Italië is al jaren een van de financiële zorgenkinderen van de eurozone. Nu de beleidsrente van de Europese Centrale Bank (ECB) is gestegen, nemen ook de rentelasten op de hoge staatsschuld weer toe.
Voor een indruk van de staat van de Italiaanse economie wordt veelal de yield curve gebruikt, die toont hoe beleggers tegen de economie aankijken. De yield curve – ook wel bekend als de ‘rentetermijnstructuur’ – is een weergave van de rente bij verschillende looptijden.
De afgelopen twee jaar is de yield curve van de Italiaanse staatsschuld vlakker geworden (figuur), wat traditioneel wordt gezien als een indicatie dat markten een recessie verwachten. In de laatste jaren is het verschil tussen de rente op dertig- en driejarige overheidsobligaties geleidelijk gedaald, van 2,4 procentpunt in 2019 naar 1,2 procentpunt in mei 2023. De vergoeding die investeerders vragen op driejaars leningen aan de Italiaanse overheid is meer gestegen dan die op dertigjaars leningen, wat kan duiden op zorgen over de ontwikkeling van een economie op de korte termijn.
Toch kunnen we uit de afvlakkende yield curve niet direct concluderen dat beleggers pessimistisch zijn over de Italiaanse groeivooruitzichten, want de rentes op Europese staatsschulden worden door het monetaire beleid sterk vertekend. De lange rente wordt al jaren gedrukt door de verschillende opkoopprogramma’s van de ECB. En de korte rente wordt juist bepaald door de ECB-beleidsrente, die sinds medio 2022 flink is verhoogd als reactie op de energiecrisis, en de daaruit voortvloeiende stijging van de inflatie.
Kortom: de afvlakkende yield curve is ook deels een reflectie van beleidswijzigingen in Frankfurt. De figuur laat echter ook nog iets anders zien, namelijk dat de rente op de Italiaanse overheidsschuld over de gehele linie aanzienlijk is gestegen. Dit zet druk op de rentelasten zodra er nieuwe leningen worden aangegaan om die lasten te financieren.
Zonder structurele veranderingen blijft Italië dus een zorgenkind vanwege de schuldenproblematiek bij de Italiaanse overheid, of dit nu komt door recessiezorgen, stijgende rentelasten, of andere economische factoren – zoals de sterke vergrijzing en een relatief lage economische groei.
Auteurs
Categorieën