Ga direct naar de content

VS op weg naar recessie?

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 28 1995

VS op weg
naar recessie?

Nadat veel analisten dit reeds eerder
hadden gedaan heeft ook de Amerikaanse Fed haar verwachtingen ten
aanzien van de economische ontwikkeling in de Verenigde Staten neerwaarts bijgesteld. Fed-voorzitter
Greenspan sprak recentelijk zelfs van
een verhoogde kans op een milde recessie op korte termijn. Hij zei er overigens bij, wijzend op de recentelijk
sterk afkoelende economic, dat het
hem verbaasd zou hebben als de vertraging in de groei zeer geleidelijk
was opgetreden. Na een groei van
5,1% in het vierde kwartaal van 1994
respectievelijk 2,7% in het eerste
kwartaal van dit jaar, moet voor het
tweede kwartaal een kleine krimp nu
zelfs niet worden uitgesloten. Greenspan blijft echter redelijk positief
over de vooruitzichten op iets langere termijn. De Amerikaanse detailhandelsverkopen stegen in mei, na een
daling met 0,8% in de voorgaande
maand, met slechts 0,2%, hetgeen
veel minder was dan verwacht. Ook
het aantal in aanbouw genomen woningen stagneert, ondanks de daling
van de hypotheekrente van 9% naar
7,5%. In mei daalde het aantal in aanbouw genomen woningen zelfs licht
met 1,3%. Daarentegen lieten de orders voor duurzame goederen in mei
een verrassend herstel zien met een
toename van 2,5% t.o.v. april.
Ronduit teleurstellend was de ontwikkeling van het Amerikaanse handelstekort. Het tekort over maart
werd herzien van $ 9,1 mrd tot $ 9,8
mrd, terwijl over april zelfs een tekort
van $ 11,4 mrd werd gemeld, ver boven de verwachte $ 9 mrd. De lagere
dollar werkt vertraagd door in de
handelscijfers ten gevolge van het 20geheten J-curve effect: de normaal
gesproken gunstige volumeontwikkeling van de buitenlandse handel
wordt tijdelijk versluierd. Gehoopt
wordt dat de produktiecapaciteit die
vrijkomt door een afzwakking van

de binnenlandse bestedingen, in combinatie met de verbeterde concurrentiekracht zal doorwerken in de handelsstromen. Een herstel van de
economic in Mexico, zoals wordt verondersteld, kan hiertoe bijdragen. De
handel met Mexico zal dit jaar vermoedelijk een tekort van $ 15 tot
$ 20 mrd opleveren. Goed nieuws
was er van het inflatiefront. Na de forse stijging van de producentenprijzen
in april met 0,5% bleven deze in mei
gelijk. Het prijsniveau ligt hiermee
2,2% hoger dan vorig jaar.
Dollar blijft onder druk
Op de valutamarkten zakte de dollar
geleidelijk iets weg na de eerdere impuls die de munt had gekregen door
interventies van de centrale banken.
De dollar noteert momenteel rond de
/ 1,55, twee cent lager dan twee weken geleden. De verwachting dat het
dreigende handelsconflict tussen Japan en de Verenigde Staten onoplosbaar zal blijken bleef een bron van
zorg en daarnaast vormde ook het record handelstekort van de VS geen
stimulans voor de koers. De gunstige
cijfers over de orders voor duurzame
goederen hadden nauwelijks effect.
Record na record op Wall Street
Geholpen door een goed renteklimaat wist Wall Street de afgelopen
weken weer naar nieuwe hoogtes
door te stoten, waardoor de Dow Jones rond de 4600-grens is aanbeland.
Het economisch nieuws duidde overwegend op een snelle afkoeling van
de economic, waardoor speculaties
over een eventuele renteverlaging
door de Fed weer verder toenemen.
Met name de financiele waarden profiteren van deze ontwikkeling.

Japan: somberheid troef
Na van verschillende kanten in binnen- en buitenland te zijn aangespoord, wordt verwacht dat de Japanse premier Murayama binnen
afzienbare tijd het economische stimuleringsplan voor de komende drie
jaren bekend zal maken. Sinds medio
1992 hebben verschillende regeringen met 51.000 miljard yen ($ 940
mrd) aan extra programma’s getracht
de economic weer in beweging te
krijgen. De Japanse centrale bank
heeft dit ondersteund met een aantal
verlagingen van het disconto, dat inmiddels is teruggebracht tot 1%. Het
deflatoire proces in Japan houdt ech-

ter aan. De prijsdeflator voor het bbp
daalde in het eerste kwartaal met
0,8%. In het eerste kwartaal groeide
de Japanse economic met een magere 0,1%, nadat in het voorgaande
kwartaal sprake was van een krimp
met 1%. De investeringen stegen in
het eerste kwartaal met 0,6% ten opzichte van het voorgaande kwartaal,
maar lagen nog steeds 1,2% lager dan
een jaar geleden. 1995 lijkt het vierde
jaar in successie te worden waarin de
groei van het bbp stagneert. De
OESO heeft haar groeiprojectie voor
de Japanse economic voor dit jaar
verlaagd van 2,5% tot 1,3% en voor
1996 van 3,4% tot 2,3%.
Nikkei-index nadert 14.000-niveau
De Japanse Nikkei-index wist zich,
na eerst opnieuw verder te zijn gedaald, tot net boven het 15.000-niveau te herstellen, maar de stemming
op de Japanse beurs is verre van posi-

FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS 1737

tief. Naar verluidt zouden verzekeringsmaatschappijen op ruime schaal
aandelen verkopen. Buitenlandse beleggers die een jaar geleden nog flink
kochten en daarna konden profiteren
van de forse stijging van de yenkoers, hebben de markt de rug toegekeerd. Een daling van de index onder het 14.000-niveau kan grote
problemen opleveren voor de Japanse banken. In 1992, toen de index
door dit niveau dreigde te zakken,
nam de overheid maatregelen, zowel
rechtstreeks via het aankopen van
aandelen als indirect door het lanceren van stimuleringsprogramma’s. Op
27 juni a.s. maakt de Japanse regering een aantal nieuwe stimuleringsmaatregelen bekend, maar of hier
veel van mag worden verwacht is
twijfelachtig. Vooralsnog wordt de
beurs overschaduwd door de deflatoire ontwikkeling van de economic en
de dreiging van een ontregeling van
het financiele bestel, terwijl het lang-

verwachte winstherstel bij het be-

dan een jaar geleden, hetgeen duidt

tingstekort en het tekort op de lopen-

drijfsleven nog op zich laat wachten.

op een lichte verbetering want het niveau over de eerste vier maanden lag
nog 2% lager dan vorig jaar. Wel komen de bedrijfswinsten onder druk

de rekening van de betalingsbalans.

Financiele sector
Naarmate de Japanse beurs verder
zakt, worden de problemen in de
bankensector geaccentueerd. Het totale bedrag aan probleemleningen
zou volgens officiele ramingen ongeveer ¥ 750 mrd belopen. Redding van
financiele instellingen door de staat
stuit echter op grote politieke weer-

stand. Een factor die niet mag worden onderschat, nu de populariteit
van premier Murayama tot een dieptepunt is gedaald en de helft van de

stemgerechtigden het huidige regeringsbeleid afkeurt. Op 23 juli worden verkiezingen voor de Japanse
Eerste Kamer gehouden. De uitslag

zou wel eens nieuwe politieke complicaties met zich kunnen meebrengen. De Financial Times maakte melding van de uitspraak van Toru
Hashimoto, de topman van de vooraanstaande Fuji Bank en tevens voorzitter van de Japanse bankiersvereniging, dat het vraagstuk van de
probleemleningen zijn hoogtepunt

door de gestegen loonkosten en de
duurdere Duitse mark, zo verwacht
de Bundesbank. Het bedrijfsleven
wordt hierdoor voorzichtiger en dit

komt onder meer tot uiting in het personeelsbeleid. Vrijwel gelijk met het
verschijnen van het maandrapport
van de Bundesbank meldde het Duitse bondsbureau voor de statistiek dat
de groothandelsprijzen in West Duitsland in mei met slechts 0,1% zijn gestegen. Ten opzichte van een jaar geleden ligt het niveau 3,6% hoger. Het
Duitse consumentenprijsniveau lag in
mei 2,2% hoger dan een jaar geleden.

Major

overwinning van Labour bij de in
1997 te houden algemene verkiezingen reeds nu een voldongen feit lijkt.
Het is een gewaagde stap van Major
en een laatste poging om de onvoorwaardelijke steun te verkrijgen van
zijn partij. Mocht hij op 4 juli herkozen worden, hetgeen waarschijnlijk
wordt geacht, dan lijkt de gok geslaagd. Zo niet, dan zal Major ook aftreden als premier.

dat van een conjuncturele inzinking
sprake zal zijn. De groei in de Oostelijke deelstaten ligt op een hoog ni-

veau en de Bundesbank vraagt zich
af of de bestaande subsidieregelingen
niet geleidelijk afgebouwd kunnen
worden. Het gaat hier om een totaal
jaarlijks bedrag in de orde van grootte van DM 150 mrd. In de Oostelijke
staten groeit de economic naar verwachting met 8,5% tegenover 2,5% in
de Westduitse deelstaten. Het economisch onderzoeksinstituut in Kiel rekent voor dit jaar zelfs op 10% groei
in de Oostelijke deelstaten. De Duitse
exportindustrie zal het moeilijker krij-

gen, maar de Duitse detailhandelsverkopen lijken zich iets te kunnen her-

stellen. Deze lagen in april 1% hoger

ESB 28-6-1995

Nederland blijft het goed doen
Het economische nieuws uit eigen
land blijft overwegend positief. De
produktiegroei bij de industrie be-

droeg in de eerste vier maanden van

dit jaar 3,6%. De OESO verwacht wel
dat de Nederlandse economic volgend jaar minder zal groeien dan de
1996 wordt gedacht aan 2,75%. Het
CPB heeft haar groeiraming voor
1996 inmiddels verlaagd van 2,75%

moeten ondernemen, waarbij gedacht kan worden aan fusies, maar
ook zal de overheid, ondanks de afkeer van het publiek, bereid moeten
zijn hulp te bieden, aldus Hashimoto

de Bundesbank zal de economische
groei in Duitsland afzwakken, zonder

rig jaar, maar in april was dit nog
maar 2,7%.

cijfers over juni in enkele deelstaten
is het echter de vraag of de inflatie
de dalende trend nog veel verder kan
doorzetten.

rust. De banken zelf zullen aktie

Volgens het laatste maandbericht van

maart lag deze nog 5% hoger dan vo-

voor dit jaar voorziene 3,2%. Voor

hem niet uitgesloten dat financiele perikelen bij individuele instellingen zullen leiden tot bredere financiele on-

Oostduitse economic

van de industriele produktie. In

Gezien de tegenvallende voorlopige

Geheel onverwacht heeft premier
Major zijn leiderschap van de conservatieve partij neergelegd. De verdeeldheid binnen de partij is dusdanig groot, dat alleen hierdoor de

nog niet heeft bereikt. Het is volgens

Inmiddels is echter ook in Engeland
sprake van een sterke afkoeling van
de economic, hetgeen onder meer
naar voren komt in de ontwikkeling

Het consumentenvertrouwen is teruggevallen tot een niveau dat vergelijkbaar is met dat in 1992 tijdens de
recessie, zo bleek recentelijk uit een
opinie-onderzoek door Gallup. Vrijwel gelijktijdig meldde de Engelse
makelaarsbond dat de huizenverkopen tot het laagste niveau in een jaar

zijn gedaald. Wanneer wordt bedacht

naar 2,5%. Volgens een enquete van
het CBS verwacht het bedrijfsleven
(ondernemingen met tien of meer
werknemers) dit jaar/ 16 mrd te investeren. Na de teruggang met 6% in

1994 is dit een stijging van 30%; de
eerste toename sedert 1990. Een half

jaar geleden werd nog met een groei
van 26% gerekend. In de metaal- en
elektrotechnische industrie komt de
groei van de investeringen dit jaar

zelfs uit op 89%. De chemische industrie verwacht 27% meer te investeren.
Het zijn ook deze sectoren die in de
eerste vier maanden van dit jaar de
grootste produktiegroei realiseerden:
respectievelijk 5,3% en 5,6%. In de
voeding- en genotmiddelenindustrie
bleef de toename beperkt tot 2%. Ondanks de snelle produktiegroei bleef
de stijging van de industriele afzetprijzen in april beperkt tot 0,2% voor binnenlandse afnemers, terwijl de exportprijzen gelijk bleven. Het niveau
lag daarmee 3,5% hoger dan een jaar
geleden. De consumentenprijzen vertoonden in mei een daling met 0,2%,
waardoor de inflatie is gedaald tot
2,1%.

dat de loonstijgingen in Engeland

sinds begin 1993 gemiddeld 3,5% bedragen, terwijl de belastingdruk is

toegenomen en de inflatie oploopt, is
de terughoudendheid van de consument wel enigszins begrijpelijk. Dit alles neemt niet weg dat de Britse economic in de twaalf maanden tot en
met maart met 3,5% is gegroeid en
dat er grote vooruitgang is geboekt
met het terugdringen van het begro-

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van
Lanschot