mening
Het jaar van de euro
Het achter ons liggende jaar 2008 zal naar alle waarschijnlijkheid
de geschiedenisboeken ingaan als het jaar waarin de kredietcrisis
in volle hevigheid is losgebarsten. Het jaar markeert het begin van
een recessie, die alle ingrediënten heeft om diep en naar te zijn.
Een jaar vol stress, vooral voor bankiers en beleidsmakers, maar
ook voor spaarders en beleggers. Het jaar waarin Fortis omviel en
door de staat moest worden gered.
Toch zal 2008 vooral ook worden herinnerd als het jaar waarin
de euro zijn kracht bewees. Dan doel ik niet zozeer op de recordhoogte ten opzichte van de dollar. De euro bereikte in de eerste
heft van het jaar een koers van bijna 1,60 dollar, maar moest
daarop weer behoorlijk inleveren tot de circa 1,40 dollar die de
euro op dit moment ten opzichte van de dollar noteert. Dat is
allemaal niet zo vreselijk spannend, al vormt de huidige relatieve
kracht van de dollar voor de exporteurs wel een klein lichtpuntje in
deze donkere tijden. Zolang het duurt.
Nee, ik doel op de bijdrage die de euro aan de financiële stabiliteit van Europa heeft geleverd. Om dit in te zien moeten weer
even eerdere periodes van financiële instabiliteit in de herinnering
worden geroepen. Als in het pre-eurotijdperk de dollar verzwakte,
dan leidde dat steevast tot verhitte discussies tussen de Europese
beleidsmakers. Het geijkte patroon was dat de zuidelijke landen
hun rente snel wilden verlagen om te voorkomen dat hun munt
al te veel zou appreciëren. De Duitsers en Nederlanders, en later
ook de Belgen en Fransen hadden in het algemeen meer oog voor
de voordelen van een sterke munt en waren dan ook minder snel
met renteverlaging. Dit ontaardde meestal in grote spanningen in
het wisselkoersarrangement van het Europese Monetaire Stelsel
(EMS). Als financiële markten eenmaal door hadden dat er licht
zat tussen de opvattingen van de diverse centrale bankiers, en
dat was meestal snel, dan waren herschikkingen binnen het EMS
veelal het gevolg. Daardoor werden de concurrentieverhoudingen
ook binnen Europa sterk en ingrijpend veranderd en was de schade
aan de economie meestal groot.
Dankzij de euro en de Europese Centrale Bank (ECB) valt er
binnen de eurozone niets meer te speculeren. Voor zover er tussen
centrale bankiers verschillen van inzicht bestaan worden deze aan
de bestuurstafel van de ECB uitgesproken. De ECB stelt vervolgens het monetaire beleid voor de hele eurozone vast. De ECB
heeft het afgelopen jaar ook meerdere malen snel kunnen ingrijpen
om liquiditeitssteun te verlenen aan banken in geldnood. Hoe dit
eruit zou hebben gezien als alle nationale centrale banken dit,
ieder voor zich, voor hun eigen nationale banken zouden hebben
moeten regelen valt niet te zeggen. In ieder geval zou het niet zo
snel, adequaat en uniform voor de hele eurozone zijn gebeurd.
De euro heeft zichzelf inmiddels meer dan voldoende bewezen,
al zijn er in Europa maar weinig politici die dit hardop durven te
zeggen. Buiten de eurozone, waar landen zonder steun van de
ECB in de gure wind hebben gestaan, hebben ze dit beter door.
Het debat over de invoering van de euro in Denemarken loopt
weer. IJsland klopt ook aan de deur, al is het maar de vraag of de
EMU op IJsland zit te wachten. Het is al met al toch een van de
slechtst gemanagede landen op het noordelijk halfrond. Zelfs de
Britten, die hun geliefde pond tot ongekende diepten zien wegzakken, beginnen te twijfelen of het wel zo verstandig is om buiten de
eurozone te blijven. De euro is, vooral overigens buiten de eurozone, populairder dan ooit.
Maar het moet gezegd: het succes van de euro straalt nog niet
af op de rest van de Europese Unie (EU). Want als de financiële
crisis in dat opzicht een ding duidelijk heeft gemaakt is het wel
dat Europa institutioneel nog niet af is. Het ontbreken van een
Europese financiële toezichthouder is een evident gemis gebleken.
De bescherming van spaarders moet hoognodig Europees worden
geharmoniseerd. Hoewel er verrassend doortastend en relatief
harmonieus is opgetreden tijdens het hoogtepunt van de crisis had
een en ander wellicht nog beter gekund.
Toch is ook hier plaats voor enig optimisme. De voor Europa dramatisch verlopen jaren zeventig van de vorige eeuw culmineerden
in de oprichting van het EMS in 1979. De eurosclerose van de
jaren tachtig mondde in 1989 uit in het Plan Delors, op zijn beurt
de opmaat naar de invoering van de euro. De crisis heeft duidelijk
gemaakt dat alleen een sterke EU mondiaal een serieuze partij kan
zijn. Als deze crisis aanleiding is om Europa institutioneel verder te
versterken, dan is dat alles pure winst.
Op 1 januari 2009 bestaat de euro tien jaar. Van harte gefeliciteerd en nog vele, nog mooiere jaren gewenst. We hebben er
allemaal baat bij.
WIM BOONSTRA
Chief economist van de Rabobank Nederland
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
ESB
94(4551) 9 januari 2009
29