Steeds meer zzp’er worden heeft geen positief effect op het inkomen, maar winst is ook geen dominante reden om de zzp-status te beëindigen. Beleid in termen van financiële prikkels vergt meer onderzoek.
ESB Ondernemerschap & Innovatie
Ondernemerschap
& Innovatie
De onduidelijke
financiële situatie van zzp’ers
Veel zzp’ers behalen slechts een beperkte winst. De hoogte van
deze winst is niet de enige bepalende factor bij het beëindigen van
het zzp-schap. Ook inkomsten uit andere bronnen en binnen een
huishouden zijn van belang. Er is feitelijk nog zeer weinig bekend
over de financiële situatie van zzp’ers.
Lars Heuts
Onderzoeker bij
Regioplan
Heidi
Wittemanvan Leenen
Onderzoeker bij
Regioplan
Jos Mevissen
Partner bij
Regioplan
H
et zzp-schap werd vóór de huidige economische
crisis vaak geassocieerd met een keuze voor hogere
verdiensten (Van den Born, 2009). De feitelijke
verdiensten bleven echter in de praktijk goeddeels onbekend.
Nu, tijdens de crisis, hoor je steeds meer dat zzp’ers juist weinig verdienen (De Volkskrant, 2013; BNR, 2014), maar het
aantal zzp’ers dat ermee stopt lijkt niet extreem toegenomen.
Er is nog te weinig bekend over de financiële situatie van
zzp’ers om dit te verklaren. Ook effecten van financiële prikkels voor zelfstandigen – zoals de aangekondigde beperking
van de zelfstandigenaftrek in 2015 (Rijksoverheid, 2013) –
blijven hierdoor onduidelijk. Daarom is meer zicht nodig op
de financiële situatie van zzp’ers en wat de relatie daarvan is
met hun gedrag. Een eerste stap hiertoe wordt gezet door in
te gaan op de verdiensten van zzp’ers.
STATISTISCHE ANALYSE
De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op een statistische
analyse, uitgevoerd op basis van een cohort zzp’ers die hun
zzp-schap zijn gestart in de periode 2001–2003 en zijn gevolgd tot en met 2010. Voor deze analyse zijn de Sociaal
Statistische Bestanden (SSB Zelfstandigen) van het CBS
gebruikt, waarbij gegevens gebaseerd zijn op de aangiften inkomstenbelasting. Deze gegevens zijn niet gecorrigeerd voor
inflatie. Ten tijde van het onderzoek was 2010 het meest recente beschikbare jaar. Door deze bestanden te benutten is
een groep zzp’ers met lage inkomsten buiten beeld gebleven.
Alleenstaande ondernemers zonder nevenverdiensten die aan
het zogeheten urencriterium voldoen, betalen namelijk tot
een winst van circa 20.000 euro geen belasting.
120
INKOMENSSITUATIE VOOR EN NA ZZP-SCHAP
Circa negen op de tien startende zzp’ers hebben vóór het zzpschap een bron van inkomsten gehad via een baan in loondienst, een onderneming met personeel, een uitkering, pensioen/AOW of een combinatie daarvan. Bijna de helft had
voor de start inkomsten via een baan in loondienst (figuur 1).
Aan het eind van de onderzochte periode (zeven tot negen
jaar na de start, afhankelijk van het startjaar) is nog een kwart
actief als zzp’er. Het aantal personen zonder inkomen is niet alleen in relatieve (van elf naar achttien procent), maar ook in
absolute zin toegenomen: van ongeveer 17.000 voor de start
van het zzp-schap tot bijna 21.000 mensen na beëindiging
daarvan. Dit hoeft echter niet direct te maken te hebben met
het zzp-schap op zich, omdat ook bijvoorbeeld persoonlijke
omstandigheden een rol kunnen spelen.
INKOMSTEN UIT ZZP-SCHAP
In het eerste jaar na de start van het zzp-schap leed circa een
op de vijf zzp’ers verlies en had bijna de helft een winst tot
maximaal 20.000 euro. De overige zzp’ers (36 procent) hadden een hogere winst. De precieze winstverdeling van zzp’ers
is beschreven in Mevissen et al. (2013).
De gemiddelde winst van zzp’ers in de onderzochte jaren (2002–2009) bedraagt 24.099 euro per jaar. Voor deze
periode is nagegaan hoe de inkomsten van zzp’ers zich verhouden tot de lonen van werknemers en zelfstandig ondernemers (met of zonder personeel). Hiervoor is uitgegaan van
het gemiddeld fiscaal loon of de winst van zelfstandigen (met
of zonder personeel) volgens het CBS. De winst van zzp’ers
is aanzienlijk lager dan het bruto modaal inkomen per jaar
(29.688 euro). Verder heeft een aanzienlijk deel van de zzp’ers
een winst die lager is dan het minimumloon, dat gemiddeld
op 15.495 euro lag gedurende de periode.
Bij bovenstaande vergelijking met het bruto-minimumloon en het bruto modaal inkomen dient de kanttekening te
worden geplaatst dat voor winst uit onderneming een ander
belastingtarief geldt dan voor inkomen uit een baan in loondienst. Bovendien is het precieze belastingtarief voor winst uit
onderneming afhankelijk van de juridische rechtsvorm van de
onderneming. Hierdoor zouden uiteindelijke nettobedragen
lager of juist minder laag kunnen uitvallen dan het modaal
inkomen. Tot slot is een vergelijking niet eenvoudig omdat in
de lonen van werknemers zaken als pensioen of een verzeke-
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4679) 21 februari 2014
Ondernemerschap & Innovatie ESB
ring tegen werkloosheid of ziekte en arbeidsongeschiktheid
geheel of gedeeltelijk verwerkt zijn. Dit zijn kosten die zzp’ers
in principe nog moeten maken (Van den Berg en Mevissen,
2010; Van den Heijkant, 2012). Deze aspecten zijn niet in de
analyse betrokken omdat de beschikbare bestanden die informatie niet bevatten.
Hoewel de genoemde bedragen dus niet een-op-een met
elkaar vergeleken kunnen worden, kan worden geconcludeerd
dat de gemiddelde winst van zzp’ers niet bijzonder hoog is.
Dat zegt evenwel niet alles over de financiële situatie van de
zzp’ers. Een aanzienlijk deel van hen is namelijk hybride: zij
ontvangen ook nog andere inkomsten uit een baan in loondienst, een uitkering of pensioen. In het zesde jaar na de start
had nog steeds bijna één op de drie zzp’ers een andere inkomstenbron.
INVLOED INKOMSTEN OP CONTINUERING ZZP-SCHAP
De hoogte van de inkomsten van zzp’ers kan in beginsel van invloed zijn op de keuze om de eigen zzp-activiteiten al dan niet
voort te zetten. Op basis van een statistische analyse was het
niet mogelijk om te bepalen of de hoogte van de inkomsten de
belangrijkste reden voor iemand is om het zzp-schap te beëindigen. Wel is door middel van een statistische analyse in twee
situaties gekeken of er al dan niet sprake is van een correlatie
tussen de inkomsten uit zzp-schap en de beëindiging daarvan.
Verband tussen winst en beëindiging van zzp-schap
Bij een verlies van 25.000 euro of meer in het eerste jaar na de
start blijkt dat een aanzienlijk deel (39 procent) stopt met het
zzp-schap in het daaropvolgende jaar (tabel 1). Bij een verlies
van minder dan 25.000 euro lijkt er echter een minder duidelijk verband te bestaan met beëindiging van het zzp-schap
in het jaar daarna. Zo blijkt de stopkans van zzp’ers met een
verlies van maximaal 25.000 euro even hoog te zijn als de
stopkans van zzp’ers met een winst van 25.000–50.000 euro.
Invloed van verlies het jaar voor beëindiging van zzp-schap
Minder dan een op de vijf zzp’ers heeft in het jaar voor beëindiging van het zzp-schap verlies gedraaid; de overige zzp’ers
hebben in dat jaar winst gemaakt. Dit wijst erop dat het lijden
van verlies slechts in beperkte mate van invloed is op het beëindigen van het zzp-schap.
Op basis van de geschetste situaties ontstaat de indruk
dat de hoogte van de winst van zzp’ers niet de enige bepalen-
Herkomst en uitstroom van zzp’ers, in procenten
Continuering
zzp-schap
N=37.869
Herkomst
N=153.653
Baan in
loondienst
Figuur 1
Uitstroom
N=115.784
Baan in
loondienst
47
31
Ondernemer schap
17
23
Ondernemer schap
Uitkering
5
6
Uitkering
Pensioen /
AOW
1
4
Pensioen /
AOW
19
19
11
18
Zzp-schap
Combinatie
Geen
inkomen
Combinatie
Geen
inkomen
Bron: Regioplan, 2013
de factor is bij het beëindigen van het zzp-schap. Het is zeer
waarschijnlijk dat inkomsten uit andere bronnen en inkomsten binnen een huishouden hierbij ook van belang zijn.
CONCLUSIE
Het aantal personen zonder inkomen is in zowel relatieve
als absolute zin gestegen na beëindiging van het zzp-schap.
De gemiddelde winst van zzp’ers was gedurende de periode
2002–2009 met gemiddeld circa 24.000 euro niet bijzonder
hoog, en de kans is groot dat dit gemiddelde gedurende de
crisisjaren nog gedaald is. Er is momenteel nog te weinig bekend over de financiële positie van zzp’ers – en daarmee van
hun financiële gedrag – om beleid te formuleren op basis van
financiële prikkels. Daarom is nader onderzoek op dit terrein
wenselijk.
Literatuur
Berg, N. van den, en J. Mevissen (2010) Tarieven van zelfstandig ondernemers zonder personeel.
Winstsituatie en beëindiging
zzp-schap het jaar erna, in procenten
tabel 1
Winst of verlies eerste jaar na
start zzp-schap
Verlies minimaal 25.000 euro
Verlies onder 25.000 euro
Winst onder 25.000 euro
Winst tussen 25.000 en 49.999 euro
Winst tussen 50.000 en 99.999 euro
Winst minimaal 100.000 euro
Gestopt twee jaar
na start
39
12
17
12
16
19
Bron: Regioplan, 2013
Jaargang 99 (4679) 21 februari 2014
Amsterdam: Stichting Loonwijzer.
BNR (2014) Winst maken blijkt een unicum onder zzp’ers. BNR, 5 februari.
Born, J.A. van den (2009) The drivers of career success of the job-hopping professional in the new
networked economy – The challenges of being an entrepreneur and an employee. Amsterdam:
Born To Grow.
De Volkskrant (2013) Dijsselbloem: zzp’ers extra kwetsbaar in deze crisistijd. De Volkskrant,
20 augustus.
Heijkant, M. van den (2012). Zzp’ers en financiële risico’s. Rapport op www.wijzeringeldzaken.nl.
Mevissen, J., L. Heuts en H. van Leenen (2013) Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap: de kansen van zzp-schap, in het bijzonder voor doelgroepen met afstand tot de arbeidsmarkt.
Den Haag: Boom/Lemma.
Rijksoverheid (2013) Miljoenennota 2014. Den Haag: Rijksoverheid.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
121