Perestroika, geopolitiek en economie
Ruim veertig jaar geleden lanceerde
P.M. Spaak op een forum de bekende
noodkreet “nous avons peur”. Hiermee
vertolkte de Belgische bewindsman de
heersende vrees dat de Sovjetunie,
overmoedig geworden doorde inkapseling van Oost-Europa, ook West-Europa zou inpalmen. Immers, in Frankrijk
en in Italie kon Stalin rekenen op stevig
uitgebouwde communistische partijen,
die omwille van hun weerstand tegen de
Duitse bezetter enig charisma hadden
verworven. Thans heerst de vrees dat
Oost-Europa te snel liberaliseert en zich
‘ideologisch’ en sociaal-politiek op westerse modellen gaat richten. Historisch
gezien is dit een aardverschuiving.
De vrees van Spaak werd vlug bezworen. De snelle economische heropleving en de invlechting van West-Europa in het Atlantische bondgenootschap
vormden onze economiee’n om tot welvaartsstaten. De communistische partijen van de Beneluxlanden en van de
Bondsrepubliek verloren vlugger dan
verwacht hun politieke invloed. En ook
in Italie en Frankrijk is de mogelijkheid
dat het komt tot een dictatuur van het
proletariaat al lang van de baan. Deze
ideologische en politieke ontwikkelingen lieten evenwel het geopolitieke
krachtenveld onverlet, met name het
bestaan van twee antagonistische blokken en dus van een gesplitst Europa.
De maatschappelijke ontwikkelingen
die thans in de Sovjetunie en in OostEuropa gaan in de richting van meer
markteconomie en verruiming van de
politieke vrijheid, doen ook hierovervragen rijzen. De tot nu toe onwrikbare
verhoudingen op geopolitiek vlak komen plots over als een achterhaald paradigma. Gorbatsjov heeft zijn Oosteuropese ‘bondgenoten’ reeds ideologische en politieke armslag gelaten voor
de organisatie van hun samenlevingen,
maar tot op heden blijven de ‘staten’ nog
ingeblikt in het Warschaupakt. Op langere termijn is ook dit laatste niet houdbaar. Hongarije wil niet alleen zijn eigen
weg gaan op ideologisch en politiek
vlak, het wil ook in de interstatelijke
relaties meer armslag.
De snelheid waarmee de veranderingen zich manifesteren is adembenemend. Alleen al de gedachte aan een
mogelijke hereniging van de twee Duitslanden, biedt een duizelingwekkend perspectief. Het idee van generaal De Gaulle over een Europa van Spanje tot aan
de Oeral wordt voor onze generatie misschien nog een realistisch project.
Deze kenteringen betekenen een ongewone uitdaging voor onze politieke
verbeelding en voor het beheersvermogen van onze bewindslieden. De publieke opinie en de politic! van de Westeuropesekernlanden lijken echter niet volESR1R-11-198P,
cist, die niet scheen te begrijpen dat een
sterk Duitsland, met invloed in centraalEuropa, een permanent gevaar inhield.
Maar had men Keynes gevolgd dan was
Europa de militaire waanzin in de jaren
veertig misschien bespaard gebleven.
Een tweede economische denkoefening over Oost-Europa werd geformuleerd door P. Rosenstein-Rodan. Historici van het naoorlogse economische
denken weten dat deze pionier in de
ontwikkelingsliteratuur, in het begin van
de jaren veertig een ‘big push’-plan voor
Oost-Europa ontwierp, ter toepassing
na de bevrijding van het Nazi-juk…. Nu
Centraal-Europa bezig is zich ideologisch te bevrijden van het collectivistische avontuur kan deze aanpak een
nieuwe kans worden gegeven.
Een van de delicate aspecten hierbij
is evenwel dat de kentering in Oost-Eudoende op de kentering in Oost-Europa ropa Duitsland een lift van formaat bevoorbereid. Zoals men weet, heeft deze zorgt. Aan westerse kant zijn de Verkentering ook een economische dimen- enigde Staten niet in topconditie om een
sie. Een van de doelstellingen van de tweede Marshallplan te lanceren. Als
hervormers is de centraal geleide eco- gevolg van het betalingsbalanstekort is
nomiee’n te dynamiseren: door markt- hun buitenlandse investeringscapacieconomische prikkels, door nieuwe ma- teit enigszins gelimiteerd. Van de EGnagementtechnieken met ruimte voor partners maakt de Bondsrepubliek de
ondernemerschap en door nieuwe in- beste kans als koploper in de economivesteringen van u it het Westen. De sche samenwerking met Oost-Europa.
vraag naar technische bijstand en wes- Hierdoor krijgt Duitsland, mettertijd, ook
terse managementtechnieken is mis- een meer internationaal en geopolitiek
schien nog belangrijker dan de vraag profiel. Dit kan binnen de EG voor de
naar investeringskapitaal.
nodige spanningen zorgen. De afbrokHet is zeer de vraag of wij als econo- keling van Amerika’s hegemonie en de
misten beter voorbereid zijn op deze ‘comeback’ van de twee verliezers van
uitdaging dan de politici. Oorspronke- 1945, is een geopolitieke verschuiving
lijk, dat wil zeggen in de klassieke tradi- die veel creativiteit, takt en wijsheid zal
tie, was economie vooral politieke eco- vergen.
De kentering in Oost-Europa geeft
nomie. Maar Max Weber beklaagde
zich er al in het begin van deze eeuw voor de derde maal in deze eeuw aan
over dat onze wetenschap een werkter- Duitsland de kans om een hegemoniaie
rein werd voor “Fachmenschen ohne rol te spelen in een zone die het al sinds
Geist”. De economie heeft haar ruime de middeleeuwen als invloedzone ziet.
kijk van vroeger verlaten en is geevolu- Het overschot op de Duitse betalingseerd naar technische methodiek en cal- balans verschaft het land de nodige
culus, gericht op optimalisering van armslag bij het leveren van kredieten en
middeleninzet bij gegeven (meestal be- investeringen aan de kapitaalhongerige
perkte) doelstellingen. Een groot deel volkshuishoudingen van het Oosten.
van de problemen die in het kader van Ook voor de overige EG-partners zijn
de Oosteuropese ontwikkeling onder daar samenwerkingsprojecten te realieconomisten rijzen, wordt vanuit deze seren. Hopelijk wordt de koplopersrol
installing dan afgedaan als een excur- van Duitsland voor hen geen doom in
sie in het domein van de (onweten- het oog. Indien de kernlanden van de
schappelijke) waardeoordelen.
EG hun politieke verbeeldingskracht en
De grootste economist van onze hun materiele middelen in samenwereeuw, Keynes, heeft zich in zijn Econo- king inzetten, liggen voor ons continent
mic consequences of the peace wel aan ginder gans nieuwe perspectieven
een geopolitieke denkoefening met een open. Het nadenken over de nieuwe
blauwdruk voor Midden-Europa ge- politieke verhoudingen in Europa wordt
waagd. In politieke kringen in Frankrijk en nu wel een prioritaire opdracht, ook voor
ook in zijn eigen land werden zowel de economisten. Een nieuwe tak van onkritiek op het Verdrag van Versailles derzoek en beleidsformulering ligt
(1919) als de gedurfde economische open, met name aangaande de econoideeen van de nog jonge Keynes destijds mische consequenties van de liberaliafgewimpeld als onrijpe vruchten van sering in Oost-Europa.
een avontuurlijke en germanofiele publiL Baeck
L. Baeck
1123