Arbeidsmarktbeleid via financiële prikkels
Aute ur(s ):
Molle, W.T.M. (auteur)
Chairman van de Board of Management van ecorys Holding en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.willem.molle@ecorys.com
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4405, pagina D1, 12 juni 2003 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Arbeidsmarktbeleid via financiele prikkels
Tre fw oord(e n):
ten, geleide
Veel van de huidige Nederlandse problemen zijn gerelateerd aan gebrekkige arbeidsparticipatie. We hoeven slechts te denken aan de
betaalbaarheid van het pensioenstelsel en aan de budgetlasten van werklozen. Het is dus van het grootste belang dat op dit onderwerp
een zo goed mogelijk beleid gevoerd wordt. In het verleden is een veelvoud aan regelingen ingevoerd om de participatie van
laagproductieve of oudere werknemers te vergemakkelijken. Veel van deze maatregelen zijn gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt.
Bij diverse regelingen kunnen vraagtekens gezet worden wat betreft hun effectiviteit, dat wil zeggen bij de vraag of zij wel leiden tot
blijvend hogere participatie. Bovendien lijken zij niet erg efficiënt, gezien de zeer hoge uitvoeringskosten die ermee gemoeid zijn. Zulke
problemen doen zich ook op andere gebieden voor. Zo stromen ouderen nog steeds veelvuldig vroegtijdig uit het arbeidsproces of in
uitkeringen zoals de ww en wao. Het overheidsbeleid ter stimulering van arbeidsmarktparticipatie is in ons land kennelijk nog niet
optimaal vormgegeven. Het is dan ook nuttig om dit bestaande beleid af te zetten tegen alternatieven. Nu doen zich vergelijkbare
problemen overal in de Europese Unie voor en wordt overal naar nieuwe oplossingen gezocht. Daaruit wordt de richting duidelijk waarin
alternatieve oplossingen gevonden zouden kunnen worden. Een van de meest belovende benaderingen is de versterking van de prikkels
voor de verschillende spelers. Eén van de manieren om dit te doen is via de belastingen, ook wel ‘fiscalisering’ genoemd. Het gaat daarbij
niet over extra middelen; het is duidelijk dat in het huidige tijdsgewricht eerder behoefte is aan bezuiniging dan aan extra uitgaven of aan
regelingen die tot minder inkomsten leiden. De gedachte is om de middelen die nu worden ingezet om arbeidsmarktparticipatie te
stimuleren anders in te zetten, bijvoorbeeld door werkgevers en werknemers kortingen te geven op afdrachten of hen stimuli te geven die
zij direct met hun belastingafdracht kunnen verrekenen. Daarmee kunnen op individueel niveau de duidelijkheid en ruimte voor eigen
initiatief toenemen. De veronderstelling daarbij is dat zulke prikkels direct werken en dat de uitvoeringskosten laag gehouden kunnen
worden. Het laatste is vooral van belang voor de werkgevers. Zij hebben een groot belang bij het verminderen van de lasten. Dit geldt
voor bedrijven omdat ze onder grote druk staan van de internationale concurrentie; voor instellingen omdat zij onder druk staan om met
de beperkte middelen het maximum te presteren. In dit Dossier wordt deze weg verder onderzocht. In concreto wordt een antwoord
gezocht op de vraag of het geven van meer directe financiële prikkels aan werkgevers en werknemers de effectiviteit en efficiëntie van het
arbeidsmarktbeleid kunnen vergroten. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ecorys Research and Consulting hebben
elk ideeën ontwikkeld over de manier waarop deze gedachtenlijn kan worden uitgewerkt. Uit de samenvloeiing van deze ideeën kwam het
initiatief voor dit gezamenlijke ESB-Dossier voort. Het Dossier valt in drie delen uiteen. Het eerste deel vormt een uitwerking van de
aanleiding voor het nadenken over andere vormen van arbeidsmarktbeleid en gaat in op de eventueel ervoor beschikbare middelen. In
het tweede deel wordt de verwachte effectiviteit van meer directe financiële prikkels onderzocht voor specifieke doelgroepen: de
onderkant van de arbeidsmarkt en ouderen. Het derde deel gaat dieper in op de vormgeving van de recent ingezette richting van
arbeidsmarktbeleid en van het extreem van fiscalisering. De vraag naar de mogelijke efficiëntie en de belendende voorwaarden voor het
goed functioneren van beide scenario’s kan daarmee worden uitgediept. Tevens komt de mogelijke verknoping van het geven van
financiële prikkels met uiteenlopende levensloopregelingen aan de orde. De vergelijking van de twee vormen van arbeidsmarktbeleid in
dit dossier geeft duidelijke inzichten. Voor sommigen is ook de aanbeveling al duidelijk; voor hen is de voorgestelde verandering zo’n
duidelijke verbetering dat deze ook dient te worden ingevoerd. Als initiatiefnemers houden wij ons voorlopig aan een wat minder
vergaande aanbeveling; te weten om dit Dossier goed te bestuderen. Ik hoop dat het Dossier zal bijdragen aan de keuze voor de optimale
instrumentenmix in het arbeidsmarktbeleid.
Dossier Arbeidsmarktbeleid via financiele prikkels
W.T.M. Molle: Arbeidsmarktbeleid via financiële prikkels
J. van Zijl: Fiscalisering: wel typisch, niet ideaal
M.C. Versantvoort Financiële prikkels via de fiscaliteit
P. de Beer en S. Hoff: Weg naar werk vol hindernissen
K. Laan, W. Roorda en J. van der Waart: Financiële prikkels aan de aanbodzijde
E. Vogels: Financiële prikkels aan de vraagzijde
P.W.C. Koning: Zoektocht naar prikkels voor UWV
A. Heyma en M. Zijl: Ouderen gevoelig voor financiële prikkels
W.H.J. Hassink: Meer oudere werknemers door prikkels aan de vraagzijde?
A.L. Bovenberg: Speciale grijsschijf voor werkende ouderen
P. Alders en C. van Trier: Trends in het arbeidsmarktbeleid
P. Donker van Heel: Scenario’s voor vormgeving van de fiscalisering
L.G.M. Stevens: Gefiscaliseerd arbeidsmarktbeleid
H.J. ter Bogt: Bureaucratietheorie en andere uitvoeringskwesties
G.J. van den Berg: Arbeidsmarktbeleid tussen efficiëntie en effectiviteit
A.L. Bovenberg: Pijlers onder hogere arbeidsparticipatie
A.M. Reitsma: Op afstand de beste?
Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)