Ga direct naar de content

Vanaf je dertigste is het moeilijk om aan laag uurloon te ontsnappen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 11 2025

Dertigers en veertigers hebben gemiddeld de hoogste uurlonen, maar zetten ook moeilijker stappen op de inkomensladder dan jongeren en ouderen. Hierdoor is het voor dertigers en veertigers met lage inkomens moeilijk om weer bij de rest aan te haken.

De uurlonen zijn in de periode 2010–2021 zowel aan de boven- als aan de onderkant procentueel ongeveer even hard gestegen. Dit blijkt uit een cohortanalyse van werknemers in loondienst. De gemiddelde uurloonstijging bedroeg 3,4 procent; dit is ongeveer het dubbele van de cao-loonstijging van 1,7 procent per jaar. Dat komt doordat de lonen voor sommige werknemers harder stijgen, bijvoorbeeld door een promotie. Op de arbeidsmarkt is stilstand is dus achteruitgang.

Voor werknemers die zich in beide jaren in het onderste inkomenstertiel bevinden, blijven de uurlonen met een gemiddelde groei van 3,1 procent op jaarbasis achter bij de rest. Wie tot deze groep behoort, is sterk leeftijdsafhankelijk.

Bij jongeren is de inkomensmobiliteit zo groot dat de hoogte van hun uurloon in 2010 bijna geen voorspellende waarde heeft voor de hoogte van hun uurloon in 2021, elf jaar later. Van de jongeren onder de 25 die in het onderste inkomenstertiel begonnen, zat minder dan veertig procent daar een decennium later nog steeds (figuur). Ook zestigplussers die in beide periodes werkzaam zijn blijven betrekkelijk weinig in het laagste tertiel hangen (vijftig à zestig procent). Mogelijk wisselen ze vaker naar een baan met een geheel ander salaris.

Bij dertigers en veertigers is de kans te blijven steken in het onderste tertiel bijna tachtig procent. Om de inkomens­mobiliteit van deze groep te vergroten, zijn scholing en van-werk-naar-werkbegeleiding van belang. Zo blijven mensen, en hun loon, zich tijdens hun loopbaan ontwikkelen.

Plaats een reactie