■ Marion van den Brakel (CBS)
In de bevolking van vijftien jaar tot AOW-leeftijd die geen onderwijs volgt is ruim zestig procent van de vrouwen en bijna tachtig procent van de mannen economisch zelfstandig: zij werken en verdienen daarmee minstens het bijstandsniveau van een alleenstaande van netto 950 euro per maand in 2017.
Het aandeel economisch zelfstandige vrouwen is sinds 2011 elk jaar gestegen. In dat jaar was nog ruim 56 procent van hen economisch zelfstandig. Bij mannen, die vaker dan vrouwen in conjunctuurgevoelige sectoren werken, zette de stijging pas met het herstel van de economie vanaf 2014 in. Hun economische zelfstandigheid liep daardoor tussen 2011 en 2014 terug en lag pas in 2017 op hetzelfde niveau als in 2011.
Onder mannen van 60 tot de AOW-leeftijd nam de economische zelfstandigheid tussen 2011 en 2017 wel voortdurend toe, met meer dan vijftien procentpunt. Voor vrouwen in die leeftijdscategorie was de toename dertien procentpunt (figuur). Het is immers steeds minder gebruikelijk geworden om kort voor het bereiken van de pensioenleeftijd minder te gaan werken of te stoppen. Bij vrouwen speelt daarnaast een rol dat oudere generaties worden opgevolgd door jongere met een hogere arbeidsdeelname. De economische zelfstandigheid van vrouwen steeg daardoor ook in de leeftijd van 50 tot 60 jaar. De toename in de jongere groep van 35 tot 50 jaar, waar de wekelijkse arbeidsduur al meer dan tien jaar bovengemiddeld toeneemt, komt vooral voor rekening van vrouwen met een partner en kinderen.
Jongeren tot dertig jaar die geen scholier of student meer zijn, waren in 2017 even vaak economisch zelfstandig als in 2011. Onder zowel jonge mannen als jonge vrouwen liep de economische zelfstandigheid tot 2014 terug. In de crisisjaren kwamen zij moeilijk aan het werk en steeg de jeugdwerkloosheid. Maar met het dalen van de jeugdwerkloosheid, vanaf 2014, werden zij weer vaker economisch zelfstandig.
Auteur
Categorieën