Rimpels onder de oppervlakte
Aute ur(s ):
Jonkhoff, W (auteur)
Redactie ESB
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4238, pagina 35, 14 januari 2000 (datum)
Rubrie k :
Scorebord
Tre fw oord(e n):
economentop
Ook dit jaar voert Geert Hofstede de lijst van meest geciteerde economen aan. De meest interessante verschuivingen vinden we onder
de oppervlakte.
De ESB Economentop wordt samengesteld door te kijken naar citaties gedurende de afgelopen vijf jaar (zie voor verdere
methodologische toelichting ESB van 18 december 1998). Bij de berekening voor het afgelopen jaar vervalt het jaar 1993, en komt
1998 erbij. Behalve Hofstede zijn ook de nummers twee en vijf oude bekenden. Zowel Eric van Damme als Peter Nijkamp zagen hun
aantallen citaties licht stijgen, waarbij Nijkamp toch terrein moest prijsgeven. In de economentop van Intermediair, die het aantal
publicaties bladzijden en het belang van tijdschriften als uitgangspunt heeft, voert hij de lijst aan. De eerste opvallende sprong is die
van John Hagedoorn (UM), van de zesde naar de derde plaats. Zijn socio-technologische aanpak vindt duidelijk gehoor. (tabel 1)
Tabel 1; economentop
Rang
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
Naam
(=)
(=)
(+3)
(+1)
(-1)
(+2)
(-4)
(=)
(-2)
(+2)
(+6)
(-1)
(-3)
(-1)
(+5)
(-2)
(+5)
(-2)
(-4)
(+1)
(-3)
(+1)
(-4)
(+4)
(-1)
(-1)
(=)
(N)
(=)
(N)
1994 1995 1996 1997
G. Hofstede (UM/KUB)
176
E.E.C. van Damme (KUB)
38
45
J. Hagedoorn (UM)
16
15
J.J.M. Kremers (Min. v. Fin./Ocfeb)
20
28
P. Nijkamp (VU)
25
P.P. Wakker (KUB/UM)
12
S.J.G. van Wijnbergen (UvA)
28
A.L. Bovenberg (KUB/Ocfeb)
13
J. Magnus (KUB)
18
W.P.M.M. van de Ven (EUR)
20
A.W.A. Boot (UvA)
8
15
H.J. Bierens (KUB)
20
F. van der Ploeg (Min. v. OCW)
13
J.S. Cramer (UvA)
14
H.P. Boswijk (UvA)
9
A. Klamer (EUR)
13
P.H. Franses (EUR)
7
J. Hartog (UvA)
13
P. Rietveld (VU)
22
P. Schotman (UM)
19
G. Ridder (VU/Johns Hopkins University) 13
A. Kapteyn (KUB)
14
B.M.S. van Praag (UvA)
24
B. Nooteboom (EUR)
6
J.P.C. Kleijnen (KUB)
16
W.T.M. Molle (EUR/NEI)
13
T. Kloek (EUR)
9
E.J. Bartelsman (VU)
1
5
G.J. van den Berg (VU)
6
8
J. de Haan (RUG)
2
7
190
45
22
29
22
26
23
15
18
20
22
18
14
9
8
16
12
13
12
28
14
11
11
6
14
12
15
10
9
11
234
30
42
28
30
19
27
24
18
19
14
16
20
19
21
14
16
11
12
6
13
7
9
9
7
13
11
13
11
6
292
31
49
34
28
28
22
23
22
12
33
18
19
18
22
11
20
12
12
8
10
13
8
16
10
5
8
17
10
16
1998
1994-98
307
189
144
139
32
28
12
31
18
22
92
17
16
15
12
16
13
19
9
3
1
16
9
21
7
9
8
46
44
42
1.199
137
113
112
106
94
93
89
82
75
72
70
68
68
67
64
61
61
61
58
54
52
51
T
Hoewel het aantal citaties licht afnam, stijgt Peter Wakker twee plaatsen. Zijn grote aandachtspunt is nut onder onzekerheid. De van huis
uit wiskundige levert kritiek op het idee van economen dat de risico-houding het gedrag bepaalt met zijn ‘non-expected utility theory’. De
hoogste vlucht neemt echter Arnoud Boot (UvA). De stijging is hier niet alleen nominaal: in 1998 behaalde de hoogleraar
ondernemingsfinanciering en financiële markten 33 citaties, negentien meer dan het jaar ervoor. Daarbij is zijn aanpak eerder analytisch
dan kwantitatief 1. Verdere stijgers zijn Boswijk, Franses en Nooteboom. Alleen Nooteboom wint ook aan citaties, vooral in 1997 en 1998.
Zijn ideeën over mededinging, innovatie en kennis, die een psychologische insteek kennen, vinden duidelijk bijval 2.
De lijst kent deze keer slechts twee nieuwkomers, Eric Bartelsman en Jakob de Haan. De eerste zetelt sinds kort in het hoofdgebouw van
de VU, de tweede resideert in Groningen. Een notering voor De Haan werd in de vorige Economentop al voorspeld.
Wie haalden het net niet? De opmars van Hans Opschoor (VU) ging door (vijftien citaties in 1998, tegen dertien in 1997), maar tot een
vermelding leidde dit niet. Kees Koedijk (zie elders in dit nummer) trof een zelfde lot. Zijn aantal citaties steeg van acht naar tien. Ook
Sylvester Eijffinger (CentER, KUB en Humboldt Universiteit Berlijn) moet, ondanks een imposante stijging van vijf citaties in 1997 naar
achttien in 1998, nog wat geduld oefenen.
Tot slot
Econometristen drukken een groot stempel op de Economentop. De grootste stijgers zijn echter zeker niet allen econometrist. Eén
zekerheid blijft wel: Hofstede heerst
1 Zie A.W.A. Boot en A. Schmeits, De strategische motivatie voor de fusiegolf in het bankwezen, ESB, 1 oktober 1999, blz. 704-708.
2 Zie B. Nooteboom, Concurrentie contra innovatie, ESB, 10 september 1999, blz. 640-644.
Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)