Gedragseconomisch onderzoek levert een bijdrage aan zowel veranderingen binnen de economische discipline als aan de nuancering van de drie centrale elementen in het neoklassieke denken.
De deugdethiek is terug van weggeweest en heeft zich bescheiden neergevlijd in de eigentijdse salon van economen en beleidsmakers. Maar is ze wel ‘salonfähig’?
We hebben de neiging om te denken de economische crisis veroorzaakt werd door het nemen van onverantwoorde risico’s, een gebrek aan regelgeving of de zeepbel van de huizenmarkt, maar het probleem zit dieper.
De huidige beleidsdoelen van de SER – economische groei, arbeidsparticipatie en inkomensgelijkheid – dragen maar in beperkte mate bij aan een gelukkigere bevolking.
Voor een beter inzicht in de beleidseffecten is het wenselijk het debat te verrijken door ook de gevolgen voor kwaliteit van leven en welbevinden mee te nemen.
Tijdens dansen en vrijen blijken mensen zich heel gelukkig te voelen. Werken en studeren bungelen onderaan de lijst van 39 activiteiten, nog net boven ‘ziek in bed’.
Een bekend fenomeen in de ontwikkelingseconomie is de armoedeval (poverty trap). Om hieraan te ontsnappen kan hoop een belangrijke stimulerende emotie zijn.