Ga direct naar de content

Meeste gezinsvormende migranten hebben werk

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 18 2005

statistiek

Conjunctuur

Financiële markten

Arbeidsmarkt

Economie & Samenleving

Meeste gezinsvormende migranten hebben werk
In 2003 had ruim de helft van de mannelijke vluchtelingen die halverwege de jaren negentig naar Nederland kwamen werk. Voor de vrouwen was dit eenderde. Het succes op de arbeidsmarkt verschilt sterk
per type migrant. Gezinsherenigers en met name gezinsvormers vinden
eerder een baan dan vluchtelingen. Immigranten uit westerse landen
komen relatief vaak voor werk naar Nederland. Als gevolg hiervan
doen zij minder vaak een beroep op werkloosheids- en bijstandsuitkeringen in vergelijking met niet-westerse immigranten. Niet-westerse
immigranten komen veelal als gezinsmigrant of als vluchteling.

Gezinsmigranten
Gezinsmigranten worden onderscheiden
in gezinsherenigers en gezinsvormers. Bij
gezinsherenigers gaat het om gezinnen die al
vóór de immigratie bestonden, waarna één
of meer gezinsleden zich bij gezinsleden voegen die in een eerder jaar naar Nederland
zijn gekomen. Gezinshereniging wordt vaak
voorafgegaan door arbeidsmigratie.

Vluchtelingen vinden moeilijk werk
De categorieën gezinsherenigers en gezinsvormers zijn succesvoller op de arbeidsmarkt dan vluchtelingen. Dat
hangt voor een deel samen met de lange duur van asielprocedures en met het gegeven dat asielzoekers – zolang zij
geen verblijfsstatus hebben – niet of nauwelijks mochten werken. Daar komt bij dat vluchtelingen vermoedelijk meer
gezondheidsproblemen hebben. Bij de interpretatie van de verschillen in arbeidsdeelname en uitkeringsafhankelijkheid moet dus rekening worden gehouden met de verschillende achtergronden van immigranten. Bij gezinshereniging en gezinsvorming worden specifieke eisen gesteld, zoals het kunnen voorzien in het eigen onderhoud en dat
van de immigrerende partner. Iets minder dan de helft van de gezinsmigranten is afkomstig uit westerse landen,
zoals Duitsland en België. In het algemeen moet er daarnaast rekening mee worden gehouden dat immigranten
soms enige jaren nodig hebben om de taal te leren en in te burgeren. De lage arbeidsdeelname van niet-westerse
immigranten in het eerste jaar na aankomst kan mogelijk te maken hebben met de verplichte inburgeringcursussen
voor deze immigranten. De achterstand op de arbeidsmarkt van vluchtelingen ten opzichte van gezinsherenigers en
gezinsvormers wordt na verloop van tijd wel kleiner.

Arbeidsdeelname gezinsmigranten
De arbeidsparticipatie van gezinsherenigers ligt op een lager niveau dan die van de gezinsvormers. Mogelijk hangt
dit samen met de wat betere uitgangspositie van gezinsvormers, doordat zij zich relatief vaak bij autochtonen en
tweede-generatie allochtonen voegen. Daarnaast verschilt de leeftijdsamenstelling van deze groepen. Onder gezinsherenigers zijn de jongste leeftijden naar verhouding sterk vertegenwoordigd. Deze jongeren hebben nog geen
werk, omdat ze in veel gevallen hun opleiding nog niet hebben afgerond.

Hoge uitkeringsafhankelijkheid vluchtelingen
De uitkeringsafhankelijkheid van vluchtelingen is beduidend hoger dan die van gezinsmigranten. In 2003 is een
uitkering de belangrijkste inkomstenbron voor 28% van de mannelijke vluchtelingen die in 1995 naar Nederland zijn
gekomen. Van de mannelijke gezinsherenigers en gezinsvormers is dit 13% respectievelijk 21%. Van de vrouwen die in
1995 als vluchteling naar Nederland kwamen, ontvangt in 2003 39% een uitkering. Dit is ruim tweemaal zo hoog als het
percentage van de vrouwelijke gezinsherenigers en gezinsvormers. De uitkeringsafhankelijkheid van gezinsmigranten
en met name van vluchtelingen is hoog
Figuur 2. Arbeidsdeelname vrouwelijke
Figuur 1. Arbeidsdeelname mannelijke
vergeleken met die van de autochtone
immigranten met vestigingsjaar 1995
immigranten met vestigingsjaar 1995
bevolking. Van de totale autochtone
100 %
100 %
bevolking was in 2003 zowel bij de mangezinsvormers
80
80
nen als bij de vrouwen ongeveer 13%
gezinsherenigers
gezinsherenigers
60
60
gezinsvormers
aangewezen op een uitkering. De deel40
40
name aan het arbeidsproces van migranasielmigranten
20
20
ten verschilt tussen mannen en vrouwen
asielmigranten
0
0
en naar motief van migreren. Westerse
1999
2000
2001
2002
2003
1999
2000
2001
2002
2003
migranten vinden vaker een baan dan
Immigranten: niet-Nederlandse immigranten waarvan het migratiemotief is geregistreerd in het
niet-westerse migranten en gezinsmiCentraal Register Vreemdelingen.
granten hebben een hogere kans op
Arbeidsdeelname: de indeling naar sociaal-economische categorie is gebaseerd op de
arbeidsdeelname dan vluchtelingen.
belangrijkste inkomstenbron in het desbetreffende jaar.
Arno Sprangers en Han Nicolaas
Bron: Sprangers, A., H. Nicolaas, A. Zorlu & J. Hartog (2005) Vluchtelingen en gezinsmigranten vinden moeilijk werk. Sociaal-economische trends 3 (4): 29–37.
Deze pagina is samengesteld door de divisie Macro-economische statistieken en publicaties van het CBS.  www.cbs.nl

ESB  18-11-2005

521

Auteurs