Het migratiedebat leeft volop. Het was een van de grote thema’s van de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Ook een Staatscommissie (2024) boog zich in een vuistdik rapport over de demografische ontwikkelingen tot 2050, in het bijzonder in het licht van de vergrijzing en migratie.
Veel mensen in Nederland houden de immigratie graag beperkt. Niet alleen was de laatste verkiezingsuitslag duidelijk, ook uit internationaal vergelijkende cijfers blijkt dat zo’n twee derde van de bevolking vindt dat de overheid de immigratie sterk moet beperken (Van Dalen, 2023). Dat beeld is ook te zien in sommige andere relatief dichtbevolkte landen en contrasteert met klassieke immigratielanden als Canada en de VS, waar een meerderheid van de bevolking immigratie prima vindt zolang er voldoende banen zijn. Overigens denken Nederlanders nu wel positiever over migratie dan twintig jaar geleden (Frederik, 2024).
Tegengestelde belangen
Het migratiekritische deel van de bevolking had de afgelopen jaren het tij tegen: met de gunstige conjunctuur en lage werkloosheid is het migratiesaldo langzaam opgelopen – zelfs tijdens de pandemie was het saldo hoger dan begin deze eeuw, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De piek als gevolg van de oorlog in Oekraïne kwam daar nog bovenop.
Voor veel werkgevers was het oplopende migratiesaldo daarentegen een zegen: in een tijd waarin het aantal vacatures het aantal werkzoekenden ruim overschrijdt (Bonam, 2023), is elke extra werknemer goud waard. Niet voor niets pleiten VNO-NCW en MKB Nederland al jaren voor ruimere immigratie. Zo is het krappe arbeidsaanbod voor een Nederlands bedrijf als ASML reden om uitbreiding in andere landen te overwegen (FD, 2024).
Immigratie onder druk
Toch is het zeer de vraag of werkgevers kunnen blijven rekenen op migratie als lapmiddel voor de steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Beleidsmakers zijn er niet van overtuigd dat migratie echt een oplossing is voor de arbeidstekorten (Kremer et al., 2023). En de politiek stuurt juist de andere kant op, getuige bijvoorbeeld de beperking van de gunstige fiscale regeling voor expats per januari dit jaar. Bovendien kan het aanbod aan arbeidsmigranten van elders uit de Europese Unie de komende tijd opdrogen, zo suggereren verschillende auteurs in dit nummer.
Dat de immigratie onder druk staat, komt voor werkgevers op een penibel moment. De komende jaren blijft Nederland immers vergrijzen: Barbara Baarsma en Max Mathijssen tonen in een prognose dat we, alleen al om de bevolking stabiel te houden, tot 2050 jaarlijks ruim 100.000 immigranten nodig hebben. Willen we de verhouding van het aantal werkenden ten opzichte van niet-werkenden stabiel houden, dan vergt dat jaarlijks zelfs bijna 700.000 immigranten (let wel: het betreft hier de bruto-immigratie; omdat veel migranten weer emigreren ligt het netto-immigratiecijfer voor dit doel rond de 150.000).
Opvangen vergrijzing
Als de immigratie op korte termijn sterk vermindert, zal dat forse consequenties hebben voor de economie (De Haas, 2023). De financiering van de AOW – betaald door de werkenden – komt onder druk te staan en de arbeidstekorten kunnen ook de innovatieve bedrijven schaden, stellen Harry van Dalen en Daniël van Vuuren in dit nummer. Ze pleiten daarom voor een ordelijke transitie, waarbij we de komende decennia nog wel zullen inzetten op gematigde immigratie, terwijl we de economie voorbereiden op een kleinere bevolking.
Ook het beter benutten van asielmigranten kan een deel van de oplossing zijn, suggereert Leo Lucassen. Asielmigranten blijven over het algemeen langer in Nederland dan arbeidsmigranten, maar kennen een relatief lage arbeidsdeelname, laat Pieter van Winden zien. Dat zal deels liggen aan de vaardigheden die ze met zich meenemen, maar heeft ook te maken met ons spreidingsbeleid, tonen Ids Baalbergen en Anet Weterings aan. De arbeidsmarktkansen verschillen tussen regio’s: statushouders die toevallig in minder gunstige regio’s worden gehuisvest, participeren minder op de arbeidsmarkt dan die in gunstigere regio’s. Qua arbeidspotentieel is hier dus winst te halen.
Loonsverhoging en nationaal spaartekort
Idealiter wordt de arbeidsschaarste verder beperkt doordat we productiever werken. De productiviteitsontwikkeling van de afgelopen jaren is echter weinig rooskleurig (Erken, 2024). Een forse verhoging van de lonen kan daar wellicht verandering in brengen, suggereert Wim Boonstra: een hoge prijs helpt om de schaarse arbeid zo te verdelen dat die wordt ingezet op de plekken waar die het meest productief is. Dat draagt bij aan een structuurverandering van de economie, waarbij we afscheid nemen van de laagproductieve sectoren die een onevenredig beslag leggen op de schaarse arbeid.
Tot slot, aldus Boonstra, ligt het met een steeds groter inactief bevolkingsdeel voor de hand om een tekort op de lopende rekening te accepteren, oftewel een nationaal spaartekort. Dat is mogelijk dankzij de vermogens die we hebben opgebouwd in het buitenland. We halen dan niet de arbeidskrachten hierheen, maar verplaatsen de productie naar elders.
Eén ding is duidelijk: een lagere immigratie zal onze economie flink veranderen.
Literatuur
Bonam, D. (2023) Arbeidskrapte maakt zachte landing mogelijk na monetaire contractie. Statistiek te vinden op esb.nu.
Dalen, H. van (2023) Nederlanders behoudend over immigratie. Demos, 39(9), 1–4.
Erken, H. (2024) Lage groei productiviteit mede door ongunstige structuur economie. ESB, te verschijnen.
FD (2024) ASML-ceo over uitbreiding: ‘Dat kán hier, maar ook ergens anders’. Het Financieele Dagblad, 24 januari.
Frederik, J. (2024) Waarom de PVV zo groot werd (en nee, niet door geschrapte buslijnen, guur neoliberalisme of groeiende ongelijkheid). De Correspondent, 9 februari.
Haas, H. de (2023) Hoe migratie echt werkt: Het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen. Amsterdam: Het Spectrum.
Kremer, J., G. Muskee, B. Kok en M. Imandt (2023) De oplossing voor langdurige krapte is minder arbeidsvraag. ESB, 108(4826), 484–486.
Staatscommissie (2024) Gematigde groei: Rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
Auteur
Categorieën