Tijdens de crisis is de Europese Centrale Bank in de bres gesprongen om de muntunie bij elkaar te houden. De centrale bankiers beloofden lidstaten met een zwakke budgettaire positie te steunen, en verstrekken zeer ruimhartig liquiditeit.
Begin 2018 zal de Europese Centrale Bank het tempo van haar opkoopprogramma verlagen. Heeft het programma opgeleverd wat werd gehoopt? Zal de ECB het opgekochte papier weer van haar balans afhalen en zo ja, hoe dan?
Als president van de Bank of England van 2003 tot 2013 heeft Mervyn King niet alleen meegemaakt hoezeer bankiers en economen zich hebben verkeken op de signalen die de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie aankondigden, maar was hij ook een van de hoofdrolspelers bij het oplossen van deze crisis. Zijn recente boek vormt een trefzekere analyse van de oorzaken van de crisis en biedt waardevolle lessen voor beleid en toezicht.
Sinds de crisis hebben monetairebeleidsmakers veel geleerd over het balansbeleid bij centrale banken. Dit gebeurde met name op basis van praktische ervaring; het theoretisch begrip volgde vaak pas later. Een overzicht van de ontwikkelingen en een vooruitblik.
Sinds de crisis gebruiken centrale banken een veel breder scala aan instrumenten. In hoeverre denken centralebankpresidenten dat zij deze instrumenten ook in de toekomst zullen blijven gebruiken?
De Europese Centrale Bank voert sinds de financiële crisis van 2008 een hoogmoedig beleid, dat diep ingrijpt in de economie. Dit levert allerlei risico’s op, uiteindelijk ook voor het verwezenlijken van haar primaire taak en voor haar onafhankelijkheid. Tijd voor een herbezinning.
Als mij twintig jaar geleden was gevraagd wat er zou gebeuren als centrale banken de dingen zouden doen die ze de laatste tien jaar hebben gedaan, zou ik hebben gezegd dat de centralebankpresidenten zullen worden ontslagen en vastgezet, hetzij in een penitentiaire, hetzij in een psychiatrische instelling.
Intuïtief wordt er vaak gedacht dat onderhandelaars ‘in het midden uitkomen’. Een regeerakkoord zou dan een directe vertaling zijn van de verkiezingsprogramma’s van de formatiepartijen op basis van hun onderlinge verhoudingen. Maar is dat waar bij Rutte III?
Rutte III voert enkele verstandige en vele onverstandige belastingmaatregelen door. De maatregelen voor de belastingheffing op arbeidsinkomen verbeteren de afruil tussen rechtvaardigheid en doelmatigheid niet. De belastingheffing op kapitaalinkomen en vennootschappen wordt zowel ondoelmatiger als onrechtvaardiger.
Het arbeidsmarktbeleid van Rutte III vraagt om meer bescherming voor kwetsbare groepen, meer zekerheden voor de gemiddelde werknemer en een stevigere verankering van duurzame inzetbaarheid. Het is de vraag of de arbeidsmarkt efficiënter wordt van de voorgestelde maatregelen en of het uiteindelijk meer zal lonen om aan het werk te gaan, zoals de partijen willen.