Zorg om de zorg.
Wat is er toch met de volksgezondheid aan de hand?
Wanneer we de kranten bestuderen en de uitspraken
van politici en ambtenaren volgen, kunnen we
slechts één ding concluderen. Hier is een maffia aan
het werk, die al complotterend de Nederlandse burger geld afhandig maakt. Is het immers niet zo dat de
kosten van de zorgsector elk jaar weer stijgen met
een percentage dat veel hoger is dan de groei van
het nationale produkt? En maakt binnen de zorgsector de farmaceutische sector het niet helemaal te dol?
Deze groeit immers binnen de zorgsector weer veel
sneller dan de overige zorg. Zou dit dan niet impliceren dat bij ongebreidelde groei, in het jaar 2030 ons
hele nationale inkomen opgaat aan pillen, die bovendien voor het grootste deel in het buitenland worden
geproduceerd? Gelukkig is er een dUidelijk medicijn:
meer marktwerking.
Het is niet te ontkennen dat de vraag naar gezondheidsdiensten
nauwelijks prijselastisch is, en dat
dat dubbel geldt wanneer men als patiënt voor 100%
verzekerd is. Een zekere ‘countervailing power’, die
bij de overheid dient te berusten, ligt dus alleszins
voor de hand. Dat betekent dat concurrentie wordt
beperkt bij voorbeeld door afspraken over tarieven,
vestigingsbeleid, bouwvergunningen.
Wanneer men
marktwerking bevordert, betekent dit al vlug dat we
dan een situatie van monopolistische concurrentie
krijgen, dat er een grote overcapaciteit ontstaat, prijsconcurrentie, grote inkomensverschillen, en waarschijnlijk een kartel van de succesvollen voor de succesvollen, zoals in Engeland.
Mijns inziens is er in de gezondheidszorg geen
sprake van een complot. De groei van het aandeel
van de zorgsector is eenvoudig te wijten aan de vergrijzing van de bevolking, onze wensen voor een
steeds betere behandeling en de verbetering van de
medische technologie. Wij willen dit zelf. Bovendien
stijgt de arbeidsproduktiviteit in de medische sector
veel minder dan in de industrie. Daarom worden
auto’s relatief goedkoper en ziekenhuisdiensten relatief duurder. Natuurlijk zal de wal het schip wel ergens keren. Bepaalde behandelingen, luxes en het
rekken van het leven zullen op den duur wel uit de
verzekering worden gehaald. Het idee dat het aandeel van de zorg zou moeten worden gestabiliseerd
op het huidige peil lijkt mij onhoudbaar, naïef en
vooral demagogisch. Onze zorgbehoefte per hoofd
stijgt en als wij daar niet tegenop kunnen produceren, dan dienen wij ofwel een deel van onze zorgbehoeftes af te schrijven ofwel te accepteren dat er
voor andere bestedingen minder overblijft.
Zijn er dan geen manieren om de produktiviteit
te verhogen? Jawel. Op het moment wordt een groeiend deel van de menselijke zorg en het beslag op ziekenhuisbedden vervangen door het toedienen van
medicijnen. Dat is ook naar mijn mening de reden
dat het aandeel van de farmaceutische sector stijgt.
Menselijke en klinische zorg wordt gesubstitueerd
ESB 10-8-1994
door medicijngebruik. Het is een
tendens die zich mondiaal voordoet. Voor Nederland heeft deze
verschuiving nog een optisch neveneffect, omdat het intramurale geneesmiddelengebruik
onder ziekenhuiskosten wordt geboekt, en het
extramurale gebruik expliciet onder
de farmaceutische hulp valt. Een gedeelte van de medicijnen die de patiënt nu thuis moet gebruiken kreeg
hij vroeger in het ziekenhuis.
De hetze tegen de farmaceutische sector lijkt mij misplaatst. Op
internationaal niveau is er een zware concurrentie tussen medicijnfabrikanten en vooral bij medicijnen
B.M.S. van Praag
waarop de octrooien verlopen zijn, kan een fabrikant of importeur zich geen grapjes veroorloven. Ook de kartelvorming valt erg mee. Het is in
Nederland heel goed mogelijk een groothandel in
medicijnen op te zetten. Naast de ‘grote drie’ zijn er
nog enige tientallen anderen. Ahold heeft zonder
veel geruis enkele jaren geleden nog een ruim gesorteerde groothandel gestart, die enige tientallen apotheken (in eigendom van Ahold) belevert. Bovendien
leveren vele fabrieken direct aan apotheken. De beroepsvereniging van apothekers heeft nominaal wel
een vestigingsbeleid, maar vele apothekers zijn geen
lid van de KNMP en er is geen enkele wettelijke beperking om ergens een apotheek te starten. In de
praktijk gebeurt dit ook regelmatig, of de KNMP en
zittende apothekers dat nu leuk vinden of niet. De
markt werkt volop.
De bepleite maatregelen om verzekeraars ketens
te laten starten met verplichte winkelnering voor verzekerden zal dus absoluut de marktwerking niet bevorderen. Enige ketens gaan dan de markt verdelen.
Ook het nieuwste idee, de postorderfarmacie leidt
slechts tot vermindering van dienstverlening, aangezien bijna alle apotheken indien gewenst bezorgen.
Het leidt zeker tot een verschraling van het distributienet, omdat kleine plattelandsapotheken
hierdoor
in de rode cijfers zouden komen. Bovendien kan
men er rustig van uitgaan dat ook verzekeraars en
postorderfarmaceuten
geen filantropen zijn. De winsten worden slechts verschoven. De verzending per
post kost overigens al circa f 7,50, dus de kosten
gaan eerder omhoog dan omlaag.
Wel lijkt het verstandig de tariefstructuur te wijzigen waardoor de inkomens van apotheken gemiddeld zouden dalen en de inkomensverschillen tussen
grote en kleine jongens zouden worden teruggebracht. Belangrijk is te bedenken dat onze medische
consumptie per hoofd het laagste is in bijna heel Europa, zowel in geld als in hoeveelheid. Dat duidt er
niet op dat in onze farmaceutische branche veel mis
is.
683