wall Street
De koersen op Wall Street hielden
zich de afgelopen weken goed. De
discontoverlaging bracht de markt
echter niet de inspiratie, die uit vorige rentedalingen voortvloeide. Nu
werd door de beleggers de nadruk
meer op het zwakke verloop van de
economische groei gelegd. Al eerder
werd deze trage groei gezien als een
indicatie van vermoedelijk tegenvallende bedrijfsresultaten.
Nu de democratische conventie is afgesloten lijken de verkiezingsperikelen een rol te gaan spelen. Enerzijds
ondervonden presidentskandidaat
Clinton en zijn ‘running mate’ Gore
tijdens de conventie een overtuigende steun. Anderzijds is de onzekere
factor Perot definitief verdwenen, nu
deze onafhankelijke presidentskandidaat zich heeft teruggetrokken. Volgens de jongste opiniepeilingen
is
Clinton veruit de grootste favoriet
voor het presidentschap.
Sedert de
jaren dertig is onder geen enkele president het besteedbaar inkomen van
de kiezers zo weinig is gestegen als
onder president Bush (circa 1% per
jaar). De ervaring heeft uitgewezen
dat presidenten die in dit opzicht onvoldoende presteren niet worden
herkozen. De beurs is gewoonlijk
echter niet erg gecharmeerd van democratische overwinningen. Hogere
belastingen zijn meestal het gevolg.
Anderzijds wordt een meer stimulerend beleid door de meesten in Wall
Street verwelkomd.

Duitsland
De maatregel van de Fed staat haaks
op de discontoverhoging
door de
Bundesbank. Hoewel de discontoverhoging voor de markt niet onverwacht kwam was de omvang ervan
wel een verrassing, zeker als men bedenkt dat ook berichten over de reele economische ontwikkelingen in
Duitsland de laatste weken niet onverminderd positief zijn. De nieuwe
orderontvangsten voor de verwerkende industrie zijn in West-Duitsland in
mei evenals in april gedaald. Tevens
daalden de detailhandelsverkopen
in
mei onverwacht sterk. Bij de winkelverkopen vond de eerste vijf maan-

den van dit jaar een reële daling
plaats van 3%. Ook het importcijfer
over mei, dat met DM 51 miljard belangrijk lager lag dan in de voorgaande maand (DM 58 miljard) en in mei
vorig jaar (DM 55 miljard), was teleurstellend, en wijst op aarzelende binnenlandse bestedingen. Positiever
was het cijfer voor de industriële produktie in West-Duitsland die in mei
steeg en nu 1,7% hoger ligt dan mei
vorig jaar, maar hier stond weer een
terugval van de Oostduitse produktie
in mei tegenover, al is in vergelijking
met vorig jaar nog wel sprake van
een overigens weinig indrukwekkende groei van 0,7%.
Voor heel Duitsland gaat de OESO
nu uit van een groei in 1992 van
1,8%, die volgend jaar verder kan
aantrekken tot 2,8%. Voor WestDuitsland bedraagt de raming 1,3%
respectievelijk 2,3%, terwijl voor
Oost-Duitsland wordt uitgegaan van
een groei van 7,5% respectievelijk
9%. Het aantrekken van de groei volgend jaar voor heel Duitsland is
mede een gevolg van een verwachte
opleving van de wereldhandel.

Duits disconto naar hoogtepunt
De vriendelijke stemming in de VS
zette aanvankelijk ook de trend op
de Europese obligatiemarkten. De positieve stemming hier werd een week
later echter doorbroken door nieuwe
cijfers over de geldgroei in Duitsland, waaruit bleek dat de geldhoeveelheid in mei <)0/0 hoger lag dan vorig jaar. Dit cijfer afgezet tegen een
groeidoelstelling van de Bundesbank
van 3,5%-5,5% deed de markt steeds
sterker speculeren op de mogelijkheid dat de Bundesbank het Duitse
monetaire beleid nog verder zou
verkrappen. Een oproep aan de Bundes bank van de EG-ministers van
Financiën tijdens hun maandelijkse
vergadering om oog te hebben voor
de effecten op de overige Europese
economieën nam de speculatie wat
weg. De markt reageerde dan ook
verrast toen bleek dat de Bundesbank het disconto fors verhoogde
met 0,75% tot 8,75%. Dat de reactie
van de koersen desondanks beperkt
bleef was een gevolg van het feit dat
door de keuze van de maatregel het
directe effect op de geldmarkt beperkt is, en daarmee ook het uitstralingseffect naar de andere Europese
obligatiemarkten.
Omdat een bij de matige economische ontwikkeling passende versoepeling van het monetaire beleid wederom naar de toekomst verschoven
moet worden, vormde de maatregel

bij nader inzien voor de obligatiemarkt toch een teleurstelling.
Daags na de renteverhoging leidde
dit tot een verder koersverlies, waarmee de rendementen in Nederland
opliepen tot 8,34% tegen 8,27% een
week eerder. De valutahandelaren
reageerden wat dit betreft sneller.
Meteen na de Duitse maatregel
kwam de dollar weer onder druk
waarmee de munt onder de f 1,65
kwam.

Spanningen

in bet EMS

Van de Europese landen volgde alleen Italië de Duitse maatregel met
een discontoverhoging van eveneens
0,75%. Deze maatregel moet echter
veeleer gezien worden als een steun
aan de zwakke lire, die de laatste tijd
nogal te lijden heeft onder speculaties. De speculaties zijn mede het gevolg van de kracht van de Duitse
mark die, na een zwakke periode
van enkele maanden, vooral na de
Amerikaanse discontoverlaging begon toe te nemen. De speculaties
over een renteverhoging versterkten
dit beeld alleen nog maar.

i

Fvan ianschot
Bankiers nv
SINDS 1737

Daar komt bij dat sinds het Deense
‘nee’ tegen Maastricht er toch al sprake is van grotere nervositeit, die zich
met name tegen de zwakkere valuta’s richt. De financiële markten realiseren zich nu weer dat een soepele
overgang naar één Europese munt,
zonder voorafgaande wisselkoersherzieningen, beslist nog geen vanzelfsprekende zaak is. Zowel de Italiaanse als de Spaanse centrale banken
moesten meerdere malen intervenieren. De Italianen moesten zelfs hun
disconto met 1% verhogen, zodat
per saldo sprake is van een verhoging met 1,75% binnen tien dagen.
Ook het Britse pond kwam onder
druk en vormt nu de zwakste munt
binnen het EMS. In de markt werd
niet geheel uitgesloten dat de Britten
een eventuele Duitse renteverhoging
met het oog op hun nog altijd zeer
zwakke economie niet zouden willen volgen, en daardoor tot devalua-

E5B 22-7-1992

tie zouden moeten overgaan. De devaluatie-optie is overigens door premier Major krachtig van de hand gewezen. Om de druk op het pond
enigszins weg te nemen heeft de
centrale bank van Portugal, waarvan
de munt binnen het EMS de sterkste
positie inneemt, haar geldmarktinterventietarieven licht verlaagd.

Europese koersen
De beurs van Londen moest daags na
de Duitse renteverhoging ruim 2% inleveren, na de daaraan voorafgaande
weken ook al behoorlijk terrein te
hebben moeten prijsgeven. Daarmee
belandde de Britse beurs zelfs onder
het niveau van voor de verkiezingen.
Enkele beursintroducties werden uitgesteld of verliepen weinig succesvol. Geen klimaat dat uitnodigt tot
omvangrijke privatiseringen.
Een periode waarin Engelse institutionele beleggers zich weinig interesseerden voor obligaties, maar zich
vooral op aandelen wierpen lijkt te
zijn afgesloten. Uit een onderzoek is
gebleken dat het aantal investeerders
dat de aankoop van staatsobligaties
prefereert is verdubbeld, terwijl het
aantal dat de aandelen- belangen wil
uitbreiden op een dieptepunt voor
dit jaar is beland.
De koersen in Parijs stonden sterk
onder druk van de hoge rente en de
effecten van de wegblokkades. Ook
hier werden belangrijke steunniveaus in neerwaartse richting doorbroken. Sommige fondsen leverden
de afgelopen maand zelfs meer dan
10% in. De koersen in Frankfurt zakten eveneens gestaag weg. De Daxindex belandde uiteindelijk onder
de 1700, een verlies van 3%.

Forse maatregelen

in Italië

In Italië, waar de regering het water
tot aan de lippen is gestegen, zijn ingrijpende maatregelen aangekondigd om het begrotingstekort,
nu
10,5% van het bnp, aan te pakken.
In eerste instantie moeten de maatregelen een reductie van het begrotingstekort van 45 miljard gulden opleveren. Daarnaast heeft de nieuwe
socialistische premier Giuliano Amato ingrijpende maatregelen aangekondigd die de structuur van de Italiaanse economie moeten verbeteren,
waaronder een omvangrijk privatiseringsprogramma. De privatisering
heeft vooral betrekking op de vier
grote staatsholdings, IR! (industrie),
ENI (energie), ENEL (elektriciteit) en
INA (verzekeringen). Van deze concerns zal 20 tot 45% van het kapitaal
overgaan in handen van de particu-

liere sector. Voor dit jaar hoopt de
Italiaanse regering uit de privatisering een kleine zes miljard gulden
vrij te maken. Ook de zeer royale
pensioenvoorzieningen
worden
onder handen genomen.
Dat er iets aan het begrotingstekort
gedaan moet worden is zonneklaar:
de netto staatsschuld nadert de 110%
van het bbp, het dubbele van de
EMU-eis van maximaal 60%. De rentebetalingen alleen al vormen ongeveer 20% van de overheidsuitgaven.
Dit laatste maakt de overheidsuitgaven bovendien zeer gevoelig voor
rentestijgingen, hetgeen nog wordt
versterkt door het feit dat een deel
van de overheidsschuld is geïndexeerd. Het kabinet steunt echter
slechts op een kleine meerderheid
en de vakbonden hebben al met stakingen gedreigd.

Meevallers in eigen land
Volgens de macro-economische
statistieken blijft de economie zich bij
ons redelijk positief ontwikkelen. Zo
stegen de detailhandelsverkopen
in
mei met 3,3% ten opzichte van vorig
jaar, nadat in het eerste kwartaal nog
sprake was van een gestage teruggang van de groei. Met name de verkopen van schoenen en kleding stegen fors, al moet gezegd worden dat
de volgende maanden weer een terugval te zien lijken te geven. Ook
de ontwikkeling van de werkloosheid viel mee. Zij bleef dalen en lag
in de periode april-juni met gemiddeld 286.000 circa 19.000 onder het
cijfer van dezelfde periode van vorig
jaar. Ten slotte lijkt ook het inflatiecijfer na de scherpe stijging vorig
jaar weer de goede richting te hebben gevonden. Over juni daalde de
inflatie tot 4%, na een hoogtepunt
van 4,<)0/0 december vorig jaar.
in
Voor de komende maanden mag een
verdere daling worden verwacht,
met name de btw-verlaging in oktober een kan belangrijke bijdrage
leveren.

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van Lan-

schot.