Ga direct naar de content

Mening: Veilig, Ondernemend en Concurrerend

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 9 2006

mening
Veilig, Ondernemend
en Concurrerend
De nostalgische slogan ‘samen werken, samen leven’, waaronder
het vierde kabinet Balkenende zijn plannen heeft gelanceerd, doet
onvoldoende recht aan de ambities van de coalitie. Het motto
‘veilig, ondernemend en concurrerend’ (VOC) geeft de dynamiek
van het coalitieakkoord beter weer. Dit zou onze minister-president
toch aan moeten spreken. Een belangrijke ambitie is veiligheid.
Deze omvat naast waarborging van de vrijheid van meningsuiting,
bescherming tegen misdaad, terreur en de stijgende zeespiegel,
ook bestrijding van milieuvervuiling, armoede, ziekte en werkloosheid. Zo’n veiligheid moet gebaseerd zijn op een technologisch
en economisch fundament, anders blijft het een goedbedoelde
intentie. Zonder de andere pijlers van het regeerakkoord tekort
te doen, kan alleen een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie de hoeksteen zijn van een veilig en duurzaam
Nederland. Toch zit hier een addertje onder het gras. Want omgekeerd leidt (sociaaleconomische) veiligheid niet automatisch tot
meer ondernemerschap. Integendeel, zo suggereert economisch
onderzoek. Deze paradox kan alleen overwonnen worden door een
positieve houding tegenover risico en onzekerheid.
Is het kabinet zich dit voldoende bewust? Omdat het regeerakkoord zo indringend spreekt over een nieuwe balans vinden tussen
dynamiek en zekerheid, vrees ik dat de coalitie zich de implicaties
van de huidige industriële revolutie niet ten volle realiseert. Of we
het nu willen of niet, ict en globalisering veranderen onze wereld
ingrijpend. Oude zekerheden worden vervangen door nieuwe
onzekerheden, bijvoorbeeld over de toepasbaarheid van nieuwe
kennis. Er is entrepreneurship nodig om ideeën uit te proberen en
de ermee verbonden risico’s te dragen. Gevestigde grote organisaties zijn echter lang niet altijd in staat om zelf de marktkansen
te benutten die voortvloeien uit hun onderzoek. Dit komt door
onzekerheden over de economische waarde van nieuwe kennis,
en door informatieasymmetrie en belangentegenstellingen tussen
de kenniswerkers en het management van deze organisaties. Er is
daarom een stroom van ambitieuze en innovatieve bedrijfsoprichtingen nodig om de uit nieuwe kennis voortvloeiende marktkansen
te verzilveren. Dit betreft niet alleen radicale innovaties; vaak gaat
het om slimme toepassingen van al bekende technologie. Voor
een land dat economisch aan de top wil staan vertoont Nederland
echter weinig vernieuwend en ambitieus ondernemerschap. Hoewel
de waardering voor ondernemerschap is toegenomen en het aantal
zelfstandige ondernemers sterk is gegroeid, loopt ons land bepaald
niet voorop wat betreft het aantal spin-outs van kennisinstellingen.
Internationaal vergeleken komen er weinig nieuwe bedrijven voort
uit de Nederlandse universiteiten. Ook telt Nederland relatief
weinig snel groeiende ondernemingen. Dat zal echt beter moeten, willen wij een innovatieve, concurrerende en ondernemende
economie tot stand brengen. Ik doe het nieuwe kabinet daarvoor
vier suggesties:
• Benut de voorgenomen adempauze in de economische hervormingen om onze instituties rond arbeid diepgaand te doordenken.
Waarom beginnen relatief weinigen van onze best and brightest
een innovatieve eigen onderneming met groeiambitie? In elk geval
zijn sociale zekerheid, arbeidsmarktwetgeving en pensioenstel-

sel zeer eenzijdig gericht op de belangen van werknemers. Als
je in Nederland een vaste baan hebt, met de daarbij behorende
secundaire arbeidsvoorwaarden, rechtspositie en carrièreperspectief, moet je heel wat opgeven om ondernemer te worden. Onze
instituties hebben zo een werknemerscultuur bevorderd.
• Ook het onderwijs kan, vanaf de basisschool, een grote bijdrage
leveren aan een meer ondernemende cultuur. Door een geëigende pedagogische aanpak kunnen eigen verantwoordelijkheid,
initiatief, een positieve risicohouding en een minder negatieve
beleving van falen bevorderd worden. Dit gaat veel verder dan
het in het regeerakkoord voorgestelde vak ondernemerschap.
Om de vicieuze cirkel te doorbreken moet vooral ook in de
lerarenopleidingen aandacht aan ondernemerschap en aan het
ontwikkelen van een ondernemende houding worden besteed.
• Waar ik ons belastinggeld niet op zou willen inzetten is meer
subsidies en fiscale faciliteiten voor starters. Ze verstoren
de marktwerking. En de meeste ondernemers die een fiscale
tegemoetkoming benutten waren waarschijnlijk toch wel aan
een eigen bedrijf begonnen, terwijl degenen die door een subsidie over de streep worden getrokken vaak niet succesvol zijn.
Ervaringen in Groot-Brittannië wijzen in elk geval in die richting.
• Ten slotte geeft een ondernemende overheid het voorbeeld,
toont ook zelf daadkracht en initiatief. Ik pleit voor gedurfde
waterstaatkundige initiatieven in onze beste vaderlandse traditie. Leg een dubbele duinenrij aan, en begin daarmee nog in
de komende vier jaar op de kwetsbare locatie tussen Hoek van
Holland en Den Haag. Creëer voortvarend overloopgebieden voor
de grote rivieren. Geef ontwerpopdrachten voor kunstmatige
eilanden voor de kust. De met deze ondernemende initiatieven
op te bouwen technologische kennis en ervaring zullen onze
internationale concurrentiepositie ten goede komen.
In onze cultuur en instituties moet meer ondernemingszin en,
enigszins paradoxaal, minder veiligheid worden ingebakken. Want
een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie, dat
zijn wij zelf.
‘Samen ondernemen’, dus.

SANDER WENNEKERS
Onderzoeker en Algemeen Coördinator Programmaonderzoek MKB en
Ondernemerschap bij EIM.

ESB

9 maart 2007

157

Auteur