Spannende arbeidsmarkt
Aute ur(s ):
De Nederlandsche Bank (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door M.C.J. van Rooij en N.J. Nahuis van De Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4232, pagina 906, 3 december 1999 (datum)
Rubrie k :
DNB indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuurindicator
Vormen de spanningen op de arbeidsmarkt het einde of het begin van succesvol arbeidsmarktbeleid?
De DNB-conjunctuurindicator, die inmiddels vooruitblikt tot en met april 2000, vertoont reeds enige tijd een opgaande lijn, duidend op
boven trendmatige groei (figuur 1). De eerste raming van het CBS voor de bbp – volumegroei van vier procent in het derde kwartaal
van dit jaar bevestigt het beeld van een bloeiende economie. De aanhoudende economische groei, die hiermee voor het veertiende
achtereenvolgende kwartaal op drie procent of hoger uitkomt, leidt evenwel tot toenemende druk op arbeidsmarkt. Op deelgebieden van
de arbeidsmarkt is al enige tijd sprake van spanningen, die per regio of opleidingsniveau nogal kunnen verschillen. Schertsend is
reeds opgemerkt dat puur cijfermatig sprake is van arbeidsmarktevenwicht, als wordt gekeken naar het aantal openstaande vacatures
en de geregistreerde werkloosheid, het meest nauwe werkloosheidsbegrip dat door het CBS wordt gemeten (figuur 2). Dit beeld wordt
in hoge mate gerelativeerd door bredere definities van inactiviteit in de beschouwing te betrekken; zo gaven in 1998 nog 914.000
personen te kennen betaald werk te willen hebben van twaalf uur of meer per week. Wel is duidelijk dat de trends voor de verschillende
indicatoren van onbenut arbeidsaanbod in dezelfde richting wijzen. Dat dit nog niet eerder heeft geleid tot sterkere loonstijgingen
heeft wellicht te maken met het succes van het Nederlandse poldermodel en de daaruit voortvloeiende verantwoorde loonontwikkeling,
alsmede de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Onderzoek van het cpb duidt daarnaast op een dalende evenwichtswerkloosheid als
gevolg van de gedaalde reële rente, de daling van de vervangingsratio en de lagere collectieve lasten-druk. De daling van de
werkloosheid kan hiermee in belangrijke mate worden herleid tot succesvol monetair en overheidsbeleid.Hetzelfde onderzoek duidt er
op dat voor verdere daling van de evenwichtswerkloosheid beleidsimpulsen nodig zijn. Zonder deze impulsen zal een verdere
verkrapping van de arbeidsmarkt vanuit deze theorie leiden tot hogere lonen.
Figuur 1. De DNB conjunctuur indicator
Figuur 2. Onbenut arbeids-aanbod versus openstaande vacatures in procenten van de beroepsbevolking
De weg naar succes
Los van gevaren voor een onverantwoorde loonontwikkeling, biedt de huidige situatie ook een uitgelezen mogelijkheid in de strijd tegen
de nog immer hoge inactiviteit, waarbij ruwweg 40% van de potentiële beroepsbevolking langs de kant staat. Flankerend beleid om dit
mogelijk te maken is noodzakelijk. Zo beoogt de Belastingherziening 2001, naast de banencreatie die gepaard gaat met de stimulering van
de economie met Æ’ 5 miljard, een belangrijke stimulans te vormen voor het arbeidsaanbod, onder meer via de invoering van een
heffingskorting. De grootte van de effecten hiervan op het effectieve arbeidsaanbod is evenwel zeer onzeker. Ook is onduidelijk in
hoeverre arbeidsvraag en -aanbod kwalitatief op elkaar aansluiten. Het belastingplan richt zich immers op het stimuleren van
arbeidsaanbod via financiële prikkels. Voorzover de arbeidsvraag niet aansluit op het arbeidsaanbod, moet men daarbij vertrouwen op
acties van werkgevers of werkzoekenden om via bijvoorbeeld scholing een betere aansluiting tot stand te brengen. In aanvulling hierop
kan de overheid de vraag naar arbeid, waarvoor gegeven de prijs ervan geen vraag is, stimuleren, bijvoorbeeld door het geven van
kortingen op de sociale lasten. Op langere termijn biedt het stimuleren van ontwikkelingen op het terrein van onderwijs en scholing, die
het arbeidsaanbod beter laten aansluiten op de arbeidsvraag, meer mogelijkheden tot succes. Vraag is echter wat hiermee op korte termijn
kan worden bereikt. Het zal erom spannen of de voorspoedige economische ontwikkelingen worden aangegrepen om de inactiviteit
drastisch te verminderen, of dat zij leiden tot dermate sterke loonstijgingen dat de wal het schip gaat keren.
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)