Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht november 1989

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 16 1989

F
november 1989

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld doorde hoofdafdeling Nationale rekeningen

Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest bereikte het indexcijfer van de orderpositie in de
Industrie in September een hoogte van 125 (1984 = 100). Een afnemend aantal ondernemers verwachtte echter een stijgingvan hun buitenlandseafzet. Het volume van de invoervangoederenwas in
augustus 6% groter dan in de overeenkomstige maand van 1988. De uitvoer van goederen was in
augustus, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, 3% groter dan in dezelfde maand van het vorige jaar.
Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek bleef ook in oktober het vertrouwen van de consumenten in de economie groot. Het volume van de bruto investeringen in vaste activa nam in het tweede
kwartaal van dit jaar met 6% toe. Het bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen in het
tweede kwartaal was 3,9% groter dan in hetzelfdetijdvakvan 1988. De hiermee resulterendegroei van
3,5% over het eerste halfjaar was de hoogste na de eerste helft van 1984. Ultimo juni was het aantal
waargenomen banen 108 duizend groter dan op hetzelfde tijdstip vorig jaar. Het door uitzendkrachten
gewerkte aantal uren was in het derde kwartaal 11% groter dan in de overeenkomstige periode van
1988. De oplopende tendens in de rente-ontwikkeling heeft zich in oktober en in de eerste weken van
november voortgezet.
Dit blijkt uit de gegevens die medio november beschikbaar waren. In de Focus wordt ingegaan op de
ontwikkelingen van de investeringsquote in Nederland en die van enkele belangrijke handelspartners.

Produktie
Het produktievolume in de nijverheid (excl. de bouw) was in
de eerste acht maanden van dit jaar 4,3% groter dan in de
overeenkomstige periode van 1988. Met dit relatief hoge
groeicijfer neemt Nederland een middenpositie in tussen
enkele belangrijke handelspartners waarvan de gegevens
op dit moment bekend zijn (zie grafiek 1 en label 2).
Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest bereikte het
indexcijfer van de orderpositie in de Industrie in September
een hoogte van 125 (1984=100). Binnen de Industrie kande
stijging van de orderpositie volledig worden toegeschreven
aan de investeringsgoederenindustrie; het indexcijfer steeg
hier van 135 in augustus naar 138 in September. In de
consumptiegoederenindustrie bleef het cijfer in September
staan op 111, terwijl in de intermediaire goederenindustrie
het indexcijfer van de orderportefeuille daalde van 110 naar

108. Volgens de kwartaalvragen in de Conjunctuurtest verwachtte in September 16% van de ondernemers in de
Industrie een toename van hun buitenlandse afzet. In maart
was dit percentage 29%. De bezettingsgraad van de produktie-installaties handhaafde zich in September op het
hoge niveau van maart en juli (86%). Het aantal woningen
waarvan in augustus met de bouw werd begonnen, bedroeg
6 400. Het totale aantal in de eerste acht maanden van dit
jaar begonnen woningen komt hiermee op bijna 66 000. Dit
is ruim 8% minder dan in het overeenkomstige tijdvak van
1988. In 1988 nam het aantal begonnen woningen met 20%
toe (zie grafiek 2).

Produktie nijverheid lexcl.bouw). Nederland – buitenland

Begonnen Honingen

Volumegroei jan.-aug. 1989 t.o.v. jan.-aug. 1988

Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in augustus 6%
groter dan in de overeenkomstige maand van 1988; het uit-

,

ch

Indexcijfers 19BO – 100

7.

(A) – voortschrlidend 12-*aandsge»tddelde
(B) – procentuele iaarautatie van het
voortschrljdend 12-*aandsgaMlddelde

5 –

3

10-

0-

——

1

1

1

1

1

1

1

I I I

I I

1

1 1

I I

M

1

1

1

N D J F M A M J J A S 0 N D J F M A M J J A S C N D J F MA H J J A S 0

BRD

ESB 15-11-1989

NL

VS

1988

19B7

1966

1989

1145

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/’86 1987
gemidd.

1988

1989

4 e kw.

1988

1 e kw.

Trend21

1989
2e kw.

3e kw.

aug.

|uli

sept.

okt.

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
DeKstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

3
3
3
1
1

-3

1
-11

3
-2

3

4

6
4
4

4
0
3
3
3
3

8

9

8

9
9
3
2

3
1
-1
2
4
9
5
4
-1
4
2
-6

9
-9

5
-1
-1
5
2

5
6
-1
11
-1
7

S
5
1
9
5
5

6
10

9
3

-2
6
7
1
1
-1
2

2
1

5

5
6
-1

6
5

Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten

6
6
11
3
4
7

4
-1

Uitvoer. totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie

0

3
6
4
1
2
-2
-2
2
-11

6
5
4
12
0
7

Buitenlandse handel (goederen)
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Invest eringsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie

2
8
7
3
2
4
2
2

1
1
1
0

5

8

6

10

4

3
-3
20
7
7

5
5
11
6

8
9

-9

1
1

2
1
2
2

3
2
6
2

0

tnvesteringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid

5
7
-1

1
1
-3

10
11
2

Kwartaatrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

2,3
2,2
2.4

1.3
1,4
1,0

3,0

-1.5
-4.4
1
-3
0
-2
0

-2,3
-4,6

2

38
3

5

1

1+
1+
1+
1
1
1+
1+
I++
I++
I++
1+
1+
1+
1+

5

-3
1

5

2
5

-9

2
2
5

0

6

-4

6

31

-30

2

6

4

-5
-2
9
-1

6
2
4
14
6

6

0

3

13
10
11

-8
21
7
5

12
17
0
-1

6
28

3

4

1+

3
5
2

5

8+

9

5

10

5
0

-3

6
15

4
10
6

1+
I++
1
I++
B++
1+
I++
1
II++
II++
I++

2
2

4

y+
i+

6
7
0

i++
i++
-i

5

3,3
3,0

3,0

4,7

2,4

3,6

0,9
-0,2
1
0
2
1
2
0,7

2,6
1,9
0
3
5
3

6,0

6,4
10,8
-1
10

4

7
0.8

0,8

1,0
0,0

1,6

4

i+
i+
i+

3,9

3,4

2,9

2,6
3,4

PRIJZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen. excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

2.1
1,4
-1.4
-0.5
-2

-3
-6
-6
-9
-6
-0.7
0.4
1,4
0,7
-17

0,3
1,0
-2

1,0

1.1

8,9

4,2
6,4
-1

1,3
11

10
10
1,0
1.3
1.6
1,5
14

1,2
1,4
1,7
1,5
3

6
1,1
1.4
1,7
1,5
3

9

8
6

1.2

7
7

8

6

i+
i++
i
i++
i++

3.8
5.4
-1
7
6
6
6
1.1
1.4
1.7
1.4
2

-2

I-H-

!++

1.3
1,4
1,7
1.8
4

1.4

1
I
I
1

3

I++

14
24
-9

I++
1

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen 1 ‘
(in %}
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %}
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling Orderpositie1′
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1* (in %)
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Aantal uren uitzendkrachten
Geregistreerde werklozen31
(x 1 000)
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
1

(in %)
(in %)
(in %)

-1
4
-15

2
-9
2

6
14
6

14
27
-1

12
28
-7

15
28
-3

15
24
-10

15
28
-5

14
32
6

84
102

28
-15

85
107
-6
2

85
114
-4
1

86
119
-1

86
123
0
2

86
124
0
3

123
1
3

124
-1
4

125
0
3

3
6
1
3
4
2
8
433

3

2

5
1
3
5
3
5
412

3
1
1

-14

3
0
-1
-1
-3
0
2

3.5
4
8
8
8
5.3
6.3
8.0

2

2
1
1
4
1

3,4
8
4
7
0
4,4
5,2
6,3

1,3
2
9
7
11
3,7
4,4
6,1

2.9
5
11
7

18
4,2

5,2
6,1

3

4

3
9
426
4,0
4

12
5
22
5,0
6,0
6,8

2
4
1
0
4
2
13
376
4.7
3
12
4
23
5,7
6,6
7,2

1+
I++

u

H
1+
1+
I++

11
392

6,0
7,1
7,1

394

4,9
5
12
4
23
6,0
6,9
7.1

5.0
7
12
7
20
6.0
7.2
7.0

) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
3
* Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
2)

1146

I
I++

6,0
7,2
7,3

7,0
8,0

1+
1+
I++
I++
I++
I-HI++

7,5

I++

voervolume nam met 3% toe. In de eerste acht maanden van
dit jaar was het volume van de invoer van goederen 5%

groter dan in het overeenkomstige tijdvak van vorig jaar.
Dit groeicijfer blijft enigszins achter bij de toename over het

jaar 1988 als geheel, die 7% bedroeg.
Van de onderscheiden invoercategorieen overtrof alleen

Kwartaalrekeningen
Het volume van het bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen (BBP) in het tweede kwartaal van 1 989 was 3,9%
groter dan in dezelfde periode van 1988. Het groeicijfer van
het eerste kwartaal is herzien tot 3,0% (was 2,8%). Over de

eerste zes maanden van 1989 resulteerde een volume-aan-

het groeicijfer van de invoer van investeringsgoederen over

was van het BBP ter grootte van 3,5%. Deze halfjaargroei

de eerste acht maanden van dit jaar (8%) de groei over 1988

was sterker dan de groei van het BBP over 1988 (3,0%). In

als geheel (5%). In het tijdvak januari – augustus was het

de eerste helft van 1984 werd voor let laatst een hogere
volumegroei op halfjaarbasis van het BBP (te weten 4,0%)
geregistreerd. Van de verschillende bedrijfstakken werd in
het tweede kwartaal de grootste volumestijging van detoegevoegde waarde waargenomen bij de delfstoffenwinning.
Ook de Industrie, de openbare nutsbedrijven en de bouwnijverheid gaven groeipercentages boven het gemiddelde
te zien. De ontwikkeling in de diensten bleef hierbij iets
achter. In de bedrijfstak landbouw en visserij was het

invoervolume van consumptiegoederen nagenoeg even
groot als in de eerste acht maanden van vorig jaar. Over het
gehele jaar 1988 namde import van deze categoric nog met

5% toe.
Ook het groeicijfer van de uitvoer van goederen bleef in de
eerste acht maanden van dit jaar achter bij de toename over

het hele jaar 1988 (6% tegen 8%). De uitvoer van onbewerkte agrarische produkten daalde in genoemd tijdvak
zelfs (-1%); het accres over 1988 was 8%. Het volume van
de uitvoer van delfstoffen was in de periode januari –

augustus 17% groter dan in dezelfde periode van 1988.
Over 1988 als geheel daalde de export van deze categorie
met 9%.
Consumptie
Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek bleef

ook in oktober het vertrouwen van de consumenten in de
ontwikkelingen in de economie groot. Op de vijf vragen, die
aan de index van het consumentenvertrouwen ten grond-

slag liggen, werden 14% meer positieve dan negatieve antwoorden gegeven. De beantwoording van de vraag over de

volume van de toegevoegde waarde zelfs kleiner dan in het
tweede kwartaal van vorig jaar.

• Arbeidsmarkt
Ultimo juni bedroeg het aantal waargenomen banen van
werknemers 4 977 duizend. Dit was 108 duizend ofwel
2,2% meer dan op het overeenkomstige tijdstip een jaar
eerder. Deze stijging is nagenoeg even groot als de toename van het aantal banen die aan het eind van de eerste
drie kwartalen van 1 988 en het eerste kwartaal van 1989
werd geregistreerd (2% a 2,5%); dit steeds bij vergelijking
met het overeenkomstige tijdstip van het voorgaand jaar.
De stijging tussen ultimo december 1988 en eind decem-

eigen financiele situatie voor de komende twaalf maanden

ber 1987 (3,2%) was groter.

was, vanaf het begin van deze enquete in 1977, nog nooit zo
positief als in oktober.

Wordt naar bedrijfstakken onderscheiden dan deed de toename tussen ultimo juni en hetzelfde tijdstip in 1 988 zich
vooral voor in de bedrijfstakken handel, horeca, en reparatiebedrijven van gebruiksgoederen (42 000 ofwel een stijging van 4,8%) en in het bank- en verzekeringswezen en de
zakelijke dienstverlening (30 000 ofwel 5,2%).

Investeringen
Het volume van de bruto investeringen in vaste activa in het
eerste halfjaar van 1989 was 5,5%groter dan in de overeenkomstige periode van 1988. De groei bedroeg 4,6% in het
eerste en 6,3% in het tweede kwartaal van 1989 (ziegrafiek
5). De investeringen kunnen worden onderverdeeld naar
type activa. De groei in de vervoermiddelen met respectievelijk 6,2% en 23,3% was in beide kwartalen groter dan
gemiddeld. De investeringen in vervoermiddelen kunnen
overigens nogal fluctueren omdat schepen en vliegtuigen

voor het voile bedrag worden geregistreerd in het kwartaal

Het door uitzendkrachten gewerkte aantal uren was in het
derde kwartaal van dit jaar 11 % groter dan in de overeenkomstige periode van 1 988. Deze toename volgt op groei-

cijfers van respectievelijk 9% en 13% over het eerste en
tweede kwartaal. De groeicijfers van de eerste drie kwartalen van dit jaar overtreffen de stijging die over 1988 als

geheel werd gemeten. De toename bedroeg toen 8%.

waarin zij worden afgeleverd. De investeringen in gebouwen en in machines en overige uitrustingsstukken waren in
beide kwartalen ongeveer gelijk aan de gemiddelde groei.

Geld en krediet

Een kleinere groei dan gemiddeld werd geraamd bij de categorieen grond-, water- en wegenbouwkundige werken en
woningen. In het eerste halfjaar van 1989 was de volume-

Het rendement op staatsobligaties stond in augustus nog
op een gemiddelde van 7,0%. In de daaropvolgende maan-

groei van de bedrijfsinvesteringen (6,2%) aanmerkelijkgro-

De oplopende tendens in de rente-ontwikkeling heeft zich
in oktober en de eerste weken van november voortgezet.
den liep dit op naar 7,3% in September, 7,5% in oktober en
7,8% medio november.

ter dan die van de investeringen door de overheid (0,0%).
De investeringen door bedrijven groeiden in het eerste
kwartaal met 5,1% en in het tweede kwartaal met 7,1%.
Bezien naar bedrijfsklasse van bestemming was de groei in

het eerste kwartaal het grootst in de landbouwen visserij en
in het tweede kwartaal in de transport-, opslag- en com-

municatiebedrijven. De investeringen door de nijverheid
toonden ongeveer een gemiddelde groei.

De cijfers in dit Conjuntuurbericht zijn nog niet geheel aangepast aan de Nationale rekeningen 1988.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

In- en uitvoer van goederen (volume}

Bruto Binnenlands Produkt (volume)

Procentuele jaarmutatie van het voortschr. 12-maandsgem.

115-

Indexcljferg igflo . 100
(A) – voortschriidend 4-kwartaalsgenLddelde
(B) – Procentuele kwartaalautatles
t.o.v. voorgaand jaar

95I

90-

I

I

I

I

I

•80

1
N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O
1988
1989
1988
1987

ESB 15-11-1989

1
IV

I

I

I

’85

I

1
II

III
1987

I

I

’89

1

1
IV

I

1
II

III
1988

1

1
IV

I

1
II

1
III

1989

1147

Tabel 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/’86 1987
gemidd.

1988

1988
e

4 kw.

1989
e

1 kw.

Trend2′

1989
e

2 kw.

e

3 kw.

aug.

juli

sept.

okt.

Produktie nijverheid.

excl. bouwnijv. (volume)
3
2
1
3
1

0
2
2
4
3

4
2
8

6
2
5
0
3

I-H-

4
4
7

5
5
4
0
3

3

5

4
6

9

Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

4
0
2

4
2
6

1

Verenigde Staten
Japan

5

4

6
9

4
7

4
7

3
6

1+

3

5
8

3

4

2

4

4
4
6

4

4

4
1

4
5
3

4
4

3

2
2
1

1

5

3
4
7

6
7
5

4
6
5

10
6
5

9

Italie

2
0
2

I-HI++
I++

Verenigd Koninkrijk
Verenigde Staten
Japan

5
8

8

4

10

12
6
13

10
4
11

9
4
11

5
1
11

I++
1+
I++

Europese Gemeenschap
Nederland

2
6

5
1

7

10

6
9

7
5

6

1+
I++

Bondsrepubliek Duitstand

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)T|
Nederland

2

4

3

1+

1+

1+
I-H1+
1+
1+

Bruto investeringen in
vaste activa (volume)
Bondsrepubliek Duitsland
Frankrijk

3

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat; OESO.
‘ Het gemiddelde van de 6 belanghjkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
21
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I-H-: groter dan 5%.

•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.

Focus: Ontwikkeling investeringsquote
De bruto investeringen in vaste activa in het tweede kwartaal van 1989 maakten in Nederland 22,5% van het bruto
binnenlands produkt uit (beide in volume en na seizoencorrectie). Dit percentage is lager dan in het eerste kwartaal
van 1989, toen de investeringen verhoudingsgewijs hoog
waren als gevolg van de milde winter. Doordat de bruto

investeringen van 1986-1 tot en met het tweede kwartaal

het niveau in het tweede kwartaal van 1989 bedroeg bijna
20%. In de Bondsrepubliek Duitsland varieerde, evenals in

Nederland, de quote wat meer dan in de andere aangeduide
landen. Ook in Duitsland stegen de investeringen tussen
1986-1 en 1989-11 meer dan het BBP, zodat de investeringsquote opliep tot 21,5% in 1989-11. Zowel in de BRD als in
Nederland bereikte de investeringsquote in de winterkwar-

over deze periode gestegen (grafiek 6). Een stijging van de

talen van 1988 en 1989 een relatief hoog niveau. Dit wijst
erop dat het paralelle verloop van de quote in deze landen
behalve aan economische factoren ook toegeschreven kan

van 1989 sterkerzijn gegroeid (27,0%) dan het BBP(10,3°/o)
is de verhouding investeringen/BBP (de investeringsquote)
investeringsquote werd ook waargenomen in Japan, het

worden aan klimatologische omstandigheden.

Verenigd Koninkrijk en de Bondsrepubliek Duitsland (landen waarvoor inmiddels ook kwartaalgegevens over het

In de Verenigde Staten lag de investeringsquote over de
beschouwde periode vrij stabiel rond de 17%. Overigens is

tweede kwartaal van dit jaar beschikbaar zijn gekomen). In
Japan, waar de quote begin 1986 vergeleken met de andere
opgenomen landen zeer hoog was, vond na het eerste kwartaal van 1986 zelfs een onafgebroken stijging plaats. In het

het niveau van deze quote niet goed vergelijkbaar met dat
van de andere landen omdat in de cijfers van de V.S. de
investeringen door de overheid niet begrepen zijn. Ter
vergelijking: als in Nederland alleen de bedrijfsinvesterin-

tweede kwartaal van 1989 was de investeringsquote in dat

gen worden uitgedrukt als percentage van het BBP dan

land ruim 37%. Ook in het Verenigd Koninkrijk steeg de

resulteert voor het tweede kwartaal van 1989 een quote van
20,1%.

quote in het merendeel van de beschouwde kwartalen;
Bruto investeringen in vaste activa per type (volume)
Procentuele kuartaalmutaties t.o.v. voorgaand jaar

Bruto investeringen in vaste activa als percentage van het BBP
(volume – seizoengecorrigeeral
cbse

Totaal
Woningen

Gebouwen

Grond — .water— en wegen
bouwkundige werken

(23.3)
Vervoermiddelen

Machines en overige
uitrustingsstukken
O = 1-1989

1148

P = 11-1989

Bron:OECD.Quorterly Nationol Accounts

*):percentoge van BNP

«):alleen bedrijfsinvesteringen