Ga direct naar de content

Extra publieke investeringen vereisen visie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 16 2022

Rutte heeft weinig op met visies. Dat bleek al in 2013, toen hij tijdens zijn H.J. Schoo-lezing aangaf niet te geloven in dergelijke “alomvattende blauwdrukken”. “Als je visie zoekt, moet je naar de oogarts”, zou hij later nog hebben toegevoegd.

In 2013 had dat nog een politieke camouflage-act kunnen zijn. Een visie uitdragen maakt immers ook kwetsbaar. En de tijdsgeest was toen in zijn voordeel: bezuinigingen sloegen de trom in heel Europa. Hij kon dus zijn politieke wens van een kleine overheid verwezenlijken, zonder zich kwetsbaar op te stellen.

Maar Ruttes schijnbare visieloosheid blijkt verrassend consistent. Ook nu de tijdsgeest ‘gedraaid’ is en de overheidsuitgaven in veel landen stijgen, valt onze premier nauwelijks te betrappen op een expliciet uitgedragen visie. In tegendeel, dezelfde Rutte die in zijn eerste twee kabinetten fors bezuinigde, laat het geld nu rollen.

Forse uitgavenverhoging

Rutte III kwam al met historische uitgavenverhogingen en lastenverlagingen ten opzichte van het basispad, en Rutte IV gaat hier nog eens ruimschoots overheen, zo laten Daan de Leeuw en Krista Bruns in dit nummer zien. Een opvallende agenda, zeker voor een centrumrechts kabinet. Jan Luiten van Zanden geeft in zijn column een aantal verklaringen voor deze begrotingsommezwaai.

De historisch hoge uitgaven lijken de prijs te zijn geweest die betaald moest worden voor het bereiken van een politieke deal, stelt Wimar Bolhuis. Het onderhandelt een stuk makkelijker als er voor elke politieke wens geld beschikbaar is. Die politieke beweeglijkheid – van forse bezuinigingen naar historische uitgaven – vormt het handelsmerk van Rutte. Te expliciete visies staan een dergelijke flexibiliteit in de weg.

Valt te billijken

Politiek kan het dus voordelen hebben om geen al te expliciete visies uit te dragen. Het is echter te betwijfelen of het economisch ook verstandig is.

Zo zou wat meer visie op de begrotingspolitiek geen kwaad kunnen. Tijdens zijn eerste twee kabinetten liet Rutte de kwakkelende economie met zijn bezuinigingen verder afkoelen (Jacobs, 2016). Nu kwam de forse geplande uitgavenverhoging op het moment dat de economie al weer flink groeide, na een dip in het eerste jaar van de coronapandemie. Olie op het vuur van de conjunctuur, zou je zeggen.

Toch is die procyclische begrotingspolitiek niet de grootste steen des aanstoots onder economen, een ­enkele uitzondering daargelaten (Gradus en Beetsma, 2021). Er lijkt een brede consensus te bestaan dat extra uitgaven noodzakelijk zijn voor de aanpak van de huidige maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie (FD, 2021).

Beheersbaar houden

Grotere zorgen zijn er over de doelmatigheid van de uitgaven. In de NRC (2022) waarschuwde een gemêleerde groep economen voor een miljardenverspilling, omdat het coalitieakkoord een loopje zou nemen met de begrotingsregels en een heldere visie op de effectiviteit van de uitgaven ontbeert.

In dit nummer doen Wimar Bolhuis, Flip de Kam en Jasper Lukkezen voorstellen voor stevigere en duidelijkere regels op macroniveau. Dat is geen overbodige luxe. Onvoorziene omstandigheden als een pandemie, oplopende energiekosten of militaire dreiging kunnen de begroting gemakkelijk op zijn kop zetten, zo hebben we de afgelopen jaren wel gezien. Een heldere visie op welke schuld we acceptabel vinden, kan voorkomen dat extra uitgaven de politieke oplossing worden voor elk probleem.

Ewout Irrgang van de Algemene Rekenkamer doet in zijn column ook handreikingen voor de begrotingen op departementsniveau.

Geld geen substituut voor visie

Naast een duidelijke visie op de begrotingsregels, ontbreekt in het coalitieakkoord vooral ook een visie op de geplande investeringen. De investeringsagenda is uitsluitend budgettair ingevuld, stelt Bernard ter Haar vast, maar niet inhoudelijk concreet gemaakt. Wat ontbreekt zijn uitvoerbare plannen en programma’s waarmee de maatschappelijke doelen bereikt kunnen worden. Op basis van zijn beleidservaringen in het verleden, presenteert Ter Haar in dit nummer zeven handvatten voor hoe zo’n investeringsagenda inhoudelijk vorm kan krijgen.

Visie kan nog komen

Het gebrek aan expliciete visie in het coalitieakkoord is zorgelijk met het oog op de historische uitgaven. In het bedrijfsleven worden er CEO’s om minder ontslagen.

Ook zonder een heldere eigen visie in het coalitie­akkoord zou Rutte echter succesvol kunnen blijken. Maar dan moet zijn kabinet wel aan de slag. Een visie hoeft immers geen blauwdruk te zijn – ze kan ook gaandeweg ontstaan, als resultaat van een gezamenlijk overleg. Afgaande op zijn H.J. Schoo-lezing uit 2013, lijkt dat de weg die Rutte bij voorkeur ziet.

Een ding is helder: hoe we terug zullen kijken op Rutte IV zal afhangen van wat het met de historische uitgavenverhoging zal bereiken. Legt het kabinet de basis voor een duurzame economie en brede welvaartsverhoging, of betalen we straks met spijt de rekening van een historische, gaandeweg steeds verder oplopende miljardenverspilling?

Literatuur

FD (2021) Economen: klimaatmiljarden zijn paradepaardje. Het Financieele ­Dagblad, 15 december.

Gradus, R. en R. Beetsma (2021) Nieuw kabinet laat alle budgettaire kaders los. Artikel op www.mejudice.nl, 30 december.

Jacobs, B. (2016) De rekening van Rutte. Blog op www.esb.nu, 20 september.

NRC (2022) Economen: Rutte IV dreigt miljarden te verspillen. NRC, 9 januari.

Auteur

Categorieën