Ga direct naar de content

Kwaliteitsborging MKBA’s is meer dan een second opinion

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 20 2014

De nieuwe Algemene leidraad wijst op het belang van kwaliteitscontrole op uitgevoerde MKBA’s. Kwaliteitsborging gaat echter niet alleen over de toetsing achteraf, maar ook over controle op de theoretische basis vooraf en over de keuzes tijdens de uitvoering van de MKBA.

ESB Dossier MKBA: maatwerk in gebruik

governance

Kwaliteitsborging
MKBA’s is meer dan een
second opinion
Volgens de nieuwe Algemene leidraad is een kwaliteitsborgingsmechanisme – waarbij de kwaliteit van MKBA’s door
een onafhankelijke partij wordt gecontroleerd – een onontbeerlijk hulpmiddel bij het waarborgen van de onafhankelijkheid van de opdrachtgever en de opsteller. Kwaliteitsborging
gaat echter niet alleen over de toetsing achteraf, maar ook
over een goede theoretische basis vooraf en over keuzes tijdens de uitvoering van de MKBA.

D

e Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse (Leidraad
MKBA, 2013) noemt alleen een controle achteraf door een onafhankelijke
partij als kwaliteitsborgingsmechanisme. Kwaliteitsborging bij MKBA’s behelst echter meer dan het uitvoeren van een toets achteraf, en moet in bredere zin
beschouwd worden als alle activiteiten gericht op het
bewaken of verhogen van kwaliteit vooraf (Basis), tijdens (Uitvoering) en na uitvoering van de MKBA
(Toets). Dit artikel beschrijft een ideaalbeeld van kwaRobbert
liteitsborging van MKBA’s en confronteert dit met de
Bakker
Eigenaar van Bakker huidige uitvoeringspraktijk bij de rijksoverheid.
Pauline
Wortelboervan Donselaar
Senior wetenschappelijk medewerker
bij het KiM en
secretaris van het
interdepartementale
Kernteam MKBA

Quality en organiserend lid van het
VIDE Evaluatorennetwerk

58

Basis

De kwaliteit van een MKBA wordt sterk beïnvloed
door de kwaliteit van de input in het proces van de

MKBA. Enerzijds gaat het om de rekenkundige gegevens – zaken als kengetallen, basisgegevens, rekenmodellen en de verbanden daartussen – en anderzijds om
de kennis en kunde van alle bij het proces betrokken
personen en leveranciers van kengetallen zoals kennisinstituten, universiteiten en planbureaus.
Het onderliggende prognosemodel voor de MKBA
en de data die daarin worden verwerkt, bepalen de uiteindelijke uitkomst van de MKBA. En zoals de Engelstaligen zeggen: garbage in, garbage out geldt dit ook voor
de MKBA. Het gebrek aan zuivere en eenduidige kengetallen is een veelgehoord knelpunt bij het opstellen van
MKBA’s. Zie bijvoorbeeld de discussie over de waardering van gezondheid (Pomp et al., 2014). Het eerste element in het proces van kwaliteitsborging is dan ook om
zorg te dragen voor goede gestandaardiseerde kengetallen en basisgegevens en om informatie te bieden over hoe
deze zich tot elkaar verhouden. Idealiter zijn deze gegevens in gestandaardiseerde prognosemodellen verwerkt,
zodat er gelijke uitgangspunten worden gehanteerd in
vergelijkbare situaties. Op deze manier wordt er een solide fundament gelegd onder de MKBA-opstelling.
Het is vervolgens zaak dat de in het proces betrokken personen kennis en kunde hebben aangaande
MKBA’s. Kennis bij opdrachtgevers over de input,
gebruikswaarde – het resultaat is solide of slechts indicatief – en methodologie van MKBA’s is essentieel
om een goede en realistische beoordeling te kunnen
maken van de potentiële waarde van de uiteindelijke
MKBA in het besluitvormingsproces. Zo kan voor-

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

Governance ESB

komen worden dat een minder complete MKBA, bijvoorbeeld als gevolg van het ontbreken van gedegen
effectinformatie, een doorslaggevende rol in de besluitvorming gaat spelen terwijl die hier mogelijk niet
geschikt voor is. Een opdrachtgever die het gebruikte
basismateriaal op waarde kan schatten, kan dit ook
doorvertalen naar de gebruikswaarde van de uiteindelijke MKBA-opstelling en berekening.
De kennis en kunde omtrent MKBA’s kan deels opgedaan worden bij de uitvoering van MKBA’s. Gegeven
de complexiteit van de materie, is het echter wenselijk
dat betrokkenen vooraf al een basisniveau van kennis
hebben. Dit kan gerealiseerd worden door kennisdeling
en verspreiding tussen opdrachtgevers, opstellers en beoordelaars van MKBA’s te stimuleren. Om MKBA-kennis binnen de rijksoverheid te verspreiden, is hiertoe bijvoorbeeld het interdepartementale Kernteam MKBA
opgericht. Ook (inter)departementale werkwijzers en
handreikingen dragen bij aan kennisdeling.
Uitvoering

Indien de Basis op orde is en een vaardige uitvoerder
de MKBA opstelt, is het de taak van de opdrachtgever
om tijdens de Uitvoering toe te zien op de naleving van
afspraken uit de algemene leidraden. Centraal hierbij
staat het gebruiken van de juiste basisgegevens en modellen die aansluiten bij vastgestelde standaarden. Zo
wordt de kwaliteit uit de Basis, gedegen kengetallen
en modellen, geïncorporeerd en geborgd in de Uitvoering. Ervaren opdrachtgevers kunnen hier zelf op
toezien. Het is daarnaast goed denkbaar dat dit, in de
begeleidingsgroep van de betreffende MKBA, wordt
aangevuld met een onafhankelijke MKBA-expert.
Vanuit de Uitvoering zal nieuwe kennis ontstaan
over kengetallen en prognosemodellen. Deze kennis zal
terug moeten vloeien naar de Basis, zodat er, op basis
van de uitvoeringspraktijk, nieuwe standaarden en kengetallen kunnen worden vastgesteld. Dit vergt van de
opsteller van de MKBA een zorgvuldige verslaglegging
en expliciete toelichting op de inhoudelijke keuzes die
er zijn gemaakt. Hieruit volgt vanuit kwaliteitsborging
dus een plicht voor opstellers van MKBA’s die verder
gaat dan het opstellen van de betreffende MKBA.
Eveneens vraagt het om een centraal discussieforum
waar opstellers van MKBA’s van gedachten kunnen
wisselen over de nieuwe standaarden en nieuwe methodische inzichten. Dit discussieforum voor opstellers
van MKBA’s zou de tegenhanger kunnen zijn van het
Kernteam MKBA, dat vooral als platform voor opJaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

drachtgevers fungeert. De recent gestarte website www.
mkba-informatie.nl is een goede aanzet hiertoe.
Toets

Nadat de MKBA is opgesteld, is het belangrijk om ter
bevestiging van de kwaliteit van het eindproduct een
objectieve Toets uit te voeren, en hierover voorafgaand
aan de MKBA afspraken te maken. Hiertoe zijn er verschillende mogelijkheden. De meest vergaande vorm
van de kwaliteitstoets op de MKBA is een second opinion waarbij de MKBA-opstelling wordt gecontroleerd
en nagerekend. De resultaten van de second opinion
worden apart gepubliceerd. Hiermee wordt ook een formele onafhankelijkheid van de toetser geïmpliceerd, wat
kan bijdragen aan het wegnemen van wantrouwen bij
belanghebbenden. Een second opinion is echter door de
diepgang van de analyse en de afzonderlijke publicatie
een zwaar toetsinstrument en niet altijd noodzakelijk,
zeker als de Basis en de Uitvoering van kwaliteitsborging
goed op orde zijn. Afhankelijk van het onderwerp en de
financiële omvang van het belang – betreft het een grote
investering of niet – kan er ook gedacht worden aan een
interne gate review waarbij per fase bekeken wordt of de
kwaliteit in orde is en het proces vervolgd kan worden.
Andere voorbeelden zijn het inrichten van een begeleidingscommissie die een eindadvies afgeeft en het erbij
betrekken van een externe adviseur.
Van belang is in ieder geval dat de uitvoerder van
de toets in staat is objectief te beoordelen of de standaarden en richtlijnen volgens de voorschriften zijn
gehanteerd en de gemaakte keuzes voor het rekenmodel en de effectrelaties gedegen zijn onderbouwd. Het
resultaat van deze toetsing kan, wanneer bijvoorbeeld
fouten worden ontdekt of meningsverschil bestaat
over aannames, aanleiding vormen om de opgestelde
MKBA aan te passen. Eveneens kan met deze onafhankelijke kwaliteitscontrole een aanvullend pleidooi gehouden worden voor een aanpassing van of aanvulling
op de Basis, wanneer de MKBA tot nieuwe inzichten
heeft geleid die waardevol zijn voor andere MKBAopstellers. Figuur 1 geeft een totaaloverzicht van het
instrumentarium voor kwaliteitsborging.
Praktijk

Binnen de rijksoverheid wordt de MKBA – gemeten
in aantal uitgevoerde analyses – momenteel vooral
toegepast bij de beleidsvoorbereidingen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Voor alle
MIRT-projecten (Meerjarenprogramma Infrastruc-

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

59

ESB Dossier MKBA: maatwerk in gebruik

tuur, Ruimte en Transport) is in de verkenningsfase
het uitvoeren van een kosten-batenanalyse verplicht.
Naar schatting zijn er in de afgelopen tien jaar ten
minste zeventig kosten-batenanalyses uitgevoerd voor
aan MIRT gerelateerde infrastructurele investeringen.
Daarnaast worden er, met lagere frequentie, ook op
andere IenM-beleidsterreinen – bijvoorbeeld milieubeleid – MKBA’s uitgevoerd. Precieze aantallen zijn hier
niet van bekend.
Ministerie van IenM

Sinds 2000 is het voor transportinfrastructuurprojecten van nationaal belang – de zogeheten speciale
rijksprojecten en later de zogeheten grote projecten –
verplicht een Overzicht Effecten Infrastructuur (OEI)
op basis van een MKBA uit te voeren. De aanleiding
voor deze leidraad was het gesteggel over de manier
van berekening van het maatschappelijke rendement
van onder andere de Betuwelijn (Eijgenraam et al.,
2000). Vanaf 2004 is een vereenvoudigde versie van de
OEI-systematiek als werkwijzer beschikbaar voor toepassing in verkenningen voor reguliere projecten, het
zogeheten Kader KBA bij MIRT-verkenningen. Deze
wordt regelmatig geactualiseerd, de laatste versie stamt
uit 2012 (RWS, 2012).
De kwaliteitsborging van MKBA’s – in de hier
bedoelde brede zin – is bij IenM actief ingevuld. Er
zijn verschillende documenten over het werken met en
de inhoud van MKBA’s, waaronder de al aangehaalde

Ideaalbeeld proces kwaliteitsborging

figuur 1

Basis

Uitvoering

Toets

Opstellen kaders en richtlijnen

Expliciete sturing op
gebruik van de Basis

Objectieve toets
noodzakelijk

Betrekken MKBA-expert
bij begeleidingsgroep

Intensiteit toets lopend
van gate review tot
second opinion

Eenduidige kengetallen
en prognosemodellen
Stimuleren kennisdeling
(bijv. opleiding en training)
Betrekken MKBA-expert
bij selectie uitvoerder
Kernteam MKBA als platform
voor opdrachtgevers

60

Verslaglegging nieuwe
kengetallen en
overwegingen
Discussieforum voor
opstellers MKBA

Controle op toepassing
standaarden en richtlijnen

Leid­aad OEI en het Kader KBA bij MIRT-verkenr
ningen. Rijkswaterstaat biedt in aanvulling hierop
een website aan met afspraken en kengetallen. Er zijn
gestandaardiseerde modellen beschikbaar voor het
maken van verkeersprognoses. Ook worden jaarlijks
diverse cursussen georganiseerd om beleidsmedewerkers en projectleiders te faciliteren in het gebruik van
de MKBA.
In twee documenten is beschreven hoe kwaliteitsborging bij MKBA’s in enge zin, dus de toetsing van
uitgevoerde MKBA’s, voor IenM hoort plaats te vinden.
Ten eerste is het verplicht om de uitkomsten van een
MKBA voor grote projecten te laten toetsen (MinVenW,
2004), bij voorkeur door een onafhankelijke commissie
van deskundigen. Dit omdat het een bijdrage zou kunnen leveren aan de (wetenschappelijke) kwaliteit van de
uitgevoerde kosten-batenanalyse en aan de acceptatie
van de resultaten in het politieke besluitvormingsproces.
Ten tweede staat er vermeld in het Kader KBA bij
MIRT-verkenningen (RWS, 2012) dat er voor de reguliere MIRT-projecten een second opinion mogelijk
is. Het kader geeft echter geen aanwijzingen in welke
gevallen dit verplicht of wenselijk zou zijn. Dit kan leiden tot onzekerheid over de noodzaak van zo’n second
opinion. Wel vindt er bij Rijkswaterstaat standaard een
interne toets plaats.
Slechts zelden is het bij toetsing van MIRTprojecten tot een uit verschillende kennisorganisaties
samengestelde commissie voor MKBA’s gekomen.
In het verleden werd voor een belangrijk deel van de
MIRT-projecten een aanvraag gedaan voor FES-gelden
(Fonds Economische Structuurversterking). Er was
een vaste klankbordgroep met beheerders van de FESgelden en het Centraal Planbureau en Planbureau voor
de Leefomgeving. In deze groep vond per project een
afweging plaats of een second opinion nodig was, welke
aandachtspunten er waren en wie de second opinion,
gezien de aard van het project, het beste kon uitvoeren.
Dit konden CPB, PBL, KiM (Kennisinstituut voor
Mobiliteitsbeleid) of consultants zijn. Sinds het afschaffen van de FES-regeling wordt deze afweging of
een second opinion nodig is niet meer gestructureerd
gemaakt, in feite dus een stap terug van de ideale situatie. Momenteel wordt het grootste gedeelte van de
second opinions op MKBA’s voor infrastructuur uitgevoerd door het CPB of door het KiM. In enkele gevallen wordt een consultant ingeschakeld. Overwegingen
die een rol spelen bij keuze voor een bepaalde partij
zijn: eerdere betrokkenheid bij het project of dossier,

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

Governance ESB

politieke gevoeligheid en inhoudelijke complexiteit.
In de IenM-kaders staat beschreven hoe het beste de MKBA-systematiek kan worden toegepast, en
welke vormen van toetsing verplicht of optioneel zijn.
Deze kaders kiezen voor een smalle definitie van kwaliteitsborging en schetsen dus geen totaalbeeld van de
kwaliteitsborging van MKBA’s in brede zin. Een deel
van de kwaliteitsborging bij de MKBA’s van IenM is
bovendien intern gericht en daarmee onzichtbaar voor
de buitenwereld. Denk hierbij aan de verplichte Rijkswaterstaat-voortoets bij MIRT-projecten. Daarnaast is
er bij een MKBA in opdracht van IenM vaak sprake
van een begeleidingsgroep waarin ook MKBA-expertise vertegenwoordigd is. Het voor de buitenwereld
onzichtbaar blijven van een deel van de kwaliteitsborging lijkt een gemiste kans, bijvoorbeeld om opponenten van een project te overtuigen van de kwaliteit van
de analyse. Alleen al het duidelijk communiceren over
alle kwaliteitsborgingsactiviteiten die standaard plaatsvinden en de resultaten van deze activiteiten openbaar
maken heeft een toegevoegde waarde en biedt duidelijkheid aan alle betrokkenen bij een project. Ook zou
het nuttig zijn bij reguliere projecten duidelijker aan te
geven in welke gevallen het uitvoeren van een second
opinion noodzakelijk is en door wie deze uitgevoerd
zou kunnen worden.
Andere ministeries

De rijke traditie zoals die bij IenM bestaat als het
gaat om MKBA’s is niet terug te zien bij andere departementen. Dat wil niet zeggen dat er bij andere
departementen geen aandacht is voor het gedachtegoed van MKBA’s. Zo bestaat binnen het domein van
Volksgezondheid een ruime traditie in het uitvoeren
van kosteneffectiviteitsanalyses ten behoeve van besluitvorming over de samenstelling van bijvoorbeeld
het rijksvaccinatieprogramma en de vergoeding van
geneesmiddelen vanuit de basisverzekering. Ook
bij andere departementen zijn in de afgelopen jaren
MKBA’s uitgevoerd, bijvoorbeeld bij BZK (parkstad
Limburg), EZ (intelligente elektriciteitsnetten), SZW
(uitbreiding zwangerschapsverlof ) en VenJ (brandveiligheid woningen). Eveneens heeft het uitkomen van
de nieuwe Algemene leidraad een impuls gegeven aan
het schrijven van departementspecifieke werkwijzers.
Gezamenlijk komen de andere departementen qua
volume echter niet aan het totaal van uitgevoerde
MKBA’s van IenM. Op zich is dit ook niet vreemd.
IenM heeft een langere ervaring met de ontwikkeling
Jaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

van kengetallen en prognosemodellen, waardoor de
gebruikswaarde en kwaliteit van de MKBA’s in de Basis beter op orde is dan in de domeinen van de andere
departementen het geval is.
Bezien vanuit kwaliteitsborging wordt hier een
knelpunt zichtbaar. Door gebrek aan volume ontstaat
er bij veel departementen ook weinig beweging in de
totstandkoming van de Basis. Er worden mogelijk te
weinig MKBA’s uitgevoerd om te komen tot gestandaardiseerde kengetallen en prognosemodellen. Opdrachtgevers en opstellers van MKBA’s buiten het domein van IenM komen als gevolg van het lage volume
ook maar zeer beperkt in aanraking met het instrument, hetgeen hen belemmert in het opdoen van ervaring. Hierdoor bereikt men geen kritieke groep van
betrokkenen, zodat een duidelijke rolverdeling met
betrekking tot kwaliteitsborging onmogelijk is.
Dit brengt het risico met zich mee dat uitgevoerde
MKBA’s kwalitatief onder de maat zijn voor hun beoogde functie in het besluitvormingsproces. Deze tegenvallende bruikbaarheid zal de motivatie voor eventuele volgende MKBA’s niet doen groeien, waarmee
het probleem zichzelf in stand houdt. Door doelgericht
in te zetten op het vergroten van de Basis – door het
ontwikkelen van kengetallen en rekenmodellen – kan
deze impasse doorbroken worden. Door domein-overstijgende samenwerking tussen opdrachtgevers, opstellers en leveranciers van kengetallen is er een solide
ontwikkelagenda op te stellen, die de komende jaren
uitgevoerd kan worden. Geleidelijk zullen met het uitvoeren van deze agenda de toepassingsmogelijkheden
van de MKBA op de domeinen toenemen.
Conclusie en beleidsimplicaties

Kwaliteitsborging in het hier geschetste ideaalbeeld is
breder dan alleen een second opinion als kwaliteits­
toets aan het einde van het proces, als de MKBA al
definitief is afgerond. Vooralsnog is het ideale beeld
van kwaliteitsborging nog niet gerealiseerd. De praktijk laat zien dat departementen ieder hun eigen keuzes
maken bij het uitvoeren van MKBA’s en het borgen
van de kwaliteit ervan. In het geval van IenM wordt
kwaliteitsborging in brede zin aangepakt, maar zijn
de inspanningen slechts ten dele zichtbaar en zijn de
afspraken niet altijd duidelijk. Andere departementen
missen weer de kritieke massa om kwaliteitsborging in
alle facetten op te pakken.
Kwaliteitsborging begint vooraf, met de Basis.
Met de ambitie dat alle departementen een van de

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

61

ESB Dossier MKBA: maatwerk in gebruik

Algemene leidraad afgeleid en op hun werkgebied toegespitst kader opstellen, wordt hier op niveau van de
(samenwerkende) departementen nu verder vorm aan
gegeven. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de
ervaring van IenM. De Algemene leidraad biedt daarnaast de aandachtspunten waarop kwaliteitsborging
zich dient te richten tijdens de Uitvoering en de Toets.
Een belangrijk aandachtspunt bij de departementale
kaders is de beschikbaarheid van eenduidige kengetallen en prognosemodellen. Dit vormt een belangrijke
stap in het vergroten van de mogelijkheden tot het uitoefenen van kwaliteitsborging. Dit zal een aanzienlijke
investering vergen en niet op korte termijn volledig te
realiseren zijn. Om echter de MKBA-inzet ook buiten
de domeinen van IenM te laten volgroeien, is deze investering noodzakelijk.
Voor de beleidsdomeinen waar de Basis beter op
orde is, zou de kwaliteitsborging zich dienen te richten
op een zorgvuldige verslaglegging van de uitvoering
en het inrichten van een objectieve toets achteraf. Met
duidelijke procesafspraken en kwaliteitsstandaarden is
de verslaglegging goed te realiseren. Het inrichten van
de objectieve toets vergt echter meer inspanning.
Het ligt voor de hand om de mate van toetsing af
te stemmen op het soort project. Naarmate een project meer afwijkt van standaard – bijvoorbeeld vanwege politieke gevoeligheid, grote financiële omvang
of inhoudelijke complexiteit – is de noodzaak tot het
verifiëren van aannames door een externe derde partij
groter. Een andere overweging is de mate waarin de Basis en de Uitvoering georganiseerd zijn. Naarmate dit
beter is ingevuld, zou de behoefte aan een second opinion minder moeten worden, wat als voordeel heeft

Literatuur
Eijgenraam, C., C. Koopmans, P. Tang en A. Verster (2000) Evaluatie van infrastructuurprojecten – Leidraad voor kosten-baten analyse (Leidraad OEI). Den Haag: Ministerie van
Verkeer en Waterstaat en Ministerie van Economische Zaken.
Leidraad MKBA (2013) Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse.
Den Haag: CPB/PBL.
MinVenW (2004) OEI in het Besluitvormingsproces – Aanvulling op de Leidraad OEI. Den
Haag: Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
RWS (2012) Kader KBA bij MIRT-verkenningen. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart.
Pomp, M., C. Schoemaker en J. Polder (2014) Naar MKBA’s voor preventie en zorg.
ESB, 99(4696s), 27–36.

62

dat de resultaten van de MKBA eerder ingezet kunnen
worden in het besluitvormingsproces.
Als een second opinion gewenst of noodzakelijk
is, hoort daar in de slotfase van het proces voldoende
tijd voor ingeruimd te zijn. Maak vooraf duidelijke
afspraken over de openbaarheid van de MKBA en
over het uitvoeren van een second opinion. Zo weet
elke partij aan het begin van het traject wat de gang
van zaken zal zijn bij het opstellen van de MKBA en
hoe de resultaten zullen worden ingezet in het besluitvormingsproces. Hiermee wordt strategisch gedrag als
gevolg van ongewenste uitkomsten tegengegaan en de
rationaliteit in het besluitvormingsproces versterkt. Er
kan zelfs een preventieve, kwaliteitsverhogende werking uitgaan van de aankondiging van een second opinion doordat de opstellers van de MKBA weten dat
hun product op kwaliteit wordt gecontroleerd en het
kwaliteitsrapport wordt gepubliceerd.
Maar met alleen goede afspraken over de timing
en invulling van een toets is het proces nog niet compleet. Het aantal uitvoerders en experts van MKBA’s
in Nederland is beperkt, en daarmee ook het aantal beschikbare toetsers. Om dit op te lossen zou toegewerkt
kunnen worden naar een situatie waarbij opstellers van
MKBA standaard elkaars werk beoordelen. Ook kan
gedacht worden aan het inrichten van een commissie
van experts die uitgevoerde MKBA’s toetsen, maar
ook aan een keurmerk voor (private) uitvoerders van
MKBA’s. Een commissie met roulerende deelnemers
is mogelijk sneller en met minder inspanning te realiseren. Een vaste commissie is waarschijnlijk niet haalbaar vanwege het beperkte aantal beschikbare experts
zonder eerdere betrokkenheid bij een project. Een
keurmerk maakt het voor opdrachtgevers gemakkelijker om te kiezen voor kwaliteit en geeft de uitvoerder
tegelijkertijd een prikkel voor kwaliteitsverbetering
van binnenuit. Verbreding van de pool van kundige
opstellers middels training en kennisdeling verdient,
net zoals al in 2004 bij de evaluatie van de Leidraad
OEI werd geconstateerd, nog steeds de aandacht.
Ten slotte, verzamel uitgevoerde MKBA’s op één
centrale plek zodat een goed raadpleegbaar overzicht
ontstaat van vergelijkbare studies. Zowel uitvoerders
als opdrachtgevers van MKBA’s kunnen leren van
voorgaande ervaringen en kunnen gezamenlijk nieuwe
kengetallen en rekenmodellen vaststellen als standaard
voor toekomstige MKBA’s. Hiermee is de cirkel van
kwaliteitsborging rond, waardoor er een positief versterkend effect ontstaat.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

Auteurs