■ Bert Tieben (SEO Economisch Onderzoek)
Nederland ontving in 2016 in totaal 15,8 miljoen gasten uit het buitenland, vooral uit de omringende landen. België, Duitsland, Engeland en Frankrijk leveren zestig procent van het totaal aantal buitenlandse toeristen. Veel van hen gaan naar Amsterdam, en de hoofdstad heeft dan ook te maken met een forse toename van het aantal toeristen. Tussen 2005 en 2016 is het aantal bezoekers aan de hoofdstad gegroeid van elf miljoen tot bijna achttien miljoen; dit is een stijging van 64 procent. Overigens komt die groei niet alleen door buitenlandse toeristen, want bijna de helft van deze bezoekers komt uit Nederland zelf.
Het toerisme zit wereldwijd in de lift. Maar er zijn aanwijzingen dat het bezoek aan Amsterdam sterker groeit dan in vergelijkbare steden. Zo is in tien jaar tijd het aantal overnachtingen in Amsterdam met 58 procent gestegen. Dit percentage is aanmerkelijk hoger dan in populaire Europese steden als Barcelona en Lissabon. En de groei van het aantal overnachtingen ligt in Amsterdam liefst 23 procentpunt boven het gemiddelde van honderd andere Europese trekpleisters. Alleen Madrid en Rome groeien met een vergelijkbaar percentage.
De hotelsector profiteert van deze sterke groei. Door het aantal hotelbedden te relateren aan de omvang van de bevolking, ontstaat een indicator voor de intensiteit van het toerisme (figuur). In Amsterdam staan er per honderd inwoners bijna acht bedden beschikbaar voor toeristen. Ten opzichte van andere toeristische steden is deze indicator voor Amsterdam sterk gegroeid. In absolute zin benadert de hoofdstad qua hotelintensiteit het niveau van Florence en Lissabon. Opvallend is dat de hotelintensiteit in Barcelona – de stad die model staat voor de Europese renaissance in het toerisme – aanmerkelijk lager is.
Meer toerisme levert banen en extra inkomen op, maar veroorzaakt ook drukte en overlast. De toerismesector beslaat met 61.000 banen ongeveer tien procent van de hoofdstedelijk arbeidsmarkt. Qua toegevoegde waarde draagt de sector met 2,7 miljard euro ongeveer vier procent bij aan het bruto binnenlands product in de hoofdstad. Daar staat tegenover dat bewoners in de drukste gebieden, zoals het Wallengebied, te maken hebben met meer criminaliteit, vervuiling en overlast van horeca. Bewoners geven daarom in recente jaren een lager cijfer voor de leefbaarheid in hun buurt.
1 reactie
Zijn deze cijfers niet sterk afhankelijk van het feit dat bewoners in plaatsen zoals Amstelveen en Diemen niet tot de Amsterdammers gerekend worden? Wellicht wordt tot Madrid een veel groter gebied gerekend.