Ga direct naar de content

Nieuwe risico’s – een nieuw beoordelingskader?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 17 1999

Nieuwe risico’s – een nieuw beoordelingskader?
Aute ur(s ):
Tukker, A. (auteur)
Senior Adviseur, TNO Instituut voor Strategie, Technologie en Beleid. Een uitgebreide analyse van paradigma’s over toxiciteit is te vinden in het
proefschrift Frames in the Toxicity Controversy, door Arnold Tukker, Kluwer Academic Pub lishers, Dordrecht.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4193, pagina D7, 11 maart 1999 (datum)
Rubrie k :
Dossier Nieuw e risico’s
Tre fw oord(e n):
epiloog

Risicobeoordeling is een vakgebied met een lange traditie. En als het gaat om risico’s met een duidelijke oorzaak-gevolg relatie, die
ook regelmatig tot calamiteiten leiden, zijn het voorkomen en de ernst daarvan meestal wel kwantitatief in te schatten. Voorbeelden
zijn het verwachte aantal auto-ongelukken en het aantal door brand verwoeste huizen per jaar in Nederland.
Met ‘nieuwe risico’s ‘ ligt dit anders. Het zijn risico’s die, in wetenschappelijk jargon, een ‘transwetenschappelijk’ karakter hebben, dat wil
zeggen dat ze niet volledig volgens één wetenschappelijk prinicpe te bepalen zijn. Een mooi voorbeeld zijn de lange termijn milieurisico’s
van de emissie van toxische stoffen. Wanneer het gaat om directe blootstelling van arbeiders is er, zij het vaak pas na veel onderzoek,
vaak nog wel een relatie aan te geven tussen blootstelling en bepaalde effecten. Maar de vaak langdurige processen rond dergelijke
schadeclaims geven al aan dat dit niet gemakkelijk is. En wanneer het gaat om meer algemene effecten op het milieu, is een relatie met
bronnen vrijwel niet meer te leggen. IJsberen in het arctisch gebied en alligators in Florida blijken geslachtsstoornissen te vertonen. Of,
en zo ja welke toxische stoffen hierbij een rol spelen, is inzet van een fel debat tussen wetenschappers.
Wat men nu in de maatschappij ziet, is dat verschillende groeperingen heel andere zienswijzen (paradigma’s) ontwikkelen ten aanzien van
moeilijk beoordeelbare ontwikkelingen. De eerste, en meest gangbare is dat van de ‘risico-beoordeling’. Allerlei bestaande stukjes kennis
(normstellingen, protocollen, experimentprocedures, enz.) worden in een rekenmodel zo goed mogelijk bij elkaar gevoegd, om toch een
soort score te bepalen voor het ‘gevaar’ van die stof. Als die score boven een bepaalde drempel uitkomt, is emissiereductie geboden. Het
tweede paradigma is ‘strikte controle’. Dit paradigma erkent dat de mensheid in het verleden nogal eens mis zat bij stofbeoordelingen.
Vooral van stoffen die niet afbreekbaar zijn en lang in het milieu verblijven, en waarvan relatief weinig bekend is, moet de emissie eigenlijk
minimaal zijn. Tot slot is er het ‘voorzorg’ paradigma. Deze benadering stelt juist het gebrek aan kennis over emissie-effect ketens
centraal. Zo’n emissie-effect beoordeling wordt zelfs betiteld als een ‘niet redelijkerwijs hanteerbaar uitgangspunt in beleid ten aanzien
van toxische stoffen’: tegen de tijd dat de hiervoor benodigde kennis er is, is het kwaad al lang geschied. Aanhangers van het
voorzorgprincipe stellen dan ook dat andere of aanvullende criteria nodig zijn voor het omgaan met onbekende stoffen. Persistente en
bioaccumulerende stoffen moeten in het geheel niet worden gebruikt. Een grondstof als chloor wordt extra kritisch bekeken, omdat in het
verleden chloorstoffen als DDT en PCB’s al zo vaak voor problemen zorgden. Chloor geeft in productieprocessen bovendien makkelijk
bijproducten, en de oorsprong van het overgrote deel van het organochloor in het milieu kan niet worden thuisgebracht. Dit kan mogelijk
inhouden dat er belangrijke ongeïdentificeerde emissies zouden kunnen zijn, en veel kennis over het gedrag van chloor in het milieu
ontbreekt. Aanhangers van het voorzorgprincipe propageren dan ook het gebruik van alternatieven voor chloor, waarvoor dergelijke
aanwijzingen van het ontbreken van kennis minder zijn.
Zie ook:
S.M. de Bruyn, Reactie: De anomalie van milieurisico’s

ESB-Dossier: Nieuwe risico’s
Inleiding
T. de Bruin, De nieuwe risicomaatschappij
A. Heertje, Nieuwe risico’s, een publiek-privaat probleem
Risico’s
L. Reijnders, De anatomie van nieuwe risico’s
A. Tukker, Nieuwe risico’s een nieuw beoordelingskader?

S.M. de Bruyn, De anomolie van milieurisico’s
De maatschappij
P. Schnabel, Over het verlangen naar zekerheid en de noodzaak van het vertrouwen
G. Antonides, Lage en hoge risico’s
De markt
P.H.M. Kuys, Marktconforme oplossingen
M.A.J. Theebe, Een verzekeringsrevolutie
Het recht
M.G. Faure, Op de glijdende schaal van verzekerbare en onverzekerbare risico’s
R.J. van den Bergh, Op de glijdende schaal van commerciële belangen en maatschappelijke welvaart
Epiloog
H.A. Keuzenkamp, Verzekeren in het donker

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur