Ga direct naar de content

De wetenschappelijke zondeval van Mathijs Bouman

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 3 2013

De laatste tijd heb ik de indruk dat Mathijs Bouman geen overtuigende inhoudelijke argumenten meer heeft om het straffe bezuinigingsbeleid van de regering te verdedigen. Uit intellectuele armoede verlaagt hij zich vervolgens tot het beschadigen van de geloofwaardigheid van de criticasters van dat beleid. Dat deed hij laatst al bij het IMF, maar vandaag doet hij het weer.

Bouman doet vandaag een ‘Swedertje’ in het FD: suggereren dat je iets hebt beweerd, wat je niet hebt gedaan, en dat vervolgens belachelijk maken. Journalist Bouman zorgt er natuurlijk voor dat het er niet direct zo staat, maar dat wel de perfecte associatie wordt opgeroepen.

Bouman suggereert op omvloerste wijze dat Coen Teulings en ik fabrieken zouden willen opblazen om de economie te stimuleren. Onzin natuurlijk.

Daarnaast doet Bouman alsof de economie van de liquiditeitsval een wetenschappelijk curiosum is dat door links-radicaal Krugman is bedacht. Het ergste is: Bouman voert geen enkel inhoudelijk bewijs aan voor de onjuistheid van Krugman’s analyse. Bouman wekt alleen heel veel suggestie dat het niet kan kloppen omdat het contra-intuïtief is, omdat het tegen het gezonde verstand in zou gaan.

Een wetenschappelijke zondeval van Mathijs Bouman. De theorie van comparatieve voordelen van Ricardo is ook contra-intuïtief, maar ook waar. De analyse van de liquiditeitsval behoort inmiddels tot de mainstream van de moderne macro-economie. Ik heb een lijst met wetenschappelijke leestips voor Bouman gemaakt, zie hieronder. Graag hoor ik van hem waar de denkfout in de literatuur zou zitten. Misschien dat ik ook nog iets kan leren.

Ook erg: de lezer mag uiteindelijk het wetenschappelijke oordeel vellen:  ‘Besluit vooral zelf of u dit een redelijke analyse van de werkelijkheid vindt’. Meent Mathijs Bouman, zelf gepromoveerd econoom, nu werkelijk dat uiteindelijk het gesunde Volksempfinden moet beslissen over het juiste antwoord op moeilijke wetenschappelijke vragen?

Als hij dit niet echt meent, wat ik denk, dan het is alweer zo’n goedkoop retorisch trucje. Waarom heeft Mathijs Bouman de goedkeuring van de lezer nodig om zijn stelling kracht bij te zetten? 

Tot slot, beste Mathijs, ik mag je heel erg graag, maar ga de volgende keer toch eens hard onderbouwd de discussie aan en niet met flauwe verdachtmakingen en retorische trucs. Dat heb je helemaal niet nodig. En dan kunnen we een mooi inhoudelijk economisch debat hebben waar de FD-lezers ook iets aan hebben.

Leestips voor Mathijs

Christiano, L., M. Eichenbaum en S. Rebelo (2011), “When Is the Government Spending Multiplier Large?”, Journal of Political Economy, 119, 78-121.

Corsetti, G., A. Meier en G.J. Müller (2012), “What Determines Government Spending Multipliers?”, IMF Working Paper, WP/12/150, Washington-DC: IMF.

Eggertson, G. en M. Woodford (2006), “Optimal Monetary and Fiscal Policy in a Liquidity Trap”, in Richard H. Clarida, Jeffrey Frankel, Francesco Giavazzi en Kenneth D. West (eds) NBER International Seminar on Macroeconomics 2004, Cambridge-MA: MIT Press, 75 – 144.

Eggertsson, G. (2010), “What Fiscal Policy Is Effective at Zero Interest Rates?NBER Macroeconomics Annuals, 25, 59-112.

Krugman, P. (1998), “It’s Baaack: Japan’s Slump and the Return of the Liquidity Trap”, Brookings Papers on Economic Activity, 2, 137-205.

Leeper, E.M., N. Traum en T.B. Walker (2011), “Clearing up the Fiscal Multiplier Morass”, NBER Working Paper No. 17444, Cambridge-MA: NBER.

Ramey, V. (2011), “Can Government Purchases Stimulate the Economy?”, Journal of Economic Perspectives, 49, (3), 673–685.

Svensson, L. (2003), “Escaping from a Liquidity Trap and Deflation: The Foolproof Way and Others”, Journal of Economic Perspectives, 17, (4), 145-166.

Woodford, M. (2012), “Methods of Policy Accomodation at the Interest-Rate Lower Bound”, presented at Jackson Hole Symposium, August 2012.

Werning, I. (2012), “Managing a Liquidity Trap: Monetary and Fiscal Policy”, mimeo, MIT.

Auteur

Categorieën