Vervuiling blijft achter bij economische groei
Aute ur(s ):
CBS (auteur)
Mark de Haan
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4220, pagina 675, 17 september 1999 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
economie, samenleving
Uit de NAMEA, het systeem van milieurekeningen behorend bij de Nationale rekeningen, blijkt dat in de periode 1987-1998 de
procentuele toename in de vervuiling kleiner is geweest dan de economische groei. Bij de milieuthema’s verzuring, vermesting en
afval was er zelfs sprake van een aanzienlijke daling van de vervuiling. Globaal wordt dit beeld ook zichtbaar wanneer wordt gekeken
naar individuele bedrijfstakken. Zo zijn in de industrie en bouwnijverheid bij een gestage groei van de toegevoegde waarde
aanzienlijke reducties tot stand gebracht in de uitstoot van verzurende stoffen en de productie van afval. De grootste groei van de
toegevoegde waarde vond plaats bij de dienstverlening. De transport- en opslagbedrijven groeiden in de betrokken periode met meer
dan 30% waarbij echter ook de vervuiling aanzienlijk toenam. Met de NAMEA kan systematisch een aantal individuele oorzaken van
veranderingen in de uitstoot van milieubelastende stoffen uiteen worden gerafeld. Voor de periode 1987-1998 is dat onlangs gebeurd
voor de emissies van CO2 en de afvalstromen. Voor afval waren helaas nog geen gegevens beschikbaar over 1998.
CO2-uitstoot
De totale groei van de CO2-uitstoot door producenten in de periode 1987-1998 bedraagt 20%. Deze kan worden onderverdeeld naar een
drietal afzonderlijke factoren. Bij een gelijkblijvende economische structuur en een constante milieu-efficiëntie (vervuiling per gulden
toegevoegde waarde) zou de CO2-uitstoot samenhangend met de Nederlandse economie in 1998 met bijna 35% zijn toegenomen ten
opzichte van 1987. De geleidelijke veranderingen in de economische structuur (meer diensten en minder goederen) en vooral de toename
in de milieu-efficiëntie hadden echter een remmende invloed op de CO2-uitstoot, zodat deze uiteindelijk toenam met 20% (figuur 1).
Figuur 1. Decompositie van de verandering in CO2-uitstoot in 1998 ten opzichte van 1987
Afval
Bij de totale hoeveelheid vrijgekomen afval heeft de milieu-efficiëntiewinst het volume-effect ruimschoots overtroffen. Deze
efficientiegroei werd veroorzaakt door het toegenomen hergebruik van afval, maar ook door de toegenomen afvalverwerking in
vuilverbrandingsinstallaties in de betrokken periode. Het vrijgekomen afval, dat is de totale hoeveelheid afval die uiteindelijk wordt
gestort danwel wordt geloosd, daalde daardoor met 25% (figuur 2).
Figuur 2. Decompositie van der verandering in vrijgekomen afval in 1997 ten opzichte van 1987
figuur 3 laat zien dat de daling van het vrijgekomen afval pas na 1990 tot stand kwam. De bruto afvalstroom, dus inclusief het hergebruik,
is ook na 1990 verder gestegen. De afname van het vrijgekomen afval in 1997 kwam vooral tot stand door een daling in het huishoudelijk
afval en het afval afkomstig van de bouwnijverheid, terwijl de afvalproductie in de chemie verder steeg.
Figuur 3. Decompositie van de verandering in vrijgekomen afval 1987-1997
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)