Waarom zijn sommige mensen veel succesvoller op de arbeidsmarkt dan andere? Een deel van de verschillen kan verklaard worden door verschillen in opleiding, talent en motivatie. Maar het is ook belangrijk om te begrijpen hoe beleid en arbeidsmarktschokken deze verschillen beïnvloeden. Dit is wat ik onderzoek in mijn proefschrift.

Zo laat ik zien hoe arbeidsmarktomstandigheden bij instroom op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld hoge werkloosheid, bijdragen aan ongelijkheid. Ik gebruik hiervoor regionale variatie in de werkloosheid. Door verschillende microdatasets van het Centraal Bureau voor de Statistiek te koppelen, kan ik de arbeidsmarktpositie van meerdere cohorten, met verschillende werkloosheid tijdens het betreden van de arbeidsmarkt, vergelijken.
Voor zowel hoog- als laagopgeleiden blijkt dat een ruime arbeidsmarkt ten tijde van het afstuderen het vinden van een baan bemoeilijkt en het inkomen verlaagt. Hoogopgeleiden hebben hier op de lange termijn nog altijd last van, terwijl laagopgeleiden op de lange termijn juist betere arbeidsmarktuitkomsten hebben dan mensen die instroomden tijdens krapte. Dit onderscheid kan verklaard worden door een verschil in adaptatie: als de werkloosheid hoog is, accepteren hoogopgeleiden vaker banen die normaal gesproken naar laagopgeleiden gaan: de wo’er krijgt een baan die normaal naar een hbo’er gaat, de hbo’er een baan die normaal naar een mbo’er gaat. Dit lagere instroomniveau verklaart de negatieve langetermijneffecten voor hogeropgeleiden. Omdat het voor laagopgeleiden nog moeilijker is om een baan te vinden, breiden zij hun baanzoektocht horizontaal uit naar andere sectoren. Hierdoor komen zij vaker te werken in minder conjunctuurgevoelige sectoren, want dit zijn de sectoren waar ook in een ruime arbeidsmarkt nog vacatures zijn. Tijdens latere recessies worden deze laagopgeleiden ‘beschermd’: ze lopen minder kans om hun baan te verliezen omdat ze in een minder cyclische sector werken.

Hogere werkloosheid tijdens het betreden van de arbeidsmarkt vergroot dus de verschillen tussen cohorten, maar verkleint de ongelijkheid binnen cohorten. Beleid dat gericht is op het beperken van de negatieve kortetermijneffecten van recessies voor afstudeerders, zou daarom rekening moeten houden met het behoud van de positieve langetermijneffecten van de adaptatie door laagopgeleiden.
Auteur
Categorieën