Ga direct naar de content

Nederlandse betaalrekening goedkoper dan elders in eurozone

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 30 2024

De vaste kosten voor een betaalrekening bij Nederlandse grootbanken liggen onder het gemiddelde van de eurozone. In Frankrijk of Duitsland betaal je meer dan het dubbele voor een betaalrekening – en dat ondanks de oligopolistische karaktertrekjes van de Nederlandse bankensector.

Al jaren domineert een handjevol banken – ABN Amro, ING, Rabobank en De Volksbank – het Nederlandse bankenlandschap. Deze vier grootste banken hebben samen een marktaandeel van ongeveer negentig procent. De Autoriteit Consument & Markt concludeerde recent dat de spaarmarkt niet goed functioneert en dat het aannemelijk is dat er “sprake is van stilzwijgende afstemming tussen grootbanken”.

Die marktmacht van grootbanken vertaalt zich daarentegen niet in buitensporige vergoedingen voor het aanhouden van een betaalrekening. In tegendeel, bij een Nederlandse grootbank ligt de vaste fee op zo’n 35 euro op jaarbasis. Dat is ruim onder het gemiddelde van 42 euro voor de ­onderzochte banken in de landen van de eurozone (figuur).

Consumenten in Duitsland en Frankrijk kunnen bijna 50 euro duurder af zijn dan in Nederland. Dat is opmerkelijk, omdat de bancaire markten in die landen een stuk minder geconcentreerd zijn dan in Nederland. Minder concurrentie in Nederland doet hogere vergoedingen vermoeden, maar kennelijk zegt de marktstructuur niet alles over de marktuitkomsten.

Een kanttekening bij de figuur is dat de internationale vergelijking van kosten voor betaalrekeningen bemoeilijkt wordt door verschillen in tariefstructuur, proposities en transparantie. Zo hebben banken soms een relatief lage vaste vergoeding (in Malta zelfs nihil) maar brengen ze wel vergoedingen in rekening op transactiebasis. Betaalrekeningen worden daarnaast soms gekoppeld aan verzekeringen, en banken verschillen in de mate waarin ze op hun website transparant zijn over de kosten.

Auteur

Plaats een reactie