Ga direct naar de content

Bezuinigen op ambtenaren?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 10 1986

Bezuinigen op ambtenaren?
De beloningsgrondslag voor ambtenaren en uberhaupt het hele ambtenarenbeleid staat op het moment ter discussie. Gegeven de druk op de overheidsbegroting, die al gedurende vele
jaren resulteert in een begrotingstekort
van om en nabij de 7 a 8%, is het uiteraard duidelijk dat een van de meest
voor de hand liggende posten om te
bezuinigen wordt gevormd door de uitgaven van de overheid voor de bekostiging van haar eigen personeel, de
ambtenaren. Het gaat hierbij dan zowel om een uitdunning van het ambtenarenbestand als om een reductie van
de kosten, meestal een salarisbedrag,
per werknemer. Gezien het feit dat
naast de ambtenaren in eigenlijke zin
bij het rijk en de lagere overheden er
nog zeer veel andere werknemers in
Nederland zijn bij stichtingen en nonprofit-bedrijven, die in feite naar hun
arbeidsvoorwaarden gelijkgeschakeld
zijn met ambtenaren en waarvan de
salarissen en de overige daarmee samenhangende kosten voor een belangrijk gedeelte worden gefinancierd
door subsidies van het rijk, gaat het bij
deze problematiek om veel mensen,
ca. 1/3 van de Nederlandse beroepsbevolking. Tegen deze achtergrond
ligt het voor de hand dat met grote
zorgvuldigheid door de overheid zal
moeten worden geopereerd wanneer
het gaat om plannen voor een reductie
van ambtenaren en ambtenarensalarissen.
Zijn er mogelijkheden tot kostenreducties wanneer we moeten werken
met de kaasschaaf van salarisverlaging en het opvullen van vacatures of
de botte bijl van het afstoten van overheidstaken? Ons inziens zijn er drie
belangrijke punten waarin de besluitvorming bij de overheid afwijkt van die
bij de op winst gerichte ondernemingen.
Allereerst is daar het probleem van
de budgetmaximalisering, dat betekent dat er in feite een straf staat op het
niet opmaken van het toegewezen
budget. Volgens ambtelijke normen is
dit wel ongeveer het stomste wat je
kunt doen. Immers, het betekent dat je
dan waarschijnlijk volgend jaar minder
toegewezen krijgt. Wat dit betreft lijkt
mij dat deze ingeslopen gedragswijze
moet leiden tot overbodige uitgaven
die best in de sfeer van 20% kunnen
liggen. Mijns inziens zou het ten eerste
mogelijk gemaakt moeten worden dat
niet opgemaakte budgetten althans
voor een gedeelte voor het volgende
jaar gereserveerd worden en in de
tweede plaats dat de budget-verantwoordelijke en de daaronder ressorteT?OTJ 1 7 Q IQQft

B.M.S. van Praag

overbodige en gekwalificeerde mankracht. De traagheid van het besluitvormingsproces, die soms tendeert tot
een complete onmacht om uberhaupt
tot een besluit te komen, wordt ook in
de hand gewerkt door de ziekelijke
wildgroei van vergaderingen (inclusief
het notuleren van een meestal volstrekt onbelangrijke gedachtenvorming) en de behoefte om de daadwerkelijke besluitvorming op te schorten
door de afleidingsmanoeuvre van
ambtelijke notities, nota’s en adviesaanvragen. Ik ben mij ervan bewust dat
ik in deze laatste zinnen een misschien
wat karikaturaal beeld heb geschilderd
van het ambtelijk bezig zijn en dat is zeker niet mijn bedoeling. Ik ben zelf ook
ambtenaar. Er zijn veel efficiente, verstandige ambtenaren die het beste belichamen van wat wij als de ‘public servant’ zien. Het systeem is echter niet
rende afdeling positief gewaardeerd optimaal. Ik denk dan ook niet dat wij er
gaan worden voor het overhouden van kunnen komen metgenerale kortingen
gelden. Voor een groot gedeelte kan zoals de efficiencykorting of de budeze beloning van zuiver immateriele reaucratiekorting. De laatste term is
aard zijn, maar ik sluit zeker niet uit dat toch werkelijk een klap in het gezicht
de verantwoordelijke voor dit zuinige van een groot stuk van het ambtenabeleid en zijn staf ook door salarisver- renkorps dat in feite slechts tot deze
hoging merken dat hun superieuren bureaucratie wordt gedwongen en
een zuinig beleid waarderen. Uiteraard daarin is opgevoed door boven hen
ga ik hier wel van de veronderstelling gestelde regelaars.
uit dat de onderuitputting van het budNatuurlijk is hiermee niet het laatste
get niet geforceerd is door het slechts woord gezegd over het probleem. van
gedeeltelijk uitvoeren van de opgeleg- de ambtenaar en zijn salaris. Er kan
de taak.
echter in de benadering van de overIn de tweede plaats denk ik dat er heid en het overheidsbeleid niet meer
veel gewonnen zal zijn wanneer bij de worden volstaan met een macro-benaambtelijke functiewaardering minder dering met de botte bijl: ‘er moet zoveel
betekenis zal worden toegekend aan procent af. Dat is in de laatste 10 a 12
het criterium hoeveel mensen men on- jaar al zo vaak gezegd en de resultaten
der zich heeft. Op het moment is het van al deze mooie plannen, bij voorzeer wel mogelijk dat een adjunct-chef, beeld de eenprocentsoperatie van Duiom voor zichzelf een salarisverhoging senberg of Bestek ’81 van Van Agt, zijn
van enige honderden guldens per eigenlijk nauwelijks aanwijsbaar. Het
maand te realiseren, aanstuurt op de enige wat zij hebben opgebracht is een
aanstelling van twee ondergeschikten hoop commotie en, het moet worden
a raison van f. 5.000 per maand. De toegegeven, een psychologische klifunctiewaardering en de waardering maatsverandering t.av. de omvang
van de man die deze functie bezel van de overheidsuitgaven. Men komt
dient gebaseerd te zijn op de betekenis er echter niet door van boven allerlei
van de van hem verwachte output en ferme-jongens-taal uit te slaan. Men
de manier waarop hij die waarmaakt.
dient de ambtenaren zelf mee te krijIn het verlengde hiervan ligt dan het gen door hen, het hoge woord moet er
derde punt waar aanmerkelijke kosten- dan maar uit, persoonlijke ‘incentives’
reducties in de materiele en immaterie- te geven die tot bezuinigingen stimulele sfeer mogelijk zijn, nl. het feit dat ren. Ik meen dat een dergelijke strucambtenaren, van nature al betrekkelijk tuur als basis-ingredienten zal moeten
risico-avers, door allerlei van boven hebben een sterk gedecentraliseerde
opgelegde regelingen helemaal niet besluitvorming en een mogelijkheid tot
meer in staat zijn om zelfstandig beslis- grote diversiteit in de primaire en sesingen te nemen, maar praktisch altijd cundaire arbeidsvoorwaarden.
afhankelijk zijn van veel mede-parafen. Dit vertraagt het besluitvormingsproces aanmerkelijk en leidt bovendien tot de inschakeling van veel
B.M.S. van Praag

891

Auteur