Ga direct naar de content

Reactie op: Boekhoudregels niet adequaat voor bedrijfstakpensioenfondsen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 12 2008

I

Anne Laning
Financieel directeur TKP
Pensioen en voorzitter
commissie Verslaggeving
VB/Opf

n ESB van 14 november jl. hebben Van Ewijk en
Teulings een interessant artikel over pensioenverslaggeving geschreven. Zij beargumenteren
dat de IFRS-boekhoudregels niet adequaat
zijn voor bedrijfstakpensioenfondsen. Van Ewijk
en Teulings zien een belangrijk onderscheid in de
doelstelling tussen ondernemingspensioenfondsen
en bedrijfstakpensioenfondsen. Op grond van dit
onderscheid wordt als conclusie getrokken dat het
bij ondernemingspensioenfondsen voor de hand ligt
dat tekorten en overschotten op de ondernemings­
balans vermeld worden, waar dit bij bedrijfstak­
pensioenfondsen juist niet voor de hand ligt. Vanuit
het vak van externe verslaggeving valt er wel wat
op deze redenering af te dingen. Verslaggeving
door een onderneming heeft als doel het zo goed
mogelijk weergeven van de economische realiteit,
zodat gebruikers van jaarverslagen op basis daarvan
e
­ conomische beslissingen kunnen nemen. Vanuit het
perspectief van een onderneming dient cumulatief
aan vier voorwaarden te worden voldaan voordat er
in de externe verslaggeving daadwerkelijk sprake is
van die verplichting. De verplichting moet onvoorwaardelijk zijn bij continuïteit van de onderneming,
de verplichting moet voortvloeien uit een gebeurtenis
uit het verleden, de verplichting moet in de toekomst
leiden tot te betalen bedragen en de omvang van
de verplichting moet betrouwbaar kunnen worden
geschat. Het simpele feit dat een product of dienst
in 2009 duurder is dan in 2008, maakt nog niet
dat er een verplichting is per 31 december 2008.
Een hogere kostprijs voor pensioenopbouw zou om
deze reden dan ook gewoon hogere kosten in 2009
betekenen. Het enige wat in aanmerking kan komen
als verplichting, is het deel van de premie 2009 dat
te maken heeft met pensioenopbouw in 2008 of
eerder, en waartoe de onderneming ook verplicht is
die te betalen. Het deel van de premie dat de nieuwe
opbouw in 2009 dekt, voldoet niet aan de definitie
van een verplichting, ook niet als hiervoor nieuwe
parameters zijn gebruikt. Voor het maken van deze
splitsing zal een onderneming nadere informatie van
het pensioenfonds nodig hebben. Conceptueel is dit
misschien nog te doen, ware het niet dat dit in de
praktijk niet aan te geven valt, omdat het bestuur van
het pensioenfonds jaarlijks op basis van dan beschikbare informatie, overige beleidskeuzes en nieuwe
toekomstverwachtingen, de premie zal vaststellen.
Cruciaal hierbij is de risicodeling die plaatsvindt
tussen de belanghebbenden bij een pensioenfonds.
Bij een gemiddeld pensioenfonds valt te becijferen

reactie

Reactie op: Boekhoudregels niet adequaat
voor bedrijfstakpensioenfondsen
dat van het totale pensioenrisico over de gehele
hersteltermijn slechts circa een derde door de ondernemingen wordt gedragen, het restant wordt door
de deelnemers gedragen. Hierbij is uitgegaan van
een kostendekkende premie met een hersteltermijn
conform het Financieel Toetsingskader van vijftien
jaar en voorwaardelijke toeslagverlenging. In aanvulling hierop geldt dat voor bedrijfstakpensioenfondsen
het aandeel van een individuele onderneming in het
totale pensioenfonds door relatieve wijzigingen in
het personeelsbestand jaarlijks kan variëren, zodat
zijn individuele aandeel in het herstel kan afwijken
van het gemiddelde. De exacte verdeling van het
risico over meerdere jaren tussen ondernemingen en
deelnemers is met name afhankelijk van de hoogte
van de dekkingsgraad, het toeslagbeleid, de snelheid van het feitelijke herstel en de werking van het
financieringsmechanisme. Elk jaar opnieuw start
een nieuwe (herstel)termijn, en het bestuur van een
pensioenfonds heeft veelal een zekere discretie in
de vaststelling van de premie en de toeslagverlening.
Omdat gezien de toegestane hersteltermijn wel meerdere jaren in ogenschouw moeten worden genomen,
is het hierdoor in de praktijk niet mogelijk ex ante
deze risicodeling te berekenen. En zonder deze
risicodeling is er ook geen betrouwbare schatting te
maken van de echte verplichting die voortvloeit uit
de uitvoeringsovereenkomst. Het onderscheid tussen
bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen is hierbij niet relevant. De conclusie
dat de IFRS-boekhoudregels niet adequaat zijn voor
bedrijfstakpensioenfondsen klopt vanuit bovenstaande redenering, maar evenzo zijn ze niet adequaat voor ondernemingspensioenfondsen. Zeker als
in de huidige voorstellen de actuariële en beleggingsresultaten direct moeten worden verwerkt, leidt IFRS
tot een overschatting van de feitelijke risico’s en verplichtingen die over het algemeen aan Nederlandse
pensioenregelingen verbonden zijn, doordat geen
rekening wordt gehouden met de gebruikelijke risicodeling met de deelnemers. Daarenboven wordt niet
voldaan aan de definitie van een verplichting, omdat
door het mechanisme van risicodeling geen betrouwbare schatting van de omvang van de verplichting
gemaakt kan worden.

Literatuur
Ewijk, C. van en C. Teulings (2008) Boekhoudregels niet
adequaat voor bedrijfstakpensioenfondsen. ESB 93 (4547),
685–687.

De redactie behoudt zich het recht voor inzending voor de rubriek reactie te wijzigen, in te korten, aan te passen of
te redigeren ten behoeve van de leesbaarheid en argumentatie.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

93(4549) 12 december 2008

765

Auteur