Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 479

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 4 1925

4 MAART 1925

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch

stati*stische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NijVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
10E JAARGANG

WOENSDAG 4 MAART 1925

No.
479

INHOUD
BIz
DE
SEEHëFEN-AUsN IIMETARIFE DER
DUITSOHE
SPOOR- WEGEN
door

Jan
Schiithuis

………………….
186

])e Ziekte- én Ongevallenwet
1925 II
(Slot) door
Dr. F.

E

Posth’uv?a

………………………………
188
Nederland en de Haagsehe conditiën door
Mr. F. W. A.
de Kock van Leevwen
met Naschrift door
Mr. G. van

S1ooten

Azu.

………………………………
189
De Rijnvart op Amsterdam door
Mr. A. F. L. Stapel
191

BIJITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De economische en financieele ontwikkeling van Oos-
tenrijk in

1924.
door
Dr. R.
Kerschagi
.

………
193
AANTEEKENINCEN:
Discontoverhooging te New York …………….
195
Discontverlaging in Duitschland

…………….
19(3
De Duitsche buitenlandsche handel in
1924
……..
196
De toestand der Britsc’he scheepvaart …………
198

De

dollar-sterJing goudpunten ……………….
198
In de Vereenigde Staten nog uitstaande Europeesche
Staats- en Gemeentelijke leeningen

………….
198
Stand der cultures en uitvoei gedurende het vierde
kwartaal
1924
in Suriname …………………
198
OVERZIcHT VAN TIJDScHRIFTEN ………………..
]99
MAANDOIJFERS

………………………….
200-201
STATISTIEKEN EN OVERZIOHTEN ……………..
201-208

3 MAART
1925.

De gewone geldvraag voor de maandwisseling, ge-

voegd bij de verhoogingen in de rentekoersen in

Amerika en Engeland, bleef niet geheel zonder uit-

werking op den toestand van de geidmarkt. Dë invloed

h]eef echter gering en bestond in hoofdzaak in

eenige aarzeling van geidgevers, vooral voor uitzet-

tingen op iets langer termijn. De prolongatierente

noteOrde regelmatig 1% pOt. en bleef ook in de

nieuwe week zoo noteeren. Daarentegen was de dis-

couto-noteering, die nog van 1% tot
19′
pOt. terugge-

loopen was, gisteren vaster en vei-d er onder 2 pOt.

niet meer afgedaan. Het duidelikte kwam de min-

dere geidruimte tot uitdrukking in de cailrente, di

van
%
pOt. op 2 pOt. steeg. De vraag bleef echter

toch van bescheiden omvang, want later op den dag

was, ook zelfs tegen lagere rente, niets meer te

plaatsen. * * *

Op den weekstaat van ‘De Nederlandsche Bank

geeft de post binnenlandsche wissels een teruggang

van
f
2,1 millioen te zien. De beleeningen vertoonen,

blijkbaar in verband met de maandwisseling, een

Ideine stijging van
f
149,8 tot
f
155,9 millioen.

Het renteloos voorschot aan het Rijk steeg, met

f 11,4
millioen. De metaalvoorraad der Bank stelde

zich
f
1,2 millioen hooger. De daling van
f
5,2 millioen,

die de diverse rekeningén op de actiefzijde der balans

te zien geven, correspondeert voor het grootste

gedeelte met de gelijktijdige vermeerdering van den

post papier op het buitenland, die in de afgeloopen

week van
f
127,9 millioen tot
f
132,2 millioon opliep.

11
pe biljettencirculatie steeg met
f
31,7 miljoen.

De, rekening-courant-sldi namen met
f
15,7 millioen

af.;Het dekkingspercentage bedraagt ruim 54.

Een vrij veel levendiger wisselmarkt bracht deze

week een nieuwe verheffing in ponden- en dollarkoers.

De geheele week heerschte voor beide wissels een

tamelijk vaste stemming, zonder tot een belangrijke

stijging der koersen te leiden. De hieronder beschre-

ven ebeurtenissen te New York en te Londen ver-

oorzaakten
Vrijdag
eenige sterke schommelingen, aan-

vaikelijk in tegenovergestelde richting. Het defini-

tie gevolg was echter een verheffing van de koersen
voor beide wissels tot 2.5OY en 11.93%. Parijs was

weder flauwer; de daling bleef aanvankelijk door
sterken steun nog vrij beperkt, maar gisteren trad

op de beurs plotseling weder een grootere daling in;

slot ca. 12.74.
LONDEN,
2
MAART
1025.

De afgeloopen week is een zeer bewogen week in

de geld- en discontomarkt geweest. Nadat gedurende

de eerste dagen zoowel de disconto als de gedkoersen

beslist vast waren, werd de markt, ofschoon niet ge-

heel onverwacht, toch zeer geschokt door de ver-

hooging op 3Y2 pOt. van het disconto der Federal

Reserve Bank op Donderdag. 1.1.

Deze actie van de Federal Reserve Bank had name-

lijk ten gevolge, dat de Bank van Engeland op

Vrijdagmorgen haar prijs voor voorschotten aan de

discontomarkt ‘van 44 pOt. op 6Y2 pOt. verhoogde

znder nog eene wijziging in haar officieelen minimum

discontokoers te brengen.

Vrij algemeen wordt dit echter als een aanduiding

aangenomen, dat de ,,Bankrate” Donderdag a.s. tot

5 pot:; dus met een vol percent, zal worden verhoogd.

De kbersen in de geld- en discontomarkten werden

dientengevolge onmiddellijk met een vol percent

verhoogd, zoodat wekelijksch geld en 3-rnaands bank-

aôcepten Vrijdag I.I. resp. 3% en
49/8/16
noteerden,

terwijl de discontomarkt zich bovendien voor een vrij

groot bedrag voor hare dagelijksche geldbehoeften

tot de Bank van Engeland moest wenden.

Heden (Maandag) is de toestand rustiger. De

geldmarkt is door den vervaldatum op 1 Maart van

verschillende coupons althans tijdelijk ruim voorzien,

zoodat zelfs koopers van sôhatkistwissels tot 44

pOt. . optraden, terwijl de wisselkoers op New York

zich tot 4.76/8—%, dus tot boven het niveau van

voor: Donderdag 1.1. verhief.

Het particulier disconto voor 3-maands prima

ba’iikaccepten luit op 49s
h1
11e pOt.

186

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1 92

DE SEEHÂFEN-AUSNAHMETARIFE DER

DUITSCHE SPOORWEGEN.

In den tijd der Duitsche inflatie hebben de Nedl
landsche havens in sterke- mate de coneurrnie

ondervonden van Hamburg en Bremen. De verhoogiiig

der Duitsche spoorwegtarieven had in een veel lang-

zamer tempo plaats dan de daling van de waarde
der mark en geruimen tijd is de goudvaarde – der

tarieven zoo gering geweest, dat concurrentie daar-tegen geheel uitgesloten
was,
en groote goederen-
transporten noodzakelijk hun weg moesten vinden

over de Duitsche havens ten nadeele van de Neder-

landsche. Ook de lage goudwaarde der bonen inde
Duitsche havens zoowel als op de onder Duitsche

vlag varende schepen- had dezelfde uitwerking. Zelfs

uit en naar gebieden, die anders door hun ligging

aangewezen. zijn op den Rijn, werd het verkeer’dver

de Duitsche zeehavens geleid, met welke door de
lage spoorvrachten de verbinding goedkooper was dan

met de Nederlandsche havens en Antwerpen via den

Rijn. Bovendien werd de in marken uitgedrukt’e

spoorvracht bij vervoer daar Nederland ‘omgerekeiid
in guldens tegen koersen, die door de voortdurende

waardevermindering van het Duitsche ruilmiddel
steeds veel hooger waren dan de
werkelijk
geldende
wisselkoers. De Roerbezetting met haar bekende ge-

volgen, waaronder in de eerste plaats de belemmering

van het Rij nverkeer, werkte het optreden van Hamburg

en Bremen in het achterland van de Nederlandsche
en Belgische havens nog in de hand.

De stabilisatie der mark en de likwidatie der Roerbe-
zetting hebben den toestand vrij aanzinIijk verbetb’d.

De concurrentie der Duitsche Noordzeehavens werd in
Nederland reeds spoedig in veel mindere mate gevoeld
en het achterland van Rotterdam breidde zich lang-
zamerhand weder uit over de gebieden, die er vroeger
toe plachten te behooren. Natuurlijk blijft de cocur-

rentie van Antwerpen bestaan, waarvan de bestrijding
echter grootendeels langs commercieelen weg mogelijk

is en verder door een streven tot verlaging van ta-

rieven van overheid en anderen, die te zamen de op
het, verkeer der Nederlandsche havens rusten de kostn

vormen. Een uitzondering. dient hierbij echtei te,
worden gemaakt voor het’ verkeer met Elzas-Lot-

haringen, dat ten gevolge der surtaxes d’entrepôt et
d’origine, waarvan nog steeds de Belgische havens
zijn vrijgesteld in tegenstelling met de Nederlandsche,
geheel door de Belgische havens wordt beheerscht.
Was dus in 1924 de mededinging van de Duitsche
Noordzeehavens voor Rotterdam minder voelbaar ge-

worden, de uitzonderingstarieveri, door de Duitsche
spoorwegen ten behoeve der Duitsche zeehavens
-ingevoerd, hebben aan Hamburg en Bremen opnieuw
een aanzienlijken voorsprong boven de havens van
Nederland en België -verschaft. Heft 0 II, Anhang
zum Reichsbahn-Gütertarif, ingevoerd 6p 1 October
1924 bevat 71 uitzonderingstarieven, die alle de

bevordering van een zekeren tak van goederen-
vervoer in Duitschland ten doel hebben. Een 35ta1 daarvan betreft, elk voor een andere goederensoort of -rubriek, het verkeer van de Duitsche havens en
bevoordeelt den in-, uit- en doorvoer over die havéns.

De vrachtreducties, welke door deze uitzonderings-
tarieven aan de Duitsche havens worden toegestaan,
zijn aanzienlijk. Het nadeel, dat zij voor de Neder-
landsche havens beteek-enen, blijkt uit een vergelijki’g
met de gewone tarieven van het Verbands-Gütertarif van den Deutsch-Niederl dndischen Eisenbahn-Ver-

band, dat van een groot aantal Duitche
s
t
a
ti
ons
rd
e

tarieven naar de Nederlandsche grens bevat. Een
voorbeeld moge hier volgen voor ,,Thüringische, Böhmische und Nürnberger Waren” (waarbij o.a.

speelgoed, kerstboomartikelen; enz.) Voor deze rubriek
is naar de Duitsche havens Ausnahmetarif 33 van
toepassing. De te vergelijken tarieven zijn omgerekend
in guldens en gelden voor het vervoer in wagonladingen-

van 5 ton, welke vo&r deze goederen gewoonlijk voor-

komen en zijn aangegeven per 100 KG.

naar Hamburg

Bremen Rotterdam

van Erfurt …………
f
2,57

j 2,42

f
3,85

Gotba …. … ….,
2,57

2,34

3,76

Ho. …………… ,,
2,03

2,80

4,55
Nürnherg………..

3,21

3,07

4,30

Sonneberg ……..,
3.13

2,97

4,29

Suhi ………….,, 3,19

2,61

3,98

Het verschil ten nadeele van Rotterdam *ordt

niet alleen -veroorzaakt, door het uitzonderingstarief

ten gunste van Bremen en Hamburg, doch bevat

tevens het..bedrag der vracht voor het Nederlandche

traject van de grens naar Rotterdam. Ook na aftrek

van 50 â 60 cent voor de reeds gereduceerde vracht
der Nederlandsche Spoorwegen voor transito-goederen,

blijft nog een aanzien1ijk verschil over, dat dan de

bevoorrechting vormt, die het Ausnahmetarif aan

de Duitsche zeehavens verschaft boven de Neder-

landsche grens. Het ligt voor de hand, dat ten gevolge

van deze bevoorrechting het verkeer aan de Neder-

landsche havens wordt – onthouden en zich naar de

Duitsche richt, tenzij de Nederlandsche scheepvaart-
maatschappijen het verschil voor haar rekening nemen.

Deze hebben zich voor zoover mogelijk, in vele gevallen

daartoe gedwongen gezien, om althans een gedeelte

van- haar vervoer te behouden. Dit geldt echter

nauwelijks voor de kortere vaart, bijvoorbeeld naar

Groot-Brittannië, welker vrachten te laag zijn, om

zi’ilk een verschil van eenige beteekenis te dragen.

Het te betalen verschil in spoorvracht zou percents-

gewijze veel zwaarder drukken op deze wegens de
kortere reis lagere vrachten, dan op die der groote
vaart. –

In hetzelfde geval als de Nederlandsche havens

kwamen door de D uitsche Seehâfenausnahmetarife
ook de Belgische te verkeeren, ofschoon zij door het
feit, dat de spoorvrachten in België lager zijn dan

in Nederland en door de lagere plaatskosten in de

Belgische havens, eenigszins in het voordeel zijn
tegenover Rotterdam en Amsterdam. Een verbétering
is voor België ingetreden, toen dit land in het laatst

van 1924, gesteund door het toen nog in zijn vollen

omvang geldende art. 365 van het Verdrag van
Versailles toepassing naar zijn grenastations verkreeg

van die voor de Duitsche zeehavens geldende uit-

zonderingstarieven, welke voor de Belgische havens van belang waren. Het zijn er tot nog toe acht, waar-
van zeven den uitvoer betreffen en een tarief (hennep)
den invoer. Met ingang van 1 Januari 1925 zijn ook

voor de Nederlandsche grensstations enkele dier uit-
zonderingstarieven ingevoerd en wel:

Nr. 33. Thüriogische, Böhmische und Nürnberger Waren. –

Nr. 34. Hennep (invoer.)
Nr. 55. Wetzstèine

– Nr. 61. Feuertonwaren und Steingutwaren, Töpfe
& Steinzeugwaren.
Voor deze goederensoorten wordt dus de vracht
nu naar de Nederlandsche grensstations op dezelfde
basis berekcnd als naar de Duitsche zeehavens. Daar-
bij wordt, zooals bij de meeste spoorvraéhten, ook in Nederland, het geval is, het Staffelsysteem toegepast
en dus met het
stijgen
van den afstand van het
vervoer de vrachteenheid per kilometer verminderd.

Aan de Duitsche Séehë.fenausnahmetarife ligt voor
wagonladingen, van 5 ton een vracht per 100 KG.
per K.M. ten grondslag bij afstanden:
van 300 K.M. van 1.31 goudpenningen.
400

1.03
500

,,

,, 0.97
600

,,

0.91
700

0.84

De verbetering voor de Nederlandsche havens, die
uit de invoering van enkele der Ausnahmetarife
voortvboeit, blijkt uit het volgende voorbeeld, dat op
dezelfde wijze als hierboven is samengesteld voor de
goederen van Ausnahmetarif 33:

4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTIS
.
ÇHE BERICHTEN

87

naar Hamburg
Bremen
Rotterdam

van

Erfurt …………
f 2,57 f 2.42 f 3,28

Gotha ………….
,,

2.57
,,

2,34
,,

3,37

Hof

…………..
2,57
,, 2,34
,,

3,21

Nürnberg……….
,,

3,21
,,

3,04
,,

3,41

Sonneberg
………..3,12
,,

2,97
001
,,

3,66

OUIII
…………….
,, 0,10

Vergelijking met hetvorige staatje toont de ver-

betering aan, welke voor de Nederlandsche havens is

verkregen. Behalve in de toepassing van het uitzon-
deringstarief vindt zij gedeeltelijk ook haar oorzaak

in een speciale reductie, van ongeveer 10 pOt., welke

de Nederlandsche spoorwegen hebben ingevoerd op

het tarief voor transitogoederen van de grens naar
de Nederlandsche havens voor die goederen soorten,

waarvoor de voor Nederland toegestane Duitsche
Seehitfenausnahmetarife gelden. Dat ten slotte de
vrachten naar de Duitsche havens steeds lager blij-
ven dan naar de Nederlandsche, zal wel onvermijdelijk

zijn, want van de Duitsche spoorwegen kan nauwe-

lijks meer worden vérlangd dan dat zij de tarieven
naar de Nederlandsche (evenals n’aar de Belgische)

grens op dezelfde basis brengen als naar hun eigen
havens. Een nadeel ten bedrage der vracht op het

Nederlandsche gebied zal dus wel altijd
blijven
be-

s’taan en daar de Belgische spoorvrachten lager zijn
dan de Nederlandsche, blijft daarbij Antwerpen in

gunstiger positie dan Rotterdam. Zoo kost bijvoor-
beeld zonder toepassing van eenig Duitsch uitzonde-
ringstarief het vervoer van een wagonlading van 5
ton ijzerwaren uit Solingen naar Rotterdam
f
1,41

per 100 K.G. en naar Antwerpen
f
1,23. De afstand

van Solingen naar Rotterdam bedraagt 240 en naar
Antwerpen 236 K.M. en het verschil wordt dan ook
geheel veroorzaakt door de lagere Belgische vrach-ten. Zoo is de gereduceerde vracht op Nederlandsch
gebied altijd nog ruim 0,3 cent per K.M. en in
België 1.95 centimes, hetgeen naar den koers van

f
12,50 per 100 francs 0.24 cent uitmaakt. of 20 pOt.

lager dan in Nederland.
Behalve het vijftal Duitsche uitzonderingstarieven,
dat nu ook naar de Nederlandsche grensstations
geldt, heeft België er nog verschillende verkregen,

die ook voor onze havens van groot belang zouden zijn.

Dit zijn:
No. 35 Eisen & Stahl, Eisen- und Stahiwaren sowie

Eisenbahnfahrzeuge.
No. 39 Stückgut der Allgemeinen Stückgutklasse etc.

No. 49 Glas und Hohiglaswaren.
No. 52 Papier und Pappe sowie Tapeten und

Tapetenborten aus Papier.
Onder deze rubrieken bevinden zich goederen, die
steeds, deel hebben uitgemaakt van het uitvoerverkeer
over de Nederlandsche havens en waarvoor deze nu

niet slechts tegenover de Duitsche, doch ook tegen-
over de Belgische havens in een zeer ongunstige
positie verkeeren. Een voorbeeld moge dit weder
toelichten. Onder No. 35 vallen ook artikelen uit
blik en vooi Blechspielwaren nu bedraagt de yracht
van Nürnberg per 100 KG. bij wagonladingen van

5 ton naar Hamburg
f
2.79, naar Bremen
f 2.67

(Seehafenausnahmetarif) naar Antwerpen
f.
2.80

(Seehafenausnahmetarif plus vracht op Belgisch tra-
ject) en naar Rotterdam
f
3.41.
De voor België en Nederland van toepassing ver-
klaarde Duitsche uitzonderingstarieven gelden niet

voor alle Duitsche stations. In de eerste plaaf.s
bevat de lijst alleen stations,. die niet verder
Oostelijk liggen dan een
lijn,
die loopt van Rheine
naar Eger en bovendien zijn daarin slechts plaatsen
opgenomen, die op een zekeren minimum afstand,
welke gewoonlijk ongeveer 200 K.M. bedraagt,

van de grens zijn gelegen. Voor op geringeren afstand
gelegen stations, en daartoe behoort het geheele
Roergebied, geldt dus naar de Nederlandsche grens
het uitzonderingstarief niet, ofschoon dat op: het
vervoer naar de Duitsche havens wel van toepas-
sing is. In veel gevallen liggen echter deze stations

zoo veel verder verwijderd van Hamburg en Bremen

dan van de Nederlandsche grens, dat Rotterdam

daardoor nog niet bij de Duitsche havens behoeft

a’èlit’er te staan. Zoo bedraagt voor ijzer- en staat-

raren de vracht per 100 KO. van Solingen naar

Hamburg
f
1.66, naar Bremen
f
1.35 (uitzonderings-

tarief) en naar Rotterdam
f
1.41 (gewoon Duitsch

tarief plus vracht op Nederlandsch traject). Binnen

den
1
afstand van ongeveer 200 K.M, liggen echter

ook stations, waarvoor de
vergelijking
voor Rotter-

dam ongunstiger uitkomt dan van Solingen en boven-
dien behooren tot Ausnahmetarif 35, dat voor ijzer-

en staalwaren geldt, ook goederen, die worden aan-

gevoerd uit op verren afstand gelegen plaatsen. Ook

vel stations ten Oosten van de bovengenoemde lijn

Rheine-Eger zouden voor Nederland van veel beteekenis
zijn, indien zij werden opgenomen in het gebied,
harvoor ook naar Nederland de uitzonderingst.arie’ven

gelden. Het groote verschil ten nadeele van Rotterdam

blijkt voor eenige dier oostelijke plaatsen uit het vol-

gende staatje van stations uit tarief 33 (Thüringische,

‘Böhmische une Nürnberger Waren) ook weder bestaan-
de uit de vracht per 100 KG. voor wagonladingen

van 5000 KG.
1)

naar Hamburg

Bremen Rotterdam

van Chemnitz ……….
f 2,58

f 3,21 .

f 4,46

Dresden ……….,,
2,58

,, 2,61

4,64

Halle ………….,,
2,29

,, 2,58

3,85

4Leipzig ………… ,,
2,41

2,40

4,03

2,67

,, 2,68

,, 4,55

Onder de Duitsche Sehiifenausnahmetarife, die
nog niet voor Nederland en België of een van

beide gelden, bevinden zich nog eenige voor goederen,
die zeker ook hun weg zouden vinden over Nederland-
sche havens, indien de bevoorrechting van Hamburg
en Bremen dat niet onmogelijk maakte. Daartoe be-
hooren als enkele der belangrijkste No. 33 a (Porzellan-

waren, Isolierkörper aus Porzellan, Steatitwaren), No.
36 (Bier in Kisten und Fiissern) en verder vooral
ook een aantal uitzonderingstarieven, die den invoer

in Duitschland en den doorvoer naar verder gelegen
landen betreffen. Voorbeelden uit deze laatste groep
zijn No. 30 (Jute), No. 31 (rohe Baumwolle, Linters,
Baumwollabfâlle) No. 50 (Getreide, Hülsenfrüchte,

Mühlenerzeugnisse).
Uit dit alles volgt’ de wenscheljkheid voor Nederland
van invoering van alle voor de Duitsche havens gelden-de Ausnahmetarife voor het verkeer tusschen de Neder-
landsche grens en alle stations, waarvoor zij ook naar

de Duitsche havens gelden. Misschien zou bij vervulling

van dien wensch
blijken
dat die met betrekking tot

een aantal Duitsche stations voor Nederland geen
waarde heeft, doch daarin ligt geen aanleiding om
de toepassing niet zoo ruim mogelijk te doen zijn. In
ieder geval zou dan een einde komen aan de kunst-
matige bevoordeeling der 1)uitsche havens; die het
verkeer een richting doet aannemen, welke niet in
overeenstemming is met de ligging der plaatsen van
herkomst en bestemming der tevervoeren goederen. De
verschillende havens zouden dan weder de daartoe
door de natuur aangewezen gebiedeû als achterland
verkrijgen, ten voordee]e van de spoorwegen en den
handel, en pogingen om dezen toestand te verkrijgen
liggen zeker op den weg der Nederlandsche belang-
hebbenden. Aangenomen mag worden, dat de overheid

en de Nederlandsche Spoorwegen zich reeds moeite
geven om de nog steeds nadeelige positie der Neder-landsche havens verder, te verbeteren.
Een nog niet gesignaleerd nadeel ondervindt ons
land nog van de omstandigheid, dat de enkele uit-zonderingstarieven, die sedert korten tijd van toe-
passing zijn verklaard naar de Belgische en Neder-
landsche grens, naar België geldig zijn voor meer

1).
De vrachten voor wagonladingen van 10.000 K.G
zijn lager dan voor
5000 K.G.,
doch indien eerstgenoemde
vrachten als basis van vergelijking worden genomen,, blij-ven de conclusies dezelfde als in dit artikel bij vergelijking
ler vrachten van
5000
K.G.

188

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925

Duitsehe stations dan naar Nederland. Voor No. 33

is dat voor niet minder dan 87 Duitsche stations
het geval, waaronder voor deze goederensoort zeer,

belangrijke.

Wenschelijk ware het zeker voor de Nederlandsche
havens, indien door toename van het vervoer te water

de kwestie der Duitsche uitzouderingstarieven voor
haar aan beteekenis kon verliezen. Natuurlijk wordt

reeds een aanzienlijk gedeelte der over Rotterdam

uit en naar Duitschland verzonden goederen langs

den Rijn vervoerd, wat nog het voordeel heeft, dat

wij daarbij beter tegen Antwerpen zijn opgewassen,

doch de verhouding tusschen de gedeelten van het

Duitsche vervoer, die te water en per spoor plaats
vinden, is tegenwoordig ongunstiger voor onze havens

dan vôôr den oorlog. Gedeeltelijk is dat het gevolg

van de nu gewoonlijk nog altijd zooveel hoogere Rijn-

vrachten, doch vooral ook van de omstandigheid
;
dat
naar d Duitsche Rijnhavensgeen uitzonderingstarie-

ven meer bestaan, zooals vroeger wel het geval was.
Vele goederen namen toen dank zij die uitzonderings-

tarieven hun weg over Mannheim, Prankfurt, Gustavs-
burg, Mainz, enz. om
dan ‘erder te water Rijn afwaarts

te worden vervoerd, die nu het geheele trject naar
de uitvoerhaven per spoor afleggen en dan in veel
gevallen niet naar Rotterdam, doch naar Hamburg

of Bremen worden verzonden. De Duitsche belang-
hebbenden bij de Rijnseheepvaart stellen reeds ge-

ruimen tijd pogingen in het weik om de uitzonderings-

tarieven naar de havens aan den Duitschen Bovenrijn
weder ingevoerd te krijgen, doch tot dusverre zonder
resultaat.

Herstel van het vervoer langs den
Rijn
voor

goederensoorten, die dezen verkeersweg vroeger ge-

regeld gebruikten, doch nu meer per spoor worden
verzonden, zou er toe meewerken, dat het verkeer
over Nederland weder in de vroegere banen werd
geleid en spoorweg en Rijnvaart daarvan het hun

toekomende aandeel ontvingen. Zoolang echter de

Rijnvaart niet weder haar positie van vôôr den oorlog
heeft herwonnen (en verschillende factoren wijzen
erop, dat het hiertoe voorloopig niet zal komen)

blijft de kwestie der Seehâfenausnahmetarife voor
Nederland van zeer groote beteekenis. Toch vérdient
het zooeven genoemde streven der Duitsche Rijn-

scheepvaart evenzeer onze levendige belangstelling als
het vraagstuk van de uitbreiding der toepassing voor
Nederland van de uitzonderingstarieven der Duitsche
spoorwegen.

JAN Scl-IILTFIUIS.

DE ZIEKTE- EN ONGEVAIJLENWET 1925.

II
(Ziot).

in een vorig artikel maakte ik eenige opmerkingen
in verband met de indiening van ‘het ontwerp Ziekte-
en Ongevallenwet. Hier wil ik thans nog een enkele
beschouwing geven in verband met bezwaren, ver no-

men tegen de in het ontwerp vervatte regeling. De
inhoud van het wetsontwerp (grootendeels overeen-
komend met dien van het voorontwerp) meen ik bij
den belangstellenden lezer als bekend te mogen ver-
onderstellen; een beknopt maar duidelijk overzicht

van de hoofdzaken geeft (le nota van toelichting op
het voorontwerp.

• Zooals reeds werd geconstateerd ligt de voornaam-
ste wijziging, in vergelijking met de oorspronkelijke
ongevallen- en ziekteverzekering, in den opzet van het

ontwerp voor de uitvoering

der verzekering. Deze
wordt uitdrukkelijk in. de eerste plaats opgedragen

aan beclrijfsvereenigingen, dat zijn in den zin van het
ontwerp instellingen ten doel hebbende de uitvoe-
ring der in de wet geregelde verzekering en in •het
leven geroepen door samenwerking van

werkgevers
of werkgeversorganisaties met werkn emersorganisa-

ties, terwijl daarnaast ook werkgeversvereenigingen
als – bedrijfsvereeniging erkend kunnen worden, doch
slechts voor een termijn van vijf jaren telkens. In
beide soorten van bedrijfsvereenigingen moet, afge-

zien van andere eisehen -waaraan zij hebben te vol-

doen, de helft van het aantal bestuursplaatsen bezet

wôrden door personen, voorgedragen door werkne-
mersorganisaties. Voor de verzekering van arbeiders

in dienst van niet tot een erkende bedrijfsvereeni-

ging toegetreden werkgevers blij ven de Rijksverzeke-

ringsbank en de (alle?) Raden van Arbeid bestemd.

Hierdoor wordt dus bewust voortgebouwd op be-

ginselen, welke reeds in de Oorlogszeeongevallenwet
1915, de Zeeongevallenwet 1919 en de Land- en Tuin-

bouwongevallenwet 1022 zijn neergelegd en in een

belangrijk -principieel opzicht afgeweken van het stel-

sel der Ongevallenwet 1921, hetgeen hier geen ver-

dere uitwerking van noode heeft. Dat deze evolutie

door mij met instemming wordt begroet, behoeft even-

min nader betoog. Het moet

naar mijn overtuiging

nu eenmaal dien kant uit, dat het bedrijf tot de uit-

voering en toepassing der op hetzelve betrekking heb-

bende noodzakelijke wettelijke regelingen medege-

:rechtigd en daarvoor medeverantwoordelijk is.
Ik laat nu daar. het standpunt van -hen
;
did mee-
nen
j
dat de uitvoering van dergelijke regelingen alleen

met gerustheid aan de Overheid kan worden toever-
trouwd en dat het de roeping van den Staat is zoo-

veel mogelijk onder – -zijn beschermende vleugels te
nemen. Zij zijn vermoedelijk door mij niet te overtuÇ-

gen, ook al omdat de gemeenschappelijke basis, zon-

der welke elk debat nutteloos is,onthreekt. Maar be-
halve dezen zijn er ook, die van oordeel zijn, dat hét

thans ingediende ontwerp, al roept het terecht de be-

langhebbenden tot de uitvoering der verzekering, ver-

keerde wegen volgt. Met betrekking tot het voorout-

werp is bij herhaling het bezwaar vernomen, dt de

voorgestelde regeling zou leiden tot versnippering van

krachten in een groot aantal bèdrijfsvereenigingen
en derhalve tot een chaos in de uitvoering der -ver-

zekering. Daargelaten dat het ontwerp ook naar mijn

meening op dit punt een precieser en eenvoudiger

régeling had kunnen geven, wijs ik er op dat de

Begeering het in de hand heeft het schrikbeeld van

versnippering een vogelverschrikker te doen zijn,- waar-
van geen wezenlijk gevaar dreigt. Immers de met de

uitvoering der wet belaste Minister heeft het in zijn

macht paal en perk te stellen aan een te onstuimi-

gen, aan drang van particuliere – verzekeringsl ichamen;

het middel daartoe ligt in de bepaling van het ont-
werp, dat bij algemeenen maatregel van bestuur
eischen moeten worden gesteld omtrent den omvang
der verzekeringsportefeuille van de Bedrijfsvereenigin-

gen. Zeer terecht iverd reeds in het advies van den

Hoogen Raid van Arbeid de wenschelijkheid op den
voorgrond gesteld, om maatregelen te treffen, waar-
door het aantal bedrijfsvereenigingen tot een mini-
mum wordt beperkt. Nu bevat echter in – dit opzicht
helaas de Memorie van Toelichting tot het ontwerp
een eenigszins teleurstellende mededeeling. Dit stuk
verklaart weliswaar, dat een hedrijfsvereeniging van

bescheiden omvang minder dan een groote vereeni-
ging in staat zal zijn haar administratie naar rede-
lijke eischen te voeren, maar meent,aan den anderen
kant, dat de te stellen, eisch omtrent het minimum

]oonbedrag niet z66 hoog mag worden opgevoerd, dat

daardoor het bereiken van dit minimum slelits aan
een enkele bedrijfsvereeniging zou worden mogelijk

gemaakt. Medegedeeld wordt dat, aangezien het totaal
te verzekeren loonbedrag op ongeveer anderhalf mil-
hard gulden gesteld kan worden, het in het aanvan-

kelijk voornemen ligt -het geëischte minimum loon-
bedrag op omstreeks 25 millioen gulden te doen stellen.
– Ik meen dat deze grens niet hoog genoeg is gesteld
om een teveel aan bedrijfsvereenigîngen onmogelijk
te maken; het zal dus zeer gewenscht zijn, dat bij de
behandeling van het ontwerp op den Minister aan-
drang wordt uitgeoefend om dit zijn aanvankelijk
voornemen nog te wijzigen. Naar mijn meening is de
niogelijkheid van een goede wetstoepassing hierbij zeer nauw betrokken.

4.
Maart. 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE’ BERICHTEN

EM

Aan den ancieien kant echter beschouw ik het als

een deugd van het ontwerp, dat niet is ingegaan op.

den wensch van een minderheid in den .LLoogen Raad

van Arbeid om dc uitvoering der sociale verzekering
uitsluitend te doen geschieden door beclrijfsvereerii-

gingen, berustend op het verplichte lidmaatschap van

alle werkgevers en werknemis uit den betrokken be-
cl rijfstak. In een dergelijk stelsel, waarin zoowel cle

uitvoering der verzekering als het dragen van het

risico gemonopoliseerd zou
zijn,
zou, wat naar mijn_

gevoelen de voornaamste sociale tendenz is der onge-

vallenverzelcerig, nl. het streven naar ongevallen-

voorkoming, veel van zijn kracht verliezen. Al hoort,

wat den inhoud van het begrip betreft, de ongeval-

1 cnbepc.rking zeker niet tot de ongevallenverzekering,

het instituut van sociale verzekering, dat het eerste
zou verwaar]oozen om zich tot het laatste te bepalen,
zou zonder twijfel zijn socialp taak slechts ten halve

verrichten. Het huidige stelsel der industrieele onge-

valletiverzekering, met .zijn mogelijicheid van over-

dracht van het financieele risico, heeft ten minste
dt goede, dat het de ondernemingen, die ui.t een oog-

punt van bedrijfsvciligheid, een goed risico opleveren,

zelf iie voorciceien van het risicogehalte laat genieten

en aldus den werkgevers zelven direct belang geeft

hij een goede bedrijfsbeveiliging. Dat hierin voor de

nrbeide.rs ccii groot belang ligt besloten, is zonder
meer duidelijk. Een stelsel nu dat een bestaanden prik-
kel tot bedrijfsbeveiliging zou wegnemen, is alteen
laarom reeds te veroordeelen. Bij een monopolie
dwingt men goede en slcchte onclernemii:igen bijeen

en verzwakt dcii voor het streven naar..bedrijfsbeveili-
g
ing machtigen factor van het eigenbelang, al is dit

gelnkkig’niet de eenige factor, die in het spel is.
In de tweede plaats heeft het ontwerp, doordat het de tal rijke bestaa ide zi ekenkassen uitsc,hakelt, een
wel begrijpelijke onrust gewekt in de kringen dier
kassen. Toch is de met clie onrust gepaard gegane
veron t.waarcli ging in zoovcrre mispl aatst, als niet valt

in te zien hoe iii een op eenheid aangelegd stelsel aan
dc ziekenkassen een in. cle wet gegrondvest’e positie als uitvoejingsorgaan zou k nrineru worden gegeven.

Men kan toch -niet al de kassen tot hedrijfsvereeni-

ging p.rornoveeren, hetgeen bovendien reeds onmoge-
lijk is door de samenvoeging der ongevallen- met de
ziekteverzekering. Deze samenvoeging is een uit een

oogpunt van vereenvoudigde administratieve behande-
ling zoo helangrijice maatregel, dat daarvan in geen

geval mag worden afgezien.
Ongetwijfeld moet erkend worden liet groote nut
dat cie zielcenicassen gesticht hebben als pioniers op
het terrein der ziekteverzekering, waarop zijerhieçi-

waardig weric hebben verricht. Men kn dit erkennen
en toch van meening zijn, dat haar taaic als weghe-

reide:rs
01)
een bepaald oogenh]ik is afgeloopen en zij
plaats hebben te maken voor hooger georganiseerde
vormen van particulier initiatief, die het door de kas-
sen op een ander plan aangevangen weric voortzetten
in den-zeifden geest waarin het is begonnen. Het is
en. blijft de verdienste der zieke.nkassen dat zij een
groot deel van ons volk met het voor-zichzelf-zorgen
hebben vertrouwd gemaaict. Nu de tijden gerijpt schij-
nen voor een meer algemeene en complete verwezen-
li.jking van deze gedachte, mogen zij niet, daaraan om

haar -zelfs wil in den weg staan. Dat overigens van

-hetgeen op het gebied der ziekteverzekeriug reeds be-
staat, zobveel mogelijk worde partij getrokken, is een wenschelijkheid die ook bij de toepassing van deze in
ontwerp voor ons liggende wet in het oog zal moe-

ten worden gehouden. Het icomt mij voor, dat de be-
staande kassen wellicht in samenwerking met de he-
drijfsvereenigingen nuttig werk kunnen blijven don.

In dit verband verdient ten zeerste de aandacht het
in den laatsten tijd geopperde en o.a. van .R.-K. weric-
geverszijde aanbevolen plan, de ziekteverzelcering te
laten varen en te volstaan met een uitbreiding van
artilce] 1638 c B. W. Voor zoover dan nog .behoefte


zou bIjkente bestaan aan een (vrijwillige) verzeke-

.riulg, zouden de lSdstaande ziekenkassen daarin kun-

pen voorzien. Ik meen tegen dit plan te moeten waar-
sehuwen en met te meer klem, waai het een gevaar-

]ijke hekoring zou kunnen blijken te bezitten. .[nder-

daad verdient een denkbeeld, w’aardoor een op het be-

cirijf te leggen last op zon eenvoudig en practisch

mogelijke wijze wordt geregeld, allen steun; in dit

opzicht is het bedoelde plan dan ook zeer aantrekke-

lijk. Men vergete echtei niet, dat uitbreiding van de

bepalingen der wet op het arbeidscontract niet zul-
l.en kunnen geschieden dan onder aanvulling van de

wettelijke regeling met voorschriften betreffende het
waarborgen der schadeloosstellingen. Anders mist cle

arbeider ‘in tal van gevallen (faillissement van den

werkgever, liquidatie van diens onderneming ed.) de
zekerheid dat de werkgever in de toekomst zijn ver-
tJi.chtingen zal kunnen nakomen. Zonder dé verplichte

verzekering kan men het niet stellen; zooals deze in

liet wetsontwerp is geregeld, komt. zij
feitelijk
neer
op..het van de zijde der R.-K. werkgevers aanbevolen
.vnçlengstuk der arbeidsovereenkomst.

;,vEchter dc voornaarnste fout van het plan ddr R.-K.

werkgevers is, dat het geen rekening houdt met de
gebeurtenissen en omstandigheden, die tot de ihdie-

ning va.n het ontwerp-A1heise hebben geleid. Ilc

wees er reeds in mijn eerste artikel op, dat juist het
to.tstandkomeu van, een vergelijk tusschen cle verschil:
lentie tegenstanders der Ziektewet-Talma, (het com-
promis Posthuma-Kupers) i’oor Minister .A.albere de
aanleiding is geweest om niet over te gaan tot invbe-

ring dier wet, ofschoon deze invoering een onderdeel
vormde van liet verIciezingsprograin van 1918 der

coalitiepartijen. Het staat voor mij vast, dat wanneer
,

cle ‘houding van hpaalde werkgeversgroepen thans
aanleiding zou zijn dat van aanneming van het ont-
werp-A.aiberse niets komt, voor een opvolgende regee-

ring (die wel nagènoeg dezelfde kleurschakeering zal

vertoonen als deze) om politieke redenen niet, veel
anders zou overblijven dan invoering der bestaande
Ziektewet. ‘Men heeft er zich wei van te doordrin-

gen, dat’ het thans gaat om een wettelijke regeling
dor ziekteverzekering in den geest der laatstgenoemde

wet of in den geest van het aanhangige ontwerp;

tertium non datur. Zoo beschouwd kan, dunkt mij,
dc keus juist voor wien zich aangetrokken zou voe-
len tot het plan der R.-K. werkgevers, niet moei-
lijk zijn.

lid
hevind mij dus tegenover dezelfde conclusie als

waarméde’ ik ijn vorig artikel besloot. Het komt
mij voor, dat ieder tegenstander van oerheidsbe-

moeiing met het bedrijfsleven het ontwerp van Minis-
tdj’ Aalberse moet steunen als een poging om het be-

clrijf vrij te makdn van Staatsvoogdij. Er is lang ge-
noeg gevochten voor de idee, 66k in de sociale ver-
zekering -de belanghebbenden hun eigen zalcen te
laten heheeren. Dé oppositie tegen een wetsontwerp, uaa:rin die idee eindelijk is helichaamd. blijve voor-
béhouden aan de verstokte ,,étatisten”, van wie ik
in den aanhef sprak.
POSTHUMA.

Xi’EDERTJÂND EN DE HÂAcTSCHE CONDITIEN.

Het belangwekkende artiket van Mr. G. van Slooten
Azn. onder den titel ,,Moet Nederland thaht de Hague

Rules aanvaarden” in No. 415 van dit weekblad zal
niet nagelaten hebben, als afkomstig van zulic een
deskundig jurist, de aandacht te trekken van hen, die in ‘t algemeen bij ‘de zeescheepvaart belang hebben..

De vraag in het opschrift van zijn artikel gesteld meent de ‘heer Van Slooten bevestigend te moeten
beantwoorden en spoedige’ aanvaarding van de Bru
selsche Conventi.e acht hij geweaoht ten einde, nôg
v66r
ons nieuwe Zeerecht in werking zal zijn getre-
di3n, de wet door -middel, van een z.g. novelle alsnog
unt de Conventie in overeei’istemming te brengen.

•91udi6n :onze Regeering tot rtificat’ie van de Brus-

190

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925

selsche Conventie mocht overgaan,
ZOU
..een. novelle

voorwaar geen. overbodige weelde zijn. Immers zon-

der ov.ereenstenmiing van wet en conventie zou een
i.rratiorieeie ongelijkheid van berechting ontstaan tu.
schen N.eder]andsche en vreemde beiangh ebbe:n den hij

schepen en hunne ladingen.

:0e zaak is nu reeds ingewikkeld genoeg want reeds

thans is op uitgaand verkeer uit Engeland op Neder-
landsche ichepen èn het Nederlandsche Zereoht èn

de Engeische ,,Carriage of Goods by Sea Act, 1924″

van toepassing, zoodat, waar het dwingend recht
geldt, cie Nederlandsche reeders de voor hen ongun-

stige bepalingen van
beide
wetgevingen op zich toe-

gepast kunnen zien.
Niet meer dan een vier- ii yijftai artikelen, zegt”de

heer Van S]ooteu, zouden, om de bestaande verschil-

len tusschen (de nieme) wet en conventie weg te
nemen, wijziging bëhdeven te ondergaan. Welke de

voo:rnaamste van die verschillen zij ii moge hieron der
worden vermeld:

volgens de Haagsche Conditiën heeft de out-

vanger ingeval van uiterlijk waarneemibare man6
of schade tèt cle aflevering van het goed, en bij riiet

uiterlijk wiarneemhare mhnco ‘of beschadiging tot
drie dagen daarna tijd hiervan kennis te geven aan

den vervoerder, terwijl hij volgens het nieuwe Zee-
:reoh.t drie dagen tijd daarvoor heeft hij beschad i-

ging en voô.r manco dit terstond bij de inontvaiigst-
neniing moet doen;

,


1

cle Conclitiën stehleii den tijd voor liet instel-

lei.i van reohtsiorde.ringen op ééii jaar, het Zee-

recht op één maand;

S

voor den reeder is cle maximum te vergoeden

schade of verlies door de Conditiën op £ 100, dooi:

liet Zee:reciht
opf
600 per collo bepaald;

cl.
onbokendheidsclausu.les, die do Conditiën iii
‘talgcoieeu niet toestaan, zijn volgens het Zeerecht

geoorloofd; . .

c. verplichten de Conditiën, i.n tegen

g
stellin

met het Zeej echt, den rehcler in ‘talgenieen dc hem
door den inlader ‘erstrelcte gegevens bet:re:ffen de
dc lading op het cogoossemeot te vermelden;

gelden bepaalde vermeldingen in. hët Hagiië-Rule-eognossemerit als prirna-‘faeie bewijs waarte-

gen. dus tegeribewijs mag worden geleverd, terwijl
liet Zeerecht zulks in ‘t algemeen niet toestaat; en.
is de reeder volgens de Conditiën slechts in
zobverce aanspra,kelijk, dat hij voor liet behoorlijk
bemannen van zijr schip heeft zorg te dragen; or

nieuwe Zeerecht stelt den ieedei: echter in ‘t alge-

meen ook aansprakelijk voor cle daden en verzuimen.
van, zij0 personeel en van anderen aan boord werk-

zaam.
Men ziet dus dat dân weer het Zeerecht (a, b, c,
cl en e) dtn veer dc Conditiën (f en •g) voor reeders
voordeeliger zijn. Welke van beide regelingen de voor-

kcui: verdient wil ik hier in liet midden laten.. in elk
geva.i zal het niet zoo heel veel moeite icosten oii
nieuwe Zeerecht aan de Haagsclie Conditiën aan te

passen.
Met den vensch, door Mr. van Slooten voorgestaan,
dat dit spoedig.moge gebeuren kan uien het terwille van de internationale eenvormigheid eens zijn. Ech-
ter wil het mij voorkomen dat liet noodzakelijk ii op
één punt, waarover de heer Van Slooten met geen

en]cel
w
roord gerept heeft, de aandacht te vestigen,
nA. dit dat de Haagsche Conditiën weliswaar op :1.

Januari op van Engeland uitgaande ladingen van.
toepassing zijn geworden krachtens cle ,,Carriage of
Goods by Sea Act, 1924″ maar dat deze wet nog eenige
artikelen aan de eigenlijke ,,Rules” vooraf doet gaan,

die tot gevolg hebben,
dat de Conditiën zelve
(èn dus

ook de Conventie)
niet onbelangrijk worden gewiozigd.
In de eerste plaats is nog eens, uitdrukkelijk be-
paald dat de reeder niet absoluut voor zeewaard’ighei’d
van zijn schip aasprakehij’k is. Hij heeft ,allen de
verplichting ,,to exercise due diligence to make,the

ship seaworthy”. Hoewel de Regeering’ bij de debat-

ten in de Tweede Kamer de ongerustheid der reeders

hieromtrent grootendeehs heeft weggenomen, is de

reeder, volgens den
tekst
der nieuwe wet, ,,niet vrij

te bedingen dat hij niet of niet dan tot een beperkt

bedrag aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door

ongesehiktheid vân liet vervoermiddel tot het over-
eengekomen vervoer”. 1-let lijkt mij begrijpelijk dat

deze woorden aanvankelijk zijn opgevat als bedoelen cle

den reeder absoluut voor een zeewaardig schip aan-
sprakelijk te stellen. Maar er is meer.

Een ander der voorafgaande artikelen van de En-

gelsche wet, welk artikel in margine als volgt wordt.
omschreven: ,,Modificatiozi of Rules 4 and 5 of Arti-

cle III in relation to bulk cargoes”, bepaalt dat de

prima-facie ‘bewijskracht van de vermeldingen bëtref-

fende de lading op het cognossement niet geldt wan-

nee): het, zooais bv. in de kolenvaart, gewoonte is dat

het gewicht van de lading ddor derden (spoorwegen,

haven-autoriteiten enz.) is vastgesteld.

Behalve deze verzae’hting van de Conditiën ten .he-
hoeve van de reeders, bevat de Engelsche wet nog een

derde artikel, hetwelk bedoelt aan de bezwaren van

de kustvaart tegen de Conditiën tegemoet te komen.

Het môge de)rlialve een ieder duidelijk zijn, dat,
door .n ii de Conventie in ongewijzigden vorm in ons

zeeiecht te verwerken, de Nederlandsche reeders in

ongunstiger positi.e zouden komen dan hun Engel.
scli’e eolîega’s, – die tot nu toe de eenige zijn voor wie

(te Haagselie Conditiëii ivet.telijk gelden (nevens na-

tuurlijk andere reeders, wier schepen uitgaande la-
ding van Engeland vervoeren).
1)

Dat Duitschland nog geen èanstaiten schijnt te

maken de Conventie binnenkort te teekenen, was voor
Engeland van veel minder belang dan liet voor de
Nederlandsche reederijen is. Deze hebben toch veel
meer dan de Engelsehe lijnen met :DtLitsehe versche-pers te maken, die, algemeen gesproken, meer rechten

aan eognossementeu meeiien te kunnen oritieenen dan

‘hunne Engelsche collega’s plegen te clôen.
De he6r Van Slooten zegt dat, indien cle (Necter-
1 andsche) reeders ,,nog eenige bedenkingen tegen de

con yentie mochten koesteren, hun stem toch weinig

geluid zou lebben, aangezien niet in de eerste plaats
in hiiii belang de cognossementsvoorschriften èh in

onze nieuwe Zeewet èn in de conventie zijn opgeno-
toen”, maar ik veroorloof mij niet gepaste bescheiden-
heici te vragen of de stem der Nederlaridsehe sclieep-vaart, die voor oi:is land van zulk een eminent belang
2)
dan z66 weinig telt en of het niet een algemeen

Nederlandscht belang is onze scheepvaart iii et niéér
lasten op te leggen dan op hare huitenlandscie con-
currente’n rusten.
.
S

Tooruifnt].evend
,
heid is in. het algemeen te prijzen,
maar mij dunkt dat Nederland zich
ten nadeele
van

een zoo belangrijk bedrijf als de zeescheepvaart niei
de w’eelde behoort te veroorloven om onder de huidige
gewijzigde oms’tandigiheden als
eerste-
Engeland te vol-
gen nu dit land bovendien in de Conditiëm.i nog ver-
andering bi-acht.
Het feit dat de Nederlandsche Reedersvereeniging
hare leden aangeraden heeft een z.g. ,,paramount clan-
se” op hunne van Engeland uitgaande cognossornen-

Ook in Australië werden op overeenkomstige wijze als
in Engeland
op 1
Januari 1925’voor uitgaande ladingen
wettelijke bepalingen van ‘kracht. De san de Haagsche con-
ditiën voorafgaande bepalingen der Australische Wet wijken
weer eenigszins van de Engelsche af.

To 1923 bedroeg de netto tonuenmaat pe1 hoofd der
bëvolkiag in:
Noorweg’eu ………………..
455
G’root-Brittanni en Terlauci

274
Nederlend

………………..
193
Denemarken ………………
171
Zweden.

……..
…………..
126
Vereeuigdle Staten …………
98
Griekenland

………………
64
Frankrijk

………………..
53

4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ten te stomplen, waardoor de Haagsche Conditiën
toepasselijk worcten, kan kwalijk worden aangevoerd

als een bewijs, dat de Neclerlanclsche. reeclers onder de

tegenwoo.rdige omstandigheden algemeen en vrijwil-
lig tot invoering der Haagsohe Conditiën willen over-

gaan. Immers liet lag op den weg der Reedersvereeni-

ging, haar leden ‘do noodigo aanwijzingeii te geven op welke wijze het best kon worden voldaan aan de

vcreiscthten eener Engeische
wet,
waarmede men be-

zwaarlijk in strijd kan handelen. Het staat du.s vast dat door Engeland aan de inter-

nationale eenvorinigheid ernstig afbreuk is gedaan.

Mr. van Slooten ziet daar geen groot bezwaar in, het-
geen moge blijken uit zijn woorden: ,,Bovendien, de
conventie is slechts een minimum-regeling, de natio-

nale wetgever mag de ‘belanghebbenden bij ladingen
niet slechter behandelen
marc, wel beter.”
Hij acht

het dus niet bedenkelijk, wanneer, roet behoud van
de bepalingen, nelke thans in ons nieuwe Zeerecht

voor de reeders al ongunstiger zijn dan in de Bussel-

sche Conventie, bovendien de voor de reeders bezwa-
render bepalingen der Conventie in ons zeerecht zou.-
den worden verwerkt, zulks ‘ten voordeele van cle be-

langhebbenden bij de lading.
Hierdoor zou echter mi. juist het tegendeel bereikt

worden van internationale eenvormigheid, welke toch
doel e:n opzet der ilaagsohe Conditiën is geweest, het-
geen reeds voldoende blijkt uit liet opschrift dat de
Brusselische Conventie draagt: ,,Convention interna-

tionale pour
l’vnification. de certaines règies en ma-

tière de counaissement.” Bovendien zijn de Condi-tiën als het resultaat van ,,hargaining” -tussehen de
,,nianneri van de praktijk” te beschouwen en het zou

dus behalve onredelijk ool onbillijk zijn wanneer met dit feit geen rekening werd gehouden. Nog dezer dagen kwam liet belang van inter natjo-
riale eenvormig’heid duidelijk naar voren. De vorige
week nam het ,,Cornitô das transports par met” der
International.e Kame:r van Koophandel te Parijs de

volgende motie

hetreffet.ide cle Haagsehe Conditiën

aan, welke moti.e door den Raad van Bestuur der
.l.Çamer werd bekrach tigcl

,,Le CumitS clonnant soti eutire approbatioii
Pt
la reso-
Jittion No. XTI[ da Congres de Rome relative atix con-
]Iaisse]nents reeomniandc aux Goiivcrnements dc tous les
PYS niaritimos de donner inimCdiutement foree de
bi fi
la Conveittion qui eomprend les Regles de La Uaye, telle
ciuelle a été appronvCe par Ja Conidrence Diplornatique
‘de Bruxelles en Octohre 1923; ccci de manière ii ce que
le commeree ne soit pas plus bongtemps privC des avan-
tages que coniporte le caractère pr5cis et
uniforme
de
ces règles.
Le Coniitil est d’avis
qiIc,
ce faisant, les gouvernements
évient
sorupuleusement
toute moclifiintion de fo’ii4 on dc
fornve de le Convention
teile qu’elle
a
CtC approuv5e et veillent
it
ce que toute tracluction des regles concorde
exactement avec les textes ofïiciels de Is Convention.’

De resolutie kort geleden aaligenomen in een ver-
gaclering van de ,,Shippers Conference of Greater
New York” spreekt eveneens van ,,the manifest de-
sirabihity of uniformity iii ocean bihls of lading.”
Met echt ,,vaderlandsche hedaehtzaamheid” zal dus,
naar mijne meening, onder de huidige omstandighe-den eerst dan tot onderteekening van de Brusselsche
Conventie door Nederland kunnen worden oerge-
gaan, wanhileer blijkt dat dit niet slechts door één,
maar door het meerendeel der zeevarende landen ge-
schiedt, in de eerste plaats door oiizë ernstigste me-
dedingers.

In de tweede plaats dient dan wel goed te wordeii
overwogen of het niet gewenscht is om – ter
wille van internationale eenvormig’heid – de wijzi-
gingen, door Engeland in de Haagsche Conditiën
aangebracht, eveneens i’n de Cwvveritie o’ver te nemen.
Het beste zou dit ongetwijfeld door rniddel van her-
nieuwd internationaal overleg kunnen geseihiedeiï
door de Staten, die aan de totstandkoming der Con-
ventie hebben medegewerkt.
In géén geval echter zal ons Zeerecht een opeen-

stapeling mogen zijn van cle voor reeders bezwaren de

bepalingen èn uit de wet, zooals zij thans luidt, èn

uit de Brusseische Conventie. Dit zou hoogst oobilhij,]r
zijn en bovendien voorbijstreven van het gestelde doel

ial internationale eenvormigheid op het stuk van eeg-

nossementeii. Mr.
F. W. A. DE
Koon
VAN LEEUWEN.

* *

‘De Redactie was zoo vriendelijk mij de proef van

bovenstaand belangrijk artikel van Mr. de Koek van

Leeuwen ter inzage te geven en mij in de gelegenheid

– te stellen daarop aanstonds iets te antwoorden. ik

maak van dit welwillend aanbod slechts in zooverre
gebruik, dat ik de vraag zelve betreffende de oppor-

tuniteit van onmiddellijke toetreding tot de conven-
tie rusten laat. Hieromtrent is thans liet woord aan

de belanghebbenden hij ladingen. Ik hen geen reeder
ea geen koopman of bankier, en wil omtrent de ho-
rerihedloeide vraag wel mijn onpartijdige meening zeg-

gen, doch geen strijd voeren.

Het- heeft
mij
verheugd, dat Mr. de Rock van

Leeuwen slechts zeven punten ziet, welke voor wijzi-

Ïig door een Novelle in aanmerking zouden komen.
P.
,Ik meen, dat daarvan nog wel een paar af kujin.en

nu het toch vaststaat, dat de Conventie éénheidl

wil hrei.igen op één bepaalt punt ni. •het
minimum
van

uuvervreemdhare rechten dat onder iedere wetgeving
aan cognossementhouders toekomt.

Dat minimum is dloOr de inleidende bepalingen van
de Engelsche ,,Carriage of Goods by Sea Act, 1924″
niet aangetast. Het artikel over de zorg voor zee-
waardigheid herhaalt slechts uitdrukkelijk wat in cie,
Rules staat en het is alleen geschreven om duidelijk

te maken, dat nationaal recht op dit punt wordt afge-

schaft. Het artikel omtrent cle hulk-cargoes is over-
bodig, maar hovendlien.: het is niet bedoeldi als ver-

zachting van de Rules ten behoeve van de reeders,
doch veeleer als tegemoetkoming aan bezwaren vati.

inladiers, die niet wilden dat de recdle:rs hen aaifispra-
kelijk zouden houden v6or opgave ve
ci
hoeveelheden,
die zij – cle inlaclers – niet hadden kunnen contro-
loeien. De bepaling omtrent de kustvaart heeft voo1

ons geen belang, omdat wij geen kiistvaart hebben.
• Ik wil toegeven, dat dle reeders bezwaren kunnen

hebben tegen de conventie en volkomen te goeder
t,i-ouw van meening zijn, dat deze regeling ‘hun geld
kah icosten. Doch het geldt hier de beëindiging van
een jarenlangen strijd door een eervollen v.tede, en
daarbij zal men moeten komen tot een compromis, tot
géven en nemen. Nu staat dit vast
;
dat een dergelijk
compromis reeds voor een dertigtal jaren in de Ver-

enigde Staten is tot stand gekomen en dit niet alléén,

mâar ook, dat onze Nederlandsehe transatlantische
maatschappijen al dien tijd hare thuisreizen zoowel
als hare uitreizen onder cle Anierikaansche bepalin-
gen hebben gemaakt. Zij hebben zich daardoor nooit
liezwaard gevoeld, althans hiervan nooit melding ge-
maakt. Alvorens de nu in het algemeen aangegeven bezwaren tegen de, conventie te durven wegen, zou
ik die wel eens meer concreet willen zien uitgedrukt.

G.v.S.

DE RIJNVAART OP AMSTERDAM.

Een dezer dagen is verschenen het Maandbericht
van het Bureau van Statistiek der Gemeente Amster-
over December 1924.
1)

In deze, van maand tot maand verschijnende statis-

t.ische publicatie worden eijferoverzichten gegeven,
die op
belangrijke
factoren in het leven van de ge-
meente betrekking ‘hebben. Zoo worden met betrek-
king tot de R’ijnvaart vermeld het aantal en den
inhoud van de aangekomen en van de vertrokken
schepen, en het maand’beric’ht over December vol-
tooit op deze wijze het overzicht van het scheepvaart-
verkeer niet den Rijn over het jaar 1924.

‘)
No. 12
van den’ 30sten jaargang van de StatistiSche
Mcnindberichten.

192

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925

‘Ilians blijkt, dat de Rijnvaart op Amsterdam het

peij van voor den oorlog w’eder heeft bereikt enin

de tweede helft van 1924 belangrijk heeft overschre-
den.

luhoud van de per maahd te Amsterdam binnengekomen
Rijnsehepen in 1000 M.

1914

1915 1916

1917
1918

Januari
68
66 54 29
52
Februari
107
87
56
1
39
Maart
101
82
79
49 35
April
128
80 50
43 48
Mei
112
74
80
58 33
Juni
149
85
55 57 25
Juli
117
73
79
78 29
Augustus
45
.64
70
28
29
Septcinb.
56
.56
54
34
76
October
93
48
64
28
57
November
67
61 39
76
December
71
72
40 72 20

Totaal
1.164 848
720
553
490

1919
1920
1921

1922_

1923
19241

21 17
65 68
52
68
23
41
58
46
36
90
37
35

.
65 68
16
138′
21
40
76 55
15
116
30
37
70
67
17
105 43 40
70
92 34 92 49 45
52
88
41
140
38 36
GO
61
45
137
58
51
71
60
35
139
61
48
62 59
40
162
57
71
76
63
41
124
53 59
57
53
72
154

491
520

.
782 780
444
1.466

In onderstaande grafiek is het verloop van de Rijn-
vaart over dc veelbewogen periode van 1 Januari

1914-31 Dcecmbe.r 1924 :ii:i heeld gebracht en zijn

aangegeven de belangrijkste gebeurtenissen, die op dit

scheepvaartverkeer invloed hebben ui tgeoefeLd.: de

we:reidoorlog van 2 Augustus 1914 tot 11 November

1918; de Ruhrbezetting van 9 Januari 1923 af; dc

instelling van de rentemark op 15 November 1.923; en de aanvaarding door Duitschland van de Dawes-

voorstellen op 11 Augustus :1.924.

I”ffl’m’u”uu’uu’IImIIUIUhlfl#
!IllI


111111 1
IuIHllfluHhIlHlIululuHlIllIllIlIIIliuIllH;9Illi

luhIIIIluuluIulHhIIIullIIIIllflu


hfl1
1111111111′
IfluhIuIIIui::::::r
hhmlIlIhIIliHII
C!
fIMIu

IUIIIIIIIIIIIUUIII 1
IIflIUIhilhIhli
‘InuhhhhIhihhuuhhhuhhIhhuhhHuuuuImhI

hlhhhhhhttlIIhI
HhllUhIlUIUhIUUhlilhhlUhhhlHhIMUlUlHlilhhluhlhhIiI1JIIPU
‘1HUflhI1lhlhuhhhlhhlhlflhhhhhlilhhIhIHhlllUIIhlHUHflHldlhlIl
:•
IuuIrnnuuIhIIUflhhIInIHhhuhhhhhhlhl:hhll1hhlhuhIhIlIhhuIU

lnhIIiiUuIuv1uhlnnlu.uuhuuhIliuflrI. Uli;huhuuhhulUhlI

IUlthhhIlirl4IaluuhIlIHuhIUi*hhhIUhIUIh’UM !V,l11JhIuhhIlhhhhhIIU

.i.uiiuuihiuiiiu

uIuhiItiqn1unniiliuurjuuIrnI

iuiiIhliuuui•i u

IflUflhIflUh

• hhIhIlhIuluhhhhIl

hlUhhIhhullUhhlhhIhhluhul


lUllUhhhhhlhlhhl

:

:De Rijnvaart bad, sedert cie open:ing van het Mer-

wedekanaal op 4 Augustus 1892, een vrijwel onafge-
broken stijgende ijn gevolgd tot Augustus 1.914. Bij
het uitbreken van den oorlog is ze iiiet aanstonds tot

het laagste peil teruggevallen; Duitschland heeft e-

tracht met de nog toegankelijke landen een geregeld
economisch ‘verkeer zoo lang mogelijk te onderhouden.
fii de laatste 2 jaar van den oorlog ver.minde:rt :ce

:Rijnvaart in, omvang, en vooral in regelmaat. Dat
vervolgens een vrede, die voor Duitschlancl de neder-
laag realiseerde en een b.mnenlandsche omwenteling

bracht, geen onmiddellijk. ‘herstel van cle R.ijnvaart
zou met zich brengen, was te voorzien. Het duurt dan

weder omtrent 2 jaar voor van eenige duurzame ver-
hetering hiijk.t. Deze komt, in weerwil van de groote
i.nstabiliteit van den Duitschen wisselkoers. De Fran-
sche Ruhrhezetting brengt tijdelijk een inzinking. Er
is aanleiding deze niet u.itslitend als cli;rect gevolg

van de bezetting aan te merken,
maan
8or een be-

langi’ijk gedeelte als gevolg van de door het feit der

‘bezetting opgeroepen reacties, de wrlctakingen, het

lijdelijk verzet, d.e desorga’i:iisatie van het verkeer i ii

een belangrijk gedeelte van het Rijnsch—Westfaa.lsch

industriegebied, en van den daarmede gepaard gaan-

den verderen val van cle mark. Bij het opgeven. van

den weerstand en nog v66r de instelling van de rente-

mark was gedeeltelijk herstel reeds ingetreden.

De groote ve:rbeterii:ig zou echter eerst komen toen

in. JJuitschlancl de monetaire-politiek van Dr. 1[avcn-

st4n werd verlaten en eau Dr. Schacht de handen.

werden vrijgegeven tot het stahiliseeren. van de munt-

eenheid. De Rijnvaart reageerde hierop onmiddellijk

en op een wijze,, die geel) tw’ijfel liet omtrent de aan-

wezigheid van een economisehen drang, die slechts op
meer normale verkeerstoestanclen wachtte om door te

breken. Het herstel van de Rijnvaart na de instelling

van de rentemark stelde een keer te meer
,
de hetee-
kenis in het licht van stabiele geld- en wisselkoersen
voor het internationale goeclerenverkeer.

WTanneer nico zich nu afvraagt, of de opleving val t

de Rijnvaart op Amsterdam van cluurzamen . aard zal

zijn, moet het 4ntwoord luiden, dat thans geen aan-
wijzing aanwezig is, op grond waarvan zou moeten

worden aangenomen, dat het scheepvaartverkeer tus-

scheu Amsterdam en den Duitschen Rijn zich op het

bereikte niveau niet handhaven zal. De renternark

heeft zich in de afgeloopen periodè van 15 maanden

gequalificeerd als stabiel ‘betaalmiddel. Het aanvaar-

den, door alle partijen, van cle Dawes-voorstelien

heeft een gunstigen invloed uitgeoefend zoowel op cle

internationale verhoudingen als op den binnenland-
schen econoniisehen toestand van Dui,tschland; ‘ cle

rechten en verplichtingen, althans voor de eerste 5
jaren, liggen vast in over en weer aanvaarde cijfers.
:[nclien niet alle teeken.en bedriegen, legt Du.itschlaod,

ongeacht zij.n politieke oriëntatie, zich in econom.i-

schen zin, met ernst toe op de toekomst; daarin begun-
st.igd door zijn gedwongen dernilitarisatie en den.
7.00-

zee:t: geneduceerden re.t:ttelast van zijn oude schul-

den. Ten slotte moet in acht worden genomen, dat

verwezenlijking van het Dawes-pian zonder een groot
Duitsch uitvoersaldo niet mogelijk is. In de daarom
noodzakelijke politiek voor economische expansie zal
liet Rijnsch—Westfaaisch industriegebied een belang-
rijke rol hebben te vervullen.
Onder al deze omstandigheden zou liet geen blijk
van lichtvaardig optimisme zijn, rekening te houden
met cle waarschijnlijkheid dat de Rijnvaart op Am-

sterdam zich op
ket
thans bereikte niveau zal hand-
haven, en cle mogelijkheid van, verdere ontwilckel.i cig
n.i et hij voorbaat uitgesloten te achten.

De verbetering van den scheepvaa t tweg tussehe
ci

Amsterdam en den Duitschen Rijn is than.s urgent

als ooit te voren.
De Staatscomniissie-L.i mbur
g
heeft haar belangrijk,

met een 16-tal grafieken en si tuatieteekeningen toe-
gelicht rapport op 1.7 December 1924 uitgebracht.
Na niet minder dan .14 ontwerpen op doeltreffend-
heid te hebben getoetst, komt de Commissie eenstem-
mig tot de slotsom, dat plan E, Arnsterdam—Ut.recht
_.,
T
ijk
hij Duurstecle—Tiel, uit een technisch en eco-

nomi sch, oogpunt het meest voor uitvoering in aan.-
merking komt.
Van dit rapport heeft, in cie nummers va.n dit week-
blad van. 21 en. 28 Jan’ua:ri j.l., het lid der Staatscom-
missie, de heer A. Donker, een overzicht gegeven. En de belangwekkende uiteenzetting van de national.e en
i irternationale beteeken.is van een aan de’ eischen van

hetv erkeer’beantwoordende scheepvaartverhin ding.
waarmede cle heer Donker ‘zijn overzicht besluit, over

weegt hij, dat, hoewel volgens de aan het rapport toe-
gevoegde grafiek (di,e niet verder gaat dan 1922) de
Rij n.vaa:rt op Amsterdam zich nog niet tot het cijfer van
oor den oorlog heeft kunnen verheffen, het jaar
1924 ten opzichte van het algemeen wereidverkeer

4
Maart
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
193
k

.

Amsterdainsch Rijnvaartverkeer.

Tijdvak

1

Januari

191.3—-31

Juli

1914.

Binnengekomen te
Vertrokken uit
otaa1


Verkeer per maand
Gemiddelde
m
Asterdam
Amsterdam
.
tonnen-

Aantal
schepen

1

,

.

houd
1

ronnenin
Aantal
schepen
t
Tonneninhoud

Aantal
t
1

schepen
1
,


lonneninhoud
Aantal
schepen
Tonneninhoud
inhoud
per schip

2815
1.950.301 3058
2.127.840
5873
4.078.141
309

214.639


695

Tweede halfjaar van 1924

1108

j
856.396
981
758.039 2089
1.614.435
348
269.072
773

nieuvc veige’zichten heeft geopend, die de hoop wet-
Tabel 1.

Aandeelenkoersen einde 1923 en einde
1924.

tigen

dat

wij

thans

weder

betere tijden

tegemoet
A.

ii Bankaandeelen.
1)
gaan.
.
28 Dec. 1923
31 Dec. 1924

😀

vei:wachting is derhalve,

althans voor wat
Anglo!Austrian Bank……….
352.000
190.000

cle Rijnvaa.rt op Amsterdam betreft,

door cle feitu
Bank.Verein ………………
235.000
113.000

bewaarheid, zoo niet overtroffen.
Bden.Credit-Anstalt ……….
449.000
244.000

Om
het huidige Amsterdamsche
Rijnvaartverkeer
Centraib. deutschei Sparkassen
62.000
25.000

nader te vergelijken met dat van voor den oorlog, stel-
Creditanstalt,

Oest .

………..
Escompte-Geselscbaft
N
…….
344.900 422.000
163.100
280.000
leri we tegenover elkander het gemiddelde per maand
Iuderbank

……………….
380.000
230.000
van de te Amsterdam

aangekomen

en

vertrokken
Mrcur ……………………
209.500
114.500
.R.ijnschcpen ove.r cle voor-oorlogsche periode 1 Januari
Oest. Nationalbank

………..
1.396.000
1.645,000

:1913-31 Juli 1914, en het overeeukomstige maandl
Ilnionbank

……………….
352.000
143.500

gemiddelde van het laatste halfjaar van 1924.
Vekehrsbank

…………….
161.000
48.500

Het Amsterdamsche Rijovaartverkeer was derhalve
Totaal

………..
4.363.400
3.196.600
OVer het laatste halfjaar van 1924, naar tonnerimaat,
Groepiudex
100
0
/0
73

0
/0

ruim 25 pOt. hooger clan in cle hoogste periode voor
.De Oesterr. Nationalbank buiten
beschouwing gelaten
den oorlog; en de gemiddelde inhoud van cle schepen,
zou de groepenindex slechts 52
0/

bedragen.

w’aarmecle dat yerkeer plaats heeft, blijkt met ruim
B.

11 Industrieaandeelen (IJzer,
machinés, electriciteit).
11 pOt. te zijn gestegen.
U


28Dec. 1923
31 Dec. 1924
Ten

betooge

van

de

urgentie

vn

een

beteren
Alpine

Montan

…………..
776.000 374.900
scheepvaartweg lijkt van deze heide conclusies cle een
Berg. und ihittenwerke …….
6.400.000 4.955.000
ons niet minder belangrijk toe dan cle ander.
Felton
&
Guilleaume ……….
640.000
316.000
in het
K.
B. van
1
Januari 1921, No. 39, waarbij
Krupp

A.G-.

………………
479.000 225.000
de Staatscoinmi ssi e-Limburg

werd

ingesteld,

werd
Brückenbau u. Eisenkonstrnktion
700.000
290.000

haar opdracht in het kort aldus omschreven, dat zij
Denés
&
Friedmann

……….
1.700.000 920.000

zonde

instellen

een

onderzoek

naar de

beste wijze,
Wr. Lokomotivfabrik ……….
2.610.000
1.450.000

waarop een verbeterde scheepvaartweg van

Amster-
Simmeringer Maschinen ……..
400.500
204.000

dam naar den Boven-Rijn, zoo spoedig doenlijk kon
Brown-Boveri Werke ……….
270.000
135.000

worden tot stand gebracht. De Staatscommissie heeft
Oest. 5iemensSchuckertwerke
248.900
110.000

haar onderzoek gesloten, en het resultaat, in den vorm
Stern

&
Hafferi

…………..
445.000
176.000

van een stellig advies, openbaar

gemaakt;
1)

thans
Totaal

………..
14.669.400
9.155.900

poet
.
nog het wejk worden tot stand gbracht,

Groepindex ……..
100 O/ 62
0/

spoedig doenlijk.

A. STAPEL.
C.

11 Industrieaandeelen (Chemisch,
papier, hout).

Amsterdam
28Dec.1923
31Dec. 1924
F. X. S.

Brosche

…………..
3.438.000 2.600.000

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
Dynamit

………………..
10.350.000
3.940.000
Solo

Ziiudwerke

…………..
2.000.000
1.310.000
i)E JCONOMISCIIE EN FINANCIEELE ONTWIK-
Teerag

…………………..
600.000
215.000
KELING VAN OOSTENRIJK IN 1924.
Brigl
&
Bergmeister ……….
2.495.000
1.150.000

Dr. Richard Kerschagi. te Weenen schrijft ons:
Heinrichstbaler

…………..
2.220.000 920.000
Neusiedier

..
2.975.000
1.175.000
Het meest opvallende kenmerk van het jaar 1924
Vernay Druck
298.000
100.000
in Oostenrijk was wel de financieele en economische
Gutmanu

…………………
1.430.000
820.000
crisis, die het begin van het jaar in zekeren zin als
Holz
&
Industrie-k. G………
60.700
14.500
een terugslag op de saneering medebracht en die
Timber

………………….
800.000
.
378.500

ernstige

irioeilijkheden

op

de

geldmarkt

en

de
Totaal
26.666.700
12.623.000
beurs deed ontstaan.
Al
was ook de ineenstorting
Groepindex

::::::
100
Q/
46
O/
van twee tamelijk groote en een reeks kleinere en
heel kfeine banken niet te vermijden, toch werd in
D.

11 Industrieaandeelen (Bouw, Textiel, brouwerijen).

het algemeen een tweeledig doel bereikt. In de eerste
28Dec. 1923
31Dec. 1924

plaats

werd

door

dezen

golf

van

liquidaties

en
“Alig. Oest. Bauges………….
712.000
229.000

faillissementen een zuivering van de markt bewerk-
Union-Bau.Ges.

……………
720.000 218.000

stelligd, die alle zwakkere alsmede de onsolide ele-
Wiener

Bau.Ges …………….
Wr.

Ziegelwerke …………..
460.000
1.350.000
134.000
570.000
menten op een misschien zelfs wel wat te vergaande
Awestem

………………..
243.000
76 000
wijze wegspoelde en daardoor een steviger grondslag
Cosmanos

………………..
1.010.000
895.000
voor de credietmarkt als geheel deed ontstaan. In
Hanf,

Jute
&
Text………..
2.100.000
1.050.000
de tweede plaats gelukte hét, de nawerking van deze
Tarbouches

……………….
2.645.000
1.510.000

geld- en crediet-crisis, wat de hoofdzaak betreft, tot
Gösser Brauerei

…………..
.7l0.000
2.240.000

het zuivere bankwezen en wel speciaal tot de specu-
Liesinger

Brauerei …………
1.150.000
507.000

latiebanken te beperken en vôôr

alles

den munt-
Nuszdorfer

Brauerei

………..
3.270.000
720.000

standaard en

de industrie in

haar produètie-

en
.

Totaal

………..
16.370.000
8.149.000

weerstandsvermogen absoluut onaangetast te houden.
Groepiuclex
100

0
/0
49

De deroute der effectenmarkt was ongetwijfeld zeer
-.
28Dec. 1923
31 Dec. 1924

‘)

[zje p.p. 46 en 71 in de Nos. van 21 en 28 Jan. 11.
.

Totaalbedrag …..
62.069.500
33.124.500


Red.]
Gemid1de index (Einde 1023

Basis
=
100: 53
.

Dollarkoers
(Gemiddelde per maand)

Verande-
ring t.o.v. de
vooraf-‘
Absoluut
gaande
cijfer
maand in
0
/0
Januari
70.935
0
Februari
70.935
0
Maart
70.935
0
April
70.935
0
Mei
70.935
.

0
Juni
70.935
0
Juli 70.935
0
Augustus
70.935
0
Sept.
70.935
0
,
October
70.935
0
Novemb.
70.935
0
December’
70.935
.

0

194

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Maart 1925

groot. Het meerendeel der fondsen verloor ongeveer

de helft tran de koerswaarde, die zij begin 1924

hadden, en het gelukte eerst in den aanvang van

den herfst van 1924, een stabilisatie en blijvende

consolideering op de effectenmarkt tot stand ‘te

brengen. Tabel 1 geeft een overzicht van de bewe-
gingen op de, effectenmarkt door vergelijking van de
koersen van begin en

einde 1924. Daaraan moet nog
worden toegevoegd, dat deze koersdaling noodzake-
lijkerwijze moest duren, tot de hoeveelheden, die het

buitenland voor zuiver speculatieve doeleinden opge-

kocht en niet had willen, aanhouden, en die, welke

in het binnenland door zwakke handen gekocht waren,
niet in staat hen aan te houden, waren teruggestroomd

en een blijvende belegging gevonden hadden. Nu dit

proces reeds sedert maanden afgeloopen schijnt fe

zijn, is het alleszins mogelijk, dat de ingevoerde
goudbalans-wetgeving, die in de eerste plaats een

duidelijk beeld van den toestand der Oostenrijksche
ondernemingen en daarmede een ondubbelzinnige

voorstelling van de waarde der Oostenrijksche effecten

beoogt te geven, er hoogstwaarschijnlijk nog wel toe
leiden zal, dat in sommige waarden, wier kwaliteit

nu ongetwijfeld nog sterk onderschat wordt, een ge-
prononceerde stijging te verwachten is.

Wat den algemeenen maatschappelijken toestand
aangaaî, geeft de hie.ronder volgende tabel II over ht

aantal werkloozen en faillissementen en faillissements-

accoorden en III over cie indexcijfers der kosten van
het levensonderhoud een beknopt overzicht. Het aan-

tal werkloozen is tot op ongeveer 150.000 gestegen,
een verschijnsel, waarbij men echter in aanmerking
moet nemen, dat het voor een groot deel een uitgii-
sprolcen seizoenkarakter draagt. De cijfers zijn iets

hooger dan die van de overeenkomstige periode van
1923,’niaar zij behoeven, als men in aanmerking neemt,
dat het toen nog hoogconjunctuur in vele onder-
nemingen was, als’niet al te buitengewoon hoogbe-

schouwd te worden. Toch ‘treffen de uit de werk-
loozenondersteuning voortvloeiende moeilijkheden

natuurlijk zoowel de productie als de st,aatsfinanciën
zwaar.

Tabel II.

.
Aantal
Faillissementen en
werkloozen
accoorden

Uitgesproken
faillissementen
Januari

……….
119.706
23
107
Februari……….
125.783

24
109
Maart …………
106.904
38
175
April ……

…….
82.551
34 182
Mei

…………..
68.475
34
225
Juni

………….
63.556
43
213
Juli

……

……..
66.457
38
283
Augustus ………
74.191
33
270
September

………
77.540
40
194
October

……….
89.017
43
246
‘November

………
115.601
59
298
December ………
±
150.000

59
272

Om de cijfers. der faillissementen en faillissements-
accoorden goed te
begrijpen;
moet men in aanmer-
king nemen, dat pas in de allerlaatste maanden de ondernemingen, welke in de lente van 1924

zijn bezweken, in behandeling worden genomen.
Er zal dus naar alle
waarschijnlijkheid
tot tegen,
het . einde van het eerste semester van 1925
geen zeer sterke verfiauwing intreden. Twee dingen
zijn hier in ieder geval niet ongunstig, in de eerste
plaats het
verschijnsel,
dat het aantal accoorden
in doorsnede tusschen het vijf- tot tienvoudige der
faillissementen schommelt en dat het dus bijgevolg
gelukt is, ‘in de overwegende meerderheid der geval-
leh den totalen ondérgang te vermijden en een zoo
weinig mogelijk moeilijkheden opleverende liquidatie
door te voeren. In de tweede plaats echter. wijst
de bestendigheid der accoord-cijfers er ‘reeds op,
dat het in hoofdzaak om een permanent liquidatie-

proces gaat, dat volgens een vast programma afge-
wikkeld wordt,, maar dat reeds sedert maanden geen verdere uitbreiding ‘ondergaan heeft.
1
T

De index heeft in het afgeloopen jaar een zwak

stijgende tendentie vertoond, die in de eerste plaats

hieruit moet worden verklaard, dat de index der
kosten van het’ levensonderhoud ongeveer 93 püt. der

vredesprijzen in goud, de groothandelsindex reeds’

ongeveer 130 pOt. der vredesprijzen in goud heeft

bereikt en dat de wederzijdsche toenadering dezer
beide indices een langzaam’ en onvermijdelijk proces
vormt.

‘Tabel ,III.

Indexcijfers van de kosten
van liet
levensonderhoud

Verande-
ring t.o.v.di
vooraf-
Absoluut
‘gaande
cijfer
maand
in
0
/0
Januari
22.941
+
5
Februari
23.336
‘+ 2
Maart
23.336
0
April
23.361
0
Mei
23.797
-F
2
Juni
24.267
+
2
Juli
23.499

3
Augustus
25.050
+
7
Sept.
25.100
0
October
25.365
+
1
November
26.482
, +
December
26.806
+
1

,Ue handelsbalans heeft haar tekort in den jongsten

tijd ‘niet onaanzienlijk verminderd (zie de hieronder

volgende tabel IV), en zelfs als men in aanmerking
neemt, ditt de
cijfers
voor November en Dcember
nog niet voorhanden zijn, kan men toch ongetwijfeld

van een verbetering van den toestand in het tweede
halfjaar van 1924 t.o.v. het eerste halfjaar spreken.

Tabel IV F’Iandelsbalans (in
1000
goudkr.)

Invoer

Uitvoer

Verschil
Januari…………
165.878

73.178

92.700
1
)
Februari ……….
165.878

73.178

92.700])
Maart …………
172.764

89.677

83.087
April …………..
182.892

103.003

79.884
Mei

…………..
184.644

108.819

75.825
Juni …………..
182.891

85.603

97.288
Juli …………..
167.577

87.080

80.497
Augustus ……….
171.713

103.765

67.948
September……….
184.246

123.359

60.887
October.. . .. .. .. .. .
214.839

126.527

88.312
November ……….-


December


1)
Voor Januari en Februari telkens de helft van de toen
nog om de twee maanden (Januari en Februari) gepubli-
ceerde som van twee maanden. –

De toestand der begrooting blijkt het beste in de

cijfers der hieronder volgende tabel V; ze toonen
aan, dat men zich tot’nu toe weliswaar niet tot in
hizonderheden aan de te Genève in de tweede over-
eenkomst vastgestelde normaalbegrooting
1)
van 495
millioen goudkronen vooi de loopende uitgaven en
50 millioen goudkronen voor kapitaalsdoeleinden heeft
kunnen houden, doch dat over het algemeen de toe-
stand niet als ongunstig té beschouwen is. In de
eerste plaats is het gelukt, juist gedurende de zwaarste

crisisperiode niet slechts de geraamde, maar zelfs
belangrijk hoogere inkomsten te bereiken en voorts
is het in het laatste kwartaal van 1924, toen om
belastingtechnische redenen in ‘het bizonder zekere

financieele gevolgen van de crisis eerst ten volle
merkbaar werden, mogelijk geweest, zich wat de uit-gaven betreft, in tegenstelling met het eerste semester
van 1924, in een volstrekt dalende lijn te bewegen en
zich stipt te houdên aan de uitgavencijfers van de
raming.

Reden tot onverdeelde voldoening biedt de Oester-
reichische Nationalbank. Het is haar niet alleen ge-
lukt de werking der crisis door een energieke en
krachtdadige credietpolitiek zeer belangrijk te ver-
zwakken en den terugkeer van normale crediet-toe-

1)
[Verg.
p. 887
in het no. van
8
October
1924.
RecI.)

4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

195

Tabel V.

Begrooting 1924.

Werkelijke loop der ontvangsten en
uitgaven
1)
(in Milliarden Papierkro- Raming(inMilliar-
nen) volgens de gepubliceerde en den Papierkronen)
afgesloten rekeningen, in overeen- volgens de rappor-
stemming met de mededeelingen van ten van den Corn-

den Commissaris-Generaal.

missaris-Generaal.

Uit- Inkoin- Ver-

Uit- Inkom- Ver-
eaven
I
sten
I
schil
11
gaven

sten
I
schil

Januari ……..742.9 739.7 – 32 591.8 512.7 – 79.1
Februari …….
.
636.0
637.0 + 1.0 588.8 518.7 – 70.1

Maart ……….779.6 776.5
1
3.1 640.6 636.4 – 4.2
April ……….820.4 806.5 – 13.9 6514 619.8 – 31.6
Mei …………736.8 840.8 +104.0 625.2 615.1 – 10.1
Juni ………..926.2 736.5 -189.7 745.3 691.0 – 54.3
Juli …………729.9 767.9 + 38.0 758.4 657.4 -101.0
Augustus …….772.2 689.8 – 82.9 760.4 680.7 – 79.7
September …….901.8 722.3 -179.5 764.2 739.9 – 24.3
October ………807.4 736.7 – 70.7 805.1 740.9 – 64.2
November ……
.822.9 610.2 -212.7 806.4 617.9 -188.5
December 659.8 607.9 – 51.9

1)
De cijfers geven de werkelijk ten bate resp. ten laste
der rekeningsperiode komende ontvangsten en uitgaven
weer en zijn geen kascijfers.

standen sterk te bespoedigen, zooals de hieronder
volgende tabel VI aantoont heeft zij voorts ook hierin

succes gehad, dat zij de waarde der kroon absoluut
onveranderd gehandhaafd heeft en de door de crediet-
verleening tijdelijk aangezwollen bankbiljettencircu-
latie in korten tijd weer ingekrompen, ja zelfs het
gunstigste dekkingspercentage, dat zij tot dusverre
had, weder bereikt heeft.

Tabel VI.
Dekkingspercentage der,
Bankbiljetten in omloop

bankbiljettc,n in omlodp
(op’ den ben van elke maand) (op (ten l5en van elke
(in milliarden K.)

maand).

Wijziging Metaal
1
Abso

t.o.v. de

1

Leenin- 1

raad

gen

schuld
Cijfer

luut v.orige maadi voor-
1

1

1

ino/0

.

1

0
/0

0
/0

0
/0

0
/0

15 Januari 6.491

—3

56,06

15,66

34,24

15 Februari 6.827

+ 5

51,58

20,34

33,31
15Maart

6.864

+ 0,5

51,49′

19,95

31,04

15April –

6.868

0

50,48

22,56

29,41
15Mei

7.032

+ 2,4

46,11

27,62

28,46

15 Juni .

7.218

+ 2,6

39,97

33,95

28,29

15 Juli . ..

7.533

-)- 4,3

37,99

36,91

25,94
15Aug. ..

7.615

+ 1,1

37.44

37,27 ‘ 25,38
15Sept.

7.603

—0,1

40,87

34,31

24,91

15Oct……7.666

S
+0,8

44,80

30,17

25,12
15 Nov.. . . . 7.603

—0,8

51,06

23,59.

25,44

15Dec ….. 7.703

+ 1,3

52,93

21,55

25,61

Zoo
biedt dus het einde van 1924 den aanblik van

een uitgeluide crisis, die beter doorstaan is dan men
misschien eerst wel durfde hopen, en het beeld der
volm aakt gehandhaafde, absoluut onaangetaste waarde

der Oostenrijksche kroon.
Op
grond van de ervarin-

gen uit den infiatietijd piag men derhalve ,de ge-
rechtvaardigde •hoop koesteren, dat ook event.
verder nog opduikende moeilijkheden van budgetairen
en credietpolitieken aard een bevredigende oplossing

zullen vinden. Dr.
RIcI-lAno KERSCI-TACL.

AANTEEKENINGEN.

Discontoverhoogi’ng t New :York. –

Op
de mogelijkheid eener spoeclige cl.iscontoverhoo-

ging te New York was in enkele recente Amerikaan-
sche bankpubhcaties reeds gep.raeiudeerd. Gelijk be-kei:icl heeft inmiddels op 26 Febr. 11. cle F. R. Bank
aldaar haar discontovoet van 3 op 3%ct.
p gebracht.

In de eerste plaats mag men ‘hierin een reactie
zier op cle onder invloed der toenemende bedrijvig

he:id den laatsten tijd wat ongemakkeljker geworden
geldmarkt liet imyticulier disconto, dat de laatste
maanden gestadig opliep, stond reeds sedert het einde

December aanvankelijk
1/8,
later
1%,
ten slotte
Ys
pOt.

,boven het hankdiscdnto.

Verhaast is de verhooging, aldus de correspondent
an ,,The Economist”, wellicht door de groote eischen,

welke door andere biiuienlandsche centra den laatsten

tijd aan New York werden gesteld. Het disconto al-

daar was nI. 3 pOt. tegen 3% bij vier andere en 4 pOt.

bij de overige zeven F. R. Banken.

Beziet men den weekstaat van de F. ii. Bank te

‘New York, dan blijkt inderdaad gedurende de laatste

zes weken van een belangrijke toeneming der herdis-

conteeringen, gevolg van de eischen der Member-

bariks.
0

in millioenen $

0

31Dec.1924 21Jan.1924 11 Febr. 1925

(.loudvoorraad ……..960

47

888
Geherdisconteerd

81

40

149
Jn de open markt ge-
kochte wissels ……102

62

76
Belegd jeU. S. Gov
. sec. 170

126

. 114
Dekkingsperc. (totale re-
serve in verh. tot bilj.
saldi rekg. crt. – .

74.681.8

74.6

De ,,Economi.st
” meldt, dat uit den weekstaat
pCi:

18 Februari een verdere daling van het dekkingsper-

centage met 5,6 pOt. blijkt. Of de oorzaak ligt in
meerdere uitzettingen of vermindercien goudvoorraacl,
w’at niet zoo ernstig zou zijn, wordt intnsschen niet

,gemeld.

In Engeland werkte de maatregel als een onaan-gename ‘verrassing. Wel kon men, een paar dagen
tevoren reeds in de ,,Times” lezen, dat sommige die.r
het vorig jaar naar Londen overgeb:rachte saldi de
laatste week’ werden weggetrokken, in verband met

cle hoogere geldkoersen in de V. S. en cle mogelijkheid

eener discotitoverhooging aldaar. Het bedrag was
echter volgens het blad niet van belang cii de invloed


0
1) de wisselkoersen gering, omdat het hier in een
aantal gevallen afwikkeling vail termi.jiiverplicht’in-

gen gold, aangegaan hij het overbrengen der saldi

naar Londen. [ntusschen vonden er ook wins’t.nemin-
gen van speculanten plaats;

Toch kwam de mededeeling Donderdag II., juist

na de vergadering van het Bank Court, onverwacht.
De Bank ‘reageerde,
gelijk
bekend, door den volgen-

den ochtend te kennen te geven, wissels voortaan
niet beneden 5 pOt., voorschotten voor een week niet

onder 5% pOt. te zullen vertrekken. Een en ander
doet ,,The Economist” schrijven dat ,,a series of sur-
prises upset the market”.
Begrijpelijk
ook, dat er

neiging bestond, de practische resultaten der veelge-roemde samenwerking tusscheu cle Britsche en New

Yorksche circulatiebanken te critiseeren. –

Intusschen was de bedoeling van de Bank of Eng-
land duidelijk: Illandhaving van het Londetische rente-
peil boven dat van New York, ten einde tei-ugkQe:i:
tot den gouden standaard , mogelijk te maken: De
markt volgde en Y:rjclag liep het gelieele reriten:iveau

ongeveer 1 pOt. op; part. disc. van 3% tot
4/16
pOt.

De dollarkoers steeg slechts voorbijgaand van
4.15′ ‘/,

tot
4.14
dbch sloot
OP
4:15
7
/s’.
Beleggingsfondsen warcn
flauwer op duurder geld; 3% pOt. Oonversion Loan
daalde zelfs 1% pOt. tot
16%.
In dezen
1001)
van

zaketi komt cle’ algemeene overtuiging tot uiting, dat
as. Dondeidag een officieele verhooging der Banic-
rente met 1 pOt. mag worden verwacht.

De vraag -is gesteld, waarom de Bank op de New ‘Yorksche verhooging van
34
pOt. met een stijging
van 1 pOt. reageerde. Het antwoord,dat de Times geeft
is, dat de afstand tusschen het particuliere disco?ito
in beide markten tot minder dan
34 pOt,
was gedaald.
Om Londen voldoende aantrekkingskracht te doen
uitoefenen wordt dit blijkbaar onvoldoende geacht.
Het blad merkt verder op, dat zij; die in nauwe
aanraking verkeeren met Amerikaansche toestanden,
voorloopig geen verdere verhooging van het New
Yorksche disconto verwachten, teiiij de speculatie

196

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart1925

de goederenprijzen tot een gevaarlijk niveau zou

opdrijven.

Verdere discontoverhooging te Londen zou dan
noodig zijn. Hiermede wordt een kwestie aangeroerd

door Keynes in de voorlaatste ,,Nation” nog eens schei’p

gesteld, de vraag nI. of terugkeer tot den gouden
standaard voor Engeland een zoo begeerlijk goed is,

dat het er den
prijs
van, in ‘t algemeen gesproken,

hetzelfde prijs- en geidrente-niveau als in de V. S.

voor over kan hebben. De keus is in Engeland gedaan

en Keynes acht haar fataal. Fataal ook om deze

reden, dat in de gouden-standaard-alliantie de leiding

zal uitgaan van de V. S., terwijl Engeland voor den

oorlog de voornaamste partner was. De verhoudingen’
zijn zoo grondig veranderd, dat ,,a movement of gold

or of short credits either way hetween Loudon and
New York, which is only a rippie for them, will be

an Atlantic roller for us”.

Wat nu van deze gevaren zij en hoe het overigens

staat met de macht van het disconto over het vol-

gens K. daarmede te stabiliseeren
prijsniveau
en met

de wenschelijkheid eener conjunctuurlooze
,,Wirt-

schaft”, een feit is, dat de New-Yorksche verhooging

de Bank of Engeland tot een discontoverhooging met

een vol procent, heeft gedwongen, op een oogen-
-blik, dat vrijwel niemand aan verhooging dacht en

kort geleden op de jaarvergaderingen der banken

door verschillende sprekers een
dergelijke
verhooging

nog als een groot nadeel, dat aan den terugker tot

den gouden standaard verbonden zou kunnen zijn,

werd gevreesd.

Disc ontov erla ging in Duitschlartd. –

Nadat ongeveer een week tevoren de Rentenbank haar

rentevoet van 10 op 9 pOt. had verlaagd, hetgeen
tot de veronderstelling aanleiding heeft gegeven, dat
zij in de rentepolitiek met de Reichsbank voortaan,

niet meer één
lijn
zou trekken, is deze laatste 26 Febr.

11. gevolgd met een vermindering van haar disconto
van 10 op 9 pOt. en van de beleeningsrente van 12

op 11 pOt. Têrloops
zij
opgemerkt, dat aldus haar
aandeel in de door de Rentenbank uit de afwikkeling
vrn oorspronkelijk via de Reichsbank verleende Ren-,

tenmarkcredieten te maken winsten van 7/10 van 10

püt. tot
7
1
10
van 9 pOt. daalt.

Allereerst is, naar uit de officieele toelichting blijkt,
de betrekkelijk bevredigende ontwikkeling van de
positie der bank zoowel tegen het einde des jaars, –
als ook en in het bezonder na afwikkeling de door
den December-ultimo gestelde eischen, aanleiding tot
de verlaging. De wissels en beleeningen, die einde
October oiigeveer 2373 millioen beliepen, waren 3t
December op 2081 millioen gedaald en hebben deze

daling verder voortgezet (23 Febr. 1501 millioen).
De vermindering sinds einde October bedraagt dus

rond 870 millioen.

Tot deze ontlasting heeft bijgedragen het vervan-
gen van markcredieten door goedkoopere buitenland-
sche, inzooverre deze in marken zijn omgezet, waar-

door de buitenlandsche wisselportefeuilie belangrijk
werd versterkt en de binnenlandsche werd vermin-
derd. Voorts vloeit de daling voort uit de overdracht
van rentenmark-landbouwwissels aan de Rentenbank
en tenslotte uit een algemeene ontspanning, welke

tot gevolg heft, dat de credietcontingenten der ban-
ken slechts in weinig gevallen geheel
zijn
opgenomen.,

Een tweede aanleiding tot de verlaging is gelegen
in de vermindering der circulatie (Reichs- en Renten-
bankbiljetten en niunten) van pim. 4274 millioen einde
Deëember tot ongeveer 3800 millioen op 23 Februari.

Tenslotte hebben de pogingen der Reichsbank, weder
tot een particuliere discontomarkt te komen, voort-
gang gemaakt en heeft zij bij haar streven naar
concentratie der beschikbare middelen van openbare
lichamen, bij verschillende der betrokken autoriteiten
een juist inzicht ontmoet. Zij stipuleert echter uit-
drukkelijk,
dat
‘ij ook na deze renteverlaging, niet

van haar recht tot credietrantsoeneering afstand doet.

Zonder critiek zijn al deze overwegingen niet
gebleven. Het valt op, dat de toelichting niet rept
van de ontwikkeling der passiva van de Reichsbank.

Telt men circuiatie en saldi in Tekening-courant

samen, dan krijgt men op 31 October 1924 en 23
Februari 1925 als totalen resp. 2488 en 2703 millioen. Er
zijn
de Reichsbank dus nog belangrijk meer bui-
tenlandsche saldi (en goud) toegevloeid, dan alleen

voor aflossing van markcredieten. Hierbij worden alle

deviezen, wier tegenwaarde onder ,,Diverse Passiva”
wordt geboekt, buiten beschouwing gelaten. Zet men

nu, is opgemerkt, door discontoverlaging. de deur

open voor uitzetting der binnenlandsche credietvraag,

dan kan dit, wanneer geen aflossing der buitenland-

sche credieten en vermindering van de deviezenporte-

feuille door inreiking van bankbiljetten daarmede

gepaard gaat, gevaarlijk worden. De vraag is intus-

schen, wat voor uitwerking een verlaging met 1 pOt.

bij een disconto van 10 zal hebben.

Overdracht van Rentenmark-landbouwwissels aan de
Rentenbank, welke overdracht 533 millioen van de

met 870 millioen verminderde disconto’s en beleeningen

verklaart, leidt voorts wel tot vermindering van de uit-
zettingen der Reichsbank, doch heeft geen invloed op

de circulatie. De Reichsbank lost aldus haar schuld

aan de Rentenbank af, doch de tegenwaarde der wissels

blijft circuleeren.

Intussehen
wijst
de toelichting op een inkrimping
der totale circulatie. Hierbij
zijn
echter niet de saldi –

in rekening-courant in aanmerking genomen, die sinds
einde December met 200 millioen zijn gestegen en aldus
reeds
bijna
de helft der gerapporteerde daling corn-

penseeren, noch de door de groote particuliere banken
gecreëerde, het betalingsverkeer dienende saldi; De
publicatie der tveemaandeiijksche balansen dezer in-stellingen zal intusschen, naar het
schijnt,
binnenkort
worden hervat.

Wat nu de algemeene ontspanning; waarvan de
toelichting gdwaagt, aangaat, zij de vraag gesteld,
of men hier niet in b,elangrjke mate te doen heeft
met een gevolg van vervanging van Reichsbank-

door buitenlandsche credieten, vooral door de banken,

die zich aldus onafhankeljker van de centrale ere-
dietinstelling maken.

Over de discontomarkt, die zich te
Berlijn
weder
aan het ontwikkelen is, werden in het vorig nummer
eenige mededeelingen gedaan. De ,,Frkf. Ztg.” schat
het beschikbare materiaal op hoogstens 100
?t
150
millioen, hetgeen
zij
voor een geregelde markt veel
te weinig acht. De groote banken beginnen bovendien
nu eerst weder te accepteeren, sinds de Reichsbank
zich principieel bereid heeft verklaard, een voor ieder
geval afzonderlijk vast te stellen extra-contingent te
herdisconteeren. Het blad meent derhalve, dat de
toestand nog zon ongeregeld is, dat het bankdisconto
noodzakerlijkerwijs op wat meer dan normalen afstand
boven het particuliere (pim. 8 pOt.) had môeten blijven.
Dat de beschikbare middelen van openbare lichamen’
zullen worden gecentraliseerd valt toe te juichen.
Het vorig jaar heeft geleerd, tot welk een verwarring
op de geidmarkt en tot welke misstanden uitzetten

door de desbetreffende corporaties heeft geleid. De
contrôle van de Reichsbank over de geldmarkt zal
door centraiisatie belangrijk worden vergemakkelijkt.
Afgewacht moet worden, welke de uitwerking der
verlaging zal zijn. Veel heeft zij niet te beteekenen.
Volgen de particuliere banken de Reichsbank met
hun tarieven,- dan komt de rente voor voorschotten
in rekening-courant van 15 op 14 pOt. In de pro-
ductiekosten zal men hiervan zeer weinig bespeuren.

De Duitsche buitenlandsche handel in
1924. — November 1924 was de eerste maand, waarin
de Duitsche handeisstatistiek weder het geheelerijks-
gebied omvatte. Te beginnen met deze maand kunnen
de cijfers dus zonder het voorbehoud worden bekeken,

Ift
4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

197

dat bij een beschouwing van de jaarstatistiek moet

worden gemaakt.

In zes groote groepen gerangschikt zijn de cijfers

voor November, resp. December en het jaar 1924 de
volgende
(111
1000 M.):

Invoer 1924

Uitvoer 1924
Goederen

Dec.

Nov. l
i
an
i
pecl Dec.

Nov. IJanIDec

In 1000 Mark.

1. Levende dieren

8.265

11.956

92.467

2.715

1.854

13.713
I. Levensmiddelen 381.584 420.39e 2676934

58.969

42.797 419.142
cii dranken
Grondstoffen . 455.175 366.462 3.686.786

69.410

55.320 468.089 1110. Haiffabrikaten

139.125

87.368 897.654

50.859

46.829
439.091
Eindproducten. 230.294 148.043 1.781.213 556.452 494.202 5.191.418
Goud en zilver.

94.240

13.475 181.787

1.351

2.260

35.403

Totaal . : 11.308.69311.047.70019.316.8411 739.

Bij November vergeleken geeft in December de
invoer dus een aanzienlijke vermeerdering te zien

(met rond 201 miii. R.M.), die haar oorzaak voor-

namelijk vindt in de buitengewone toeneming van

den import van contingent-goederen. Deze hangt
samen met het afloopen op 10 Jan. 1925 van den
vrijen invoer van Elzas-Lotharingscbe en Luxem-

burgsche contingent-goederen. Van de 82.3 millioen
R.M., waarmede de invoer van eindfabrikaten is toe-
genomen, komen dan ook 40.9 mill. op rekening van

textielgoederen, waaronder katoenen weefsels 17.4 miii.
R.M. Voorts is uit dezen hoofde de invoer van wals-
werkproducten en ijzerwaren belangrijk toegenomèn.
Wat nu de cijfers voor het geheele jaar betreft,
ondanks de hun aanklevende onvolledigheid geven

deze, aldus ,,Wirtschaft und Statistik,” een beeld
van de economische ontwikkeling van Duitschiand in
1924, waarin duidelijk de verschillende fasen zijn te
onderkennen,
De periode van de volledige ontwrichting van het
muntwezen met haar invoerbelemmerende en uitvoer-
begunstigende werking was begin 1924 juist afge-
sloten. De einde 1923 tot stand gekomen markstabi-
lisatie maakte een verhoogden invoer uit het buitenland
mogelijk. Hiervan werd des te meer gebruik gepaakt,
daar ten gevolge van de in dezen tijd nog veelvüldige
caiculatie-methode uit den infiatietijd de
prijzen
voor
vele binnenlandsche producten ten deele belangrijk te hoog werden gesteld.
Reeds in Januari 1924 ligt de waarde van den
invoer met 564,9 millioen boven het maandelijksche
gemiddelde van 1923 (513,0 millioen mark). Een
sterke
stijging
in Februari brengt hem op 729,6 mil-

lioen mark,
terwijl
hij in Mei met 887,7 millioen zijn
hoogsten stand in het eerste halfjaar 1924 bereikt.
Anderzijds treedt even snel een daling bij den uitvoer
in, aangezien de stimulans, welke een inflatie aan den
export geeft, vervallen was en om bovenvermelde
reden de
prijzen
van Duitsche artikelen veelvuldig
boven het wereldmarktniveau lagen. De waarde van
den uitvoer daalde in Januari op 431,0 millioen mark,
steeg daarna weliswaar weer iets, doch overschreed
eerst in Mei met 516,2 millioen mark het maande-
lijksche gemiddelde van 1923.
De tweede étappe werd door den in het voorjaar
inzettenden credietnood ingeleid. Toen deze steeds
scherper vormen aannam, werd de invoer opnieuw
geremd. In Juni beliep hij nog 753,2 millioen mark,
viel vervolgens sterk, om in Augustus den laagsten stand van het jaar 1924 met 448,2 millioen mark te
bereiken. De uitvoer, weiks waarde eerst in Mei het
gemiddelde van 1923 weder had bereikt, doch die in
Juni met 475,2 millioen voorbijgaand nogmaals daaron-
der daalde, leefde eenigszins op, omdat de crediet-crisis
een vergrooten warenafzet bevorderde. In Juli over-
trof de uitvoer met 573,4 millioen mark den invoer
en steeg in Augustus, terwijl de inv.oer terzeifdértijd
verminderde, nog iets. Derhalve zijn de maanden Juli
en Augustus de eenige in 1924, welke een actieve
handelsbalans vertoonden.
De derde étappe begon met de vermindering van

den credietnood als gevolg van het opnemen van

credieten in het buitenland. Deze credieten komen

tot uitdrukking in de van maand tot maand met
1
groote sprongen omhoogsnellende invoercijfers.

De grootte van de beweging blijkt uit de begin- en
eindcijfers: tegenover een invoer van 448,2 millioen

in Augustus staat een van 1308,7 millioen in Dec.

Ook de uitvoer vertoonde in deze periode een stijging,

doh deze is veel langzamer.

WAan het ontstaan van een passief saldo van 2,7
milliard rjksmark heeft, bij
vergelijking
met het

vorige jaar,voornameljk de gestegen invoer van levens-

middelen en dranken en van fabrikaten, welke beide
moer dan verdubbeld iijn, mëdegewerkt.
‘1’
In- en Uitvoer over
1924 in
millioenen Mark.

Invoer

Uitvoer

Januari ………..
564,9

431,0
Februari……….
729,6

466,2
Maart …………
692,7

.456,6
April
.
………….
803,2

482,0
Mei …………..
887,7

516,2
Juni ………….
753,2

475,2
Juli …………..
556,5

573,4

Augustus ………
448,2

589,4
September ……..
623,4

564,0
October ….. . …..

855,6

611,8
November . ……..
1047,7

643,
December ……… .
1308,7

739,8

nHerleidt men de waardecijfers tot het prijsniveau
vai véér den oorlog, dan verkrjgt men voor de
laatste drie jaar het volgende overzicht:
Invoer

Uitvoer

in miii. mark. in
o/
van
’13.
in miii.
mark.
in % van
’13
1924

6963,9

62,1

5153,5

50,5
1923

4822,4

43,0

5352,7

52,5
1922

6309,8

56,3 .

6206,7

60,8

Splitst men deze
cijfers
in enkele hoofdgroepen,
dan blijkt, dat in 1924 de invoer van levensmiddelen

weer 9.j van dien van 1913 heeft bereikt. Neemt men
hierbij in aanmerking, dat een belangrijk deel van
den invoer in het bezette gebied niet is geregistreerd.
dan blijkt, dat de levensmiddeleninvoer in 1924 naar
verhouding zeer hoog. was. Ten deele wordt dit ver-
klaard door de kleinere opbrengst van het oogstjaar
1924. Een hoog invoersaldo aan broodgraan bewijst
dit. Intusschen mag men bij de berekening van het
iniioeroverschot aan broodgraan de verandering in
den meelhandel met het buitenland, welke, met voor
den oorlog vergeleken, is opgetreden, niet buiten
bdschouwing laten. Rekent men 100 K.G. roggemeel
gélijk aan 151 K.G. rogge en 100 K.G. tarwemeel
gelijk aan 136 K.G. tarwe, dan laat 1924 een invoerover-
schot aan broodgraan van 4,03 millioen ton tegenover
eeii invoeroverschot van 3,26 millioen ton in 1923
en van 3,82 millioen ton in 1922 (het bezette gebied
inbegrepen) én van 1,7 millioen ton in 1913
i).
Het
invoeroverschot (-) resp. het uitvoeroverschot (

t

)
bedroeg (in 1000 ton).
Rogge Roggemeel

Tarwe

Tarwemeel
1924
… . –
045,64 -_ 111,32 – 1.414,76 – 1.106.14
1923
….
– 1.897,94 – 11,28 – 948,68 – 288,20

1922 . .. . – 1.075,18 + 29,32 – 2.776,60 –

11,42

1913 . .. . + 1.163,86 ± 448,20 –. 4.015,30 +

353,78

of. omgekeerd in eenheden graan (in 1000 ton).
1924

3923

1922

3913
Rogge en roggemeel – 1.113,74 – 1.914,98 – 1.030,94 + 3.840,66
Tarwe en tarwemeel -2.939,12 – 1.340,64 – 2.792,12 – 3.534,16
Totaal aan broodgraan – 4.032,86 – 3.255,62 – 3.823,06 – 1.693,5

De
stijging
van den invoer van levensmiddelen wordt
echter ook verklaard door den gestegen invoer van
bijna alle overige levensmiddelen, hetgeen de conclusie
wettigt, dat de levensstandaard in Duitschiand bij
1)
Ten gevolge van de veranderingen .in den- gebiedsom-
‘ang, het be’olkingscijf er, den veestapel in het grondgebruik
wordt vergelijking met
.1913
zeer bemoeilijkt; deze ingrij-
pende veranderingen komen
ook
tot uiting in de in tegen-
gestelde richting loopende lijn van het tekort aan binnen-
landsche productie van voedergraan, dat in 1924 1,9,
in
1013 1,2, in’1922 2,86
en in
1913 7,98
millioentonbedroeg.

198

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4. Maart 1925
het vorige jaar verguleken iets is gestegen. De ver-

meerdering van den invoer van ooft, ztiidvruchten

en wijn moet tea deele ook als resultaat van de met
Spanje, Portugal en Italië afgesloten handeisver-

dragen worden beschouwd, die aanleiding waren tbt
ruil van industrieproducten tegen zuidvruehten, en.

De invoer van grondstoffen
4
en van haiffabrikaten ver-

toonde eveneens een stijging, welke intusschen belang-
rijk geringer is: De opheffing van de Roerbezetting

kwam tot uiting in den verminderden invoer ‘an

brandstoffen en ijzeren haiffabrikaten. De lage.cijfers
voor ijzererts, enz.
wijzen
op de noodzakelijkheid, met

het oog op de volledigheid der statistieken de noodige

reserve in acht te nemen. –

De invoer van eindfabrikaten heeft in 1924
4/5

van dien in 1913 weder bereikt. Neemt men in aan-

merking, dat tot 21 October 1924 groote hoeveelheden

der it het bezette gebied ingevoerde eindfabrikaten statistisch niet werden geregistreerd, dan blijkt, dat

de invoer van eindproducten buitengewoon groot was.
Men slaat de plank niet mis, als men dit feit in

verband brengt met de contingenten, die Duitschlanl

vrij van invoerrechten uit Elzas-Lotharingen, Luxem-
burg en Poolsch Opper-Silezië moest binnenlaten. De
buitengewone
stijging
van den invoer van textiel-

goederen, die in werkelijkheid nog aanzienlijk grooter

zal zijn geweest, spreekt hiervoor. Ook de aanwending

van buitenlandsche credieten speelt hier een rol.
De uitvoer vertoont, bij het vorige jaar vergelekéi,

slechts geringe wijzigingen. Bij de levensmiddelen en
dranken valt de vermeerderde export van voergraan,
rijst en suiker in het bijzonder op. De verdubbelig

van den uitvoer van brandstoffen bij het vorig jaar

vergeleken, wordt ten deele verklaard uit den met
ingang van 22 Octobèr weder in de statistieken op-
genomen uitvoer der mijnen in het Akensche district.
De uitvoer van fabrikaten vertoonde, berekend tegen

voor- oorlogsprijzen, een achteruitgang,waaraan vooral

de textielgoederen deel hebben.

De t o e s t a n d der Britsche scheep-

v
a a r t. –
Ter jaarvergadering van de Ohamber of

Shipping of the United Kingdom heeft de nieuwe

voorzitter, de heer Denholm, den toestand in de Brit-

sche scheepvaart nog eens onder het oog gezien.
Het door de Kamer opgestelde indexcijfer voor

trampvrachten was gemiddeld in:
1021

……………………38
1922

……………………30

1923

……………………28

1924

……………………30

waarbij 1920
01)
100 is genomen. Gedurende de laat-
ste maand van bovenstaande vier jaren was het cijfer

resp. 33, 31, 28 en 28. –
Het bestaan van een tonnage-surplus wordt bewe-
zen door het feit, dat geringe vrachtdalingen worden
gevolgd door belangrijke toeneming van opgelegde

tonnage. lIet werkelijke surplus is echter niet zoo
groot meer als de laatste jaren, hetgeen wordt aan-
getoohd door het feit, dat de opgelegde tonnage op bepaalde tijdstippen in 1924 kleiner is geweest dan
op de overeenkomstige data in vorige jaren. In ronde

cijfers was cle in 36 havens van het Vereenigd Ko-
ninkrijk opgelegde tonnage:
:14
April 1024 ………………656.000 bi.0 to ton
1. Juli

,

……………. ..752.000
t October 1924 …………….534.000
1. Januari 1.025 …………….781.000

Een merkwaardig feit is, dat deze cijfers een be-
langrijke hoeveelhei cl nieuwe tonnage omvatten.
De vrachtdaling met 6% pOt. tusschen October en
December leidde tot een vermeerdering der opgelegde
tonnage met 46 pOt.
Opgelegd was in:

Januari. 1022 ………………2.003.000 ton bruto
1923 ………………1.134.000
1024 ………………1.008:000
1925 ………………146.000

Ofschoon de in Januari 1925 opgelegde tonnage

die van October 1924 met 46 pOt. overtrof, is het feit,

dat in Januari belangrijk minder was opgelegd dan

in de overeenkomstige maanden der vorige drie jaren

een aanwijziog, dat de niet-looriende vrachten der

vorige jaren langzamerhand eeni ge mindr efficiente

surplus-schepen hebben geëlimineerd. Dat dit eb mi –
natieproces over de .geheele wereld voortgaat toont

Lloyd’s Register aan, dat een vermindering met

1.000.000 ton bruto gedurendè twaalf maanden laat

zien, ofschoon bijna 2.000.000 ton nieuwe schepen van
stapel liepen.

De dollar-steriinj goudpunten.
– De

heeren Samuel Mootagu & Co. hebben onlangs en

berekening gepubliceerd van de dollar-sterlingkoer-

sen, waarbij goud, bij herstel van een vrije goudmarkt

te Londen, vanuit Engeland zou worden geëxpor-

teerd, resp. daarheeii aangevoerd. De punten zijn bij

cle thans geldende vrachten en assu.rantiepremiën, en.

10 dagen renteverlies h 4 püt. tijdens vervoer iie-
mende:

Van Londen naar New York ……… $ 4.8567 per £

Van New York naa.r Londen ……..$ 4.8981.
,, £
De hierboven voor goudverzendng naar New Yoik

gecaiculeerde prijs is 77 s. 9 d. per oz. standaard, tegen
welken prijs ongeveer goud voor den oorlog verkrijg-

baar placlit te .zijn. Daar het echter mogelijk is, dat

goud onder de nieuw’e omstandigheden niet gereede-
lijk verkrijgbaar zal zijn, behalve tegen ongeveer het

aecjuivalent van de metaalwaarde van sovereigns (door

de Bank of Ingiand tegen biljetten uitbetaald) en
daar deze munten waarschijnlijk niet nieuw zullen

zijn, doch hun gewicht zeg 2 h 3 pOt. beneden dat bij

aaumunting, zou de metaalprijs ongeveer gelijk aan
78 s. 0% d. per oz. standaard zijn, en het benedenste
goudpunt zou in dit geval ongeveer op 4.831 uit-

komen.

Dit wil dus zeggen, dat op grond van deze veron-
derstelli ngen bij herstel van cle vrije goudrnarkt het

iioncl zeer wel op 4.84 zou kunnen blijven.

in de l7ercenigde Staten nog uit-
staande Europeesche S’taats. en Ge-
meentelijke leeningen.
– Het Depart,ment
of Oommerce te Washington heeft een overzicht sa-
mengesteld van de bijna zeventig nog uitstaande, in
de V. S. geplaatste Europeesche Staats- en Gemeen-
telijke leeningeii. Het totaal bedrag van bijna $1,6
millia.rd is als volgt ove:r de versoh i Tiende lan den
verdeeld:

Frankrijk ………………
$

452.629.600
Engeland ………………..
259.929.400
België …………………. ..
151.375.000
Duitschiand …………….,,

115.000.000
Zwitserland ……………..
,

101.640.000
Noorwegen ……………..
,

97.210.500
Rusland ……………….. ,,

75.000 000
Denemarken ……………. .,

69.573.000
Zweden …………………..
55.000.000
Nederland ………………..
46.000.000
Tsjechoslowakije …………,,

32.250.000
Finland ………………..,,

29.000.000
Oostenrijk ………………,,

28.000.000
Polen ………………….,,

21.000.000
Joego-Slavië …………….,,

18.250.000
Griekenland ………………
11.000.000
Italië …………. ……… ,,
9.979.550
Hongarije ………………..
9.000.000
Litauen
.
………………..

5.000.000

$ 1.586.837.050

De voorschotten, direct uit .dd.Schatkist der V. S
aan vreemde Regeeringen verstrekt, zijn in het boven-
staande dus niet begrepen. De vorleringen uit dezen
hoofde beclrag’en ongeveer $ 10,5 milliard.

S’tand.der cultures en, uitvoer gedu-
rende het vierde kwartaal 194 in Si.iri-
n cc m e.
– De weersomstandigheden waren gunstig

4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

19911

voor den landbouw. i)e regenval bedroeg in October

119 mM., in November 93,4 rnM. en in December

210,7 mM.; samen in het vierde kwartaal 1924
483,1 mM.; het normaal gemiddelde over het vierde

kwartaal bedraagt 415,3
mM.

Cacao.
Dit gewas wordt vrijwel als verloren be-

schouwd. De hoornen sterven in grooten getale af en
de productie per boom wordt voortdurend geringer.

Koffie.
Deze cultuur staat goed. Wel werkte de

nadeelige invloed van de strenge droogte in het be-

gin van het jaar nog duideijkia op den oogst, doch

de laatste bloei was zeer mooi en het weer gunstig,

zoodat voor 1925 een goede oogst te verwachten is.
De hooge prijzen handhaafden zich met een kleine

daling in begin Decembr.
Suiker.
Voor dit gewas bleven dc weersgesteldheid,

noch marktomstandigheden gunstig. De oogst was
bevredigend, maar het suikergehalte laag door den te

sterken groei onder invloed der zware regens, welke

het afrijpen tegenhielden.
Rijst.
De rijstoogst was vrij goed. Daar de korrels

van het laat rijpend gewas, welks planten blijkbaar

zwakker en eenigsz.ins noodrijp waren, een prooi van

wantsen werden, zoodat veel padi licht en hol was,
werd niet het product verkregen, dat aanvankelijk
verwacht werd.
Katoen.
Deze cultuur, welke nog in een begin-

stadium verkeert, laat zich goed aanzien en moedigt
aan tot uibbreding.

De overige gewassen van dcii kielnen landbouw,
zooais bananen, bacoven, l.)ataten èn cocosnoten, waren
ruim voldoende voor cle locale behoeften.

De markt is zelfs overvoe:rcl met bananen en ‘cas-
saven en de prijzen waren niet loonend.
De maïsoogst was over het algemeen beter dan
in 1923.
Bosclvbedrijven.
Van deze bedrijven valt in dit kwar-
taal niet veel te vermelden. De plaatselijke houtnij-

verheid werkte energiek en bracht veel blokken naar
de stad.

De balataproductie werd gaandeweg beter, maar
bleef toch beneden 1923.

De uitvoer van de voornaamste producten bedroeg
gedurende het vierde kwartaal 1924 in vergelijking
niet het overeenkomstig tijdvak van 1923:

1924

1923
Bacoven (versche)

KG

2.725

380
Balata …………..

,,

199.810

346.229
Bananen …………bossen

95

928
Bauxite, ton van 1000 KG

370

23.637
Cacao …………..,,

87.063

44.083
Goud (ruw). …….. Gram

941.61,3

89.901
Groenten (versch) …. KG

635

1.974
Hout ……………M

842

1.003
Letterhout ……….T(G

31

9.338
Huiden ……………8.931

16.591
Katoen ….. ……..

Koffie

……………
,

538.318 353.981
Maïs

……………
8.700 87.490
Bataten en andere
aaidvruchten ……
4.745
50
Rijst (gepeld) ……..
3.510
35.800
(ongepeld) ……
1.500

Rum (50
O/
o
)
………
L.

58.628
28.850
Suiker le product
KG. 2.003.815
3.506.464
,,

2e

,,…,,
113.314
24.255
Sinaasappelen …….
7.641
58.631
Vruchten (versche).
.
857
3.255
Zemelen

…………..
7.200
3.840

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

1) e E c o n o in 1 s t. – ‘s-Gravenhage, December
1924.

Prof: J.)• J. C. Kielstra,
De indische begrooting
voor 1925; Prof. Dr. C. A. TTerrijn Stua’,:t,
Kapitaal-
vorming in’zonderheid a.rbeidersbelang;
Prof. Dr. N.
J. Polak,
WTaardeerings
en ba]ansproblernen (slot);
Mr. Dr. J. M. de ilfoor,
De gemengde onderneming
en de gemeenten.

• T d e m. – ‘s-Gravenhage, Januari 1925.
•i’..’Mr. J. Bierens de Haan ,Jr.,
Logica of….de helft
plus een?
Mr. A. N. Molenaar,
Een drievoudig stief.-
kind;
P. E. van Renesse,
Vissoherij en vischhandel;
Prof. Mr. Dr. H. W. C. Bordewijk,
De ,,Metallist”
Pierson.

De Naamlooze Vnnootschap. – Roer-
niond, 15 Januari 1925.

Prof. Mr. M. W. F. Treub,
Regeeringsbemoeiing
met liet bedrijfsleven in Nederland en Ned. Indië;
Mr. J. M. 1. A. Simons,
Kan een N.V. het Neder-
landersohap bezitten?
Mr. G. Russel,
Dinidendbelas-
ting bij uitkeerin.g van winst verkregen door ver.koo.p
van bedri,jfsmiddelen;
D. Veenenbos,
De liquidatie van
de N.V. met slechts één aandeelhou,dèr;
M. Smeets,
Dividend-belasting van het batig sald’o bij ontbinding
erner N.V.; Mr. W. N. M. v. d. Ham, De Nederland-
‘Ee taal en statuten van Nederlandsche Vennoot-
schappen.
27
Journal de in Société do Statistique
çIe P.a r is. – Parijs, October 1924
..H. Bunle,
Démographie de l’Mrique française du
Nord nu début du vingtième siècie;
Mourre,
L’ajus-
tement du ehange aux prix intérieurs;
E. Michel,
La
restauration des régiojis dévastées et la question des
réparations;
Raveau,
Le pou.voir d’achat de I’argent
et le peuv.oir d’achat de la livre tournois en Poitou,
dus. règne de Louis XI
it
celui de Louis XIII.

T cl e m. – Parijs, November 1924.
Mourre,
L’ajustenienit du change’ aux prix inté-
rieurs;
E. Mic hel,
La restaüration des régions dévas-
tées et la cjuestion des réparations;
G. Cadoux,
Sta-
tistique et paix sociale.

1 d e m. – Parijs December 1924.
-. E. Michel,
La restauration des régions dévastées
etla question des réparations, II;
Dr. F. Ledé,
Etude
statistique de la première dentitiion (1885-1910).

,Journal of the Institute of Bankers.
– Londen, Januari 1925,
bevat o.a.:
M. S. Herries, Overseas commercial credits;
R. W.
Jnes,
Bankers’ references.

,De Socialistische Gids. – tnisterdm,
December 1924,

bevat o.a.:
• J. de Waard,
De openlegging der Indische buiten-
gewes’ten;
Mr. D. A. v. Eck,
Het werk-socialisme; J. F. Ankersmit,
Onvruchtbaar socialisme.,

T cl e m. – Amsterdam, Januari 1925.
bevat o.a.:
J. Oude geest,
De sociale wetgeving;
Mr. D. Hudig,
Stedebouw;
E. Bernstein,
De Rijksdagverkiezingeii
en. de regeerin’gscnisis in Duitscthland.

De Indische Gids. – Amsterdam, 1 Dece-
her 1.924.
G.
A. N. Scheltema de Heere.
Ter herinnering aan
J. F. Scheltema,
M.
A., PL. D. Makassar 16 Mei
1855—Lbnden 13 Juni 1922;
P. C. van, der Wolk,
Over het Animisme, IV;
J. F. C. Nienhuis,
De ge-
perfectionneerde galg; De vliegtochf Nederland-
Indië volbraeht!

T d e m: – Amsterdam 1 Januani 1925.
Ir. Th. F. Vreede,
Treub’s ,,Toekomst van Indië”;
H. Ch. 0. .J. van der Mandere,
Internationale arbeids-
wetgeving en Indië;
J. van Boon,
Onbarmhart.ige scheidin’gslijnen;
Mr. J. J. van Bolhuis,
Indië en. de
Ned. volksvertegenwoordiging.

Tijdschrift voor Economische G’eo-
g a pui
e.

‘s-Graveiihage, 15 Januari 1925.
Jr.Joh. A. Tenge,
Het grondgebruik in Nederland;
Jrof. Mr. J. C. Kieistra,
De mogelijkheden voor indus-
trieele ondernemingen in Nederlandsoh-In.dië;
C.
Wiskerke,
11
Tsjecho-Slowakije als economisch-geog ra-
fiich gebied. Eerste gedeelte: Land eii Volk.

200

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925

The Geographical Journal. – Londen,

November 1924.

A. M. Hassanzin Bey,
Thi:oitgh Kufra to Darfar;
J. Bali,
Note on the ca.itogra.phical resuits of Has-

sanein Bey’s journey;
W. P. Hume,
Oonciusions
deri.v

cd from the geological data coliected by Hassanni

ey during his Kufra—Q’enat expedition;
F. W.
Moon.,
Notes on the geology of I-Iansanein Bey’s expe-

dition, Sollum—Darfur, 1923;
B. Thurston,
The first

cross’ing of Fiji;
R. B. Claric,
Notes on Bananal ahd

the Araguay.a vailey.

1 d cm. – Londen, Dec. 1924.

Bonaidshay, C. G. Brucé, E. F. Norton, G. Bruce,
N. E. Odeli,
The Mount Everest expedition of 1924;
A. R. H.,
Geodesy and geophysios at Madrid;
E. A.
Reeves, A
device for observing stars wi.th
the theo-
dohte vibhout ero.ss-wires or field iliumination. —

T d e m. – Londen, Januari 1925.

E. Prestage,
The fourth ceutel]ary of the deabh of
Vasco da Gama; R. W. G. Hingston,
Physiological
clifficultjes in the ascent of Mount Everest;
M.
W.
Jiiiton-Simpson.,
The people of tÂhe Aures Massif;
G.
T.
Basden,
Notes on the
Ibo
country, Southern Nige-
ria;
Oh. Davison,
The Japanese eartihquake of 1
Sep-

teinber 1923, The Mount Everest film of 1924;
C. J.
Edmonds, Two
ancient monuments in Southern Kur-
clistan.

K
010
ri i al e

St u di ë n.

– ‘s-Graverihage,
Augustus 1924.

Mr. Dr. B. J. F. Steinmetz,
Het. onderscheid tas-
schen gewone en buitengewone uitgaven en de grond-
slagen der leeningspolitiek;
Dr. AlS.
C.
Kruyt,
De

beteekenis van den natten rijstbouw voor de Possoërs;
Ir. W. H. Brandenbsrg,
Landelijke watervoorzienin-
gen;
J. van Oelderen,
Regeering, volksraad en cir-
culatiebank over den Indischen gulden.

Zei.t
s chr i f t für ii and el.s
wrj
s s enschaft-

1 1 c h e F o. r s c h u ii
g.
– Leipzig, Dec. 1924.

H. Deichman.n,
Die Mitwirkung der Genuszsaheine

bei. Finanzierunsvorgiingen der ,deut,sohen Aktidoge-

selischaften;
Dr. W. Mahiberg,
Weitteuerung ., upl

Bilan zbewertung.

Recht.sgeieerd Magazijn. – Haarlem,

Jaarg. 43, afi. 4/5.
Mr. J. B. Breu1elman,
1-let internationaal verkeers-
recht;
Jhr. A. C. J. Mulder,
Ondoelmatigheid en
schuld bij handelingen der administratie;
Mr. N. de
Beneditty,
De roeping en taak der balie, I.

T d cm. – Haarlem, Jaar. 43, afi. 6.

Mr. N. de Beneditty,
De roeping en taak van de
balie, II;
Mr. Dr. G. van Heynsbergen, Viglius
van
Aytta;
Mr. . M. P. Vrij,
De Nederiandsche Handel-
Maatschappij en de ontwikkel ing van ons vennoot-

schapsrecht.

Revue GbnSrale de Droit Internati-
n a 11? u b ii c. – Parijs, Sept.-Oct. 1924.
A. Rougier,
La question des détroits et la conven-
tion de Lausanne;
L. Cavaré,
Quelques notions géné-
.rales sur l’occupation pacifique. Etude particulière
de i’occupation de Haute-Silésie;
P. Fauchille,
L’In-
stitut de droit international. Session de Bruxelles
(antit 1923).

TheA m erin an Jo urnal of Internatié-
n a i L a w. – Ooncord, NH., Juli 1924.

E. J. Schuster,
The question as to the legality of
the Ruhr occnpation;
G. A. Finch,
The Dawes report
on German reparation payments;
M. 0. Hudson,
Membership in the League of Nations;
Oh. C. Tan-
sili, The treaty-making powers of the Senate;
Sol. A.
Herzog,
When does title to prize pass?

T de m. – Concord, N.H., October 1924.
Ch. Denby,
Extraterritoriality in China;
N. Wing

Jlfah,
Foreign jurisdiction in China;
E. ‘Tinlington,

The settleent of Lausanne;
G. A. Fnch, Th
Lon-
don conference o.n the application of the Dawes plan;
C. D. Hill,
Citizeuship of married women;
A. Warn,er
Paricer,
The quota provisions of the immigration act
of 1924;
Q. Wright,
Changes in the conception of war.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN
JANUARI 1925.

Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
f
10.705.875,-
zijnde:


Bussum
f
800.000,— 5
0
/0
Vijf-jarige
obi.

t 990/
8
01
o
.
Rotterdam
f
9.500.000,— 51

0
/0
obi.
1t97o
0
.
Vlissingen

f
650.000,—
6
o

obi. t
99

o
o
.

Bank- en Credietinstellingen ……

,,
492.500,-
zijnde:
Bank voor Nederlandsche G&meenten

f
500.000,— 5!.

.
0
/0
obi. Ii 984
0
/0.

Hypotheekbanken

…………..

Amsterdamsche Scheepsverband Bank

f
350.000,— 6
o

pandbrieven t
97
0/.

Industrieele ondernemingen …….
6.290.250,-
zijnde:
,,Hollandia” Hollandsche Fabriek van
Melkproducten en Voedingsmid-
delen
f
750.000,_ 6
0
/0
converteer.
bare obi. t 96

/0′
Èeistritztalerkonzern

te

Weenen

f
3.200.000,— 7y2
o/o
le hyp. obi.
t 97o/.
Fried. Krupp A.G., Essen $1.000.000
7
010

.jarige

Goud-Dollar.Notes

t 98i

o/.

Rubber-Maatschappijen

………..,,
650.000,-
zijnde:
Sumatra

Caoutchouc

Maatschappij

f
500.000,— aand.
.
t 130
0
/o.

Diversen……..

……………

,,
99.500,-
zijnde:
Vereeniging tot Christelijk .F[ulpbe-
toon aan Blinden
f
100.000,_ 6
0
/0
le hyp. obi. t 99,f
0
/0.

Totaal ….

f
18.577.625,—
Bovetidien:

f
12.530.000,— 31m. Schatkistpromessen
5. f

995,-
4.550.000,—
61m.

,,
,, ,,

988,75
16.500.000,— 4
c/o
Schatkistbiljetten..
,,

,,
1.006,25

POSTCHEQUE EN GIRODIENST

November 1924
December 1924

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekenin-
109.973


108.176


Stortingen
51.354.047
59.865.998
Overschrijvingen:
ct.
bijgeschreven
161.184.202
229.505.768

gen
op u°……

b.
afgeschreven
161.184.202
229.505.768
IJitbetaalde

22.230.274 82.693.429
cheques
……….
Totaaltegoedreke
ninghoudersopu°.
199.871.007
175115
.
1
55

GIRO-OM
ZET
BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

December 1924

December 1923

Posten I Bedrag

Posten I

Bedrag

Voor reke. ninghouders 53.435 (2.525.930.000 72.217
f
2.031.088.000

waarvan door
de H.-bank
plaatselijk

39410 ,,2.187.745.000 41.367

1.770.551.000

Ter voldoe.
ning van
Rijksbelast.

2.176 ,,

9.583.000 6.403 ,,

11.926.000

4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

November 1924

December 1924

Posten
I

Bedrag

Posten
1

Bedrag

Ontvangen en
betaald:
in contanten..

31420
f
12.764.826

35441
f
14.838.821

door over-
schrijving’)… 12
3
842 ,, 68.781.705 148166 , 95.045.594
Particuliere
rekeningboud.

23374
2
),, 32.017.864

23553e,,, 32.237.223

Saldo te goed
part. rek. ultO.

,, 17.173.191

-17.783168

Depositos voor
een jaar vast.

2375
,,
6.172.300
1
2402
2
)

6.536.400

1)
lnclusieve verrekeniugen tusschen gemeentediensten,

zijnde
f
7.629.894,66 in November 1924 en
f
30.875.814,14

in December 1924.
2)
Aantal.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

NOVEIIBER
1922
1

1923

1
1924

Inlagen
………..f
10.051.899
f

9.766.300
f

9.083.041

Terugbetalingen
.
..
,,

9.219.827
,,

9.903.452,,
10.121.261

Tegoed der inleggers
op ultimo ……..,,
289.557.861 ,, 297.495.147
,, 29.81.223

Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes
,,

44.792.600

.

44.503.800
43.826.900

Spaarbankboekjes:

Aantal nieuw uit-

op ultimo

………

gegeven
9.968
8.555
8.74f

Aantal

geheel

af.
betaald
7.768 7.622
8.711

Aantal in omloop
op ultimo
1.936.290
1.951.766
1.966.67e

PRODUOTIE DËR STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt, door den Hoofdinguieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

1 Dec.
1 Jan.
1 Jan.

1924
1925
1924

A ant. arbeiders bovengronds.
8.127
8.156
7.800

11

ondergronds.
21.839
21.987
21.883
29.966
30.143
29.683
Totaal

……………

Nov
Dec. Dec. 1924 1924
1923

Netto productie in tonnen
van 1000 KG. over de
maand…………….
513.541
530.009 459.890
19.031 19.166
24.693
waarvan kolenslik ………
Aantal normale werkdagen
gedurende de maand bij de:
Staatsmijnen
Oranje-Nassaumijnen
Overige mijnen

25

25
24

II. Gezamenlijke Bruinkolenmijnen. )

1 Dec.
1924
1 Jan.
1925
1 Jan.
1924

Aantal arbeiders ……….
..

Netto-productie in tonnen.
.
Aantal nornvale werkdagen

143
136
213

Nov.1924
Dec. 1924
Dec. 1923

16.882
24
18.216
25
11.329
24

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

1 Dec.
I
1 Jan.

1 Jan.

1924

1925

1924

Aantal arbeiders ………. .91

1

91

j

98

Nov.1924) Dec. 1924) Dec. 1923

Afgeleverd:

Geraif. zout ……..(ton)

3.090

2.624

1.745

Industriezout ……( ,, )

20

42

62

Afvalzout ………..( ,, )

82

35

149

Aantal normale werkdagen

25

24

24

1)
Alleen Bruinkoolmijn Carisborg, daar vanaf eind Sep-teraber 1924 de N. V. Maatschappij Bergerode wegens uit-
putting harer velden de ontginning van bruinkolen heeft
gestaakt.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d (Disc. Wissels. 4 15
Jan.’25
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23

Bk
.

Bel.Binn.Efi.
4415 Jan.’25 N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24

Vrsch. inR.C.
5415 Jan.
’25 ZweedscheRbk 54
8Nov. ’23

Javasche Bank . …
4420
Oct.
’24
Bank v.Noorw. 6
26Nov. ’23

Bankvan Engeland 4
5Ju1i’23
Bk. v. Tsjecho-

Duitsche Rijksbk. 9
26Feb.’25
slowakijë..-. 6
27Mei’24

Bank v. Frankrijk 7
11Dec.’24
N.Bk.v.O’rijk.13
6Nov.’24

Belgische Nat. Bnk.
5422 Jan.’23
N. Bk. v. Hong. 12
18Sept.’24

Fed.Res.BankN.Y.
3426Feb.’25
Bank v. Italië.
5411 Jnli ’22

Bank van Spanje.. 5
33Mrt.’23
Z.-Afr.Rea.bnk 54

OPEN MARKT.

Amsterdam
Londen
Berlijn
New
Vork

Data
Part.
Prolon-
Part.

1
disconto
Part.
Cail-
disconto
gatle
(3 mnd.)
disc.
(3mnd)l
money’)

28 Febr. ’25
1% 1%
+*%

/8
5_34
23-28 F. ’25
1%

/8

1%
3% -4%

3 1/-4
4% -5
16-21

1
25
1% -2′
1%-2-
3
H
3
%

3%
3_4
9-14

’25
21I85118

2_2%
3%

+4

3%
3% -4%

25F.4 M.’24
47/_5
5_%
3
/s-Ii


4% -5%
26F.-3M.’23 3%_4
2s

1

4% -5%

20-24Jli’14
2%-3%
2%_%
2’l,_%
1

1s, _2

1)
Kners v.
27
Febr, en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEERLAND.

Data
New
York’)
Londen
I

•)
Berlijn
•)
.
I
Parijs
0)
Brussel
0)
Batavia’)

23 Febr. 1925
2.49112
.
11.884
59.40
12.97
12.55
99%
24

»

1925
2.49
5
/
8

11.884
59.45
12.92
12.524
99% 25

1925
2.49%
11.884
59.47
12.83
12.50
99%
26

1925
2.503/
11.88
59.60 12.824 12.524
99%
27

»

1925

11.914
59.50 12.874
12.57
99 28

1925
2.50s/
11.934
59.625
12.78
12.55
99%
Laagsted.w.
1
)
2.4921
8

11.87
59.35
12.7.7
12.41
99
Hoogste d.w’)
2.50%
11.93.
g
7
l
59.65
13.-
12.60
99
23 Febr. 1925
2.4911
8

11.874
59.424
12.974
12.55
99%
16

,,

1925
2.4811/
11.87JI
59.25
13.01
12.56
99%
Muntpariteit
2.48
12.10
1
59.26
48.-
48..-.
1
100

S) Noteering te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

D ata
Zwit-
ser
Weenen
0)
Praag
lj
Boeka-
rest
1)
Milaan
**j
Madrid
*)

23 Febr. 1925
48.-
0.00354
7.42
1.26
10.13
35.39 24

1925
47.98
0.00354
7.31 1.26 10.09
35.40
25

1925
48.-
0.00354
7.41
1.26
10.064
35.344
26

,,

1925
48.074 0.00354
7.41 1.26
10.10
35.35
27

,,

1925
48.05
0.00354
7.41 1.26


28

-,,

1925
48.174
35.152)
7.41
1.26
10.10
35.524
35.30
Laagsted.w.
1
)
47.90
0.0.0344
7.39 1.224 10.024
Hoogsted.w’)
48.20
0.00354
7.44 1.324
10.17
35.574
23 Febr. 1925
47.95
0.00354
7.40
1.26
10.22
35.41

16

,,

1925
47.924 0.00354
7.36
1.28
10.234
35.35
Muntpariteit
48.-
1

50.41
1
50.41
48.-
48.- 48.-

0) Noteering te Amsterdam. ) Noteerine te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.
2)
In Old. per 100 Schillings.

Data
Stock-
holm
0
)
Kopen-
1
hagen)
Oslo
•)
f
Hl
sing-
Buenos.
Aires
1)
Mon-
treal
1)

23 Febr. 1925
67.30
44.40
38.-
6.274
98%
2.49% 24

,,

1925
67.30 44.50
38.-
6.27
98%
2.49i
25

,,

1925
67.30
44.524
38.024 6.274
99
2.493
26

1925
67.474
44.55
38.024
6.30
99% 2.49%
27

1925
67.35
1
44.574
38.10 6.30
995/
s

2.495, 28

,,

1925
67.50
44.70
38.15
6.30
995,
2.49%
Laagsted.w.
1
)
67.15
44.324
37.85 6.25
98%
2.48%
Hoogste d.w’)
67.55 44.75 38.25
6.324
100
2.50%
23 Febr. 1925
67.30
44.40
38.-
6.29
2.49
1/
4

16

,,

1925
67.074
44.35
38……
6.25
98
8
/
4

2.481/
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
105
2.48 t
,..
*)
Noteering te Amsterdam.

) Noteering te. Rotterdam.
Particuliere- opgave.

KOERSEN
TE NEW YORK. (Cable).

o
ata
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterda
($
per
)
($ p.IOOfr.)
($p. 100 Mk.)
($p. 100’g

24 Febr.

1925
4,769%
5,19
23,80
40,07
25

,,

1925
4,757/
8

5,15
23,80
40,05
26

,,

1925
4
,
7
5/8
5,15
23,80
40,02
27

1925
4,758%
5,15
23,80
40,-
28

1925
4,76%
5,13
23,80
40,01
2 Maart 1925
4,769%
5,07
23,80
39,94

17 Febr.

19251
4,767/,
5,30
23,80
40,15
Mluntpariteit …
4,8667
19,30
23,819%
4081
6

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

202

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925

Plaatsen en
Landen

I
.

Noteerings-
eenheden
1
14 Febr.
21
Febr.
1925

1

1925

23128
Febr.
’25

Laagsteltfoogstel

28
Febr.
1
925

A.lexandrië… Piast.p.

9715199 970,
1

979i6
9715j

Bangkok

.
Sh.p.tical
1/10
1
/
8

1/1ij,
1/101/,

1/10
1
/,
1/101/,
B. Airesl) …

d. p.
$
5/8′
45s,
8

459%

45
19
/10
459%
Calcutta…… Sh. p. rup.
1161/
39

1/6
1
/5
15

1/61/6
1/6
Constantin.
.
Piast.p.0
910
9129%
915

960
9529%
Hongkong …

5h. p.
$
2/4
2/3
29
/
32

2/3%

2
1
1
41/,
213
29
/
32

Lissabon
1)
… d. per Mii.
2
18
1
32
218/99

28/
8

27/
t
,
2
18
/
32

Mexico
.
…..

d. per
$
26
26
25

27
26
Montevideo
1)

d..per
$
486/
8

478/,
479%

48
4784′

Montreal

$
per E.
4
15
/92
4.77
4

7
/8

4.71/8
4.76
R.d.Janeiro
1)
d. per Mil.
5
23
/32
5
2
/8
517/92

511133

Shanghai …. Sh. p. tael
312
311/
t
,
3/19%

3/29%
31118/
16

Singapore…..

id. p.
$
2/4
3
/39

2/4i
2/4

2141/,
2/41/
16

Valparaiso
2
). peso p.
£
44.10
11/7
25
/,,
2

43.00 42.60

43.-
42.80
Yokohama … Sh. p. yen
1/75/,
1/7
23
/
32
1/86/
16

117
29
/32
*
Knersen der voorafgaande
dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90 dg.
3)
Nominaal.

1

ZILVERPRIJS
1)

.
GOUDPRIJS
3)

Londen
N.York
2
)
Londen
23 Febr. 1925..

325/
16

689/,
23 Febr. 1925..
8711
24

,,

1925..

329/
8

689%
24
1925..
86/11
25

1925..

328/,,
689/,
.25

»

1925..
870
26

,,

1925..

329% 689%
26

,,
1925..
8711
27

1925..

328/
8

687/, 27

,,
1925..
83/7
28

1925..

323/,
5

689/
8

28
1925..

1 Mrt.

1924..
649%
29 Febr. 1924..
95111

20Juli

1914..

2411/,
541/8
20Juli

1914..
84110
1)
p.
oz stand.
2)
Foreign silver.
3)
p.
oz. line.

21
Februari
1925
1

28
Februari
1925

Voorschot uit
‘s
Rijks
kas aan N.-I.
… …….
1.481.000,-
f

5.583.000,-
md. Schatk.prom. in oml.
70.000.000,

.
,,
70.000.000,-
Voorsch. Jav.Bk. aan N.-I.
902.000,-
,,

3212.000,-
Muntbiljetten in omloop.
36.410.000,-
,,
35.858.000,-
Ten voordeele
v.
N.:I. ge-
boekt beleggingsgeld
v.
h. N.-I. muntfonds….
1

4.749.000,-

4.683.000,-

Totaal
..
fll
3
.
542.000,
_
1

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
2 Maart
1925.

Activa,
Binnenl.
Wis-t

Hfdbk.
f

38.939.624,40
sels, Prom.,’
Bijbnk.

22.059.611,04
enz.in
disc.
I
Ag.sch.
,,

39.492.157,25

f
100.491.392,69
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto

.

Idem eigen portef.
,
f
132.173.719,-
Af :Verkochtmaar voor


de bk. nog niet af gel.


132.173.719,-
Beleenin
g
en
inci. vrsch.
Hfdbk.
f

72.088.022,84

in rek.-crt.
Bijbnk.
,,

10.963.274,38

op
onderp.
Ag.sch.
,,

72.850.626,45

f

155.901.923,67

Op
Effecten……..
7′
153.827.673,67
OpGoederenenSpec.
,,

2.074.250,-
155.901.923,67
Voorschotten a. h. Rijk

…………..

,,
14.817.309,25
Munt en Muntmateriaal.
Munt, Goud
…….
7′

56.283.740,-
Muntmat., Goud…
,,
448.200.741,56

f
504.484.481,56
Munt, Zilver, enz..
,,

20.612.803,20
Muntmat., Zilver…

Effecten
525.097.284,76

Belegging Res.fonds.
7′

5.652.695,17
id. van
‘,v.
h. kapit.,,

3.999.926,63
9.652.621,80
Gebouwen

n Meub. der Bank…..

,,
5.2 12.500,-
Diverse rekeningen

70.813.202,85

71.014.159.954,02
Passiva.
Kapitaal
……….._._._…_……—-

7′
20.000.000,-
Reservefonds
_. ..
5.655.237,53
Bijzondere reserve
. ………… … . – … –

,,
8.235.000
2

Bankbiljetten in omloop…
.. .. …..
911.540.690,-
Bankassignatiën in
omloop..

….. ,,
744.116,77
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f

-.
saldo’s:

I
Anderen,, 48661.704,62
48.661.704,62
Diverse rekeningen
19.323.205,10

f

1.014.159.954,02

Beschikbaar metaalsaldo
. .. … ………
f
332.537.851,11
Op de ba8i8 van
2/

metaaldekking….
140.348.548,83
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ..
1.662.689.255,- Voornaamste posten
in
duizenden guldens.


Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Goud
Zilver Circulafie
opeisc/ib.
Metaal-

IkinjZs

2 Mrt. ’25 504484 20.613 – 911.541 49.406 332.538 54

23 Febr.’25 504.485 19.427

879.793 65.650 334.452 55
16

,,

’25 504.511 19.285

892.178 65.073 331.949

55
9

’25 504.511 17.441

902.701 55.387 329.937 54
2

,

’25 504.501 ‘15.755

921.731 51.937 325.124

53

26 Jan. ’25 504.543 14.103

892.988 77.096 324.208 53

3 Mrt. ’24 581.716 10.321 1.015.446 44.263 383.850 57
25 Juli ’14 162.114 8.2281 310.437 1 6.198 43.521
1
)
1
54

irechtstreeksi

Hiervan

TTapier
Totaal Schatkist- Belee-
I

ophefDiverse
Data

bedra
dlscont’s promessen ningen

bulten, ningen
2)

land

2 Mrt. 1925
100.491

155.902
132.174
70.813
23 Febr. 1925
102.576

149.805
127.872
75.976
16

1925
104.392

152.049
123.471
85.869
9

1925
109.294

151.433 120.130 92.689
2

1925
112.907

160.790
123.78
93.650
26 Jan. 1925
114.563

157.024
124.516
92.060

3 Mrt. 1924
254.491.
87.000
147.453
22.286 44.263

25 Juli

19141
67.947
1

14.300

1
61.686
20.188
509
1) Op
de basis van
215
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE
BANK.
Voörjiaamste posten in duizenden
guldens.


Data
Metaal
Circu

latie

Andere
opeischb.
schulden Discont.
IDlv. reke-
1
ningen’)

24 Jan.

1925…
1.086 1.494
924
1.044 433
17

1925..
1.076 1.537
941
1.041
474


10

1925…
1.060 1.592
969

1.048
576
3

,,

1925..
1.060 1.742 847 1.059 552
27 Dec.

1924..
1.067
1.511
882 1.065
641

26 Jan.

1924..
1.175 1.442 835 1.099
407

5 Juli

1914…
645
1.100
560
735 396
ly OIUJIpU8L Uty UULIVU.

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minisfer van Financiën maakt bekend:

Saldo bij Nederl. Bank..
f

7′


Saldo bij betaalmeesters..
,,
6.018.426,70

5.267.157,11
Voorschotop ult.Jan. 1925
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcenten op Rijksink.bel. ,, 74.130.993,09 , 74.130.993,09
Voorsch. aan de koloniën 10.590.352,16 15.326.574,42
Voorsch

a. h. buitenland 216.834.137,92 ,,216.717.201,22
Daggeldleeningen tegen
onderp. v. schatk.papier

Voorsch. door deNed.Bank
f
5.001.542,42
f
13.450.511,38
– Schatkistbilj. in oml6op
1)
,,183.244.000,- ,,172.082.000,-
Schatkistprom. in omloop

95.180.000,-. ,,108.490.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.

Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-

meesters in kas) …….
..,, 21.200.851,-

21.243,501,-
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort ………..,, 31.543.231,71 ,, 39.343.601,53
1) Waarvan
f
37.056.000.verval en op of na 1 April 1921.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

4
Maart
1925

ECONOMISCH-STATISTCHE BERICHTEN

203

JAVASCHE BANK.

Vooriiaarnste posten in dirizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

J

1
Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schuldénJ
saldo

28Feb. 1925

18050

272.500

70.000 117250
21

1925

185.750

274.00v
1
72.000 116.550
14

1925

184.750

278.500

74.000 114.250

24Jan.1925 133.666’51.789

276.119

99.113 111.203
17 ,, 1925 133.670

51.400 280.922

99.859 109.651
10

1925 133.596

52.256 283.955

91.661 111.495

3

1924 133.500

52.319 280.871

87.831 112.e56′

1 Mrt 1924 154.775

64.297 258.138

84863 151.264
3 Mrt 1923 158.648

59.440 264.548 104.278 145.037
25 Juli1914 22.057.

31.907

110.172

12.634

4.842
1

Wissels,
1′

T

I

Dek-

Data

Dis-S

bulten
1
Belee
1
Divese
reke-

kin gs-

conto’s

N.-Ind.
1
ningen
1
ningen’)

oercen-
betaaib.
1

.

1

tage

28Feb.1925
109.890
***
54
21

1925
108.720
.
54
14

1925
114710
52

24Jan.1925
-t-
30.102

17.284

65.583
84.355
49
17

,,

1925
30.357

16.803
75.630
83.966
49
10

1925
30.318

16.819
76.762 76.524
49
3

1925
30.969

16.335
76.330 68.947
50

1 Mrt 1924
34.746

19.922 70.571
24.067
64
3 Mrt 1923
36.080

35.069

63.999 32.884
59

25Juli1914
7.259
6.395

47.934

2.228

44
1)
Sluitpost activa.

)
Basis
51
6
metaaldekking.

BANK
VAN ENGELAND.
‘oortiaarnste posten, onder
bij.voeging der
Currency Notes,

in duizen
den pouclen
sterling.

Currency
Notes
Data
Metaal
Circulatie

Bedrag __Ooudd.
I
Oov. Sec.

25 Febr. 1925
128.587 124.803
281.165
27.000
231.779
18

1925
128.579 124.232
282.020
27.000 232.687
ii

1925
128.577 124.848
283.013
27.000
233.699
4

1925
128.573 125.465
282.879 27.000
234.139
28 Jan.’ 1925
128.570
124.456
281.240
27.000
231.935
21

,,

1925
128.572 124.843
283.498
27.000
234.422

27 Febr. 1924
128.106 125.579
277.468 27.000
232.607

22 Juli

1914
40.164
2.317
1


‘ –

1
Dek- –
00v.

Other

Public

Other Reserve! kigs-
Data

Sec.

Sec.

Depos.

Depos.

1
n’

25 Feb. ’25
41.927
74.400
16.144 105.543
23.534
198,
18

’25
43.942
75.045
13.705
111.244
24.097
19
11

’25
45.820
73.460 9.569
115.081
23.479
187l
4

’25
67.503 73.688
11.049
134.913
22.858
15
51
8

28 Jan.’25
50.038
73.991
22.550
107.271
23.863
18/
21

,,

’25
49.213 75.280
22.923
107.007
23.478
18

27 Feb. ’24
51.197
.
68.222
13.107
110.436 22.277
18,03

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.29.7
525/
s

1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten
in millioenen
Iran es.

Waarv.
T goed
Buit. gew.
Schat-
Wi

Data
Goud
In
het
Zilver
in het
voorsch.
kistbil-
se
5
buiten!, buiten!.
ajd. Staat
letten

26Feb. ’25
5.546
1.864
306 574
21.900
4.925
5.101
19

,,

’25
5.546
1.864
305
573
21.900
4.920 5.000
12

,,

’25 5.546
1.864
305
573
21.900
4.916
4.807
5

.,

’25
5.546
1.864
305
573
21.900
4.905
6.301
29Jan.’25
5.546
1.864
305
574
21.200
4.892 5.906

28Feb. ’24
5.541
1.884
298
574
23.100
4.623
3.889

23Juli’14
4.104

639
– –

1.541

Waarvan!
Uitge-
BI
e ee-
Rekg.
Courant
Data
op
het
stelde
ningen
Circulatie
Part!

Staat
cunerenl
buiten!.
Wissels

26Feb. ’25
17
8
2.974
40.792
2.014
13 19

1
25
17
8
3.005
40.771
1.929
13 12

’25
23
8
3.072
40.778
1.878
10
5

,,

’25
20
8

2.938
40.859
2.006
9
29Jan.’25
19
8
2.950
t

40.516
1.966
46

28Feb. ’24
25
13
2.379 39.345 2.319
11

23 Juli’14
24
13
2.445
38.895 2.229
24
1)
In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staat a. buiten!. regeeringen.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

Data
0

d
)U
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
ten!. circ.
dekking
en
ningen
banken’)
geldende
cheques

23 Febr. 1925
880,0
201,4
293,3
1.485,2
15,9
14

1925
865,8
198,7
288,6
1.574,8
31,6
7

1925
844,8
198,7
281,6
1.646,8
47,1
31 Jan.

1925
834,2
198,7
278,1 1.770,7 81,7
23

1925
813,1
198,7
271,0
1.607,7
7,4
15

,;

1925
791,7
198,7
263,9
1.743,6
17,4

23 Juli

1914 1.356,9
– –
750,9
50,2

D a a

____________

Effec-
ten
Diverse
Activa3)
Circu.
lalle
Rekg.-
Crt.
Diverse
Passiva
aan
lRenten-
bank

23 Febr. 1925

110,2 1.689,01 1.682,8

1.021,6 1.474,7
266,6
14

,,

1925

110,1
1.629,4 1.760,0

929,3
1.486,3
290,2
7′

1925

109,9
1.627,5

1.839,5

818,7 1.533,2
326,1
31 Jan.

1925

110,1
1.506,6

1.901,3

746,8
1.534,4 347,6
23′

,,

1925

110,0
1.747,6

1.550,0

990,2
1.612,6 378,4
15

,,

1925

.109,8
1.774,0

1.646,2

983,7 1.629,8 403,5

23 Juli

1914

330,8,
2
1
200,41 1.890,9

944,-1
40,0

1
$
Onbelast.
‘)W.o.
schatk.papier.
3)
Wo.
Rentenbankscheine:
23, 14,7
Febr.,
31,23,
15Jan. resp.
370,4; 312,4; 261,7

186,4; 377;
328,2
miii.

BANQUE NATIONALE
DE BELGIQUE.
Voornaamste
posten in mjllioenen
francs.

3

On

Data

10

26Feb. ’25
377
85
480 1.325 356
5.200
7.599
225
19

’25
377 85
480
1.293
362
5.200
7.567
181
12

’25
377
85
480
1.348.
328
5.200
7.630
169
5

’25
377
85
480
1.441
389
5.200
7.641
213
29Jan.’25
377
85
480
‘1.545
332
5.200
7.648
258
22

,,

25
376
85
480
1.504
350
5.200
7.623
278

28Feb.’24
359 85
430 1
1.373 393
5.300
7.652
288

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FED]IBAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in inill ioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data betaal-
middel,
Totaal
_________________-
1
Dekking
!
In her-
disc.
v.
d.

mde
open
bedrag
F.
R.
Notes
Zilver
efc.
meniber
markt
banks
gekocht

11
Feb.’25
2.896,3
1.760,7
144,7
331,8
324,6
4

,,

’25 2.920,9
1.777,9
143,7
322,4 308,0
28Jan.’25
2.939,4
1.784,3
143,2
273,7
307,8
21

,,

’25 2.944,7
1.795,3
138,7
202,8
306,2
14

’25
2.953,0
1.790,0
138,7
261,8
323,9
7

,,

’25 2.950,9
1.775,1 124,4
264,4
341,0

13 Feb.’241
3.128,3
2.197,7
117;2
546,3
278,1

Belegd
F.
R.
Notes
1 1
Totaal

Gestort
id-
Dek-

I
Aluem.
Ii’ek-
Data
‘j
in

,
Gov.Sec.
In
circu-I
Kapitaal
kings-
1 kings- latie
1
perc.’)
1

perc.2)
___________

11
Feb.’25
390,1 1.713,7
2.242,5
112,3
73,0-
76,9
4

,,

’25
388,8 1.690,4
2.267,6
112,3
73,8
77,4
28Jan.’25
394,1
1.684,3
2.265,2
112,2
74,4
78,0
21.

’25
423,5
1.698,6 2.216,1
112,2
75,2 78,8
14

’25
486,9 1.738,0
2.330,3
112,2
72,5 76,0
7

’24
496,0
1.805,4
2.316,5
112,2
71,6
74,6

13Feb.’24
127,3

12.039,21
1.972,2
110,4-
78,0 80,9
v ernouuing w,aten gouuvoorraau tegcnuver upeisçiivare acilulueli
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
Ï’ARTICULTERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES.. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dôllars.

Aantal
Dis-
conto’s
1-
1

Beleg-


bij
de
1

Totaal
Waarvan Data
banken
en
1
gingen
F.R.
1

depo-
sito’s
time
deposlts
beleen.
banks

1.655
4Feb.’251
736
13.113
5.453
1

18.073
4.900
28Jan.’251
736
13.051
5.488
1.640 18.012
4.863
21

’25
736
13.087
5.548
1.602
1

18.147
4.869
14

’25
736
13.123
5.557 1.720 18.344
4.853
7

’25
736
13.106
5.555
1.702 18.289 4.849

6Feb.’24
759
11.932 4.487
1.407
15.534
4.120
.tsa,L .ueL elilu vSLlI icuer Iç,%vailaal svoruI. ecu uveJieu,,
gegeven ya.n. nkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.

204

ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925,

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 2 Maart 1925.’

De internationale foridsenmarkten hebben gedurende de
achter ons liggende. berichtsperiode sterk onder den invlol
gestaan van de bewegingen op de geld markt. Met uitzondertng
van Frankrijk, is dit zoowel in Duitschiand en Amerika
lLL
waar wijzigingen
in
den diseontovoet der circulatie-instellingen
hebben plaats gevonden – als in Engeland het geval geweest.
Op de verlaing van het Duitsche disconto wordt elders
in dit nummer uitvoeriger ingegaan. Op de fondsenmarkt
wordt het. beschouwd als een teeken van een meer ,conci-
liante houding van de zijde der Rij ksbank. Dit heeft een goede
uitwerking gehad; hoewel er toch geen koersrij zing v
a
an be-
teekenis te constateeren is geweest. Het overlijden vn den
president van het Rijk en de onzekerheid in politiek opzicht,
welke in verband hiermede weder is ontstaan, hebben hiertoe
niet onaanzienlijk bijgedragen. Te L o n cl e n is hnl beursverloop over het algemeen vrij
lusteloos geweest. Alleen tegçn het einde van de berichts.
periode kwam er eenige teekening in de markt, toen het
vooruitzicht op een disconto-verhooging van de Bank of
Engeland – in aansluiting aan de verhooging van het disconto
van de Federal Reserve Bank te New York – cle koersen van
beleggingsfondsen drukte. In het vooruitzicht van hooger
geldkoersen viel
01)
deze afdeeling algemeen nogal aanbod op
te merken.
Te P a r ij s is de markt, zooals gewoonlijk in de laatste
weken, zeer stil geweest. Toch viel er een iets betere onder-grond te onderscheiden, welke in het leven is geroepen door
de berichten, dat tusschen de Fransche en Duitsche ondbr-
handelaars overeenstemming omtrent een voorloopige regeling
inzake het handelsverdi’ag was bereikt. Lang heeft de goëde
stemming echter niet aangehouden. De invloed van den
dalenden wisselkoers bleek sterker te zijn en heeft de aan-
dacht grootendeels op arbitragefondsen gevestigd gehouden
De afschaffing van het bordereau de coupons evenals clie vn
het affidavit voor buitenlandsche houders heeft hierdoor
niet de uitwerking kunnen hebben, welke in andere onistan-
cligheden hiervan wellicht ware uitgegaan.
Te N e w Y o r k is het on.niiddellijk gevolg van de disconto-
verhooging, waarop elders in dit nummer nader wordt in-
gegaan, eenige reactie op de fondsenmarkt geweest. Men is
door dén officieelen stap toch eenigszins opgeschrikt en heeft meer aandacht aan de geidkoersen besteed.
T e n o n z e n t was ondanks de wijzigingen, weilce op de
internationale geldmarkt plaats hebben gevonden, gedurende
de geheele week, ook tegen het slot der berichtsperiode, geld overvloedig verkrijgbaar, waardoor tevens een zeer
opgewekte houding voor
beleggingsfondsen
zich heeft kunnen
handhaven. Langzamerhand beginnen ook de openbare licha-
men, wier leeningsbepalingen hiertoe de gelegenheid verschaf-
fen, er toe over te gaan, hun schulden- in obligaties met een
lagere rentevergoeding te converteeren. Deze week heeft de gemeente Amsterdam het voornemen hiertoe aangekondigd.
6
pCt. Ned. Werk. Schuld.
1922: 104, I04/
8
, 104
11
/
8
; 4j
pCt.
Ned. Werk. Schuld.
1917: 92
21
/321 92
1
/
1
; 7
pOt. Ned. Indië:
I.03’/, 1041/
4
, 1031/
j;
5
pOt. Brazilië
1913: £ 20-100: 55,
8
pOt. Sao Paulo
1921: 100
1
/5
99
1
h1
16
.
Wat de aandeelenmarkt betreft, hebben in de eerste plaats
rubberaancieelen
de aandacht getrokken door een zeer opge-
wekte houding. De vermindering van de voorraden te Londen,
gepaard gaande met een vasten en zeils een geleidelijk stij-
genden prijs van het product, heeft hier ruime kooplust ver-
oorzaakt, temeer wijl men de aanstaande jaarverslagen van de verschillende rubberondernemingen thans reeds gunstig
beoordeelt. Amsterdam Rubber:
169, 1721/
4
, 174;
Hessa
Rubber:
1882/
4
, 191
1
/
4
, 194/
4
;
Java. Caoutchoue:
I32/21 135
1361/2;
Kali Telepak:
197
5
/
s
, 205/, 209/
4
; Majang1ander:
371
1
/
2
, 374; 372;
Ned. md. Rubber-en Koffie:
227, 233, 237;
Oost .Java Rubber:
2631/
4
, 272
1
/
2
, 275/
4
; RotterdamTapanoei
151/2, 14i/2;
Serbadjacli:
215, 217, 219;
Tjïboeni Tjip:
108
1
/
2
,
110, 112.
Daarentegen’ hebben
tabaksaandeelen
een zekere reactie
moeten ondergaan. Over het algemeen is men wel van meening,
dat de prijzen, welke op de aanstaande voorjaarsinschrjving
besteed zullen worden, een voldoende winstmarge zullen
laten, doch waar men algemeen van opinie is, dat de koersen
der desbetreffende aandeelen zijn ingesteld op de recordprijzen
van den vorigen oogst en men ten aanzien van het bereiken
van dergelijke prijzen pessimistisch gestmd is – gezien ook
de neiging tot aaneensluiting, welke onder de Duitsche koopers
schijnt te bestaan – is er eenig aanbod op de aandeelenmarkt
op te merken geweest. Arendshurg:
418, 412, 400;
De]i Bata-
via:
3797/4, 374, 370, 360;
Deli Mij.:
395
1
/
8
, 388, 376/
4
; Se-
nembah:
4071/2, 3973/
4,
3871/
4
. ,
Suikeraandeelen
hebben over het algëmeen een aanzienlijk

hoogei niveau kunnen behalen, hoewel de beste prijzen toch
niet behouden kondeii blijven. Tot’de betere stemming hebben
de vaste Oubanoteeringen medegewerkt, alsmede de voort-
gezette vetkoopen van de V.J.S.P., welke Organisatie thans
reeds ongeveer
90
pOt. van de te verwachten hoeveelheid uit
oogst 1925
van de hand heeft geuit. Teiens vielen voor ver

schillende fondsen, met name voor H.V.A. contramïnedek-
kingen van ruimen omvang op te merken, welke uit den aard
der zaak niet hebb&n nagelaten het koerspeil aanmerkelijk
op te drijven. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
165,
1712/4,
169;
Handelsvereeniging,,Amsterdani”:
486, 502,491;
Javasche Cul-
tuur Mij.:
355
1
/2, 361, 378, 371.
Kalibagor:
409, 414, 405;
klaron Cultuur Mij.:
306/
2
, 317, 314;
Moorman & Co.:
345, 360, 354
1
/
2
; Ned. Ind. Suiker:
244, 254
3
/
4
, 249;
Suiker
Cultuur Mij.:
‘258, 27 1
3
/
4
, 265
Tjoekir;
469, 475.
T/ieeaancleelen
hadden een kalme markt, doch de belang-
steffing is hier wel iets grooter gewoiden. Amsterdam Thee:
67, 66, 67
1
/
z
; Goalpara:
362, 361, 364;
Rongga landbouw:
224/, 227/
4
; 229.
Pel rolevinaandeelen
hebben slechts geringe variaties te
aanschouwen gegeven. De verdere verhoogingen van den
prijs voor ruwe petroleum zijn uitgebleven, tegen de alge-
meene verwachting in. Zoo kon tegenover de vraag, weilce op
verschillende dagen voor Fransche rekening in aandeelen
Koninklijke Petroleum Mjj. kon worden geconstateerd, steeds voldoende aanbod worden gesteld. Ook de overige aandeelen
bewogen zich nagenoeg op onverandei-d koerspeil. Dordtsche
Petr. md.:
385, 376,
1
/4;
Geconsolideerde l’eti-:
1 86/
8
, 1 89/
4
, 187
1
/4;
Kon. Ned. Petroleum:
411
3
/
4
, 405
1
/
2

402, 408.
De
&lieepvaa?tmarkt
was eveneens stil, doch hier vielen
lichte reacties op te merken, in verband met de nog steeds
niet zeer opgewekte beschouwingen omtrent de naaste toe-
komst van de vrachtenmarkt. Wel was de daling hier niet
van groote beteekenis, omdat het aanbod slechts gering was, doch aan den anderen kant was van eenige vraag ook slechts
weinig te bespeuren. Holland-Amerika Lijn:
68, 67
1
/
2
, 66
1
/
2;
Java China-Japan Lijn:
10872, 107
1
/
7
, 106/
4
;
Kon. Ned.
Stoomboot Mij.:
773/4, 76/
4
, 75;
Ned. Scheepvaart – Unie:
1363/,
135/2;
Stoomv. Mij. ,,Nederland”:
159.
Van
hankaandeelen
waren de voornaamste soorten goed
gevraagd, zoodat hier een geleidelijke koersverhooging voort-
gang kon hebben. In het bijzonder viel een prjsverbetering
voor aandeelen Disconto- en Effectenbauk op, in verband
met geruchten, dat een hevrediend dividend zou worden
uitgelceerd. Amsterdamsche Ban.k
1 38’/,
1401/4,
143;
Disconto-
en Effectenbank:
83, 88, 95;
Incasso Bank:
‘104/
2
, 105’/
2
;
Koloniale Bank:
18878, 193/
8
, -190’/
d
;
Ned. Handel Mij.:
134/
8
; Ned. Ind. Hand. Bank:
14427/32,
148/
8
, 146
1
/
8
; Rotter-
clamsche Bankverg.:
7 4
1
/
2
, 75;
Twentsehe Bank:
116..
Industrieele aandeelen
waren vast van toon, voornamelijk
voor aandeelen Jurgens – als gevolg van het bericht, dat
een deel van de aandeelen van dit concern te Londen is ge-
plaatst – en voor aandeelen Philips’ Gloeilampen – waai-van
verluidde, dat de winstcapaeiteit door het afsluiten dei le-
kende internationale overeenkomst grooter was geworden.
Tevens konden aandeelen Vereeni
g
de Touwfabrieken van een
gunstige stemming profiteeren in verband met geruchten
omtrent een goeden gang van zaken b.ij dit bedrijf. Calvé
Delft:
1061/4,
1 03/
4
, 102
3
/
4
;
Centrale Suiker:
122, 120 119;
Du Croo & Brauns:
I3/
4
, 13’/;
Feijenoord:
125, 130;
,,Hol-
lancia” Mellcprod. en Voed.:
136, 139;
Hoil. Kunstzijde
md.:
1 60’/
4
,
1591/8,
161;
Jurgens:
78
1
/1
83/
8
, 82/
4
;
Ned. Gist-
en Spiritus:
377
1
/
2
, 390, 375;
Ned. Kunstzijdefabr.:
347/8,
346/4,
3543/4;
Philips’ Gloeilampenfabr.:
3331/4,
337, 350;
R’dam Droogdok Mij.:
177/, 179, 178/;
Verg. Touw-
fabrieken
24
1
/, 27
1
/
2
, 29’/.
Handelsondernennïngen
waren zeer kalm, doch vast van
stemming. Curaçaosche Handel Mij.:
130, 131;
Int. Crediet-
& Handelsverg. ,,R’dam”: 203, 209, 207; Lindë Tevcs:
89
1
/, 91
1
/
21
89;
Ned. Wol Mij.:
141, 144/
1
145
1
/
8
.
De
mijnrnarkt is
tijdelijk verlaten geweest, doch kon tegen
het einde der berichtsperiode van een nieuwe, opleving, bij
lichtelijk stijgende koersen, doen blijken, voornamelijk voor
aandeeleii Redjang Lebong. Billiton 1 ste Rubber: 486;
Ned.
Surinaamsche Goud Mij.:
42/
1
46, 43;
Redjang Lebong:
246, 250,
2541/2;
Siloengkang:
109’/
8
, 110, 105.
De
Amerikaansche afdeeling
heeft geen opvallende koers-
verschillen aangetoond. American Car- en Foundi-y:
202,
205
1
/
2
;
Anaconda Oopper:
89, 88, 87
1
/
8
;
Studebaker:
1110,
1123, 1120;
United States Steel Cy:
123
3
/
4
, 123
3
/,; Atchison
Topeca:
1231h., 124
1
/
4
, 125;
Ene:
32’/2,
331/4,
32
7
/,; Southern
Pacific Conip.:
105’/
1
106;
Union Pacific
150/,, 151
3
/
4
, 151.
De
geldnarkt
bleef zooals reeds gezegd, ruim; prolongatie
noteerde doorgaans 1

3-
pOt.

4
Maart
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

205

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

3 Maart 1925.

Aan de marict voor broodgraan – bleef ook deze week de
vastere stemming voortduren, die omstreeks het midden van
Februari was ingetreden iia de sterke prijsdaling, die in de
voorafgaande weken als het resultaat van hevige fluctuaties
was tot stand gekomen. Het was vooral de betere vraag van
bijkans alle invoerlanden geweest, die het handhaven der
betere markt heeft veroorzaakt, en in den loop der week tot
verdere prijsstijging heeft geleid. De voortdurende iiikoopen
van tarwe en meel door Rusland waren daarbij een belang-
rijke factor. Als het totaal der reeds afgesloten Russische
inkoopen wordt 450.000 ton opgegeven en waarschijnlijk zal
de verkoop naar Rusland nog geruimen tijd kunnen voort-
gaan. Meel werd deze week weder gekocht in verschillende
Europeesche landen en in Canada en uit Engeland worden
verkoopen van tarwe naar Rusland gemeld. Een drietal
ladingen Platatarwe werden naar Portugal verkocht en ook
Frankrijk deed weder meer inkoopen van buitenlandsche
tarwe. In België wordt over den afzet van meel geklaagd,
ofschoon daarin enkele zaken naar Rusland tot stand kwamen.
Zaken in tarwe voor binnenlandsch verbruik waren dan ook
deze week in België niet groot, doch de zich uitbreidende
Duitsche vraag, al was deze dan nog niet van groote betee-
kenis, steunde de markt. Hetzelfde was het geval in Nederland,
doch daar toonden ook de Nederlandsche molens mêer be-
langstelling dan tevoren. Australische en Platatarwe werden
in Nederland gekocht, de eerste voor een groot gedeelte over
Antwerpen, Platatarwe grootendeels op de Nederlandsche
havens. Vooral op 2 Maart werden in Nederland veel zaken
in tarwe gedaan. Noord-Amerikaansche soorten nemen daarbij
slechts een zeer bescheiden plaats in. Daarvan zijn de prijzen
-te hoog tegenover andere soorten. Naar de Duitsche havens
waren de zaken in tarwe nog niet omvangrijk, ofschoon zij evenals via Antwerpen en Rotterdam naar Duitschland wel
eenige uitbreiding ondergingen. Aan de algemeene toename
van den omzet heeft vooral de Engelschè markt sterk meege-daan en zoowel naar het vasteland als naar Engelsche havens
werden daar tot den stijgenden prijs veel zaken in ladingen
en parcels gedaan. De ladingen bestonden vooral uit Austra-
lische en in mindere mate uit Platatarwe en ook in Engeland worden Noord-Amerikaansche soorten minder gekocht. Het
aanbod van Australische tarwe is bij vobrtduring groot en
de hoeveelheid dezer tarwesoort, die nu naar Europa onder-
weg is, is van respectabelen omvang. Onlangs werd bericht,
dat de Australische bevolking zich beklaagde over het feit,
dat reeds 85 pCt. van den tarweoogst voor uitvoer was ver-
kocht. De regeering overwoog maatregelen om voldoende
voorraden voor eigen gebruik in het land te houden, doch
voorloopig zullen de verschepingen nauwelijks den invloed van zulke maatregelen behoeven te gevoelen, daar nog zeer veel tarwe voor verscheping aanwezig is; al heet het, dat de vroegere Australische oogstramingen wat al te optimistisch,
zijn geweest. Daartegenoverjstaatechter,jdatJdej.Argen-

Noteeringen.
Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe Maïs
LiJnzaad
Mei
Mei
Mei
Md.
.
Met.
Md.

28Feb.’25 199%
135
1/
5

17,40
10,40
24,15
21

,,

1
25

l863.
129
527/6
17,10
10,75
24,30
1
)
28 Feb.
1
24 llOij,
81
7
/8
49
10.40
8,-
19,30

28Feb.’23

1187/
.74
1
/
4

445/5


11,74
8,95
19,75
28Feb.’22

147

1)

68
1
)
421f
1)
14,__2)
8,25′)
21,65
2
)

20Juli’14

82


568/
8

36M
9,40
5,38
13,70

1)
Per Mei.
2)
Per
April.

tijnsche tarweopbrengst meevalt. Het uitvoer-surplus wordt
nu geraamd op 16 & 17 millioen quarters tegen 21 millioen in
1924, doch ook het kleinere cijfer van dit jaar kan nog als
zçer bevredigend worden beschouwd. Het is waarschijnlijk
deze verhooging der Argentijnsche- ramirig geweest, die na
de zeer vaste dagen van het begin der week aan de Argeil-
tijnsche termijnmarkten een prijsverlaging heeft teweeg-
gebracht. Het slot op 2 Maart was echter nog 35 & 40 centavos
per 100 Kg. hooger dan op 21 Februari (op den 23sten en
24sten waren de Argentijnsche markten gesloten). Ook in
Noord-Amerika reageerden de markten met geregelde prijs-
stijgingen op de betere stemming voor tarwe in Europa.
Op 29 Februari was deverhooging zelfs belangrijk en scheen
de markt weder terug te keeren tot de sterke prjsfluctuaties
n eenigen tijd geleden .Dat vermoeden werd op 2 Maart
versterkt, toen de verhooging weder voor een groot gedeelte
verloren ging. Het slot was echter te Chicago vcor Mei nog
91/9 dollarcent per 60 lbs. hooger dan aan het begin dei week en te Winnipeg bedroeg de verhooging voor Mei 7
1
/8
en voor
Juli (beide termijnen van den ouden oogst) 10
,
,j dollarcent.
De vaste markten in Noord-Amerika werden mede veroor-
zaakt door de algemeene overtuiging, dat de voorraad tarwe
bij de boeren zeer klein is en slechts zeer weinig tarwe in het
nieuwe seizoen zal overgaan. Steun vindt die meening in het
feit, dat aan de markten der Vereenigde Staten reeds 145
inillioen bushels meer tarwe is aangevoerd, dan in het vorige
jaar, terwijl volgens de officieele raming de ôogst slechts 75
millioen bushels grooter is geweest. De aanvoeren blijven
geleidelijk verminderen. Het streven om zooveel mogelijk
oude tarwe aan de markt te brengen, wordt in Amerika be-
vorderd door de goede vooruitzichten voor den nieuwen oogst.
Hierin schijnt echter in den loop der week eenige verandering
te zjjn ingetreden, vooral wegens gebrek aan neerslag in het
Zuid-Westen. Juli- en September-tarwe zijn tenminste te
Chicago veel sterker gestegen, dan Mei en van die prijsstijging
ging ook op 2 Maart een kleiner gedeelte verloren. Zij bedroeg
toen nog in vergelijking met het begin der wèek 14 dollarcent
per bushel. In hardwinter tarwe van den nieuwen oogst werden
in Engeland deze week nu en dan reeds zakerf gedaan tot
ongeveer 10 pCt. beneden den prijs der oude tarwe.
1)e berichten uit Rusland blijven ongunstig, zoowel omtrent
de nu beschikbare voorraden, als omtrent den stand van het
wintergraan en vooral over de vooruitzichten voor den voor-
jaarsuitzaai, waarvoor geen voldoende zaaigraan aanwezig is.
Reeds wordt gesproken van de mogelijkheid, dat Rusland
-ook in het nieuin seizoen broodgraan zal moeten importeeren.
De overige landen in Oost- en Zuid-Europa, die onlangs over
droogte klaagden, melden nu alle regen en ofschoon de neer-
slag nog onvoldoende heet te zijn geweest, is de toestand
overal veel verbeterd, ook in Noord-Afrika. Wegens de groote
hoeveelheid, die uit Australië werd afgeladen, waren de
wereldveischepingen van tarwe weder even groot als in de
vorige wèek, al was dan oôk hbt aandeel van Noord-Amerika
slechts beperkt. De hoeveelheid onderweg naar Europa is nu
van zeer grooten omvang en bedraa
g
t ongeveer 10 millioen

Locoprijzen te llotterdam/Amsterdaui.

oor en

.
s

t
2
Maart
1925
23
Febr.

3Maart
1925

.
1924

19,25

12,50
Tarwe
.
……………….
1

20,-
Rogge (No. 2 Western)

1
16,90 16,80

10,30
Maïs (La Plata) ……..
2
240,- 245,-

234,-
Gerst (48 Ib. malting)

. . .
267,- 267,-

217,-
Haver (38 lb. white clipp.)’
13,-)
13,20
4
)

10,50
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
13,25
13,40

14,60
Lijnzaad (La Plata)

. . .
.3
515,-
516,_

433,-

1)
per 100KG.

8)
per2000KG.
3)
per
1960KG.
eN
o
2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada
No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

*
Rotterdam

Amsterdam
Totaal


Artikelen


22128
Febr.
Sedert
Overeenk.
22128
Febr.
Sedert
Overeenk.
1925

1924
1925
1 Jan.
1925
tijdvak
1924 1925
1Jan.
1925
tijdvak
1924

Tarwe _. … .. … .. .. ..
18.039
114.722 99.185

3.050
2.953
.117.772
102.138

Rogge
..

713
9.650
83.540


1.725
9.650.
85.265.

Boekweit
.
_. ………
218

6.815 5.579



6.815 5.579

Male
.

..
3.190
131.611


109.816
475


17.662
14.831
149.273 124.647

Gerst. ..

.
………..
2.084
24.155
49.121

240

1.290 9.412
25.445
58.533

Haver

.. ._
..-.
224
9.622
35.083
– .
150

9.772
36.083

Lijnzaad .. ._

..
3.704

36.376
37.930


8.179 8.710 44.555 46.640

Lijnkoek …………
5.000 40.016
24.046


700
41.016 24.740

..
Tarwemeel …….. …
.-
1.765
20.133 35.849
ij

3.702
1.063
23.835
36.912

Andere
meelsoorten
140
2.061
1.058
— —


2.001
1.058

206

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Maart 1925

quarters, welk cijfer in de laatste jaren slechts zeer zelden is
bereikt. Dat echter ook de behoeften van Europa grooter zijn
dan in het vorige jaar, blijkt wel uit het feit, dat Engeland
sedert 1 Augustus reeds 151 miffioen quarters heeft ingevoerd
tegen 12.8 millioen in hetzelfde gedeelte van het vorige
seizoen.
Rogge was deze week in Amerika eveneens vast, ofschoon
de prijsstijgingen Weiner en de reactie op 2 Maart grooter
was dan voor tarwe. Het slot op laatstgenoemden datum was
voor Mei 3
1
/
8
dollarcent per 56 lbs. hooger dan in het begin
der week en voor Juli 7 cent, ook weder wegens het minder
gunstige weder voor den nieuwen oogst en in sympathie met
tarwe. Roggezaken in Europa blijven klein en beperken zich
vrijwel geheel tot zaken uit de tweede hand tot lagere prijzen
dan de Amerikaansche. –
Voor voedergranen is de markt bij voortduring zeer weinig
levendig. Maïs voor poedige posities was in alle invoerlanden
zelfs flauw en lager. Vooral in Engeland is de vraag slecht
wegens de zeer groote voorraden, die zoo weinig vermindering
ondergaan, dat gevreesd wordt, dat zij de behoefte voor

de
maanden, die nog zullen verloopen, véér de nieuwe Plata-
maïs beschikbaar zal zijn, zullen overtreffen. Ook de vaste-
landsche markten leden onder onvoldoende vraag en ofschoon
de verschepingen zoowel van Argentinië als van Oost-Europa
klein zijn en vooral van de Zwarte Zee deze week weinig werd
afgeladen, waren de zaken sleepend. Slechts Denemarken
toonde nog bevredigende yraag en Roemeensche maïs werd
daar tot veel hoogere prijzen gekocht dan in de andere landen
te maken zijn. In Nederland kon de markt zich aanvankelijk
bij iets toenemend.e vraag vrij goed handhaven, doch op 2 Maart
werden alle soorten weder tot lagere prijzen verkocht. De
aankomst van een onverkochte lading Australiche mais
heeft tot de gedrukte stemming bijgedragen, evetials de hij
vbortduring omvangrijke voorraden. Voor den nieuwen oogst
in Argentinië blijven de vooruitzichten goed, ofschoon nu en dan sprake is van een onbevredigende opbrengst in liet
Noorden van het land. De termijnmarkten te Buenos Aires
en Rosario ondergingen weinig verandering, doch in Enge-,land werden bij stijgende prljzen wat meer zaken in nieuwe
Platamais gedaan. Zuid-Afrika blijft met ruim aanbod tot
lageren prijs dan Argentinië aan de markt voor zoiner-aflacling.
Te Chicago steeg de maïsprijs wegens de vaste markt voor
varkens 5 & 6 dollarcent per 56 lbs. met ten slotte een minder
vaste stemming. In Gerst waren ook deze week de zaken weder klein. Enkele
partijen Donaugerst werden uit België verkocht naar Neder-
land en uit Noord-Afrika werd nu en dan Gerst op zomer-
aflading tot dalenden prijs naar Engeland verkocht, doch in
Noord-Amerikaarische gerst komeii nauwelijks zaken tot
stand. Ook haver was weder stil, al betaalde Engeland iets
meer voor Platahaver. Als bijzonderheid mogen nog de
zaken worden vermeld, die naar Engeland zijn gedaan in
Zuid-Afrikaansche haver.

SUIKER.

De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week
over het algemeen vast gestemd.
In A m er i k a liepen de prijzen voor
Sp.
Centr. zoowel als op de termijnmarkt vrijwel dagelijks op, en waren opening- en
slotnoteeringen als volgt:

Sp. C. Mrt. Mei Juli Sept. Slot voorafgaande week. ……. 4.62 2.79 2.94 3.11 3.24
Opening verslagweek ……..4.62 2.86 2.99 3.17 3.30
Slot verslagweek …………4.74 2.97 3.07 3.24 3.38

De ontvangsten in de Atl. havens der V.S. bedroegen deze
week 101.762 tons, de versmeltingen 76.000 tons (tegen 82.000 in
1924)
en de voorraden 106.000 tons. »
In Cubasuiker kwamen groote verkoopen van prompte en nabije verscheping tot stand aan Raffinadeurs in New York,
Can4da, Engeland en op het vasteland van Europa, terwijl ook Speculanten in New York zich voor het artikel interesseerden.
In Amerika werd van 2.84 5e. tot 3 Sc. c. & fr. New York be-
taald, terwijl in Europa tusschen ah. 14/. en 15/. werd aangelegd.

De laatste Cuhastatistiek is als volgt:

a.

1925

1924

1923

Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten 21 Febr. ’25.. 21.9.080 211.711 172.863
Tot.seclert 1 Dec.’24-21 Febr.’25. 1.370.91.3 1.159M83 1.174.875
Aantal werkende fabrieken…. 177 173 – 178
Weekexport 21 Fehr.1925 …. 143.122 149.402 141.950
Totaal 1 Jan.-21 Febr. ’25…. 839.917 748.753 757.855
Totale voorraad op 21 Febr.’25. 530.996 407.330 417.920

FIn Engeland verhoogden Raffinadeurs hunne prijzen voor
alle posities met 3d.
De Zichtbare, Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1925

1924

1923
Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Jan. ’25 ……

978.000 908.000 1002.000
Tsjechoslowakije 1 Febr. ’25

694.000 501.000 412.000
Frankrijk 1 Febr.’25 ……..

488.000 •253.000

205.000
Nederland 1 Jan. ’25 ……..

219.000

154.000

224.000
België 1 Febr. ’25 ……….

228.000

117.000

107.000
Engeland 1 Febr.
1
25 ……..

155.000

179.000 293.000

Totaal (Europa). 2.762.000 2.112.000 2.243.000
V.S. Atlant. havens?5Febr’25 100.000 107.000

88.000
Cuba alle havens 21 Febr.’25.

531.000 407.000 419.000
,, binnenl. 7 Feb. “25

236.000 313.000 210.000

– Totaal .. 3.635.000 2.939.000 2.960.000

Op J a v a was de markt zeer vast. De V.I.S.P. verkocht
uit oogst 1925 No. 16 &Ihooger en Muscovados tot resp.’
f
91 en 9, zijnde
t f
hooger dan cle laatste prijzen. Uit de tweede
hand werd Superieur tot stijgende prijzen, die opliepen tot
f
l2- voor Mei, t 1 Q voor Juni,
t
111 voor Juli en / 11+ voor
latere levering, verhandêld. Voor disponibele suiker uit den
ouden oogst bestond minder belangstelling; dc nominale
waarde is
f 1
3 vooi- Superieur.
Bovenstaande prijzen liggen boven Europ. pariteit en was
het voornamelijk aan aanhoudende vraag uit Britsch-Indië
te danken, dat de Javamarkt zoo vast was.
H i Q r t e 1 a n d e sympathiseerde de stemming met die te
New
York. Maart en Mei openden op
t
20.7/8, Augustus op
/ 20 en December op / 0.3/8, welke prijzen geleidelijk aan-
trokken wegens goeden kooplust. De markt sloot in opgewekte
stemming met vergeefsche vraag tot
f
214
1
. voor Maart, Mei
en Augustus en tot /
21
-j voor December, nadat voor deze
termijnen resp.
t
21-
en!
21.-
betaald was. De omzet bedroeg
± 3700 tons.
NOTEERINGEN.


Londen

Data
,4mster-
domper
ATew Vork
96pCt.
Tatesl
1

WhiteJaea’s
job. per

Cuba’s
96pCt.

•f
Maart
Centri-
,.’ugais
Cubesl
No. 1
Mei/Juni
1

Maart

Sh. Sh.
$cts.
2 Mrt ‘2
21
I8

36
q
17/_

4.74
23Febr.”25
..207,
36 6
171_ 141_
1)
2Mrt ’24
1I
8

67′
2716
296
7,16
2Mrt ’23
,,34’i
653
25/_
26,6
.

7,40
4.Tuli

’14
1113!
18/..

15

– –
3,26
‘) 1.een noteering.

KATOEN.

llarktbericht van cle fleeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 25 Februari 1925.

Prijzen van Amerikaansche katoen hebben dagelijks ge.
fluctueerd, zonder dat de prjsbasis veel veranderd is. Ontvasig-
sten in de havens bedragen thans ruim
2
niiilioen balen meer
dan verleden jaar, terwijl Groot.Brittannië en Europa bijna
1.400.000 balen meer hebben afgenomen. Spot-sales in Liver-pool bedroegen verleden week circa 50.000 balen. Ook prijzen
van Egyptische katoen fluctueeren dagelijks, terwijl F.G.F.
Sakel Spot gisteren 35.30 noteerde d.i. minder dan 30 punten
verschil met het hoogste punt van dit seizoen. Voor gebruikers
van Sakel katoen is het een moeilijke
tijd,
vooral wat de fijnere
soorten betreft, die nogal schaarsch zijn. De katoen schijnt in
sterke handen te zijn, die de situatie beheerschen. Hoe lang
dit nog zal duren valt moeilijk te zeggen, doch bij het groote
verschil tusschen oude en nieuwe oogstprjjzen, beschouwt men
dezen toestand algemeen als zeer nadeeg voor den handel,
vooral waar een zeer groot gedeelte van de huidige futurezaken
een speculatief karakter draagt.
De verkoop van Amerikaansche garens gaat nog zeer lang-
zaam, hoewel er geen gebrek aan vraag is. Biedingen zijn
echter grootendeels een haifpenny tot een penny beneden de
vraagprjzen van Spinners. zoodat er dan ook slechts weinig
zaken tot stand komen. Dit geldt zoowel de grovere als de
mediumnummers. Gedurende het laafste gedeelte van de
vorige week
zijn
er belangrijke zaken in getwijnde garens,
zoowel voor binnenlandsch verbruik als voor het Continent,
gedaan en de vraag schijnt nog niet geheel uitgeput te zijn.
De verkoop van Egvotische garens, zoowel cops als bundels,
gaat met groote moeilijkheden gepaard, speciaal die van Sakel
soorten, terwijl in ,,Uppers” goede zaken gedaan zijn. Ook in
de betere soorten in de ‘nummers
60/2
tot 80/2 speciaal
voor binnenlandsch gebruik gaat nog wel wat om, maar zaken
in de fjjnere nummers zijn van weinig beteekenis.
De positie van de doekmarkt toont weinig verandering.
Prijzen zijn vast en er wordt slechts een klein gedeelte, van
de overzeesche vraag geboekt. De berichten van India luiden
nog al ontmoedigend, terwijl handelaren daar den laatsten tijd

4 Maart 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

207

slechte zaken gedaan hebben, zoodat zij niet veel voor zaken
op het tegenwoordig prijsnivéau van Manchester voelen. Of
zij hierdoor echter later lagere prijzen zullen kunnen bedingen,
staat nog te bezien. Hot is echter een feit, dat fabrikanten geen
reden hebben om de groote Oosterëche markten dankbaar te
zijn, want zooals wij reeds eerder vermeidden, komt het succes
meer van de kleinere markten, zooals De Straits, Java, ena. De
fijnere goederen, hebben ten gevolge van het gebrek aan betere
katoen, een ongekende hoogte bereikt, doch staat hier tegen-
over de verbetcrde positie van gebleekto en gedrukte soorten,
waarvan prijzen vast zjjn met neiging tot stijging. De momen-
teIe positie, hoewel in enkele opzichten minder gunstig, heeft
ongetwijfeld zijn goede zijde mi er zal nu veel van afhangen, of
de overzeesche markten hun prijzen wat kunnen verbeteren, of in hun afzijdige houding blijven volharden en op een toe-
nadering van dezen kant rekenen.
18Feb. 23Feb. Oost. koersen. 17Feb. 24Feb.
Liverpoolnoteeringen.

T.T.op Indië

1/5

ljO
F.U.F.Sakellaridis 34,30 35,30 T.T.opllongkong2 3m
a
2/31/
3

G.F. No. 1 OoLnra 10,60 10,60 T.T.op Shanghai
3/1%
3/1%

Noteoring voor Loco-Katoen.

(Middliag Uplaads.)

27
Febr. 20 Febr.
I
13
Febr.
I
27 Febr.
27
Fe’,r.
1925

1925

1925

1924

1

1923

New York voor
Middling …
24,25e 24,50e 24,75e 29,90e
29,— c
New Orleans
voor Middling 24,10e 24,45e 24,65e
30,25e
29,— c
Liverpool voor
Middling • ..
13,28 d

13,66 d
13,72 d
17,87 d
16,10d*)

Voor fully middling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren va’s Amerikaansche havns.
(In
duizendtallen
balen).

1 Aug.
’24
Osereenkomstige
periode
tot
20
Febr.
’25
1923-
1
24 1922-
1
23

Ontvang8ten Gulf-Havens.
7603
5694
4785
yj

Atlant.liavens
,j
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1969 1404
1113
‘tVastelandetc.
3063
2286
2014
Japan

….
656
446
381

Voorraden.
(In duizendtalien balen).

Oisereenkomstig
tijdstip
20
Febr.
’25
‘–
1924
1923

Amerik. havens ………..
i381
858
810
Binnenland .

……… .. ..
1197 851 1007
New York

… … …….- .-.
216
11
69
New Orleans _. .-

.
345 180
178
Liverpool .
734 508
447

KOFFIE.
Ook de afgeloopefi week bracht geen verandering in de
lustelooze stemming, waarin het artikel zich nu reeds zoo lang
bevindt. Wel is waar toont Brazilië door het zenden van iets
lagere noteeringen van tijd tot tijd eenige neiging tot ver-
koopen, doch groot zijn de concessies, waartoe de afladers
bereid zijn, klaarblijkelijk niet en di-uk van beteekenis oefenen
die eenigszins verlaagdé aanbiedingen dan ook in de consum-
tie-landen en op de termijnmarkten in Europa en in Amerika
niet uit. Aan den anderen kant blijft de consumptie overal
met groote hardnekkigheid vasthouden aan hare politiek van
onthouding, en treedt -zij alleen in het allernoodzakelijkste
geval als kooper op.
De termijnmarkt liep hier in navolging van de markt te
New York, iets op doch groot was ook daarop de omzet niet.
Nog altijd zijn de termijnprjzen in vergelijking tot die van
loco en ook van aflading veel te laag. Prijzen van ca. 59 k 60 ct.
voor Maart en 56 6, 57 ct. voor Mei tegenovei beschreven
,,Good” op prompte aflading, uitkomende op ongeveer 68
69 ct. zijn buiten alle verhouding. En het dport, dat in de
eerste weken van dit jaar van Maart op December nog geen 5 cents bedroeg en nu meestal meer dan 8 cents is, doet wel in nog grootere mate deze dispariteit uitkomen.
De termijunoteeringen aan de ochtend-cail waren te:
Rotterdam (Sautos-contruct)

Awsterd. (Gemengd con-
basis Goud

tract) basis Santos Good

I’.Irt.

Mei
1
Sept. Dec. jUi’t. Mei
1
Sept. Dec.

3 Mrt. 593

57

53.1

517/e 57% 54% 50% 49
24 Febr. 581
1,
3
56

52%

50h
36s/
3
533j

4
9
s
/
8
475/
4

17

59

57

527k 51% 57% 545/4.
50
/b
49%
10

60%
1
57
8
/
8
533/a
1
517j

57

55%

518/3
1
505/3

De slot-noteeringen te -New York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mrt.

t’211
a
aFt …….

$
21,01

Mei
Sept.
I

Dec.

$
19,84
$
17,80
$
17,23
23Febr………

20,26

18,88
16,85
16,28
16

,………

20,35
18,95
,,

16,90
,,

16,33
9

,………

20,60
19,04
16,90
16,28
De loco-noteeringen werden gebracht voor Superior Santui
van 76 ct. op 75 ct. en voor Robusta van 64 ct. op 62 ct.
Deze verlaging is niet zou zeer het beeld van achteruigang
der loco-waarde van de betreffende soorten, doch is meer
het gevolg van de verschijning op de markt van enkele aan-
biedingen van houders, die gaarne koopers zouden ontmoeten
en daarom hunne prijzen-iets lager hebben gesteld.
Rotterdam, 3 Maart 1925.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goedereuhandêl
te Rotterdam.)

– Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

te Santos

Wisselkoers
Data

te Rio
1.

Voorraad Prijs Voorraad Prijs op Londen
(in Balen)
I
No.
71)
(In Balen) No.
41)

‘2 Mrt 1925

243.000 39.025 1.764.000 41.000 58/
8

23 Febr. 1925

260.006 38.800 1.866.000 41.000 5ll/
16 ,, 19251 262.000 38.675 1.88.000 41.000 5
1
3
2 Mrt 19241 235.0u0 25.525 638.000 28.500 6251
1)
in Reis.

Ontvangsten uit het binnenland van Braiilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data

Afgeloopen
I
Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1Juli

week

1Juli

S Febr. 1925..

26.000
1
2.691.000
1
148.000
1
6.951.000
28Febr. 1924..

31.000 2.635.000 213.000 6.833.000

THEE.

In navolging van Londen ha1 de theemarkt in de afgeloopen
week een vast verloop. Stegen daar de prijzen met
I
tot 1 d.
per lb., hier-gingen nog verschillende opgehouden ex vorige
veiling in cle tweede hand over tot prijzen, die 4 & 8 ets. hoogcr
waren dan dat er in veiling op werd geboden. Het tot normale
hoeveelheden teruggebrachte aanbod in veiling heeft het goede
resultaat gehad, dat het vertrouwen in de markt weder is
teruggekeerd, terwijl ook de invoer -tot verbruik, die in de
vorige weken zich tot, het hoog noodige had beperkt, thans
Lerk toenemende is. De voorraden in entrepôt in Engeland, die in overeenstemming daarmede hooge cijfers aantoonden, zullen
nu’ook van dien vergrooten invoer tot verbruik den invloed
dndervinden. ‘
Hier in Amsterdam zijnde voorraden in entrepôt van 54.472
kn. op ult° der vorige maand toegenomen tot 57.640 kn. op
het einde van deze maand. De aanvoer in Februari bedroeg
22.818kn., terwijl de afleveringen 19.650 kn. bedroegen, zoodat
de voorraad, zooals’hierboven is aangegeven met ruim 3000 kn.
is toegenomen. Echter dient in aanmerking te worden ge.
nomen, dat waar op ult° der vorige maand zich in de eerste
hand ruim 14.000 kn. bevonden, begrepen onder den voorraad
in entrepot op uit° dezer maand ruim 20.000 kn. in de eerste
hand waren, zoodat de voorraad van den handel met 3.000 kn.
is afgenomen.
Amsterdam, 2 Naart 1925.

COPRA.
De markt was gedurende de afgeloopenweek kalm gestemd. De prijzen brokkelden regelmatig iets af. Indië (vooral Singa-
pore) gaf iets meer af, terwijl fabrikanten regelmatig kochten.
.De markt sluit met de volgende noteeringen:
i

Nederi. Indische f.m.s. stoomend ……….F1. 341/s
Februari aflading .. ,, 34/
Maart

..,, 341/

April

..,, 34.-
Mei

..,,331/8
– 2 Maart
.
1925.

RUBBER.
De stemming op de rubbermarkt is gedurende de afgeloopen
week langzamerhand vaster geworden. Het aanbod voor
loco rubber blijft zeer gering. De slotnoteeaingen luiden als volgt:
einde voorafgaande week
Crêpe

Maart

100% ,…………..-.
98
34
April/Juni 98% ,…………….

7%
JulijSept.

97

,…………..95
– 3 Maart 1925.

208

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

– 4 Maart 1925

STEENKOLEN.

De in ons torige raport als aogelijk uitgesprolmn ver-
laging van Engelsche kolen over de geheele linie is tot dusver
uitgebleven, al kan niet gezegd worden, dat de markt ook maar
eenige meerdere levendigheid ertoont. De prijzen blijveb
laag en men kan bij groo(e aankoopen praktisch. gesprokefl
eilce gewenschte concessie verkrijgen. De mijnwerkers in Engeland hebben besloten de loopende loonovereenkomst tegen 30 Juni a.s. op te zeggen. In Westfalen gaat de strijd
om den verkorten arbeidstijd en wij ‘achten het niet buiten-
gesloten, dat dezer dagen moeilijkheden met een gedeelte
van de arbeiders zouden kunnen ontstaan, al wordt aan een
staking aldaar niet geloofd.
De prijzen zijn als volgt:

Northumberland Ongezeêfde ………./ 12.-
Durham

,,

……….. ..13,-
Cardiff 15,
Schotsche Gezeefde ………………..1 1,25
Yorkshire Gewasschen Doubles …….. … 14,-
Westfaalsche Vetförder …………… ..15,-
Vetstukken …………… .. 17,50
Smeenootjes – …………..17,-
Gasvlamförder …………15,-
Gietcokes ……………. ..20,25

alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Am-
sterdam.
Westfaalsche bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
/11,25. Markt prijshoudend. 3Maart 1925.

METALEN.

Loco-Noteeriugen te Londen:


Data
_p
oer
Stan-
daard

Koper
Electro-
I

lytisc/i
Tin
Lood
Zink
-.
4.

2 Mrt

1925..
63.17
1
6
’68.I5/_
250.7/6 37._/_ 35.10/_
23 Febr. 1925..
64J7i
69.15/_
2ti.7,6
38._/_
37.26
16

1925..
u5._/-
70.-/-
263..7/6
37.15/_
36.12/6
9

1925..
65.51-
70.5,-
61.12/6
,
38.5,-
36.151-
3 Mrt

1924..
67.10/_
73.10/_
292.15/_
36.15/_
37.l5/_
20 Juli 1914..
61.-1-
145.15
e

19._1_

1
21.101

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

In de graanvrachtenmarkt van Amerika is helaas nog geen
verbetering te bespeuren. Definitieve vraag van Continentale
en Engelsche koopers blijft tot zeer kleine pr9porties beperkt, waardoor de geheele toon van de markt zeer kalm is geweest.
Slechts één afsluiting is in de afgeloopen week geschied,
nl. van de Gulf naar de Middellandsciie Zee, basis 4/6 per qtr.
één loshaven, met volle opties
mcl.
IJ.K./Continent ea,Adriati-
sche Zee, verscheping 1/15 Maart. Van de Range kan Maart
tonnage worden afgesloten naar de Middellandsche Zee op basis
van 18 cents per 100 lbs. Meel voor Russische rekening is
echter goed vertegenwoordigd door vërschillende afs1uitingeii
naar Leningrad tegen 25 cents, optie Riga of Reval 24 cents
met vrije belading en lossing. In één geval is de optie van de
Zwarte Zee gegeven tegen 25 cents.
Voor kolen van Amerika blijft de vraag beperkt tot de gewone
destinatics. De geheele toon van de markt is flauw en slechts één afsluiting kan worden gerapporteerd, namelijk een Maart
boot naar Montevideo of La Plata $ 4.50, optie Rosario $ 4.75.
Naar Europa blijft de eenige definitieve vraag naar West-
Italië voor Maart belading tegen S 3.60 en voor April belading
$ 3.50.
De suikermarkt van West-Indië heeft een groot aantal af-
sluitingen gezien, echter toonen de vrachten een inzinking
tegen het einde van de week, ten gevolge van het fit dat de
booten, welke in de Pikte geen emplooi kunnen vinden, aanbie-
den om in ballast naar Cuba te gaan en een thuisvracht van
2 1/6 te accepteeren. De cijfers, waarvoor is afgesloten varieeren
aldus van 22/- tot 21/6 voor handige tonnage van 5/6000 tons
van Cuba naar U.K./Havre.Amsterdam range per Maart/April.
Van de North-Pacific valt weinig te vermelden. Een kleine
boot van 4700 tbns is gesloten naar LJ.K./Continent in de buurt
van 39/6 voor Maart/April belading, terwijl de noteering voor
,,parcel”.vrachten nominaal circa 35/- is. Vooi- lumber zijn
geen afsluitingen te rapporteeren.
In de River Pikte was een weinig meer te doen in de afgeloopen
week, maar de vrachten bleven nog op een zeer lage basis. Voor
zeer prompte belading werd van Upriver 20/9 en zelfs 207: geaccepteerd naar U.K./Continent met volle opties. De hier

opgehoopte tonnage, die geen emplooi kan vinden blijft helaas
zeer groot. –

Van Chili is ook niets goeds te vermelden, daar definitieve
orders geheel ontbreken. Booten in de Plate bieden aan in
ballast naar de Chileensche havens te varen en goedkoop een
thuisvracht te nemen, maar ook dit moedigt bevrachters niet
aan om tot zaken over te gaan. Van Chili naar de States is de
vracht ook gezakt; namelijk een Maart boot, kômende van de.
Pikte, is naar de Galveston/Boston Range gesloten tegen
S 5.32-.

Ook het Verre Oosten heeft een flauwe week te zien gégeven.
Van Wladiwostock ‘was het zeer moeilijk om tot zaken te
komen en parcels zijn geboekt tot de betrekkelijk lage vracht
van 25/- tot 30/- naar 1

Lamburg per einde ebruari/begin
Maart. Ook in olie was niets te doen. Van Kohsichang is een
boot bevracht van 7/7500tons naar Alexandrië/U.K./Continent met 25 Maart cancelling tegen 36/3.

De v’rachtenmarkt van Australië heeft weder een zeer kalme tendens gehad en de cijfers toonen een achteruitgang aan sinds
de laatste week. Van West-Australië naar de kidaellandscbe
Zee/IJ.K./Continent is voor Maart afgesloten tegen
43!9
en
groote booten zijn bevracht van Zuid- Vïctoria/Syd.ney tegen
47/6 voor Maart/April belading.

Ook .Burmah. is aan den kalmen kant geweest en voor een
boot naar Holland direct per Maart/April is
32/.
betaald.
Hetzelfde geldt voor Britsch-Indië; de eenige afsluitingen
clie gerapporteerd kunnen worden zijn van Bombay/Karacni/
Marmagoa naar de M.iddellandsche Zee/U.K./Continont tegen
25/. op d.w. per Februari/Maart en van Karachi tegen 21/1*
gerst, ,,scale terms” per begin Juni belading.
Van de Zwarte Zee en den Donau is geenerlei vraag naar
schepen. Wat de Zwarte Zee betreft is de eenige afsluiting
geweest tegen 12/3 naar het Continent, 12/9 U.K. met de optie
van Scandinavië tegen 13/9.
In de Middellandsche Zee zijn iets meer zaken tot stand ge.
komen in ertsen. Voor fosfaat is weinig vraag naar ruimte.
Alexandrië heeft weder tonnage genomen daar k[ull tegen 11/-
per 60 cbft. met de optie van Londen tegen 12/6. De vrachten
voor fruit van Zuid-Spanje zijn zeer flauw. Er is een groot aan-
tal kleine booten onbevracht die op de markt drukken en voor
ecn boot van 100.000 cbft. is niet meer te maken dan 20/6
per 100 cbft. De Golf van Biscaye is iets vaster maar weinig
zaken zijn tot stand gekomen: ’13ilbao/Cardi.ff werden eenige
booten tegen 6/6 afgesloten, Bilbao/Tyne 6/7*.

De uitgaande kolenvrachtenmarkt van Engeland blijft kalm
en er schijnt weinig uitzicht te zijn op een spoedige rjzing.
Naar de verder afgelegen bestemmingen blijven de vrachten
nog vrij vast en verbeterde zelfs de River Plate tot 1 5/6 voor
zeer proilipte belading, maar op het einde der week was toch
niet meer dan ’14/6 naar Buenos-Aires voor eerste helft Maart
en 14/- voor de laatste helft van deze maand te bedingen. Een’
kleine inzinking had plaats voor vrachten naar de Oostelijke
Middellandsche Zee in het begin der week, maar sindsdien is
toch weder
1
Ö/9 te krijgen naar Alexandrië. De vrach,ten naar de Noordzeehavens bleven ongeveer on.veranderd.
Naar ,,time-charter” bestaat zeer weinig vraag. Voor een rondreis States-West-Indië is voor een boot van 2084 netto
registertonnen $ 1.20 betaald en voor een Zuid-Amerika
rondreis $ 1.10 voor een boot van 2722 netto registertonnen.
Aan deze zijde werd een k1ine boot

van 3900 tons d.w. afge-
sloten tegen 5/11 voor 3 a 4 maanden Europeesche vaart.

Amsterdam, 2 Maart 1925.

RIJN VAART.

Week van 22 t/m. 28 Februari 1925.

De aanvoerën van zeezijde bleven stationnairen bestonden
hoofdzakelijk uit erts.


In dagbuur naar den Bovenrijn werd niet gechartei-d;
eenige schepen werden voor ruwe producten aangenomen
tegen ca.
fi
1.1011.20 met verkorten lostijd.
De ertevracht bedroeg
fi
-.50 met
1/4
en
fi
-.00 met
111
lostijd.
De waterstand naar den Benedenrijn bleef gunstig doch
vallend, naar den Bovenrijn werd alleen op beperkten diep.
gang afgeleden.
De ‘erachepingen in de Rubrhavens werden minder; ledige schieepsruitnte in alle grootten ruimschoots disponiliel, dien-
tengevolge liepen de vrachten aldaar steeds nog verder terug.
Het sleeploon werd gemiddeld genoteerd volgens het 30
1. 32
1
/
2
ets. tarief.

Auteur