Lage en hoge risico’s
Aute ur(s ):
Antonides, G. (auteur)
Verb onden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4193, pagina D13, 11 maart 1999 (datum)
Rubrie k :
Dossier Nieuw e Risico’s
Tre fw oord(e n):
Dit artikel is een reactie op P. Schnabel, Zekerheid en de noodzaak van vertrouwen, ESB-Dossier, 11 maart 1999, blz. D10D12.
Als economisch psycholoog zal ik beginnen met mijn interpretatie van Schnabel’s sociologische essay. Schnabel heeft het over
vertrouwen op mensen dat gaandeweg is vervangen door een vertrouwen en vervolgens een wantrouwen van instituties (bedrijven en
overheden). In eerste instantie zijn veel instituties in het leven geroepen om afhankelijkheid van medemensen op te lossen,
bijvoorbeeld door wetgeving, ziekenzorg, en verzekeringen, maar ook restaurants, pretparken en computers. Dit ondersteunt de
huidige trend van individualisme. Hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd, zijn instituties echter geneigd te calculeren en
houden daarom onvoldoende rekening met de nieuwe risico’s, zoals nieuwe ziekten en calamiteiten. De strekking van het betoog is dat,
bij de beheersing van hedendaagse risico’s, de risico’s van morgen moeten worden meegewogen. Het laatste is mijns inziens echter
moeilijk omdat toekomstige risico’s van nature nog onbekend zijn. Schnabel vertrouwt op de wetenschap, die hierover meer zekerheid
moet verschaffen. Mijn reactie beperkt zich tot de vraag of we met de geschetste gang van zaken moeten doorgaan, en tevens tot de
vraag of er nog hoop is op verbetering.
De beheersing van risico’s impliceert dat individuele risico’s door institutionele acties, zoals wetgeving, infrastructuur en
kwaliteitsbewaking worden afgedekt. Dit is uiteraard prettig voor de burgers in het land. Als een soort extern effect van deze
risicobeheersing wordt gesteld dat hierdoor ‘hogere’ risico’s ontstaan. Nu is het helemaal de vraag hoe de burgers de risico’s van de
‘lagere’ en van de ‘hogere’ soort waarderen. ‘Hogere risico’s worden gekenmerkt door een onbepaalde kans dat zich calamiteiten
voordoen; van ‘lagere’ risico’s is deze kans wel bekend. ‘Hogere’ risico’s vormen onzekerheid, of ‘gevaar’. Indien zoals gebruikelijk het
hemd nader is dan de rok, zal men prioriteit geven aan het afdekken van onmiddellijke ‘lagere’ vormen van risico. Zo lijkt de consument
een voorkeur te hebben voor grote, rode tomaten, die het ‘risico’ van sociale acceptatie, en een hoge prijs, zouden verkleinen. Zulke
prachtige producten kunnen eenvoudig worden geproduceerd door genetische manipulatie, echter tegen de prijs van onbekende ‘hogere’
risico’s in de toekomst. Evenzo geldt dat men liever lagere prijzen geniet door een klantenkaart van de supermarkt dan bescherming van
privé-gegevens. In zulke gevallen is het de taak van de overheid om bescherming tegen de ‘hogere’ vormen van risico’s te waarborgen,
eventueel door ‘lagere’ risico’s voor lief te nemen. Uiteraard betreft het hier een afweging van voor- en nadelen in individuele, maar ook in
politieke besluitvorming. Wetenschappelijk onderzoek zou mogelijk meer licht op de maatschappelijk gewenste afweging kunnen werpen.
Het vertrouwen in grootschalige systemen en ideologieën is sterk verminderd. Het communisme is gevallen, het kapitalisme sterk
verwaterd. Verschillende ideologische mengvormen zijn ontstaan, zoals het vrije marktmechanisme, gecombineerd met verregaande
sociale voorzieningen, bijvoorbeeld in Zweden. Dit past alleszins in de postmoderne cultuurstroming waarin wij leven. Ook bedrijven
werken niet meer uitsluitend voor het eigen gewin. Na de kwaliteitszorg, gericht op de kwaliteit van producten en diensten van
instituties, is een stroming van sociale verantwoordelijkheid van de aanbieders op gang gekomen, mede onder druk van
maatschappelijke groeperingen. Arbeidsomstandigheden (bijvoorbeeld in derde-wereldlanden), milieukwaliteit en humaniteit spelen een
steeds grotere rol in het productieproces. Het zogeheten ethisch investeren in sociaal verantwoordelijke bedrijven kan bijdragen tot het
belang van sociaal verantwoorde productie, en op de lange duur mogelijk ook tot de beheersing van ‘hogere’ risico’s van productie.
Tegen de ‘lagere’ risico’s kan men zich verzekeren. Ter beheersing van de ‘hogere’ risico’s kunnen enkele maatregelen worden genomen
die in het algemeen (mede) als uitgangspunt voor consumentenbeleid worden genomen: verbeteren van de doorzichtigheid van
gebeurtenissen en bevorderen van informatie hierover (bijv. rekenkamers), marktwerking bevorderen (bijv. ethisch beleggen,
consumentenboycots), wetgeving ter versterking van de rechtspositie van burgers, en parlementaire enquetes ter controle van de
overheid. Deze ‘hogere’ vormen van controle kunnen in belangrijke mate bijdragen aan de beheersing van de ‘hogere’ risico’s.
ESB-Dossier: Nieuwe risico’s
Inleiding
T. de Bruin, De nieuwe risicomaatschappij
A. Heertje, Nieuwe risico’s, een publiek-privaat probleem
Risico’s
L. Reijnders, De anatomie van nieuwe risico’s
A. Tukker, Nieuwe risico’s een nieuw beoordelingskader?
S.M. de Bruyn, De anomolie van milieurisico’s
De maatschappij
P. Schnabel, Over het verlangen naar zekerheid en de noodzaak van het vertrouwen
G. Antonides, Lage en hoge risico’s
De markt
P.H.M. Kuys, Marktconforme oplossingen
M.A.J. Theebe, Een verzekeringsrevolutie
Het recht
M.G. Faure, Op de glijdende schaal van verzekerbare en onverzekerbare risico’s
R.J. van den Bergh, Op de glijdende schaal van commerciële belangen en maatschappelijke welvaart
Epiloog
H.A. Keuzenkamp, Verzekeren in het donker
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)