Ga direct naar de content

Reactie op: Pensioenfinanciering en het mannaprincipe

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 4 2006

reactie

Reactie op: Pensioenfinanciering
en het mannaprincipe

S

ommige verhalen zijn te mooi om waar te
zijn. Het verhaal van Ids van der Ploeg uit
ESB van 6 april jl. behoort tot deze categorie. Zijn boodschap luidt vrij vertaald:
Laten we het pensioengeld van de ambtenaren
afpakken en iedereen wordt er gelukkiger van, inclusief de ambtenaren zelf. Hoewel het aantrekkelijk
is om iedereen gelukkiger te maken, overtuigt het
betoog van de heer Van der Ploeg niet. Het lijkt alsof
hij de theorie van de econoom Aaron verwart met de
uitspraken van de bijbelse Aaron.

Stephan Schüller
Beleidsmedewerker bij de
Stichting Pensioenfonds ABP

284

ESB 4

Van der Ploeg zegt zijn pleit te baseren op de zogenaamde Aaron-conditie. Dit is een conditie die de
econoom Aaron formuleerde en waarmee nagegaan
kan worden of pensioenen het beste op omslag- of op
kapitaaldekkingsbasis gefinancierd kunnen worden.
Aaron beargumenteerde dat een kapitaaldekkingsstelsel de voorkeur geniet wanneer het reële rendement
op het pensioenvermogen groter is dan de reële groei
van de grondslag van de pensioenpremie. Dit laatste
is gelijk aan de groei van de arbeidsproductiviteit plus
de groei van de beroepsbevolking. Andersom is een
omslagstelsel te prefereren wanneer de reële groei
van de pensioengrondslag groter is dan het reële
rendement op het pensioenvermogen.
In theorie is de Aaron-conditie relatief gemakkelijk af te
leiden. In de praktijk is het echter moeilijk om het precieze teken van de conditie te bepalen. De reële rendementen, de arbeidsproductiviteitsgroei en de groei
van de beroepsbevolking variëren namelijk over de tijd.
Op grond van de Aaron-conditie was in de jaren vijftig
wellicht een pensioen op omslagbasis te prefereren.
Toentertijd groeide de beroepsbevolking sneller dan
het reële rendement op kapitaal. Door de vergrijzing en
daaruit voortkomende dalende beroepsbevolking komt
in het huidige tijdsbestek echter een kapitaaldekkingsstelsel steeds meer op punten voor te staan.
In de praktijk is het enigszins koffiedik kijken welk
stelsel de voorkeur geniet. We mogen in Nederland
dan ook trots zijn op een pensioenstelsel dat financiering op basis van omslag (AOW) en kapitaaldekking (tweede pijler pensioenen) combineert. Met
de komende vergrijzing zijn we blij met de kapitaalgedekte tweede pijler. Met eventueel tegenvallende beursresultaten of een uit de hand lopende
(loon)inflatie zijn we blij met de op omslagbasis
gefinancierde AOW. De risico’s van een dalende beroepsbevolking en tegenvallende beursresultaten en
inflatie worden in ons pensioenstelsel gespreid.
Ondanks het feit dat de beroepsbevolking in de toekomst zal dalen, weet de heer Van der Ploeg toch op

mei 2007

ingenieuze wijze uit de Aaron-conditie af te leiden dat
een op omslagbasis gefinancierd ambtenarenpensioen
de voorkeur geniet. Waarschijnlijk baseert hij zich hierbij meer op de bijbelse Aaron die het volk Israël aanmoedigde om zijn goud af te staan voor een gouden
kalf (“Rukt af de gouden oorsierselen, die in de oren
uwer vrouwen, uwer zonen, en uwer dochteren zijn; en
brengt ze tot mijâ€) dan op de econoom Aaron die in
1966 een invloedrijk artikel in de Canadian Journal of
Economic and Political Science publiceerde.
Hoe het ook zij, Van der Ploeg stelt voor om het ABP
vermogen van ruim 200 miljard euro te confisqueren
en de pensioenuitkeringen van ambtenaren voortaan
op omslagbasis via de overheidsbegroting te financieren. Dit heeft volgens Van der Ploeg alleen maar
voordelen. De overheid kan met het geconfisqueerde
pensioengeld van ambtenaren de door de vergrijzing
oplopende kosten van de AOW en zorg opvangen.
Belastingbetalers hoeven niet meer te vrezen voor
een oplopende belastingdruk en ambtenaren lopen
niet langer het risico van een indexatiekorting.
Dat met het pensioengeld van de ambtenaren een
deel van de toekomstige vergrijzingslasten opgevangen kan worden, is ongetwijfeld waar. Voor een deel
gebeurt dit overigens al omdat de overheid via de
omkeerregel aanspraak maakt op circa veertig procent
van het pensioenvermogen. Of zowel belastingbetalers
als ambtenaren blij moeten zijn met het voorstel kan
echter worden betwijfeld. Door de vergrijzing zal namelijk in de toekomst ook het aantal gepensioneerde
ambtenaren toenemen, naar verwachting van 700
duizend in 2006 naar 1,8 miljoen in 2040. Bij een
op omslagbasis gefinancierd ambtenarenpensioen zal
dit leiden tot een stijging van de belastingdruk en/of
een daling van het ambtenarenpensioen. Het voorstel
van Van der Ploeg leidt kortom alleen tot een verschuiving van de vergrijzingsproblematiek van de AOW
en zorg naar de ambtenarenpensioenen. Per saldo
wellicht een meevaller voor de belastingbetalers, maar
zeker niet voor de ambtenaren.
Net als de bijbelse Aaron roept de heer Van der
Ploeg de bevolking op om het opgebouwde kapitaal
af te staan. Dit deed Van der Ploeg al in het dagblad
Trouw van 24 januari 1991. Gelukkig is zijn roep,
met behulp van de theorie van de econoom Aaron,
al geruime tijd genegeerd. Hopelijk zal dit ook in de
toekomst zo blijven.
Literatuur
Aaron, H. (1966) The Social Insurance Paradox. Canadian
Journal of Economic and Political Science, 32(3), 371–374.

Auteur