Hoe we terug zullen kijken op Rutte IV zal afhangen van wat het met de historische uitgavenverhoging zal bereiken. Legt het kabinet de basis voor een duurzame economie en brede welvaartsverhoging, of betalen we straks met spijt de rekening van een historische miljardenverspilling?
Het kabinet-Rutte IV heeft een ambitieuze investeringsagenda. Maar zijn deze investeringen ook uitzonderlijk in historisch perspectief? Een vergelijking met de regeerakkoorden van de afgelopen vijftig jaar.
Vriend en vijand zijn het er zeker over eens dat dit een bijzonder regeerakkoord is. Is de Nederlandse overheid eerder ooit zo ‘genereus’ en ‘ambitieus’ geweest? Er valt een vergelijking te trekken met het kabinet-Den Uyl van 1973–1977.
Vaak wordt er gedacht dat politieke onderhandelaars‘in het midden uitkomen’. Het regeerakkoord is dan een vertaling van de verkiezingsprogramma’s van formatiepartijen, gecorrigeerd voor hun onderlinge electorale verhoudingen. Is dit bij Rutte IV zo? En zo nee – wat vertelt dit dan over de politieke deal?
Het kabinet-Rutte IV wil een historische 75,1 miljard meer uitgeven dan voorzien in de miljoenennota voor 2022. Er mogen voor dit expansieve begrotingsbeleid dan goede argumenten zijn, maar het leidt wel tot zorgen over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën bij tegenvallers. Welke stappen kan het kabinet zetten om deze zorgen te verminderen?
De Algemene Rekenkamer heeft negentien extra uitgaven gevolgd van Rutte III, van in totaal 3,2 miljard euro. Nu Rutte IV veel extra uitgaven plant, is het van het grootste belang om de parlementaire controle daarop zo serieus mogelijk te organiseren. Daartoe worden een drietal suggesties gedaan.
Het nieuwe kabinet schept de middelen voor een ambitieuze investeringsagenda. Maar de besteding van die middelen is uitsluitend budgettair ingevuld, en niet inhoudelijk concreet gemaakt. Het is daardoor niet helder of de geformuleerde ambities wel gerealiseerd zullen worden.
Ondanks de krappe arbeidsmarkt hebben kansarme jongeren moeite om werk te vinden en te houden. Aangezien tekorten aan geschikte arbeidskrachten de economische groei drukken, is het van belang om deze onderbenutte groep te mobiliseren. In mijn proefschrift beschrijf ik onder andere waarom kwetsbare jongeren hierin ondervertegenwoordigd zijn, en hoe hierin verandering te brengen is.
De groeiende assertiviteit van Rusland dwingt ons om onze wederzijdse economische afhankelijkheden te heroverwegen, stelde Haroon Sheikh (2021) in het themanummer ‘Kosten van geopolitiek’. Na de Russische inval in Oekraïne worden een aantal van de in het artikel geschetste scenario’s werkelijkheid.
Rutte IV komt met een forse historische uitgavenverhoging. In dit themanummer wordt deze intensivering nader geanalyseerd. Met bijdragen van onder andere Daan de Leeuw, Krista Bruns, Jan Luiten van Zanden, Wimar Bolhuis, Flip de Kam, Ewout Irrgang en Bernard ter Haar.