Pensioenfonds met fusiekoorts
Aute ur(s ):
Koedijk, C.G. (auteur)
Verb onden aan de Universiteit Maastricht en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4241, pagina 87, 4 februari 2000 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
Albert Heijn overweegt in de financiële diensten te stappen. Tijdens het doen van de wekelijkse boodschappen kunnen we dan ook via
de landelijke grootgrutter de schadeverzekering en de lijfrentepolis regelen. Gemak dient de mens, maar het is wennen.
Het supermarktdenken heeft ook in de wereld van het Grote Geld een flinke vlucht genomen. Banken nemen verzekeraars over,
verzekeraars jagen achter kleine banken aan en sluiten allianties met grote, internationale partijen. Zelfs de argeloze tussenpersoon is niet
meer veilig. Het doel is de constructie van conglomeraten waar de klant voor alle financiële behoeften terecht kan. Of het nu een eigen
huis of de studie van de kinderen is: alles kan worden geregeld bij de supermarkt. Voor de klant is dit vooral makkelijk. Voor de
leverancier betekent het gegarandeerde afzet en dus zekerheid.
Uit onverdachte hoek vindt het supermarktdenken sinds een paar maanden navolging. Na de banken en verzekeraars lijken ook de
pensioenfondsen tot deze formule te zijn bekeerd. Door de verschillende pensioenregelingen lijkt het niet voor de hand te liggen, maar
ook de pensioenfondsen zijn sinds kort op het overname- en fusiepad. Een recent voorbeeld is het gezamenlijk optrekken van de
pensioenfondsen voor de werknemers in overheidsdienst, het ABP en het PGGM. Eind vorig jaar trokken de twee pensioenreuzen
(gezamenlijk balanstotaal meer dan Æ’ 400 miljard) veel aandacht met de overname van de Nationale Investeringsbank (NIB). Voor Æ’ 4,5
miljard wisten zij, ondanks tegensputteren van ING, deze aantrekkelijke zakenbank binnen te halen. Vorige week volgde de overname van
Alpinvest. Deze verstrekker van risicokapitaal werd voor Æ’ 1,8 m
iljard voor de neus van de Belgische financier GIMV weggekaapt. Door
de overname van Alpinvest zijn het ABP en het PGGM de grootste verstrekker van risicokapitaal in het land geworden.De ontwikkeling
richting grote financiële supermarkten staat haaks op jaren van Nederlands beleid dat gericht is op het aanbrengen van schotten en
taakafbakening tussen pensioenfondsen enerzijds en verzekeraars en banken anderzijds. Pensioenfondsen zorgden in het algemeen voor
de verplichte, collectieve poot van de oudedagvoorziening, terwijl de verzekeraars zich doorgaans concentreerden op het vrijwillige,
individuele deel van de oude dag. Maar er zijn verschillende redenen waarom de trend zal doorzetten waarbij pensioenfondsen financiële
supermarkten worden. Ten eerste ondervinden pensioenfondsen steeds vaker de tucht van de markt. Vroeger waren pensioenfondsen
door verplichtstelling en cao-afspraken er vrij zeker van wie hun klantenkring over tien jaar zou zijn. Door marktwerking en flexibilisering
is dat thans minder het geval. De kern van het pensioenbedrijf is vermogensbeheer voor de oude dag. Pensioenfondsen zijn niet de enige
experts op dit gebied. Verzekeraars en banken zijn in staat hetzelfde type vermogensbeheer te leveren als pensioenfondsen Daar komt bij
dat verzekeraars en banken vaak beschikken over een totaalpakket van producten (waaronder de oudedagvoorziening) waarmee ze
bedrijven ‘totaal-aanbiedingen’ kunnen doen. Daarmee zijn ze – indirect – forse concurrenten voor de pensioenfondsen. Het is dan ook te
verwachten dat grote pensioenfondsen zullen proberen om ook die schaalvoordelen te behalen door het dienstenpakket uit te breiden
om daarmee straks tegen de concurrentie op te kunnen.
Ten tweede zijn de toepassingsmogelijkheden van ict juist in de financiële sector fenomenaal; ze kunnen enorme schaalvoordelen en
kostenbesparingen opleveren. Internet vergroot voor de consument de mogelijkheden om het verloop van het financieel vermogen te
kunnen beheren en voor de producent om virtueel te zien wat de consument wil en doet. De Amerikaanse voorbeelden liegen er niet om.
De jaaromzet van Charles Schwab, die via het internet tegen verwaarloosbare kosten beleggingsfondsen aanbiedt, stijgt explosief. Ook
fondsen als Vanguard en het grote onderwijspensioenfonds TIAA-CREF maken inventief gebruik van het nieuwe medium. Deze
bedrijven kunnen zo hun individuele klanten bedienen tegen tarieven die vroeger alleen voor grote collectieve groepen van toepassing
waren. Ook de grote Nederlandse pensioenfondsen zullen steeds meer die kant op gaan. De introductie van de nieuwe ict vraagt om
grote investeringen en is dus makkelijker te financieren als het pensioenfonds voldoende omvang en schaal heeft.
Naast de pensioenreuzen die zelfstandig andere bedrijven kunnen opkopen, bestaan er in Nederland zo’n duizend andere kleine en
middelgrote pensioenfondsen. Ook zij zullen gedwongen worden via allianties met andere pensioenfondsen of verzekeraars een grotere
schaal en een uitgebreid dienstenpakket op te zoeken. Via voldoende concurrentietoezicht dienen dan de belangen van de consument te
worden veiliggesteld. Iets voor de NMa?
Het Nederlandse pensioensysteem dateert uit de jaren vijftig. Strikte scheiding van het pensioen- en verzekeringsbedrijf was een van de
centrale dogma’s. Marktwerking en Nieuwe Economie maken die scheiding in de komende jaren steeds ongeloofwaardiger. De nieuwe
conglomeraten die ontstaan, vragen om nieuwe regelgeving, kaders en toezicht. Welk ministerie in Den Haag doet als eerste het licht
aan?
Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )