Gewonnen brood
Veruit het meest populaire kookboek
voor alledag in Vlaanderen is dat van de
‘Boerinnenbond’1. Daarin staat een recept voor gewonnen brood. Dat gaat als
volgt: melk, eieren en suiker klutsen,
daarin wat sneetjes brood laten weken en
die vervolgens in de koekepan bakken.
Afgaande op het enthousiasme hierdoor
bij kinderen veroorzaakt, is gewonnen
brood vergelijkbaar met pannekoeken.
Het heeft als extra voordeel dat men er
brood in kan verwerken dat niet echt dagvers is. Vandaardebenaming: gewonnen
brood.
In Nederlandse kookboeken wordt hetzelfde ‘wentelteefjes’ genoemd. Een ietwat eigenaardige benaming die eerder
aangeeft dat men met dit gerecht belazerd wordt dan dat men er lets mee wint.
Dat klopt ook. In Nederland geldt namelijk sinds jaren een wettelijke minimumprijs voor melk, suiker en brood, en dat
zijn de belangrijkste ingredienten in het
recept. De consument betaalt, drie keer
op rij, meer dan de evenwichtsprijs en dan
is het vrij normaal dat men zulke woorden
in de mond neemt. Wanneer men in Nederland wentelteefjes bakt, gaat erconsumentensurplus verloren.
Het instellen van een minimumprijs
heeft twee gevolgen voor het consumentensurplus. Een stuk consumentensurplus gaat van de consumenten naar de
producenten want die vangen een hogere prijs, en een stuk consumentensurplus
gaat onherroepelijk verloren want door de
hogere prijs zijn er mindertransacties. Er
is dus een herverdelingseffect en er is wat
in het Engels heet ‘deadweight loss’. Dat
laatste meet het efficientieverlies: de welvaart die verloren gaat omdat er minder
gekocht en verkocht wordt.
De omvang van het herverdeelde surplus en van het dodegewichtsverlies voor
brood, melk en suiker kunnen we in guldens berekenen. Daartoe hebben we de
volgende ingredienten nodig: drie wettelijke minimumprijzen, drie gevraagde
hoeveelheden, drie evenwichtsprijzen en
een vraagelasticiteit. Na enig veldonderzoek bij’s lands grootste grutter kwam ik
eerst achter de wettelijke minimumprijs
voor melk (/1,11 voor halfvolle en /1,32
voor voile melk per literpak). Suiker was
wat moeilijker, omdat er nogal wat soorten zijn. Maar ik geloof dat het om kristalsuiker gaat en die stond op / 2,03. Brood
was hopeloos. Toen ik de man die bij het
brood stond, vroeg of hij wist wat de wettelijke minimumbroodprijs was, begon hij,
ongerust, rond te kijken of de bedrijfsleider niet in de buurt was. Het goedkoopste
brood was die dag /1,85. Daar doe ik het
mee.
Wat we ook nodig hebben zijn de gevraagde hoeveelheden bij deze prijzen.
Stel dat de gemiddelde gezinshuishouding per week 4 broden, 1 kilo suiker en
ESR 18-1-1989
J.J.M. Theeuwes
Afgerond kom ik voor de herverdelingsrechtshoek op /19,00 voor brood en
ook voor melk en op / 5,00 voor suiker.
Dat is samen / 43,00 per gemiddelde
huishouding per jaar. Als we voor het gemak het aantal huishoudens in Nederland
op 5 miljoen stellen dan gaat er per jaar
/ 215 mln. van de huishoudens naar de
aanbieders. Voor de huishoudsector een
fors bedrag waar ze een hoop wentelteefjes van zouden kunnen bakken, maar als
percentage van bij voorbeeld het bruto
nationale produkt stelt het niks voor.
De oppervlakte van het dodegewichtsdriehoekje is uiteraard nog veel kleiner:
afgerond 5 cent voor brood en melk en 1
cent voor suiker: samen 11 cent per huishouding, per jaar. Of voor heel Nederland
/ 550.000 aan efficientieverlies. Nu is het
driehoekje onder de vraagcurve maar
6 liter melk (3 voile en 3 halfvolle) koopt. een stuk van het totale efficientieverlies.
Dan kom ik op jaarbasis tegen de eerder- Er is nog een soortgelijk driehoekje boven
genoemde prijzen, op een brood-, suiker- de aanbodcurve dat we moeten meeen melkbudget van resp. / 384,80, rekenen. Want ook de aanbieders missen
/105,56 en / 379,08. Met deze bedragen winstkansen door de daling van het aanblijf ik netjes onder de bedragen die het tal transacties. Maar zelfs als we het beCBS onlangs heeft gepubliceerd over de drag verdubbelen, dan is dat nog steeds
gemiddelde consumptieve bestedingen slechts / 1,1 mln. en dat valt binnen de
van gezinshuishoudingen aan lets meer plooien van het economenkleed3.
geaggregeerdegoederencategorieen.
In Nederland gelden de minimumprijHet is gissen naar de evenwichtsprijs. zen sinds 1969 voor brood, sinds 1973
Stel dat die 5% lager is. Dan zouden voor melk en sinds 1975 voor suiker. Men
brood en suiker ongeveer een dubbeltje wilde hiermee de warme bakker, de amgoedkoper worden en melk iets meer dan bulante melkhandel en in het algemeen
een stuiver. Lijkt mij niet onredelijk. Als de de kleine en middelgrote bedrijven beevenwichtsprijs nog lager zou uitvallen, schermen tegen de concurrentie van
worden alle bedragen die ik straks ga grootwinkelbedrijven. Men wilde de kleinoemen alleen maar grater. Het laatste in- ne winkelier een adempauze gunnen en
gredient om de berekeningen te kunnen beletten dat grote winkeliers gingen stunmaken is de vraagelasticiteit. Het is be- ten met deze basisprodukten. Het is
kend dat die voor basisvoedsel niet hoog steeds de bedoeling geweest deze miniis. In een uitgebreid onderzoek komt E. mumprijzen na enige jaren af te schaffen.
van Imhoff op een prijselasticiteit voor de Maar het heeft duidelijk veel langer gegroep voedsel van om en nabij -0,232. In duurd dan men had gedacht. Met de rehet aggregaat voedsel zit ook luxe voed- latief kleine bedragen voor verlies aan
sel dat veel prijsgevoeliger is dan basis- consumentensurplus die uit de lossevoedsel als melk, brood en suiker. Ik hou polsberekeningen hierboven volgen, verhetdaarom hieropeen inelastischewaar- baast dat ook niet. Over vier tientjes herde van -0,1.
verdeling en 11 cent efficientieverlies
Met deze ingredienten kunnen we nu piept een gemiddeld gezin niet zo gauw.
De regering is nu toch van plan om ze
het herverdeelde surplus en het dodegewichtsverlies berekenen. Voor het eerste af te schaffen. De minimumbroodprijs
berekenen we de oppervlakte van een was eind vorig jaar in dit verband even in
rechthoek waarvan de breedte gelijk is het nieuws. Als de minimumprijzen wegaan het prijsverschil en de lengte gelijk vallen wordt wentelteefjes bakken weer
aan de huidige gevraagde hoeveelheid. een winnende aangelegenheid en geen
Dat is precies het totale bedrag in guldens verloren brood.
dat de consumenten per jaar ‘te veel’ aan ___________J.J.M Theeuwes
de aanbieders betalen. Het dodege1. Katholiek Vormingswerk van Landelijke
wichtsverlies is gelijk aan de oppervlakte Vrouwen, Leuven.
van een driehoekje. In dit geval (een half 2. E. van Imhoff, Estimation of demand sysmaal) het prijsverschil maal het noeveel- tems using both time series and cross section
heidsverschil tussen de huidige situatie data, De Economist, 132, nr. 4,1984.
en de evenwichtssituatie. Elk inleidend 3. Dat deze ‘driehoekjes van Harberger’ niet
wisten
tekstboek micro-economie heeft mooie il- groot zijnvoor hetwe al sinds Harberger ze berekende
efficientieverlies dat gepaard
lustraties van dit soort rechthoeken en gaat met monopoliesituaties. A. Harberger, Modriehoeken voor monopolies, belastin- nopoly and resource allocation, American Economic Review, 1954, biz. 77-87.
gen, quota’s en prijsrestricties.
55