Ga direct naar de content

Vernieuwing van de Nationale rekeningen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 25 1991

Vernieuwing van de
Nationale rekeningen
A.M. Bloem, F. Bos, C.N. Gorter en S.J. Keuning*

T

en einde vele soorten analyses mogelijk te maken tendeert de ontwikkeling van de
Nationale rekeningen in Nederland naar eenflexibel systeem. Dit systeem omvat
een kernstelsel van institutionele rekeningen en matrices met daarnaast modules
voor specifieke doeleinden, zoals bet bepalen van milieuschade, de registratie van
onbetaalde arbeid en bet maken van Internationale vergelijkingen.

De concepten en methoden voor de samenstelling
van het systeem van Nationale rekeningen ondergaan momenteel wijzigingen, zowel op wereldschaal als binnen Nederland. Dit artikel behandelt
enkele kenmerken van het systeem en schetst enige
toekomstige ontwikkelingen.
Nationaal inkomen en binnenlands produkt fungeren als belangrijkste graadmeters voor de economische bedrijvigheid in een land. Daarom spelen deze
en andere begrippen uit de Nationale rekeningen
(NR) een grote rol in de economische berichtgeving
en beleidsvorming. Voorts is de rijke econometrische traditie in Nederland mede geent op een goed
ontwikkeld stelsel van Nationale rekeningen.
Bij het gebruik van NR-gegevens wordt evenwel
niet altijd voldoende aandacht besteed aan de onderliggende concepten en ramingsmethoden. Een
beoordeling van de relatieve economische positie
van landen valt bij voorbeeld geheel anders uit indien een ander Nationale-rekeningenconcept wordt
gehanteerd . Daarom begint dit artikel met een overzicht van de voornaamste kenmerken van het NRsysteem. De theorie van de Nationale rekeningen is
in feite een specifiek deelgebied van de toegepaste
economic, met als doelstelling: een kwantitatieve
beschrijving van alle economische processen en het
definieren van de daarbij relevante indelingen. Er
bestaan raakvlakken met zowel de bedrijfsaccountancy als de macro-economische theorie.
Een belangrijke vernieuwing betreft de thans vrijwel
afgeronde herziening van het handboek van de Verenigde Naties dat bijna 25 jaar geleden geschreven
werd . Vanuit het Nederlandse CBS zijn daarbij
ideeen naar voren gebracht die ten dele zullen worden opgenomen in de herziene richtlijnen. In dit
overzichtsartikel zal tevens ingegaan worden op
deze ontwikkelingen.
Een belangrijke verandering van het systeem betreft
de weergave van de gehele Nationale rekeningen in
een matrixvorm. Een matrixpresentatie heeft als
voordeel dat alle belangrijke macro-aggregaten alsmede hun onderlinge relaties in een label getoond
kunnen worden. Dit artikel bevat een voorbeeld
van een dergelijke matrix.

ESB 25-9-1991

De Nationale rekeningen als systeem
Het systeem van Nationale rekeningen geeft een volledige, kwantitatieve beschrijving van de economische processen in een land alsmede van de economische relaties met het buitenland. Er zijn landen
waar de Nationale rekeningen uitsluitend betrekking hebben op een raming voor een of meer macro-variabelen zoals het bruto binnenlands produkt
(bbp) en het netto nationaal inkomen (nni). Het Nederlandse stelsel bevat evenwel veel meer informatie, zowel qua soorten rekeningen als qua onderverdelingen van die rekeningen (naar typen transacties
en transactiepartijen). Zo wordt in een input-output
tabel een overzicht gegeven van de verwevenheid
van de produktie van goederen en diensten, ingedeeld naar een groot aantal bedrijfsklassen. Op het
niveau van sectoren wordt de inkomensverdeling
en -herverdeling door belasting- en premieheffing,
sociale uitkeringen en dergelijke belicht . Daarnaast
bevatten de NR een uitgebreide specificatie van de
particuliere consumptie en andere bestedingen en
een gedetailleerde beschrijving van de financiele
transacties. Een belangrijk verschil met alle overige
(sociaal- en financieel-) economische statistieken is
niet alleen de in principe volledige dekking, maar
vooral ook de onderlinge consistentie van al deze
cijfers.
De Nationale rekeningen vormen een integraal systeem, waarin de economische processen en transacties op een consistente wijze en in hun onderlinge
* De auteurs zijn hoofd van de hoofdafdeling Nationale rekeningen, respectievelijk medewerkers en chef van de Studiedienst Nationale rekeningen bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
1. Recentelijk is dit nog gei’llustreerd door L.H. Klaassen.
Het meten van welvaart, ESB. 21 november 1990, biz. 1098.
2. United Nations Statistical Office, A system of national accounts. United Nations, 1968.
3. Bij voorbeeld de S (sector)-serie van de jaarlijkse publikatie Nationale rekeningen bevat afzonderlijke tabellen
voor: niet-financieie bedrijven, bankwezen. verzekeringswezen, Rijk en overige publiekrechtelijke lichamen, sociale verzekering, gezinshuishoudingen en het buitenland.

957

samenhang worden beschreven. Dit houdt bij voorbeeld in dat het totaal van de toegevoegde waarde
(produktie minus intermediair verbruik), van de primaire inkomens (lonen en salarissen, sociale lasten
en overige inkomens) en van de finale bestedingen
(consumptie, investeringen en uitvoer minus in-

voer) per definitie aan elkaar gelijk zijn. Als gevolg

ken is ten principale gekozen voor een institutionele benadering, onder meer omdat daardoor beter

wordt aangesloten bij de percepties van economische subjecten en bij bedrijfsboekhoudingen .

Te verwachten ontwikkelingen

hiervan zou een verandering van wat tot de produk-

Momenteel vindt er een revisie van de Nationale rekeningen plaats. Hierbij worden een aantal verbete-

tie gerekend wordt in de NR (de zogenaamde pro-

ringen van het systeem doorgevoerd en tevens zul-

duktiegrens) meteen ook consequenties hebben

len cijfers uit verscheidene nieuwe basisstatistieken

voor de afbakening van inkomens en bestedingen,

voor het eerst gebruikt worden bij de NR-ramingen.
De verdere ontwikkeling van de Nederlandse Nationale rekeningen is mede afhankelijk van de herzie-

en vice versa.
Daarnaast is van betekenis om te vermelden dat de
NR een statistiek zijn en geen uitkomst van een modelsimulatie. De nadruk ligt op de registratie van
transacties waarvan de waarde vrij nauwkeurig kan

worden geraamd.
De systematiek en de nauwkeurigheid van de ramingen dragen in belangrijke mate bij aan de kwaliteit

en de gebruiksmogelijkheden van de Nationale

ning van de mondiale richtlijnen, die naar verwach-

ting in 1993 zijn beslag krijgt . Enkele belangrijke
aanpassingen die worden overwogen zijn:
– meer gedetailleerde rekeningen voor de verdeling en herverdeling van inkomens (bij voorbeeld
inclusief de zogenaamde tertiaire inkomensverde-

ling over de (sub)sectoren);

rekeningen. De kwaliteit wordt bevorderd omdat ge-

– een institutionele definitie van de sector gezins-

gevens uit verschillende bronnen met elkaar gecon-

huishoudingen en een onderverdeling daarvan
naar sociaal-economische groepen;
– een uitbreiding van het kapitaalbegrip (bij voorbeeld inclusief software)

fronteerd worden op basis van de definitievergelij-

kingen van het systeem. De integratie van deze
basisstatistieken (met soms onderling van elkaar afwijkende uitkomsten) in de Nationale rekeningen le-

vert de meest plausibele schattingen op. Dit geldt
niet alleen voor macro-cijfers, maar ook voor infor-

– het tonen van de flexibiliteit van het systeem aan

de hand van ‘social accounting matrices’ (SAM’s)
en satellietrekeningen.

matie op meso-niveau (bedrijfstakken, de rekeningen voor het Rijk en dergelijke). De gebruiksmogelijkheden van de Nationale rekeningen zijn legio

Bij de revisie van deze wereldwijde richtlijnen

omdat de consistentie van het stelsel het mogelijk
maakt om velerlei economische verschijnselen met

wordt in een aantal opzichten aangesloten bij de visie op de Nationale rekeningen die is ontwikkeld bij
het Nederlandse CBS . Deze opvatting behelst even-

elkaar in verband te brengen.
Het feitelijke gebruik van de Nationale rekeningen
is zeer divers: allereerst worden binnenlands produkt en nationaal inkomen gehanteerd als samenvattende maatstaven voor het functioneren van de economie van een land, het succes van het gevoerde

wel een ingrijpender verandering ten opzichte van
de huidige praktijk. De hoofdlijnen zullen hieronder
in het kort worden aangeduid .
De huidige Nationale rekeningen kunnen worden
gezien als een beschrijving van de economisch processen op basis van een consistent, internationaal

financieel-economische beleid en de financiele
speelt ook een rol bij het gebruik van het nationaal

bruikbaar begrippen- en indelingenkader. Dit is echter niet per definitie het meest geschikte systeem
voor een analyse van enkel de Nederlandse econo-

inkomen als richtlijn voor de omvang van ontwikke-

mic met zijn specifieke institutionele kenmerken

lingshulp en als grondslag voor de afdracht aan de
Europese Gemeenschappen. Ook dient het nation-

(bij voorbeeld de verschillende soorten subsidies op
het gebied van de volkshuisvesting). Om aan de

aal inkomen als referentiepunt voor allerlei kengetallen ten aanzien van de overheid (financieringstekort
en collectieve-lastennorm). Hetzelfde geldt voor monetaire variabelen zoals de liquiditeitsquote. Verder
bieden de Nationale rekeningen basisgegevens en
definitievergelijkingen voor modellenbouw en andere instrumenten van economische analyse. Meer spe-

veelzijdige informatiebehoeften tegemoet te komen.

draagkracht van een samenleving. Dit laatste aspect

punten voor bedrijfsklasse-analyses, zoals de

4. Zie bij voorbeeld F. Bos, A systems view on concepts of
income in the national accounts, National Accounts Occasional Paper, nr. NA-037, 1989, CBS. Hoofdafdeling Nationale rekeningen.
5. Zie bij voorbeeld Centraal Bureau voor de Statistiek, De
statistieken van het CBS: meerjarenprogramma 19901993, CBS. 1990.

berekening van het marktaandeel van binnenlandse
producenten op allerhande (binnenlandse) afzet-

6. Zie voor een overzicht bij voorbeeld A. Harrison, Major
changes proposed for the revised SNA: an overview. The

cifiek bieden de input-outputtabellen aanknopings-

markten.
Vanwege de diversiteit van het gebruik is het eigenlijk niet mogelijk om een wijze van registratie te be4

denken die in alle gevallen optimaal is . Een bekend voorbeeld van een keuze die gemaakt moet
worden is die tussen een beschrijving vanuit de
invalshoek van de economische actoren (de institu-

Review of Income and Wealth, series 36, nr. 4. 1990. biz.
335-53.
7. Deze opvatting wordt soms aangeduid als de ‘Dutch
school’. Zie bij voorbeeld U.-P. Reich, Essence and appearance: reflections on input-output methodology in terms of

a classical paradigm, Economic Systems Research, vol. 1,
nr. 4, 1989. biz. 417-29.
8. De kern van deze visie is verwoord in C.A. van Bochove

tionele benadering) en een beschrijving van zo homogeen mogelijke economische processen (de functionele benadering). In de Nederlandse Nationale
rekeningen en ook in de belangrijkste basisstatistie-

958

en H.K. van Tuinen, Flexibility in the next SNA: the case
for an institutional core, The Review of Income and Wealth,
Occasional Papers, die op aanvraag beschikbaar zijn.

series 32, nr. 2, 1986, biz. 127-54. Een uitwerking van deze

ideeen is te vinden in verscheidene CBS National Accounts

gaat onze voorkeur uit naar een flexibel systeem
van Nationale rekeningen, bestaande uit een (institutioneel georienteerde) kern en diverse soorten modules. In de kern ligt de nadruk op de registratie

een ge’integreerde wijze het belang van diverse
R&D-activiteiten voor de Nederlandse economic

wordt beschreven.

van transacties die ook in werkelijkheid in geld zijn

Een sociale-rekeningenmatrix

uitgedrukt. Deze worden dan (uitsluitend) geboekt
bij die actoren die er feitelijk bij betrokken zijn 9 .
Het kernmodule-systeem biedt een aantal duidelijke

wordt de sector Gezinshuishoudingen als een groot

In het huidige stelsel van Nationale rekeningen

voordelen boven het huidige systeem. De gebruikers krijgen de beschikking over een aantal parallel-

collectief beschouwd. Toch is een onderverdeling
zinvol, aangezien dan de verdelingseffecten van
sociaal-economische beleidsvoornemens kunnen

le begrippen en indelingen ten behoeve van verschillende typen analyses. Een voorbeeld is een
nationaal inkomensbegrip exclusief de toegereken-

worden bezien in een consistent NR-kader. Een bijkomend voordeel is dat de niet altijd even representatieve inkomensplaatjes voor Jan Modaal vervan-

de huur op eigen woningbezit, dat wellicht relevan-

gen zouden kunnen worden door een relevanter

ter is voor de bepaling van de liquiditeitsquote.

onderscheid naar sociaal-economische groepen. De
samenstelling van ‘social accounting matrices’

De in de kern gebruikte begrippen en indelingen

zijn toegankelijker voor buitenstaanders, omdat ze
beter aansluiten bij de nationale situatie. In concre-

to houdt dit in dat de begrippen en indelingen zullen aansluiten bij de denkbeelden van bedrijven en
gezinnen (bij voorbeeld: een registratie van rnedische consumptie en pensioenpremies in over-

eenstemming met het gezichtspunt van gezinshuishoudingen, en een kapitaalbegrip dat in belangrijke
mate aansluit op de accountancy-praktijk). Tevens
behoeven de concepten uit de basisstatistieken dan
minder aanpassing (standaardisering van bij voorbeeld de afschrijvingen zal evenwel nodig blijven).
In de modules kan men zich richten op de beschrij-

(SAM’s) naast de officiele Nationale rekeningen
heeft in verschillende landen gediend om in deze
leemte te voorzien. Het CBS heeft ook reeds stap-

pen in deze richting gezet door middel van een publikatie waarin de verdeling van de NR-inkomens

en -uitgaven van gezinnen naar sociaal-economische categoric wordt getoond .
Een ‘social accounting matrix’ gaat evenwel verder
omdat iedere rekening wordt onderverdeeld op een

wijze die het meest relevant is voor het te beschrijven
economisch proces13. Dit betekent bij voorbeeld een
specificatie van de toegevoegde waarde per bedrijfsklasse naar verschillende inkomenscategorieen, zoals

ving van een bepaald deelterrein, waarbij alternatie-

arbeidsinkomens per geslacht of naar opleidingsni-

ve begrippen en indelingen mogelijk zijn. De modulaire benadering maakt het mogelijk om diverse
aspecten, zoals de relatie tussen de economic en de
totale menselijke tijdsbesteding, in detail te belichten, terwijl de aansluiting op het kernsysteem behouden blijft 10 . Een voordeel is ook dat de beschrijving in een module niet noodzakelijkerwijs volledig

veau. Volumeramingen van de toegevoegde waarde

in geldeenheden behoeft te luiden (bij voorbeeld

illustreerd, aan de hand van een geconsolideerde
matrixpresentatie van de Nationale rekeningen.
Deze presentatiewijze biedt tevens een goed inzicht

onbetaalde arbeid kan in eerste instantie het beste
in termen van bestede tijd geregistreerd worden).
Een wezenlijk verschil met het huidige Nederlandse
systeem is tevens dat de kern van het nieuwe stelsel
veel meer meso-informatie zou gaan bevatten. Hier-

bij wordt gedacht aan een uitbreiding van het aantal
onderscheiden (sub-)sectoren en toegevoegde-waardecategorieen (bij voorbeeld verschillende soorten
arbeidsinkomen). De relatie tussen het produktie-

proces en de financiering daarvan kan tot uiting
komen door de verschillende onderdelen van de
toegevoegde waarde te specificeren naar zowel bedrijfstakken als sectoren.
De belangrijkste aanvullende module die thans bin-

nen het CBS in ontwikkeling is, betreft een systeem
waarin de relaties tussen de Nationale rekeningen

en milieu-effecten zo volledig mogelijk in kaart worden gebracht 11 . Deze milieu-module toont bij voorbeeld een specificatie van de uitgaven ten behoeve

kunnen dan gerelateerd worden aan meer gedetail-

leerde gegevens over de werkgelegenheid. Op die
wijze komt ook de analyse van werkloosheids- en andere arbeidsmarktvraagstukken in een veelomvattend

Nationale-rekeningenkader binnen bereik.
In tabel 1 wordt slechts de essentie van een SAM ge-

9. Het huidige stelsel bevat enkele toerekeningen van nietmonetaire transacties, en een aantal omleidingen naar niet
direct betrokkenen bij een transactie. Een voorbeeld is de
registratie van werkgeverspremies als (toegerekend) loon
van werknemers die deze dan vervolgens weer afdragen
aan de sociale fondsen. Zie bij voorbeeld C.N. Gorter, Imputations and re-routings in the national accounts. National Accounts Occasional Paper, nr. NA-026, 1988, CBS.
Hoofdafdeling Nationale rekeningen.
10. Zie C.N. Gorter en P. van der Laan, 1989, An economiccore system and the socio-economic accounts module for

the Netherlands, National Accounts Occasional Paper, nr.
NA-032, 1989, CBS, Hoofdafdeling Nationale rekeningen.
11. Een concept voor deze module wordt beschreven in A.

sen die milieuvervuiling voorkomen of opruimen.
De koppeling van emissies, uitputting van grondstoffen en dergelijke aan economische processen zal
daarbij in eerste instantie in fysieke eenheden ge-

de Boo, P. Bosch, C.N. Gorter en SJ. Keuning, An environmental module and the complete system of national accounts, paper gepresenteerd op de lARIW-conferentie in
Baden, Oostenrijk, 27-29 mei 1991.
12. Zie bij voorbeeld Centraal Bureau voor de Statistiek, Sociaal-economische rekeningen 1985, CBS, Voorburg, en
R.D. Huigen, H. van de Stadt en C. Zeelenberg, Sociaal-economische rekeningen, ESB, 4 mei 1988, biz. 436-438. Zie
daarnaast: S.I. Cohen en J.M.C. Tuyl, Een social accounting

schieden.
Daarnaast wordt er gewerkt aan twee andere modules: een module voor de zogeheten parallelle econo-

matrix voor Nederland, Maandschrift Economie, 1990; SJ.
Keuning en W.A. de Ruijter, De social accounting matrix,
ESB, 11 december 1985, biz. 1257-1261.
13. Zie bij voorbeeld SJ. Keuning, A proposal for a SAM

van het milieu en van de produktie van bedrijfsklas-

mie (huishoudelijke arbeid, doe-het-zelf werk en
vrijwilligerswerk), en een R&D-module, waarin op

ESB 25-9-1991

which fits into the next system of national accounts, Economic Systems Research, volume 3, nr. 3, 1991.

959

Tabel 1. Een geconsolideerde Nationale-rekeningenmatrix voor Nederland, inclusief een weergave van de voornaamste saldogrootheden (1989, mrd. gld.)

Type rekening

I. Goederen
en dienstcn

Indeling

Goederengr.

2.Produktte

3. Inkomensforming

4. Primaire
ink.verd.

5. Secundaire
ink.verd.

6.Consumptie

4-6

7. Kapitaal

Bedrijfstakken

Toegevoegcle
waarde cat.

a. Nationaal;
sectoren

idem

idem

b.Buitenland

a, Nationaal;
sectoren

Consumptieve
bestedingen
(354)

Uitvoe

Toenerning voorraden
& onderh.werk

(275)

(-2)

8. Capaciteitstoeneming
b. Buitenland

9. Financiering

Bedrijfstakken

Financiele
activa

Totaal

I
/. Goederen
en
diensten

Goederengroepen

2. Produktie

Bedrijfstakken

Handels-/
transportmarges (0)

(416)

Investeringen
vaste activa
(104)

Aan wen ding,
marktprijzen

(1146)

Produktie,
basisprijzen
(850)

Produktie,
basisprijzen
(850)

Bbp,

3.Inkomens- Toegevoegde
vorming
waarde
categorieen
4. Primaire
inkomensverdeling

Intermediair
verbruik

Lonen enz.
u/h buitenland
(1)

a. Nationaal; Prg.indir.belastingen.netto
sectoren
(41)

Nnpi,
basisprijzen
(382)

5 Secundaire idem
inkomensverdeling

(118)

Nni,

marktprijzen
(422)

Inkomensoverdracht om niet
(297)

Primaire
inkomens
(582)

Ink.overdracht
u/h buitenland
(10)

Inkomen uit
vermogen

Factor inkomens

Vermogensink.
u/h buitenland
(41)

basisprijzen
(434)

Secundaire
inkomens
(729)

(435)

Beschikbaar
6. Consumptie idem

4-6

7.Kapitaal

Best: hi k ban
inkomens
(418)

inkornen
(418)

b. Buitenland Invoer,
c.i.f. prijzen
(255)

Lonen enz.
Vermogensink.
a/h buitenland a/h buitenld
(1)
(42)

Ink.overdracht
a/h buitenland
(14)

a. Nationaal;
sectoren

Saldo lopende

Netto

besparingen
(64)

b.Buitenland

Totaal

Kapitaaloverdracht om niet
(56)

Kap. overdracht
v/h buitenland
(1)

Verandering van Netto kapitaalv. schulden
inkomens
(149)
(270)

Kap.overdrachten
a/h buitenland
(3)
Afschrijvingen

(52)

Financiele
activa

Verandering van
vorderingen
(161)
Aanbod,
marktprijzen
(1146)

Kosten,
basisprijzen
(850)

Verancl.vorderin- Kapitaalverkeer
gen o/h buitenl. n/h buitenland
(60)
(63)

Capaciteitstoen.

(51)

H.Capaciteits- Bedrijfs
tocneming
takken
9.Financiering

Lopend verkeer
n/h buitenland
(327)

rek.m/h buitenl.
(14)

Bestemming
van factorink.

Bestemming
prirnair ink.

Bestemming
secundair ink.

Lopende
uitgaven

(435)

(582)

(729)

(418)

Lopend verkeer Netto kapitaalu/h buitenland uitgaven
(327)
(270)

Investeringen
(104)
Verand.v..schulden
a/h buitenland
(48)
Kapitaalverkeer
u/h buitenland
(63)

Toenerning financiele activa
(209)
Bruto
investeringen
(104)

Toeneming financiele passiva
(209)

in cle samenhang tussen cte waarden van de macro-

economische variabelen in een bepaalde periode.
Daarnaast wordt op deze wijze getoond tussen welke (groepen van) transactoren een transactie plaats
vindt. Ten slotte kunnen de voornaamste saldogrootheden (bbp, nni, beschikbaar inkomen, saldo op de

lopende rekening van de betalingsbalans, besparingen) rechtstreeks uit deze label worden afgelezen 14 .
In de regels staan de ontvangsten naar herkomst geregistreerd en in de kolommen de uitgaven naar be-

stemming. L’iteraard zijn de totalen van de regels
(ontvangsten) en kolommen (uitgaven) steeds aan
elkaar gelijk. De matrix omvat de gehele economische kringloop. Hierbij wordt grosso modo het stan-

eenheden in (binnen- of buitenlandse) produktie ingezette middelen. Dit saldo wordt hier vooralsnog
netto nationaal produktie inkomen (nnpi) genoemd,
zie de derde kolom. Deze opbrengst wordt verworven door het totaal van de institutionele sectoren in
de economic in regel 4.
In deze rekening (de primaire inkomensverdeling)
voor de nationale sectoren (zie voetnoot 3) worden
op de regel de produktgebonden indirecte belastingen minus subsidies en de uit het buitenland ontvan-

gen inkomens uit belegde vermogens bij het nnpi
opgeteld. De inkomens uit vermogen waarbij het
buitenland geen transactiepartij is, wijzigen slechts
de verdeling, maar niet de hoogte van het nationaal

daard rekeningenschema van het (toekomstige) Na-

inkomen. Om te komen tot het netto nationaal inko-

tionale-rekeningenhandboek van de Verenigde
Katies gevolgd, tot en met de financiele rekeningen.
De eerste regel en kolom van deze matrix geven de
goederen- en dienstenrekeningen weer. De voorlopige macro-ramingen voor het jaar 1989 betreffende
het aanbod en de aanwending van goederen en
diensten (in marktprijzen gemeten, tenzij anders ver-

men (nni) moeten de inkomens uit vermogen die

meld) staan hier geregistreerd. In een meer gedetailleerde versie van tabel 1 zouden op iedere regel de
verschillende aanwendingen per goederengroep geregistreerd worden: intermediair verbruik per bedrijfstak. consumptieve bestedingen van de overheid en groepen huishoudens, uitvoer naar het
buitenland, toeneming van de voorraden en onderhanden werk, en investeringen in vaste activa (eventueel gespecificeerd naar de bedrijfstak waarin
wordt gei’nvesteerd) .
De eerste kolom toont het aanbod (per goederengroep): ieder produkt wordt voortgebracht in een of
andere binnenlandse bedrijfstak (eel 2,1) of inge-

voerd (eel 4b-6b,l). De bedrijfseenheden ontvangen
de produktiewaarde gemeten in basisprijzen, dat
wil zeggen exclusief handels- en transportmarges en
exclusief produktgebonden indirecte belastingen minus subsidies (btw, accijnzen enzovoort). Deze heffingen vormen onderdeel van het primaire inkomen
(van de overheid), zie regel 4. Als we de bedragen
in cle eerste kolom optellen, dan is het resultaat gelijk aan het totale aanbod, in marktprijzen gemeten.
Op deze wijze zijn de totalen van de eerste regel en

kolom per definitie aan elkaar gelijk.

toekomen aan het buitenland nog afgetrokken worden. Dit is geschied in kolom 4. Het nationaal inkomen is gewaardeerd in marktprijzen.
Vervolgens vindt er een herverdeling van dit verdiende nationaal inkomen plaats door middel van in-

komensoverdrachten om niet (belastingen, giften en
dergelijke), die weer deels van en naar het buitenland stromen (zie regel en kolom 5). Het is duidelijk
dat er in Nederland omvangrijke bedragen zijn ge-

moeid met herverdelingen tussen nationale sectoren
(vergelijk het bedrag in eel 5,5 met bij voorbeeld dat
in eel 5.4). Het saldo van regel en kolom 5 komt
overeen met het nationaal beschikbaar inkomen,
dat in kolom 6 aangewend wordt voor consumptieve bestedingen en besparingen.

De lopende rekening van de betalingsbalans wordt
weergegeven in regel en kolom 4b-6b Deze rekening wordt opgesteld vanuit buitenlands gezichts-

punt; dus staat het lopend verkeer uit het buitenland in de kolom en het lopend verkeer naar het
buitenland in de regel. Het saldo, hier vanuit Nederlands gezichtspunt bezien, is dan in feite een overboeking van de kapitaalrekening voor het buiten-

land naar de lopende rekening. In geval van een
tekort op de (Nederlandse) lopende rekening zou
hier een negatief bedrag zijn ingevuld.
Op de regel van de kapitaalrekening voor de nationale sectoren (regel 7a) staan de netto kapitaalinko-

mens: netto besparingen, ontvangen kapitaaloverdrachten om niet (successierechten, investerings-

Op de tweede regel staat de produktie van de be-

subsidies en dergelijke) en de (netto) toeneming

drijfstakken. In de tweede kolom worden de daarmee gemoeide kosten geregistreerd. Deze bestaan

van schulden. De verandering van schulden betreft
het aangaan van nieuwe verplichtingen, zoals het afsluiten van leningen, aandelenemissies en dergelij-

uit intermediair verbruik van goederen en diensten
plus de toegevoegde waarde. Bij de hier gekozen

waardering (basisprijzen) komt het totaal van de toegevoegde waarde per bedrijfstak overeen met het
bruto binnenlands produkt (bbp). De eerste twee regels en kolommen vormen te zamen de geconsolideerde aanbod- en aanwendingstabellen (ook wel

ke, minus de aflossing van bestaande verplichtingen. De kapitaaluitgaven worden getoond in kolom
7. Voor de nationale sectoren gaat het hierbij om
een toeneming van de voorraden en onderhanden
werk, kapitaaloverdrachten om niet naar andere sectoren en naar het buitenland, netto capaciteitstoene-

‘make’ en ‘use’ tabellen genoemd).
Het bbp wordt overgeboekt naar de rekening voor

de inkomensvorming (regel 3) en vermeerderd met
de in het buitenland verdiende loonsom inclusief so-

ciale lasten van ingezeten werknemers. Daarentegen worden de in ons land betaalde lonen en sociale lasten aan niet-ingezetenen erop in mindering
gebracht. Na overboeking van de afschrijvingen

naar de rekening voor de capaciteitstoeneming resteert een nieuw saldo, tussen bbp en nni in, dat aangeeft wat het netto inkomen is uit de door nationale

ESB 25-9-1991

14. In de tabel zijn de voornaamste macro-aggregaten in
een grijs vlakje geplaatst.
15. Het eerste blokje op deze regel (de handels- en transportmarges) blijft leeg in een macro-label. In een tabel met
een onderverdeling naar goederengroep worden op de regels voor handel en transport de marges op iedere goede-

rengroep (dat wil zeggen in iedere kolom) geregistreerd.
In de kolom voor de handel of transport staat het totaal

van de marge met een minteken. De regels van dit blokje
tellcn derhaive altijd op tot nul. Zie ook S.J. Keuning,

op.cit., 1991.

961

ming (door middel van investeringen in vaste activa), en de verwerving van financiele titels (onder
meer door obligaties aan te schaffen, door geld uit
te lenen of door nieuwe aandelen te kopen bij een
emissie). De verkoop van bestaande financiele activa (exclusief een eventuele netto boekwinst) wordt

hier met een minteken opgenomen. De kapitaalrekening voor het buitenland (7b) wordt weer vanuit

buitenlands gezichtspunt opgesteld.
Ten einde een beter zicht te krijgen op de dynamiek

van de economic is een gedetailleerd overzicht van

Conclusie
Alle transacties en overige economische gebeurtenissen die geregistreerd staan in de Nationale rekeningen maken deel uit van een consistent systeem. Het

is evenwel niet altijd evident of een gebeurtenis in
het systeem thuishoort en, zo ja, waar deze dan on-

dergebracht moet worden. Bij deze keuzes spelen
een belangrijke rol: de onderlinge samenhang van
het systeem, de percepties van een zo algemeen mogelijke groep van gebruikers, en de wens om economische statistieken voor deelgebieden (bij voor-

de investeringen (in vaste activa) van belang. Dit
kan in een matrixpresentatie van de NR ge’incorporeerd worden door een afzonderlijke rekening op te
nemen die de bruto capaciteitstoeneming per be-

beeld de betalingsbalans en de overheidsfinancien)

drijfstak weergeeft (zie regel en kolom 8). Op de regels wordt getoond welke sectoren in welke bedrijfs-

Ten einde vele soorten analyses mogelijk te maken

takken investeren. De kolommen laten zien welke
kapitaalgoederen en -diensten daartoe in deze be-

de richting van een flexibel systeem. Een dergelijk
systeem omvat een kern waarin een grote nadruk
ligt op registratie van die gebeurtenissen die ook in

drijfstakken ingezet worden.
De laatste regel en kolom van deze matrix geven

te incorporeren. Tevens is het van belang om te memoreren dat de NR een statistiek vormen en geen
modeluitkomst.
tendeert de ontwikkeling van de NR in Nederland in

werkelijkheid in geld uitgedrukt zijn, en modules

aan welke financiele activa en passiva in de verslagperiode gecreeerd of verhandeld zijn.

voor specifieke doeleinden, zoals een milieumodu-

In een uitgebreidere tabel zou nog een registratie

gelijkingen, en een module inclusief de tijdsbeste-

van de overige veranderingen in bezit, van de totale
veranderingen in bezit en van de begin- en eindba-

ding aan onbetaalde arbeid.

lans volgen De zogenaamde overige veranderingen in bezit betreffen: boekwinsten en -verliezen

A.M. Bloem
F. Bos
C.N. Gorter
S.J. Keuning

als gevolg van (relatieve) prijsveranderingen; en

overige, niet elders geregistreerde bezitstoenemingen en -afnemingen, zoals het ontstaan van niet-geproduceerde activa (bij voorbeeld goodwill) en onverzekerbare verliezen.

le, een module ten behoeve van Internationale ver-

16. Zie S.J. Keuning, op.cit., 1991.

Auteurs