mening
Verkoopt u ook kussentjes?
E
en voor mij onvergetelijk fragment uit een
bouwen voor de WGA, maar het voordeel van deze
voorstelling van Herman Finkers gaat over
De ironie wil dat ‘rentehobbel’ is door het kabinet weggepoetst door
de verkoop van kussentjes. Finkers wordt
een opslag op de UWV-premie.
het UWV zelf
op verkoopcursus gestuurd, dat als veelIs het UWV daarmee kansloos? Nee, niet helemaal,
belovende titel draagt: ‘Doe en denk richting klant.’
de werkgevers
en wel om twee redenen. Ten eerste moet bedacht
De praktijk blijkt echter weerbarstig, vooral waar het
het UWV niet op alle onderdelen
gaat voorlichten worden datverliest. Zo blijft de keuring en de haar
gaat om ‘denken richting klant’. In een moeizame,
monopolie
uitkemaar vermakelijke conversatie met een klant geeft
wanneer het
ringsverstrekking voor volledig en duurzaam arbeidsFinkers namelijk te veel informatie prijs: “Wij hebben
ongeschikten (de IVA) exclusief in handen van het
verstandig is
keus uit maar liefst twee verschillende kleuren, maar
UWV. Voor de werkgever is dat aantrekkelijk: één
aan de overkant verkopen ze tien verschillende kleuafscheid te
organisatie die de claimbeoordeling, uitkeringsverren.†En zo verliet weer een tevreden klant het pand.
strekking en re-integratie bij alle arbeidsongeschiktnemen
Onbewust moest ik aan dit fragment denken toen
heidsregelingen uitvoert. Zo hoog is de WGA-premie
ik − zowel op de radio als in de kranten − vernam
niet, dus waarom voor dat deel dan weer een verzedat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) in
keraar zoeken die dat apart doet? De tweede, gerelateerde reden
september van dit jaar een campagne gestart is om werkgevers
om het bij het oude te houden is gelegen in de WGA-polis zelf. De
voor te lichten over het eigenrisicodragerschap voor de WGA (Wet
WGA is een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid die alleen uitGedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid). Voor alle niet-ingewijden: de
keert als werknemers deels voldoende blijven werken. Deze notie
WGA is sinds dit jaar de nieuwe arbeidsongeschiktheidsregeling
is moeilijk te doorgronden door economen, laat staan door (kleine)
voor gedeeltelijk en tijdelijk arbeidsongeschikten. Tot 1 oktober
werkgevers. Dit maakt werkgevers dan ook terughoudend om de
van dit jaar hebben werkgevers de tijd om hun WGA-risico weg te
overstap te wagen: eerst maar eens kijken wat de WGA nu precies
halen bij het UWV. Doen zij dat, dan zeggen ze met ingang van
is. In dit verband wordt de WGA door werkgevers ook wel vertaald
1 januari 2007 het publieke UWV vaarwel. Het leeuwendeel van
als ‘Wat een Gedoe Allemaal’.
hen zal het risico dan onderbrengen bij commerciële verzekeraars.
Wie gaat er winnen? Of liever gezegd: gaat de beste winnen? De
De ironie wil (dus) dat het UWV zelf de werkgevers gaat voorcomparatieve voordelen van het UWV vis-Ã -vis de private verzelichten wanneer het verstandig is afscheid te nemen en naar de
keraars tellend kom ik uit op een gelijkspel: 2-2. Dit suggereert
concurrent over te stappen.
echter allerminst dat daarmee ook sprake is van een gelijk speelConcurrentie tussen publieke en private partijen is voor econoveld. Met andere woorden: geen idee of de toekomstige winnaar
men een intrigerend en complex fenomeen. Dit geldt zeker ook
− publiek of privaat − de beste zal zijn. Laten we in ieder geval
voor de aanloopfase van de WGA waar we ons nu in bevinden. Zo
hopen dat er voldoende adviseurs, tussenpersonen en voorlichters
werd eind augustus de WGA-premiestelling van het UWV bekend
zijn die net als Herman Finkers ‘doen en denken richting klant’.
gemaakt. Deze bedraagt gemiddeld circa 0,7 procent van de
Dan komt alles goed.
loonsom, met een uiterste bodempremie van 0,4 procent voor
kleine bedrijven zonder arbeidsongeschiktheidsverleden. Hierop
dook Aegon direct naar een premie van 0,38 procent voor vergelijkbare groepen werkgevers (FD, 2006). Naar verwachting zullen
vele andere verzekeraars hierop volgen. Op zich is dit niet verrassend: vergelijkbaar met de start van de zorgverzekeringswet
begin dit jaar zullen verzekeraars eerst een voldoende substantieel
marktaandeel proberen te vergaren, ook als dat ten koste gaat van
aanloopverliezen.
Het UWV daarentegen ziet zich in een ongemakkelijke positie
gemanoeuvreerd: als publieke organisatie kan het niet stunten
met premies − het heeft immers geen eigen vermogen. Bovendien
heeft het UWV als publieke organisatie een acceptatieplicht: alle
werkgevers moet een (passende) premie aangeboden (blijven) worden, ook als dat heel lastig is in te schatten. Private verzekeraars
Literatuur
hoeven dat dus niet. Deze zullen derhalve de markt gaan afromen,
FD (2006) Verzekeraars duiken onder premie UWV, Financieele Dagblad,
op zoek naar goede risico’s. Gevolg: het UWV zal haar premieni19 september.
veau opwaarts moeten bijstellen en versterkt zo dit proces. Een
ongelijke strijd dus. Omgekeerd kan het UWV niet de vruchten
plukken van haar publieke status: het UWV hoeft in tegenstelling
Pierre Koning
tot de private verzekeraars weliswaar geen financiële buffers op te
Programmaleider semipublieke diensten, CPB
ESB
20 oktober 2006
539