Ga direct naar de content

Een monetaire nachtmerrie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 30 2016

Dat zal je nu altijd gebeuren: Lucas Jaspersen schiet opeens klaarwakker. De afgelopen week was zwaar. Jaspersen heeft als directe adviseur van de president van de Europese Centrale Bank deelgenomen aan de G25-bijeenkomst in Delhi. Europa kan tevreden zijn: er is een goede en vooral goed gecoördineerde Europese inbreng geweest. Europa spreekt in de G25 niet meer met meerdere stemmen en dat heeft de onderhandelingspositie zeker verstevigd. Vooral de samenwerking met zijn collega’s van het nieuwe Europese Ministerie van Financiën is goed verlopen. Vroeger was er altijd afstemming met alle lidstaten noodzakelijk, maar tegenwoordig staan de belangen van Europa ook bij Financiën onverdeeld voorop. Hij heeft wel met zijn ministeriële collega’s te doen: ze zitten in de economy class en zullen straks op Zaventem wel uitgeput zijn terwijl er een volle dag – en waarschijnlijk een lange nacht – zal volgen waarin ze verslag moeten doen van de onderhandelingen.

Jaspersen draait zijn leeslampje aan en belt de stewardess voor een grote sterke doppio espresso. Van slapen komt toch niets meer: hij kan maar beter aan de slag gaan met de grote hoeveelheid achterstallig leeswerk. Zijn team werkt aan de nieuwe betaalmiddelen die lokaal worden ontwikkeld. Het is een trend die al langer gaande is, lokale groepen die hun eigen dikwijls heel mooi ontworpen geld drukken waarmee betaald wordt in de regio. De Centrale Bank ziet de opkomst van dergelijke alternatieve betalingsmiddelen als een probleem omdat het de statuur van de euro aantast, maar Jaspersen maakt zich er niet zo’n zorgen over: het geeft lokale kleur en hij laat altijd met plezier aan buitenlanders de mooie biljetten zien die in zijn geboorteplaats Rotterdam in omloop zijn. De Euromast voor 2½ knor, de Hef voor 5 knor, de Zwaan voor 10 knor en Stad zonder Hart voor 25 knor. Coupures die herinneren aan de gulden toen Nederland nog een eigen monetair beleid had. Het is echt Rotterdams geld, met de hand­tekening van de nachtburgemeester zelve. In Rotterdam kun je er in de kroeg en koffieshop, op de markt en vooral in alternatieve winkels mee terecht, maar dat is het dan ook. De euromunt van Vaticaanstad met de paus als beeldenaar was, herinnert Jaspersen zich, bij het begin van de EMU technisch gezien een groter probleem voor de ECB, want dat was een wettig betaalmiddel en werd overal geaccepteerd.

Jaspersen maakt zich daarom – anders dan zijn team – eerder vrolijk dan zorgen over het nieuwe elektronische geld van maatschappijkritische groeperingen, niet over de greencoin en de gendercoin die gebruikt worden door alternatieve internetplatforms. Dat is weliswaar virtueel geld waarop de Bank geen grip heeft, maar het volume is en zal te gering blijven om het monopolie van de ECB te ondergraven. Er zijn gewoon niet genoeg alternatievelingen die Green of Gender zo hoog in het vaandel hebben staan. Er wordt gespaard, er wordt betaald, je kunt zelfs een lening krijgen, maar het is te weinig om er wakker van te liggen. Het vormt geen significante bedrei­ging voor het monetaire beleid. De elektronische geldcreatie is zo bezien eer­der een ludieke vorm van crowdfunding. De alternatieve platforms die de green- en gendercoins uitgeven doen er goed werk mee: microkrediet voor vrouwelijke ondernemers in plattelandsgebieden van de minst ontwikkelde landen bijvoorbeeld. De platforms zijn bovendien transparant over wat ze met hun seignorage doen en hoeveel geld ze in omloop brengen. Daarom weet Jaspersen dat de bedragen au fond verwaarloosbaar zijn.

Dat is anders voor de lusocoin die, zoals zijn Braziliaans collega hem in de wandelgangen van de G25 had verteld, wel degelijk bij burgers en bedrij­ven aanslaat en overal wordt gebruikt in de Portugeessprekende landen die traditioneel sterke economische banden hebben, en een belangrijk middel lijkt te zijn voor betalingen van bedrijven en burgers. 350 miljoen potentiële lusocoin-gebruikers die voornamelijk buiten Europa wonen en werken, vormen nog geen bedreiging voor de euro, maar de Braziliaanse autoriteiten hebben er zorgen over omdat bedrijven, banken en financiële instellingen risico’s diversifiëren en een belangrijke exposure hebben op een munt waar geen enkel toezicht op is. Kapitaalcontroles worden gemakkelijk omzeild. De vraag naar de reaal is vele male volatieler dan in het verleden, omdat vertrouwens- en wantrouwenseffecten worden uitvergroot. De schepper van de lusocoin is schimmig. Er is een vermoeden van criminele verbanden, maar dat kan niet hard worden gemaakt. Er zijn opmerkelijke ramingen van de omvang van het gebruik van de lusocoin beschikbaar, maar het zijn volgens Jaspersen slagen in de lucht.

Nog zorgwekkender vindt Jaspersen de recente opkomst van een islamcoin waarover tijdens de G25 indringend is gesproken. Ook zijn team is blijkens de voorbereide spreekpunten die mening toegedaan. Het gaat om twee miljard potentiële gebruikers en de islamcoin kan ook gebruikt worden voor transacties in de oliesector. Als dat potentieel zich metterdaad materialiseert, zullen Europese burgers en instellingen de munt gaan opnemen in hun portefeuilles. Dat brengt grote risico’s voor de monetaire en financiële stabiliteit. Bovendien zijn de toenemende mogelijkheden voor financiering van terrorisme zorgwekkend, niet alleen de transacties die in de islamcoin gaan plaatsvinden maar vooral ook omdat er omvangrijke seignorage geboekt wordt. Maar het belangrijkste risico is toch dat er een mondiale munt dreigt te ontstaan waarvoor geen enkele vorm van beleids­coördinatie mogelijk is. Wie moet je bellen als het misgaat?

Auteur

Categorieën