Ga direct naar de content

Jrg. 4, editie 196

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 1 1919

1 OCTOBER 1919

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

E
Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

4E JAARGANG

WOENSDAG 1 OCTOBER 1919

No. 196

INHOUD

BIz.

VERMOGENSAANWASBELASTING

EN

HEFFING

INEENS

door

Pro f.!r. Ant. van Gijn,
met naschrift van
Prof. Mr.

G
.

W.

J.

Bruins

…………………………
893

De Marken II door
Mr. E. C. van Dorp

…………..
895

Een vergeten objectvoor Heffing Ineens door
Nico J. I’olak
897

Engeland en Perzië II door
H. Dunlop …………….
898
Amerikaansche Indrukken door
Jan
Schilt/,uis ……….
904
Het Kapitaal der in Nederland werkende Hypotheekbanken
door Mr. R.
R.
van Jlaasdijk …………………
905
Over de volstorting van Aandeelen der in Nederland wer-
kende Hypotheekbanken door
Mr. A. S. Miedema……
906

De

Rijksmiddelen

…………………………….
908
Economische maatregelen in Indië II ………………
909

De Webb-wet in werking ……………………….
911

REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED

…………
912

MAANDCIJFERS:
Overzicht

der Rijksmiddelen ………………….
912

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN

………………
913-9 19

Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.

I
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRiFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Brsiins.

WEEKBLAD ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Secretaris-Redacteur: 0. E. Huffsagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg
12,
Rotterdam.
Aangeleekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.

Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.

in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-

per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het

weekblad. gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen

en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

29 SEPTEMBER 1919.

De .geldmarkt was aanvankelijk tamelijk vast. De

prolongatierente liep nog iets iverder op, zoodat een

noteering van 5-5
V
pOt. t
o
t stand kwam, terwijl ook

particulier disconto aantrok in verband met den uit-

slag van de inscia’rijv&ng op het sc.hatkistpapier. Al

spoedi.g liepen de koersen echter weder terug, daar

cailgeld onveranderlijk sterk bleef aangeboden en ook

deze week slechts moeilijk plaatsing kon vinden. De

pro1ongati6rente sloot dientengevolge op 4 pOt., par-

ticulier disconto op ca. 3% pOt.

In den weekstaat ‘van de Nederlandsche Bank is

slechts weinig verandering gekomen. De binnenland-

sche wissels daalden met ruim 7 millioen, daarentegen

vermeerderden de beleeningen met ruim 5 millioen

en de schuld ‘van de regeering met ca.
1i/
millioen.

Aan de andere zijde vermeerderde de bankbiljetten-

omloop met ruim tien millioen, waartegenover staat

een daling van de rekening-courant-saldi met ruim

elf millioen.
*

*
S

De wisselmarkt kenmerkte zich deze week door een

vaste stemming voor marken en franés en een niet
onaanzienlijke dal.ing ‘van den dollarkoers. Na de

lichte reactie, aan het einde der vorige week, liep de

Markenkoers iederen dag, zij het onder sterke schom-

melingen, sterk op, zoodat heden tot 12.55 verhandeld

werd, terwijl francs zoowel Fransohe ais Belgische

van 30.45 tot 35.50 konden stijgen. Dollars waren

daarentegen de geheele week aangeboden en werden

lieden ten slotte tot ca. 2.61 ‘verhandeld.

VERMOGENSAANWASBELASTING EN

HEFFING INEENS.

Zoowel in hoofdartikelen van de groote Pers als in
ingezonden stukken treft men telkens de voorstelling
aan als werd door den Minister van Financiën nu
voorgesteld om de ‘dekking van de crisisuitgaven (be-
taling van wat nog te betalen zal zijn en aflossing
van de gesloten crisisleeningen)
geheel
ten laste te

brengen van hen, die in den oorlogstijd vooruitgingen
in vermogen en daarentegen hen, die te voren reeds
rijk, althans bemiddeld, waren, te sparen. Het schijnt duttig tegen deze onbillijke voorstelling op te komen
en te trachten het ‘beeld te teekenen, dat ‘de dekking
van de crisisuitgaven thans te zien •geeft.
In ons land is reeds vroeg begonnen met het hef-
fen van belastingen tot dekking van de crisisuitgaven.
Reeds in 1915 hebben wij er voor betaald, in den
vorm van de opcenten van het leeningfonds ). Aan-

vankelijk was het denkbeeld van Minister Treub, die
deze opcenten voorstelde, dat de kosten van de neu-
traliteitsbewaring ten laste moesten worden gebracht
van een breeden kring der bevolking. Zoo werden
daarin allen betrokken, diie inkomsten- of vermogens-
belasting betalen, die personeele ‘belasting betalen, die
registratierechten of effectenzegel te voldoen heb-
ben en ook allen, die wijn-, suiker- of jeneveraccijns
plegen te betalen (bij de aanschaffing dier waren).
Toen de uitgaven tengevolge van de crisis door den
langen duur van de mobilisatie steeds meer werden,
begreep de Regeering, dat de lasten niet geheel op
die wijze konden worden gedekt, doch dat naast die
opcenten, waarin vrijwel iedereen min of meer mede-

1)
Tot •dusverre werd uit dien hoofde ongeveer 153
mii.
lioen ontvangen, ‘in de volgende tien jaren zal zulks nog
wel
450
millioen daarenboven bedragen.

894

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

betaalt, belastingen staan moesten, welke alleen ten

laste kwamen van een kleinere – maar toch nog zeer

groote – groep: de genieters van noemenswaardige

inkomens, en idan ‘in het ‘bijzonder van de inkomens
uit vermogen en de grootere hieronder; terwijl ten

slotte de ‘billijkheid medebracht, dat nog weder een

extralast werd ‘gelegd uitsluitend op hen, aie •door

den oorlog, die voor ‘den Staat en de meeste ingeze-
tenen een ramp wa, in welvaart sterk vooruitgin-

gen. Zoo kwamen in den loop van 1916 de Verdedi-

gingsbelastingen en de Oorlogswi.nsbbelastin.g tot
stand, onder vrijwel algemeene instenîm.ing.

Wat men toen rekende noodig te zullen hebben
bleek in ‘de jaren 1917-1919 maar een klein deel van

wat werkelijk noodig was, ‘vooreerst door den lengen

duur van de mobilisatie en voorts door het, weleens
erg wilde, gestrooi met gelid voor de distributie.
Flinke versterking van de mididelen
,
tot dekking der
crisisuitga’ve’n was dus noodig. En deze kon het ‘beste
geschieden volgens het stelsel, dat in 1916 was aange-
nomen. Begonnen werd reeds in 1917 met versterking

van de inkomsten van het leeningfods; veel kon hier-uit natuurlijk niet geput worden. Het .tweede deel der
lasten dat op
alle
beuitter, zoowel op hen, die armer
zijn geworden en ‘op ‘hen, dié gelijk ‘bleven in verino-
gen, als op hen, die rijker geworden zijn, werd in den
aanvang van dit jaar aanzienlijk versterkt. Aanvan-

kelijk als een heffing gedurende drie jaar ‘te betalen

vastgesteld, weHen de Vendedigin,gs’belastingen toch
– ‘zij het ‘met een ‘tot % ‘gereduceerd tarief – opnieuw
voor vier jaar gevoteerd ‘met de duidelijke bedoeling

ze ook daarna ‘te blijven heffen, totdat de crisisschuld

aanmerkelijk zou’de zijn afgenomen. Waren die belas-
tingen aanvankelijk een heffing ineens, waarvan

f
100 millioen in drie jaren ‘verwacht werd en die

slechts uit billi3kheidsoverwegingen in een drie-j’ar.i’ge
belasting werden omgezet (welke ten slotte ongeveer
160 millioen opbracht) door de verlenging der in het

voorjaâr 1919 getroffen regeling werden ze als het
ware gemaakt tot een nieuwe “heffing ineens, die, als

uien b.v. aanneemt, dat ‘de heffing 10 jaren 1aug zal plaats hebben Pn van 32 millioen tot 40 millioen zal
oploopen, in contante waarde gelijk staat met een
dadeljk te betalen heffing ineens van ruim
f
300
millioen.

Het ligt nu echter geheel in ‘de
lijn
om 66k van hen, die door den oorlog pro,fiteerden, nog een flink bedrag
meer te vragen, dan hun door de Oorlogsiwins’tbelas-
tin.g was opgelegd. IVSr. Treub dacht 1daarom reeds in
1918 aan verhooginig van het percentage ‘van die be-
lasting tot 50 pOt. en aan een Werthzuwaohssteuer’ van
het onroerende goed. Sohrijn.er
dezes bepleitte reeds
in April 1918 een flinke v.ermogensaanwasbel’asting
over de oorlogsjaren, welke ook velen zonde kunnen
treffen, di door de Oorlogswinabbelastiug niet of niet
voldoende getroffen waren. En dit den’kbeeld be-
lichaamde Mr. De Vries (zij het te k’wader ure tege-
lijk met een onimatige periodieke vemogensaanïwasbe-
lasting) in het nu aamhangige on.twenp.
Uit het bovenstaande blijken drie zaken. Vooreerst
de volkomen onjuistheid van de bewering, ‘dat ‘de
Minister bij ‘de dekking der crisisui’tgaiven degenen,
die reeds’ ‘rijk waren, wil sparen en
alles wil
halen van
wie. rijker werden; voorts, dat aan het denkbeeld van

Mr. Bruins, om naast ‘de ver’mo’gens’aanwâsbelaating
over de oorlogsjaren een heffing van alle vermogen-
bezitters te stellen, reeds in hoofdzaak voldaan is;
en ten derde, ‘dat er ‘voor, het plan Marchant reden
noch ruimte i’s.

Mr. Marchant stelt een heffing ineens voor, waarbij
reeds een van de kentee’ken’e’n van zulk een belasting,

t.w. het betalen van een groot bedrag in een korten tij’d, is losgelaten. Daardoor won hij voor zijn plan
reeds gedeeltelijk de sympathie van een groot tegen-
stander van zulke heffingen, den heer G. M. Boisse-
vai.n; ‘deze wen.sciht slechts, da’t ook het tweede ken-
merk wordt losgelaten, t.w. het bepalen van den aan-
slag voor het geheele tijdperk naar den toestand op

één dag (1 Mei 1919). Terecht verwacht ‘de ‘heer B.,

dat het in het ‘gunstigste geval met ‘het ontwerp-Mar-

chant zal gaan al’s met de Ver’dedigiiigsbelast.ingen,
t.w. dat de vaststelling van tien aanslagen in de plaats
zal treden van die van éénen aanslag.

Maar, zoo vraagt men zich af, waaiom dan die
geheel nieuwe ‘belasting? Er valt over ‘te praten, of

wellicht Mr. De Vries te veel ‘uit den vermogensaan-

was, .dÂ. van de ,,rijker, geworden” lieden, en ‘te weinig
uit de Verdedigingsbela’sting (d.i. van ‘allen; die ver-

mogen hadden of kregen.), wenscht .te putten; m.a.w.

of wellicht eenerzijds de 30 pot: der Vermogensaan-
was’belasting te verlagen ware (of een beduidende

degressie ware aan te nemen voor de kleinere aan-

wassen) en anderzijds de percen’tages van een of meer
der drie Verdedigings’beiastingen niet onbeduidend

zouden zijn op te voeren. Maar deze laatste belastin..

gen, misschien tien ‘of meer jaren, te handhaven met
een gereduceerd tarief en daarnaast alweer een nieuwe
belasting van vermogén en ‘inkomen voor ‘den tijd

van ‘tien jaren in ‘te voeren, ‘is toch inderdaad te OM-
neesch, lastig en kostbaar voor den fiscus, hinderlijk
voor de belastingschu,ldi’gen. Juist zijn Veriogens- en

Ver’dedigingthelastingen la en I’b . op één aangifte-
en één ‘aanslagbiljzt gekomen en daar ‘komt men weer

met nieuwe aangifte- en aanslagbiljetten ‘aandragen.
Volkomen önnoodig ‘als men zich wilde beperken tot

tariefswijzigin,gen van bestaande ‘belastingen. ANT. VAN GUN.

Bij Mr. Van Gijn’s beschouvingen, die de ‘groote
verdienste ‘hebben het vraagstuk van het verband tus-
schen ,de vermogensaanwabelastjng en het reeds be-

staande compléx van directe ‘belastingen’ te stellen,

gelijk het m.i. ‘behoort te worden gesteld, ‘zij onderge-
teekende nog een enkele opmerking ‘geoorloofd.
Mr. Van Gijn’s gedachtengang is deze. De eerste

verdedigin’gsbel’astingen over drie jaren tegen hoog

tarief geheven, ‘konden geacht worden in verhouding

tot den last, dien de oorlogswinstbelasting op het i’n
den oorlog gewonnen surplus-inkomen legde, op bil-
lijke wijzé het algemeen inkomen en vermogen te

treffen. Minister De ‘Vries heeft deze verdedigings-
belastingen, zij het onder niet onbelangrijke verlaging
van het tarief, een viertal jarén verlengd, wat nog

wel door meerdere jaren zal worden gevolgd. Onge-
twijfeld is ‘di’t een verzwaring van den al’gemeenen
last op in,kotmen en vermogen, waarmede naar het
oordeel van Mr. Van Gun reeds bij voorbaat in hoofd-
zaak is voldaan aan den eisch, dat,. wanneer tot een
afzonderlijke belasting van ‘het oorlogsvermogensaccres
wordt overgegaan, tegelijk ook het van vrdeger itam-mend vermogen moet worden belast. Om dit te bewij-
zen kapit’aliseert Mr. Van Gijn in het hedén den druk,
die een tien jaren voortgezette heffing van de verde-

dig’ingsbelastingenDe Vries op het algemeen vermo-
gen zou leggen.

Waar het juiste evenwicht van belastingdruk ge-
legen is, valt niet wiskundig vast te leggen. Mijne
persoonlijke meening is, dat een ‘heffing van een ver-
mogensaanwasbelasting van een.ige ‘beteeken.is – Mr.
Van Gijn zou, ,geljk blijkt, bij een progressieven opzet

zelfs de 30 pOt. als top willen handhaven – de
schaal naar die
zijde
zou doen doorsl’aan, zooda’t eenig
nieuw tegenwicht – ik sprak van een hef f’ing ineens
tot maximaal bv. 5 pOt., terwijl thans het vrijzinnig-
democratische ontwerp een klim tot 20 pOt. voorstelt
– noodig it. Hierover valt te twisten. Principieel

zou ik ‘daarentegen willen vasthouden aan’Jiet ‘begin-
sel, d’at, wordt ineens of in enkele dicht op elkander
volgende termijnen een niet onbelangrijk deel van het
oorlogsaccres van h’et veimogeu opgeëischt, in d e-z e 1 f d e periode ook van den houder van oud ver-
mogen een offer moet worden gevorderd. Sedertde ver-
vlakking, die
Mr. De Vries in de Verdedigi’ngsbelas-
ting heeft aangebracht, is deze, zelf i indien haar druk
vol’doen.de kon worden geacht, hiertoe principieel niet’
meer bruikbaar. Kapitalisatie in het heden van een

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

895

gedurende een reeks van jaren voortgezette belas-

ting, gelijk in Mr. Van Gijn’s betoog geschiedt, is in

een theoretische redeneer.ing zonder twijfel geoorloofd.
Gaat het echter om wezenlijke egalisatie van den

belastingdruk in een bepaald tijdvak en over de dan

leven’den, dan moet ook f e i t e lii k de last in ‘dat
tijdvak worden verzwaard. Dat in •de uitvoering een

zoodanige heffing in eens eenvoudig kan
zijn
en dat

vermoedelijk zelfs in hoofdzaak volstaan kan worden

met een gedurende twee of drie jaren op de ver.dedi-
gingsbelasting gelegde supertax, progressief tot een

totaal maximum van 5 püt. van het vermogen – om

dit percentage voorloopig nog vast te houden – zij

hier slechts pro memorie vermeld.

Een enkel woord voorts naar aanleiding van de be-
schouwing, die Mr. Marchant in het jongste nurn-
nier van ,,De Vrijzinnig-Democraat” aan liet in mijn
artikel aanbevolen denkbeeld wijdt. Begrijp ik Mr.

Mareliant’s bezwaar goed, dan is het zijne meening,

dat de vermogensaanwashelasting over ‘het oorlogs-
tijdvak niet is, wat zij behoorde te zijn, ni. een belas-
ting speciaal van het oorlogsprofijt: In theorie is dit

natuurlijk juist. Practisch meen ik echter voorloopig
de conclusie, waartoe de cijfers der vermogensstatis-
tiek mij op blz.
859
van dit blad leidden, onverzwakt
te moeten handhaven. Deze conclusie was, dat op
grond van liet daar gevoerd betoog het overgroote
deel van de 414 en 935 millioen ‘bedragende vermo-
genstoenemingen van de jaren 1916 en 1917 te be-
schouwen is als staande in het meest innige ver-
band met het complex van omstandigheden door den oorlog in het leven geroepen, hetzelfde complex, dat
de gemeenschap voor zulke ontzaglijke lasten heeft
gesteld. ‘In de Memorie van Toelichting tot ‘het

Vrijzinnig-Democratisch ontwerp wordt er op ge-
wezen, dat het ‘bijzonder karakter van conjunctuur-
winst tijdelijk is en snel verjaart, ‘dat, wo•dt zoodanige
winst niet onmiddellijk getroffen, het verschil met
ander inkomen en ander vermogeif verbleekt, zoodat

een
bijzondere
belasting als een onrechtvaardigheid
wordt gevoeld. Gezien van de zijde van den indivi-dueelen vermogensbezitter is dit niet geheel onjuist
en men zal het argument mogen voegen
‘bij
die, welke
er voor pleiten naast het oorlogsv’ermogen het oude
vermogen niet vrij te laten uitgaan. De moreele
rechtvaardigheid, uit gemeenschapsoogpunt, van een
bijzondere en ‘belangrijk zwaardere be]astirig van het
door den ‘oorlog gewonnen vermogen, wordt hierdoor
evenwel niet aangetast.

De in den oorlog verkregen vermogensvermeer.de-
ring kan, gelijk ook Mr. Marchant aanwijst, in twee
hoof’dgroeipe,n worden ‘verdeeld, P. het belegd oor-

logsinkomen,
20.
de
feitelijke
vooruitgang in de
waarde van verschillende vermogensdeelen. Een on-
•derscheid, dat van groot ‘belang is voor de vraag, in
welke verhou’ding de vermogensaanwasbelasting staat
tegenover ‘de reeds tevoren geheven oorlogswinstbe-
lasting. In het nummer van 17 September roerde ik
dit vraagstuk niet aan. Tot besluit dus ditmaal nog
een enkel woord hierover.

Wat •de eerste hoofd.groep, het belegd oorlogsinko-
men betreft, kan men in het algemeen zeggen, dat dit reeds voor het overgroote deel door de oorlogswinst-
belasting zal zijn getroffen, zoo’dat hier de vermo-
gensaanwasbelasting inderdaad werkt als een verhoo-
ging van de oorlogswins’tbelasting over het niet ver-

teerde, opgelegde gedeelte der oorlogswinst. Intus-
schen zijn er toch ook enkele vormen van surplus-

inkomens, waaronder in de eerste en voornaamste
plaats de resultaten van gelukkige effeetenspeculaties,
die thans voor het eerst zullen worden getroffen.
Geheel juist is dit echter •ook al weder niet. Immers,
gelijk bij ‘de behandeling van het ontwerp oorlogs-
wiustbelasting reeds werd opgemerkt, voor zoover de
speculaties geschied zijn in Nederlandsche effecten,
stonden ‘de koer’srijzingen ten ‘deele onder den druk,
der oorlogswinstbelasting.

Anders is het met de tweede groep, de vooruitgang

in de waarde van verschillende ‘deelen van het ver-

mogen. Ruwweg kan men hier nog verder onderschei-
den tussehen waardestijging van effecten, van roe-

rende goederen als machines, bedrijfsvoorraden etc.,

en van onroerende goederen, ongebouwd en gebouwd.

De koersen van aandeelen in Nederlandsche onder-

nemingen ondervinden den druk van ‘het bestaan der
ooriogswinstbelasting. Echter niet ton volle. Immers

oorlogswinstbelasting is slechts geheven van de in

deze jaren in geld genoten surpluswinsten der onder-

nemingen. De waardestijging van gebouwen, ‘schepen, machines, etc., d’ie daarnaast staat, alsmede de belang-

rijke bedragen, die gereserveerd werden, zijn niet ge-

troffen. In het ‘algemeen zijn het dan ook de waardestij-
gingen van roerende en van onroerende goederen, die
thans door de vermogensaanwasbelasting voor de eerste
maal zullen worden getroffen. Vooral wat het onroe-

rend goed betreft, is dit een van de ‘goede zijden van de
vermogemaanwasbelasti’ng. Doordat ook ‘de overige

nieuwe vermogensbedragen, die reeds door de oorlogs-
winstbelasting getroffen zijn, opnieuw worden belast,

is hiermede de bestaande on’billjkheid niet opgeheven.

Voorkomen wordt evenwel, dat zij verder wordt geac-
centueerd.

Voor het onroerend goed, en vooral voor het ge-
bouwd, welks waardestijging door de sooveel hoogere kosten van nieuwbouw nog wel zoo stevig gefundeerd
schijnt als die van het ongebouwd, blijft an ook de
vraag ‘bestaan of niet op andere wijzen deze onbilljk-
heid moet worden opgeheven. Een vraag, die juist
‘dezer dagen acuut is geworden door ‘de •mededeeling in de dagbladen, idat een wijziging der Huurcommis-
siewet in overweging is, waarbij o.a. een verdere huur-

stijging voor ‘de ‘bestaande woningen zal worden mo-gelijk gemaakt. Te betreuren is het, dat deze officieele
erkenning van de waardestijging van het gebouwd

niet tovens is gepaard gegaan met de aankondiging
van een wetsontwerp, waarbij naar Engelsch voor-
beeld op een deel van deze waardestijging voor de ge-
meenten wordt ‘beslag ‘gelegd. B.

DE MARKEN.
*)

Uit het bericht in de ,,Times” zou men opmaken,

dat het doel der Parjsehe Valuta-conferentie is: de
bespreking van de s’tab’iliseer’ing der wisselkoersen;
daarnaast kan men zich initusschen als minstens even

gewiichti’g onderwerp der besprekingen vodrstellen:
de vraag, of men ‘de gedaalde ivaluta’s der verschillen-
de landen in ‘den isteek zal laten, voorgoed zal afzet-
ten, dan wel traohten zal, ze op het vroegere peil
terug te ‘brengen.

Voor een actief optreden in ‘beide aangelegenheden
is een helder inzicht in de oorzaken, di’e de wissel-
koersen bewegen, een eerste voorwaarde. I)at dit
inzicht bij ‘vele leiiden’de bankiers en staatsliede’n ont-
breekt, blijkt ‘dagelijks. In Duitschlan’d schijnt men
nog steeds te meenen, dat men de valuta verbetert,
door ‘den ‘buiteulan,dsehen handel te belemmeren –

waarmee men juist het tegenovergestelde bereikt,
daar men er den economisch’en toestand (vau het land
mee ‘benadeel’t. Die ‘gedragslijn ‘berust op het nog altijd
bestaande misverstand, dat ‘de daling der Mark ver-oorzaaikt zou zijn, doordat men meer in- dan uitge-
voerd heeft. Hoe onjuist dit is kan men gemakkelijk
nagaan, als men zich eens afvraagt, of inderdaad de Mark kan’s zou hebben te rijzen, wanneer Dujitsch-land zijn heele import-surplus betaalde met uitvoer,
zoodat er onoveer niets aan waarde meer in het land

bleef en daartegenover een circulatie van 24 nzilliard aan papieren geld stond.

Aan het misverstand ligt de foutieve voorstelling
ten grondslag, ‘dat een import-overschot zou hetee-
kenen: een gr.00ter aanbod van dan vraag naar wis-
sels, wat ‘dan een dalen van den prijs ‘van den wissel

•) Vervolg en slot van pag. 875.

896

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

tengevolge zou hebben. Nu is een wissel geen waar

en de prijs ‘van den wissel niet te ‘vergelijken met den

prijs van een waar; en men past de vraag-en-aanbod-theorie hier op geheel onjuiste manier toe.

Wanneer een overschot goederen naar Duitsahiand

geëxporteerd wordt, zoo schijnt de voorstelling te zijn,

dan wordt een zeker bedrag aan wissels door de
Nederlanidsche kooplieden aan de Nederlandscihe baa-
kiers aangeboden, waardoor de koers daalt. Dat be-

duidt dns, dat de koers van de Mark :daait, omdat,
in plaats ‘van de Nederlanidscihe kooplieden, de Neder-

landsche bankiers aan Duitsdhland leenen. Dat be-

d:u’ic}t, dat cle Nederlandsehe kooplieden een soort

agio aan de Nederlandsche bankiers betalen, wan-
neer ‘dozen hun papier overnemn. Waarom zouden zij

dat, wanneer zij ‘voor midlioenen onibelegd kapitaal
hebben? Dat bednidt, dat geffieel aribitrair, tuaschen

eickele Nederlanidsehe kooplieden en Nederlanidsche
bankiers de waarde van liet Duitsche gelid wordt vast-

gesteld – geheel onafhankelijk van de waarde, zooals
clie uit het prijsndveau zou blijken.

Het is natuurlijk prees andersom: de bankier

speculeert; de uitkomst echter van zijn speculatie
hangt af van de waarde van de Mark, zooals die uit

dan internaibiona.len goederenruil te ‘voorschijn zal

komen; de internationale goederenru,il stelt den koers’
vast; ‘de speculatiekoers schommelt om dien wérke-
lijken koers heen en weer.

Het combie van idwaasheid op dit punt vond ik

onlangs in een in het ,,Han.delsbhid” aangehaald
artiked uit het ,,Berliner Tageiblatt”: de oorzaak van
de daling ‘der Mark zou voornamelijk daaraan liggen,

dat ide Duitsche exporteur naar Zwitserland zijn
waren in francs moet facitureeren: daardoor zou een

overvloed van Duitsdhe hetaalmddlidelen in Zwitser-
land ontstaan. De voorstelling daarbij is blijkbaar, dat
er een fonds ‘van Marken in Zwitserland ligt, waaruit
men den exporteur betaalt en -Marken naar Duiitsch-

land zendt, da-t men daarentegen francs naar Dii itscih-
land zou zenden, zoo men in fra.ncs factureerde! Wat
zou de man met ‘clie franca ‘in Duitschla’n,d aanvan-
gen? –

Het eenige verschil tusscihen het factu.reeren in
t
franes of in Mai-ken bestaat daarin, dat men een
maatstaf voor het vaststellen van den prijs ‘gebruikt,
dien ‘men ‘vaster acht.

Men make ‘zich• toch duidelijk, dat er
geen andere
internationale betaalmiddelen zijn dan goud en goe-
deren;
en dat de wissel ‘niet anders is dan een verre-
kenmiddel tusschen exporteur en iimporteur en in

den koers de waardeverhouding tussohen twee
valuta’s, ‘zooais ‘die ligt opgesloten in de twee prijs-
niveau’s, tot uiting komt.

– Hot is merkwaardig, hoe, nadat vijf jaar lang ge-

bleken is, hoe volslagen machteloos de bankier tegen-
over de wisselkoersen stond, nog altijd ide opvatug
kan heerschen, dat hij heer en meester over de koersen

is en het in zijn macht heeft, ze te stabiliseeren. In
waarheid- is ‘de bankier alleen een werktaig, waarvan
zich de internationale goederenruil bedient en waar-
door de inarktkoers van den wissel veel ‘dichter bij
de bestaande, maar onzichtbare pariteit blijft, dan
anders mogelijk zou zijn.
Het vraagstuk van de beheerschin.g der wisselkoer-
sen echter is het vraagstuk van de beheerschin.g van
het ‘ruilmiddel en behoort tot de taak der centrale
bankleidin.g.
Dat de bankiers-conferentie o’p dit punt
dan ook iets nieuws ontdekken ‘zou, is ‘vrijwel uitge-
sloten.

Dat men intussobien te Parijs ten aanzin der
Duitsche valuta goed werk zou kunnen doen, valt niet
te betwijfelen. Het vredesverdrag is in dozen het,
groote ‘kwaad en nen werkstuk van zeldzame menscihe-
lijke domheid. Nooit is sprekender bewijs geleverd,
dat het Fransche ‘volk gezond verstand mist. Men wil
daar, zooals een Hollanjdsch tbankier tegenover den
Amerikaan Frank A. Vanderlip opmerkte, de koe

tegelijk den nek omdraaien en melken. Het Disitsche

volk werkt niet omdat het niet weet waarvoor het

werkt. Zag men van iedere onimatige schadevergoe-
ding af, die men op ‘deze wijze toch nimmer zal kun-

nen binnenhalen, dan zou men in Duitschland weèr

gaan werken, wat ten bate van de hoede wereld zou
komen. Dan zou waarschijnlijk de Mark ook weer
gaan stijgen, althans niet verder dalen. Verder zou
Duitscihianid zeker verstandig doen
zijn
nutteloozen
gondschat uit te voeren en zal het de productie wel

niet opnieuw in gang kunnen brengen zonder groote
buitenlandsohe 1 eeningen.

Of het nu echter ook de moeite zou bonen ten koste
van groote offers de valuta weer op het vroegere peil

te herstellen, is een andere vraag, die mi. ontken
nend moet worden beantwoord.

Ook op dit punt heerscht de meest mogelijke ver-

warring; en men bediseussieert ijverig de vraag -of
een lage valuta een voordeel voor den handel en het

herstel dus een nadeel is.
De handel
heeft
geenerlei belang, zoommn bij een
hooge als bij een lage valuta; de handel heeft alleen
belang bij een vaste valuta. Het is volkomen onver-
schillig, of 1 millioen aan Duitsche steenkool betaald

wordt in Marken, die 60 Hollandsche centen, of die
8 Hollandsche centen waard zijn. Maar wie zijn

factuur heeft opgemaakt in Marken, toen ze 15 cts. waard waren en ze betaald krijgt als de Mark 8 cts.

waard is (aangenomen gemakshalve, dat de cent een
vaste waarde vertegenwoordigt) lijdt een gevoelig
verlies.

Met dit feit staat de populaire dwaling in verband,
dat eQn gevallen valuta een voordeel zou
zijn,
‘omdat
ze een export-premie zou inhouden. Inderdaad kan
er uitzonideringagewijs wel eens een export-premie
aanwezig zijn, wanneer nl. de handel geen inzicht

heeft in de beteeken,is van ‘het dalen dci’ valuta en
voor reed’s in den hanidel gebrachte producten den

ouden prijs of nagenoeg den ouden prijs bijbchou’dt,
zoo b.v. op het oogeublik Du,itsohe boeken. Maar –
een export-premie is nimmer een voordeel!
Een
export-premie is geen op transcendentale
wijze
ont-
stane
rijkdom,
maar moet ergens vandaan komen., in
dit geval van. den Duitschen exporteur,
die dan ook wel spoedig xcii moeten inzien, dat zijn handel hem
louter nadeel oplevert. De ‘handel heeft dus geen be-
lang bij het herstel der valuta op deze wijze. Integen-
deel: waar ‘het dalen alle nadeelen van een onivasite
valuta teweegbracht, zou het op peil ‘brengen een
nieuwe en langdurige periode van onvastcheid tenge-
volge hebben.

In de tweede plaats zou de intrekking ‘van mii-
liai;den papiergeld, welker verdwijning noodig zou
zijn, maatregelen vereisohen, die het credietwezen
voortdurend zouden verstoren.

Wie zijn nu degenen, idde belang ‘hebben bij hët
herstel der valuta? Dat zijn alleen de scihuldelschers,

wier vorderingen in Marken zijn uitgedrukt. Zij heb-
ben een zeker moreel recht op herstel, echter alleen
tot den stand op ‘het oogenblik, dat hunne vordering
ontstond. Ieder herstel op hooger peil is een bavoor-
recchtin’g van schuldeischers. Dit is van groot belang
met het oog op de milliarden aan staatsleecncingen.
Moeten deze terugibetaa]id worden ‘volgens een hooger
Markenkoers dan de stand was op het oogeniblik, dat
ze werden aangegaan, zoo is dit een benacdeeling der
belas’tcingbetalers ten bate der bezitters van staats-
papieren; terugbetaling volgens een lager koers daar-
entegen, is een ‘beinadeeling der bezitters ten bate
der bela’stingbetaiers. Onrechtvaardig nasa- de een.e of
de andere zijde zal men steeds zijn en het tweede
alternatief lijkt mij beter dan het eerste.

Men moet zich ook duidelijk voor oogen stellen,
dat de waarde-‘vermind’eriing van het circuleerende
ruilmijddel zelf in geen geval te herstellen is. Dit
heeft, terwijl het van hand tot hand ‘ging, plaats ge-
vonden; ieder dooi- wiens handen liet ging, heeft er

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

897

zijn deel aan .gehad. Alleen wie gedurende langerein

tijd biljetten haimstorde, draaigt de volle schade; deze

Itamsteraars hebben rzeker het minste recht zich te beklagen; bankpapier is er niet voor om opgepot te

worden, maar om te eirculeeren.

Dit alles in aanmerking genomen, lijkt mij de
cenig mogelijke gedragslijn, dat men althans ziet

verdere daling te voorkomen door gouduitvoer en door
con sterke bankpolibiek: door geleidelijke intrekking
van biljetten rvoorzoo
rv
e
r
dat noo.diig zal blijken; moet
Duitsohlanid echter milliarden vergoediinjg betalen en

ook de milliarden bankbiljetten, dlie nog in de ivroe-

ger bezette gebieden zich bevinden, inlossen (met het
eenige natuurlijke, waarmee ze in te lossen zijn: met
goederen of goud), dan aou zelfs dit misschien niet

piacti.sch bereikbaar (hoezeer theoretisch mogelijk)
vijn. Komt de productie echter weer op gang, dan zou
een herstel van de Mark het gevolg zijn, naarmate de

econjomisclhe toestand van Duitschland dien in het

buitenland als het ware weet inhaalt. Practisch zou
het dan ide beste weg aijn, zoo men een nieuwe pan-
teit fixeerde, zooldra blijkt, idat !nen het ruilmiddel

kan beheerschen, zoord.at men dan een papieren Mark
tegen-over een gouden Mark zou krijgen.
In hoeverre het zaak zou zijn, terwille van het

prestige tegenover het buitenland, tenminste zoolang
te wachten tot een koers bereikt is, diie niet al te
buitensporig lijkt, is een andere vraag, waarvan de
beteeikeisis ook daarvan afhangt, hoeveel in Marken

uitgedrukte scfrtuilden er in het buitenland zijn en
in welk-en tijd ze zijn aangegaan.

Zoo Minister Errzber.ger inderdaad van plan is ge-
weest, een deel van het in te leveren pap.ier in te
trekken, wijst dat op het, voornemen tot definitieve

,,afzettinj” daarvan. De maatregel was dan echter
noodeloos omsiaehtiig, het doel kan op veel eenvou-
diger manier bereikt worden op de beven aalnigege-
ven wijze. Wie 20 ‘zoogenaamde papiermar.ken bezit,
die bv. 5 goudmarken waard zijn, is er precies even
slecht en goed aan toe, als wie 10 papiermarken bezit,
die ook 5 goudmarken waard zijn. Wonderlijk onbil-
lijk zou de maatregel bovendien zijn, wanneer men
alle Markenvorderingen wèl in haar vroegere waarde liet bestaan.

Theoretisch is een middenweg denkbaar: men zou
kunnen trachten scihulden, die ontstaan zijn in den
tijd, dat de Mark nog ‘volwaardig was (respectievelijk
hoogero waarde had) op die waarde te f-ixeeren. Of
dit denk-beeld practisch uitvoerbaar is, laat ik in ‘het
midden: liet zou in ieder geval alleen met staatshulp
verwezenlijkt kunnen worden; anders – zouden de
financiën ‘van allen, die debet en credit geldposten van
verschil-landen datum in hunne boeken hhben open-
staan, op deerlj’ke en onverantwoordelijke wijze wor-
den ontviicht.

Theoretisch staat de zawk van het £ er even zoo
voor als de Mark, is er even weinig reden het papieren
£ op een waarde van 12 gulden terug te brengen. Hier
werken echter de ,,impondera’bi]ia” heel sterk in de
richting van een herstel, dat anderzijds veel minder
offers zou kosten: een papieren pond van : 12
van den gouden savereign zou wel altijd als een
schoonhoi’dsfout ‘van het Engelsche gel-dwezen aange-
‘zien worden; het zou niet ,,staan”. Hoewel liet niet
zooveel zonidenlinger zou zijn, dan de verhouding tus-
sheu sovereign en guinea. E. C.
VAN DORP.

EEN VE1?OETEN OBJECT VOOR HEFFING

INËENS.

De heer. Nico J. Polak schrijft:

De nood der schatkist verscherpt steeds meer de
oogen van hen, die speuren naar voorwerpen, welke
ook maar eenigermate zouden kunnen worden belast. Allerlei kleine en verborgen middeltjes wondin opge-
spoor’d. Kleine ijidelheden -als meerdere voornamen of
aankoop van titels zijn zelfs reeds als belastingobject

in orverweg7ing gegeven. Wotan zou evenwel den plan-

nensmeder-s met recht kunnen toevoegen: ,,Nach
eiteln Fernen forschest du, doch was dir nahe liegt
fiel dir nicht em.”

Wat ligt meer jvoorde .hand, dan de schatkist profijt

te doen trekken van de zeer aanzienlijke winsten,
door -naam]ooqe vennootschappen behaald? Thans

immers iwor,den slechts ‘haar uitdeelingen belast en

het behoeft geen betoog, dat de gemaakte winst die
u-itdeelingen verre te boven gaat. Ik geloof niet te

overdrijven, indien ik ‘de niet uitgedeelde winst der
gezamenlijke Nederlandsche naam.looae vennootschap-

pen over de jaren 1915/17 stel op liet du..b;bele der
gezamenlijke uiit-deeliingen.

Alen zal mij wellich.t toevoegen, dat de uitdeelin-

gen der naamloeze vennootschappen daarentegen ook
dubbel worden belast, eerst bij ide bron door de
Dividend- en Tantièm-ebelastin’g, daarna bij den
genieter door de Inkomstenbelasting. Hiertegen zij

allereerst aangevoerd, dat voor zwaardere belasting

van de winsten der naamlooze -vennootschappen alles-
zins -aanilniding bestaat, waar die winsten eenerijds
met minder persoonlijk risico, anderzijds met minder

inspanning worden ver-kregen. Maar voorts vergete
men ook niet, dat de ‘dividend- en tantièmebelasting
-bij lange na geen verdubbeling uitmaakt van de
inkomsten- -en veridedig’ingsbelasting II tezamen, ten-

minste niet ‘voor de ‘gelukkigen met groote inkomens,
oader wie ide ‘genieters der -divildeaden en tantièmes
voor -het grootste gedeelte ressorteeren.

Een eenvoudig voorbeeld om ‘dit ‘duidelijk te maken.
Een naamlooze vennootschap heeft in eenig jaar
een winst gemaakt van
f
220.000, waarvan zij de helft,
reserveert en de andere helft uitdeelt. Zij betaalt over rond een ton uitdeeling
f
9050 dividend- en tantiènic-
belasting en ide geneter ‘betaalt daarover. aan Inkom-
stenbelasting
f
10.958, aan opcenten
f
2.739,50 en aan
Verdeidigingsbelas-ting
II f
3.788,50, totaal
f
26.536.
Wordt de gereserveerde 110 mille na jaren bij likwi-
Idatie der maatschappij uitgedeeld, dan heft de fiscus
daarvan nogmaals ruim
f
9000 (van de netto-uitdee-
ling, ‘dus alzoo ruim 1 ton ‘wordt), terwijl ‘de genieten,
wiens bron is vervallen, dan niets meer betaalt. Totaal
wordt dus over deze 220 mille nog geen
f
36.000 be-
lasting geheven.

Wordt de winst echter niet ‘door de naamlooze ven-nootschap behaald, maar -door een- persoon of firma,
wier risico wegens ‘de onJbeperkte aansprakelijkheid
veel grooter is, dan wordt onmijd-deilij’k geheven
f
26.958 ‘aan Inkomstenbelasting,
f
6.739,50 aan op-
centen en
f
10.988,50 aan Verded’iginigsbelasting II,
totaal
f
46.686.

Het ontwerp-Marchant tot heffing ineens strekt
zich ook uit tot de groote inkomens. Mat de winst,
,door naamlooze vennootschappen gemaakt en niet
uitgedeeld, blijft- van -die heffing vrij. En in onze
bagenivoor,dige maatschappij worden steeds meer be-

drijven in den vorm van naamloezo vennootschappen
-gevoerd, won dt het leeuwendeel -der bedrijfswinsten door middel van deze rechtspersonen behaald.
Een uitmuntend beiastingo-bj eet lijkt -mij nu voor
de toekomst de -door de niaamlooze vennootschappen
te maken winst en voor het oogenblik -de door haar
opges-paarde winsten uit vroegere jaren. Daarover is
toch nimmer belasting geheven, noch bij -de vennoo’t-
chap, noch -bij den genieten, voor wien de kapitaals-
vorming tot uiting kwam in belastingvrije stijging van de waarde zijner aandeelen.

Deze heffing over de gezamenlijke zichtbare en
‘erkapte resei-iven der uaa.mlooze ‘vennootschappen en
andere vereenii’gingen van personen past zeer goed in
‘iet kader eëner heffing ineens. Het is een eenmalige
retrospectieve heffing. Een percentage van 6

t
8
lijkt mij geenszins on’billijk. De uitdeelingen ivaren in
den loop -der jaren bij de vennootschap belast met
2i tot 6,65 pOt., bij de genieteiis met 2 tot 20 pOt.
Moeilijkheden wegens vermindering van bedrijfakapi-

898

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

taal zullen de vennootschappen niet ondervinden

indien de belasting in staatsschuld kan worden vol-

daan: de meeste naamloo’ze vennootschappen heb’ben
nog aanzienlijke bedragen ‘van de ,,vrijwilli’ge” leeni’n-

gen in porrtefe’ujille.

Ik moet erkennen, dat de arbeid, door zoo’danige

heffing van de .bel.astingaidminiistratie gevergd, niet
gering zad zijn. Maar zij heeft zich ook door de zeer

bewerkelijke ooilogawinstbelasting heen’geslagen, wel-

ker likwidatie per ultimo .1918 zich vrij goed bij een

dergelijke reserve-belasting per 1 Januari 1919 zal
aanpassen. Ook is een belasting, die taliijke millioenen

zal opleveren, wel ‘een flinke uitbreiding van eerste-

rangspersoneel waard. En bovendien, is het een groot

bezwaar als er met de definitieve regeling dezer hef-
fing eenige jaren gemoeid zouden zijn?

Naast deze eenmalige heffing zal clan, met a.fschaf-

fiing der eveneens zeer
bewerkelijke
en ‘veelvuldig out-

doken dividend- en tantièmebelastinig, een permanente

belasting op d’e winst der n’aamlooze ‘vennootschappen

moeten worden ingevoerd. Een terugikeer dus van de
N.V. in de Wet op de Inkomstenbelasting. Men zou
hierbij het stelsel kunnen volgen, 1dat de winst eener
naamlooze vennootschap wordt belast met 10 püt. en

dat voor den genieter
zijn
volgens progressieve schaal

berekende aanslag wordt verminderd met b.v. 5 pOt.
van zijn inkomen uit naamlooze vennootschappen. Op

de kleine ‘aandeelhouders, wier inkomen nog niet aan
de 5 pOt. belasting in de progressieve schaal ‘toekomt,

drukt de ,,belasting bij de bron” ‘dan niet ‘of in zeer

geringe mate, op de grooten drukt ze niet onbillijk

zwaar.

En nu komt het mij voor, .dat thans
‘bij
de heffing

ineens deze winst’belasting voor het jaar 1919 gerust
kan worden verdubbeld tot 20 ROt. en dat ook de
inkomstenbelasting ‘voor natuurfljke personen voor
dat eene jaar een eind omhoog mag worden gebracht,

beide heffingen in plaats van de tienjarige heffing
van- het arbeidsinkomen uit ‘het ontwerp-Marehan’t. Wat toch is het geval? Er zijn in 1919 grove winsteli
gemaakt, wellicht nog aanizi’enlijker dan in eenig

oorlogsjaar. De blijvende duurte doet stevige

winstmar’ges ‘veronderstellen, een suppositie, gesteund,
door de berichten omtrent de werking ‘van de En-
gelsche anti-woekerprijzeuwet en de mededeelingen

van den Amster,daimschen wethouder De Miranda bij
het aardappelandebat. De oorlogswinstbelastinig zal

deze winsten, die on’tegenzeglijk nog gevolg van

den gewezen oorlogstoestand zijn, niet meer treffen.
Een hooge heffing over 1919 is dus alleszins op haar

plaats.
Zulk een ‘heffing heeft ook het voordeel retrospec-

tief te zijn. De tienjarige heffing, thans voorgesteld,
heeft daarentegen het bezwaar van elke hooge prospec-

tieve inkomsten’beiasting, ‘dat zij ‘den ondernemings
zin verzwakt en 1daartdoor’de productie belemmert.,.’

Een naheffing mist .dat nadeel en is hier zeker ni.et
onbillijk, omdat de conjunctuur in 1919 andermaal
tot het ‘behalen van boven verwachting gunstige

resultaten heef’t medegewerkt en omdat door de pro-
ducenten en handelaars toch reeds op hooge belastin-

gen was gerekend!

Toekomstige vermvarinlg van lasten door een per-
man’ente belasting van 10 pOt. op de winsten der

naamlooze vennootschappen, zal niet of slechts in
geringe mate belemmerend op de
De leider van ‘de N.V. toch loopt zelf niet ‘hot grootste

risico en de aandeelhouders hebben practisoh geen

deel in ide leiding, zoodat verhouding van rendement

en risico hier veel geringer kan
zijn
dan in het parti-

culiere bedrijf voor en aleer men tot stilzitten zou

overgaan.

Resumeerend zou ik dus in overweging willen geven
een heffing ineens: le. op het vermogen overeenkom-
stig het ontwerp-Marchant, eventueel gecombineerd
met een belasting op den aanwas overeenkomstig het

denkbeel’d van Prof. Bruins; 2e. op ‘het inkomen over

1919 (tegen hoog percentage, ter vervanging ‘van de

tienjarige heffing, door Mr. Marchant voorgesteld);

3e. op de winst der naamlooze vennootsohappen over

1919 (b.v. 20 pOt. met vrijstelling van 10 pOt. over
de uit’deelingen bij de genieters) en 4e. op de reserven
der naamlooze vënuootsdhappen per 1 Januari 1919

tot een percentage van 6 8; alles met afschaffing

der oorlogswinstbelasting per ultimo 1918. En voorts

voor ode toekomst in ‘de plaats van de uitdeeling-

belasting een heffing van de winsten der naamlooze

vennootschappen met vrijstelling
van het halve hef-

fingspercentage over de uirtideelingen bij de gen’ieters.
P.

[De naamloeze vennootschap is steeds een gewild

belastingobject geweest. Dikwijls wordt hierbij niet

voldoende in ‘het oog gehouden, dat alle belastingen ten slotte door de burgers worden betaald. De naam-

boze vennootschap is niet van een juridische con-

structie voor een speoialen ibedrbfsvorm. Een zware
heffing op ‘de naamloorze vennootschap is dus
een
eenzijdige be1astin van een specialen bedrijfsvorm,
terwijl de andere, do firma, het particulier bedrijf,

onbolast blijven. Voor een dergelijk verschil in behan-

deling kunnen in sommige gevallen redenen bestaan.

De schrijver, die een zeer zware belasting op de naam-
boze vennootschap voorstelt, ‘verruimt aan te toonen,

wat naast d’e reeds bestaande dividend- en tantième-belasting ‘thans wederom een ingrijpende bijzondere

heffing van speciaal deren ‘bedrjfsvorm zou moti-

veeren.

Inderdaad blijven de opgespaarde winsten der

naamiooze vennootschappen, zoolang zij niet aan de
deelhebbers worden uitgekeerd, bij de gewone inkom-

stenibelasting onbelast. Zij zijn echter als zoodanig in
de waarde van het aandeel geïncorporeerd en zullen
mitsdien bij eene heffing ineens reeds
bij
de aandee-

lenbezitters voor het volle bedrag worden belast. Be-

lasting bovendien
bij
de naambooze vennootschap zou

dus leiden tot een dubbele heffing ineens van dat
deel vhn het vermogen, dat in ‘aandeolen van naam-

boze vennootschappen is belegd. Ook hier zou nadere

motiveering noodig zijn. – B.]

ENGELAND EN PER.ZIE. *)

WT
e
l was Perzië dcor liet tractaat van Turko-

mantchai van 1828 in ongunstiger conditie geraakt,
zoodat het buiten staat gesteld werd, zich door be-
schermende rechten te verzetten tegen den aandrang
van den Russischen en Erropeeschen handel in aller-
lei fabrikaten. Hiermede was dan ook het lot van de
in,heemsche industrie, vooral die der textielnijverhei,
bezegeld. De Perrische en andere Oostersche zijden en

fluweeben stoffen, bedrukte katoenen weefsels en
an’dere producten der nijverheid, die toen nog groeten-
deels lcunstnijverheid mocht heeten, werden in de Mid-

deleeuwen door de Venetianen
1)
overland naar Europa

gebracht en zij hadden op de Italiaansche en daardoor
op do Europeesche kunst een niet geringen invloed

uitgeoefend. Ook nog in de dagen der Oost-Ind. Oomp.
werden Oostersehe manufacturen van allerlei aard
in Nederland en Europa aangevoerd. Maar in den
loop der laatste honderd jaren is die kunstnijverheid,
waarvan de schaars overgebleven stukken thans

gretig door kunstlieveûde verzamelaars en musea
worden gezocht, door den voortdringenden Europee-
sehen handel bijna ‘geheel vernietigd en alleeii de
Perzische en andere Oostersche tapijten en enkele be-
drukte katoenen stoffen ‘hebben zioh op de wereld-
markt kunnen ‘handhaven.

5)
Vervolg en slot van pag.
873.
1)
Het woord
Karrnozijin
of
Karmijn is tot ons
via Ltalië
uit liet 0. gekomen,
,Arak is
een Arab. woord, evenals
Atlas
(satijnen stof),
Azuur is
evenals
Brons
uit Perzië afkom-
stig,
Calico ui’t Indië,
Damast uit
Damascus,
El ixir
uit

Arabië, evenals
Katoen; Mousseli,ve uit
Mosoel;
&,qrjn-
leer uit Perzië, evenals
iS’jaal of SIta’wl, ‘Paf, ‘l’ulbend,
enz.

(Dozy

Oosterlinen,
1867.)

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Maar staatkundig bleef het land onfhankelijk en

in hetzelfde jaar 1828 kon %elfs een Russisch gezant
te Teheran door het volk ‘vermoord worden, zonder

dat zulks v’oor. Perzië bedenkelijke gevolgen had.
Immers Rusland was toen in oorlog met Turkije en bovendien vormde Engeland het tegenwicht aan de

andere
zijde
van den balanceerstok, waarmede de Sjah

zijne onafhankelijkheid wist te handhaven, zoodat hij

in 1834 opnieuw daarvan werd verzekerd door een

Anglo-Russische overeenkomst, waarbij beide landen

de integriteit van Per,zië waarborgden. Gedurende de
geheele 19e ëeuw is deze toestand bestendigd en zoo
kon de Sjah in 1836 met Russische hulp Herat ‘be-

dreigen, in 1857 met Engelan’d zelfs oorlog voeren,

telkens hielp ‘heii de balanceerstok uit de moeilijk-

heden. Intusschen had Rusland,’ door ‘het handhaven
van een dynastie van onbekwame ‘voraten en rijksamb-
tenaren en het tegenwerken of onmogelijk maken van
a]]en clie meer dan gewone energie of capaciteit aan
den dag legden, alles gedaan wat maar mogelijk was, ten einde het land door eenige geperaties van wanbe-heer te brengen tot een dusdanig6a staat van armoede

en uitputting, dat annexatiie bij den grooten noorde-
lijken buurman de eenige uitkomst zou worden. Zoo
wist Rusland, bijna tot op den hu’idigen dag, den
aanleg van spoorwegen tegen te houden; de ‘handel
met West-Europa via den Caucasus werd door hooge

Rassisc,he invoerrechten en het weigeren van het
transito-verkeer zooveel mogelijk bemoeilijkt, zoodat
NooH-Perzië voor West-Europeesche, ‘of liiejvei niet-
Russische ‘goederen, behalve voor postpakketten, alleen
via cle Turksohe haven Trebizonde bereikbaar was en deze goederen z’oodoende belast werden met de
zeer dure karavaanivracht van uit die ‘haven en ‘boven-
dien een maandenlange reis hadden af te leggen. De
Russi’sche waren daarentegen bereikten Perriië langs
de landwegen en over de Caspische Zee en tevens werd de export naar Perzië door uitvoerpremies in
de hand gewerkt, %oo
,
dat ‘de Russisdhe suiker, waarop

bijzonder hooge premies werden verleend, de suiker van het met Rusland bevriende en verbonden Frank-
rijk zoo goed als geheel ‘van de Perziisc’
.he markt ver-
drong en de Perzon, niiettegenstaanide de ‘hooge
karavaanv’rach’ten, goedkooper suiker consumeeriden
dan de Russen.zeh’en. Ook door uitzonderingstarieven
op de Russische spoorwegen werd de uitvoer naar
Perzië gestimuleerd. De in Centraal-Azië •doo’r Rus-
land bezette enorme gebieden ‘van den Amir van
Bochara, die in de tweede ‘helft der 19e eeuw Ruslands
vazal was ‘geworden, werden in 1892 voor den invoer
van niet-Russisohe godderen uit Perzilë gesloten,
waarmde aan den Perzischen bandel een gevoelige
slag. werd toegebracht. In dien tijd was ‘de beroemde
Russische staatsman ‘graad Witte in Rusland opper-
machtig en hij meende aijn land het best te dienen
door de industrie met behulp van een niets ontsiend
protectionisme te bevorderen. Ook geloofde hij ‘door
dit
systeem de pdnétration
pacifique
van Perzië en
deszelfs uiteindelijke annexatie door Rusland te zul-
len bereiken, want hij was, evenals Mouravief,

Oechtomsky, Pobiedonost,seff en Koeropatkine vast
overtuigd van de ‘groo’tc,he taak, die Rusland in Azië
te vervullen had. Rusland, ‘volgens hen, zou aan China
verlichte denkbeelden en beschaving brengen, Indië
van Britsche tyrann’ie ‘bevrijden en zelf een eigen,
echt-Slavischen vorm van bschaving voortbrengen, die
ver boven het niiniderwaardige West-Europeesche
product zou staan.
1)
Ik herinner mij wel gehoord te
hebben, ‘dat Witte aanmerkingen op ‘zijn gevaarlijk
financieel beleid eenvoudig ,,buc’hgalter”
2)
pedanterie
placht te noemen. Zoo ging Rusland voort met de

penetratie.van
Ajvië,
die éindigde in de catastrofe van
den oorlog met Japan, ‘gevolgd ‘door de totale ineen-
storting, waarvan wij thans 1de getuigen zijn. Want,
terwijl in het eigenlijke Rusland, ide kern des rijks,

Geoffrey Drage
– Russian Af! airs, 1904.
Buchhalter.

groote gebieden in een toestand ‘van ohro’nischen
hongersnood ‘verkeerden en overal corruptie en wan-

beheer de bewolking ontevreden maakten, ging de
Russiische olievlek rustig door, zich op •de kaart u’it
te ‘breiden, hoewel enkele Russen, wier stem echter

niet gehoord werd, aandrongen op (bet terugkeeren

op den noodlot’tigen weg, die langs deze ongezonde
expansie, die niet op werkelijke innerlijke intellec-

tueele kracht steunde, naar den oh’dergang moest
voeren.

Gegeven dus de richtin’g, waarin zich de R’u’ssische

staatkunde bewoog, ni. in die van voortdurende uit-

brei’ding in Azië, is het niet te verwonderen, dat de

Russisohe regeering gretig gebruik maakte van de
haar in 1907 door Engeland geboden gelegenheid, om

haren invloed in Perzië uit te breiden. In Oostelijke
richting door Japan gestuit, scheen het Zuid-Oosten
nu betere kansen aan te bieden.

Te Londen had men met toenemende ongerustheid
de stemming in
Duitschlanid
gadegeslagen. • Van het
geheime ‘tractaat, te Björiko in 1905 •tusschen •den
Tsaar en den Keizer van Duitschiand gesloten,
1)

was men nauwelijks onkundig gebleven. Terwijl laatst-

genoemd land blijkbaar gebruik maakte van de ver-
zwakkinig van Rusland door den ongelukki’gen oorlog

met Japan en aan Rusland een harsdelstractaat (in
den iomer van 1904) had weten op te dringen, waarbij

Rusland in economischen zin een Duitsche kolonie
werd, behandelden de Britsrhe ‘diplomaten Rusland
op een, manier, die van de Duitsche geheel verschilde.
Van ‘Ruslanids ver,zsualoking werd op geenerlei ‘wijze
gebruik gemaakt; integendeel, bij ‘de Conventie van

1907 tusschen Rusland’ en Engeland werd aan Rus
land, in Pernië een sfeer van invloed toegewezen, veel
‘grooter dan de oniver’beterlijkste Ruèsisc.he imperia-
listen hadden durven idroomen en ‘die hen aan de
gouden dagen van v6 den oorlog met Japan deed
térugclenken. Het lig-t buiten ons bestek, deze Con-
.ventie verder te bespreken, zij heeft nog slechts
historische waarde. Haar overwegend lbelang ontleent
zij in ‘cle eerste plaats hieraan, ‘dat het aan de Br’itsohe
staatkun’de gelukt was, de zoozeer gevreede anti-
Engelsche continentale coalitie te verhinderen,

hetgeen niet ‘anders ‘kon dan door Duitsohlan4d te
isoleeren. Dat Perzië, althans h’et ‘geheele Noorden,
hierdoor aan Rusland werd opgeofferd; dat Enge-
land zijne pogingen, ‘die ‘in 1906 geslaagd schenen, om
Perzië als constitutioneelen parlementairen stiat aan
een betere toekomst te helpen, hierdoor ongedaan
maakte, waren overwegingen, die voor oneindig groo-tere belangen moesten wijken. Perzië was slechts ,,een
stuk op het schaakbord”, ‘dat zich volgens de oude
staatkunde, ‘door, Wilson ‘gewraakt, moest laten
ge-
bruiken.

Het geheele verloop der Anglo-Ru’ssische rivaliteit
tot 1912 heb ik elders ‘beschreven
2)
en dit artikel
zou te lang worden, indien ik ook hier daartoe over-
ging. Ik heb slechts op eenige hoofdpunten willen
wijzen en ga nu over tot eeniige beschouwingen, die
meer in het ibijzon’dei in dit weekblad thuis behooren.

Sedert de ineenstorting van Rusland was er geen
enkel land buiten Engeland bereid en in staat, Perzië
te helpen. Het zou zekeg
in theorie
mooier zijn e-
weest als iien dat land, volgens de scshoone phrase
vaui het ,,zelfbescbiikkingsrecht” rustig aan ‘zijn lot
had overgelaten. Alle ontbin,den,do ‘krachten zouden
dan ,vrj spel hebben gehad: van binnen door onder-‘
ling ‘krakeel en gebrek aan een sterke hand; van
buiten door intriges rvan Bo]jsjewiksche fortuinzoe-
kers, wien het niet aan geld ontbrak en ontbreekt en
die de zaak van het Russisohe imperialisme, al zij het
onder een geheel nieuwe firma en onder nieuwe
leuzen, schijnen voort te zetten. Ook dreigde gevaar


Dillon —
The Eelipse of Russi, p. 312
vgg.
Perzië voorheen en thans,
Erven Bolin
1912.

900

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

van de zijde van Afghanistan, dat nog slechts enkele

maanden geleden een aanval op Engelsch-Indië heeft
gedaan, ook al op aanstich-ting van de tegen
4
woor’clige
revoiutionina.iren in Rusland. Wel heeft het Britsc’h-

Tiidische besûuur ‘vrede met Afghanistan gesloten;
1)

maar d,ie Jcwa’m tegelijk met de Anglo-Perzische over-

eenkomst, waarbij in Perzië En geland oppermachtig
wordt, zooda’t men den ramoerigen b
uurman
in
Aigjianistan
altijd van uit Perzië, dat in het N.-O.
aan Afghanistan grenst, in toom kan houden.

Peroië is een van de weinige landen in de wereld,
die aan den
Zilveren Standaard
hebben vastgehouden.
Daar de zilverprijs dus den wisselkoers beheerscht,

komt de positie van het witte metaal op de wereld-
markt ‘voor een bespreking van Per.zAische economische

aangeiegen.hden in de eerste plaats in aanmei-kin.
Toen de
Imperial Bank of Persia,
die in 1889 te
Londen was opgericht, haren arbeid in Perzië begon
– zij had concessie verkregen o.a. voor het uitsl’ni-
tende recht tot uitgifte van bankpapier – was de
prijs van het zilver reeds belang

rijk lager ‘dan het
gemididelde ‘der voorafgaande halve eeuw: hij was
afgekomen van gemiddeld 60
2)
tot gemiddeld
42il/
16
in. 1889. Na een tijdelijke rijaing in 1890 kwam

met de herroeping van de Sherman-‘act in 1893 een ge-
welclige val tot gemiddel’d 35 en in 1894 tot gein.

23t5/1, sooidat de Bank, die liaar kapitaal igrootendeels

in Perzisch geld had omgezet, ‘genoodzaakt was, haar

kapitaal ‘van £ 1.000.000 tot £ 650.000 te reduceeren. Daar de zilverpi-ijs bleef dalen (in 1897 tot 23% en
-in 1902 tot het laagte-record van 21l/
i(;
) steeg de
wisselkoers van ongeweer 23 krans per £ Stg. in 1889:
tot meer dan 60 in latere jazen. Wel verarmde het
land, ‘voor zooverre het zijne besparingen in rilver had be1e’d, maar die besp:arigen waren niet groot,

want er heersch-te tot de komst der Bank een chroni-
sche geldschaarsclite, waarin eerst door de uitgifte

van het papieren geld der Bank eeni’ge verbetering
werd gebracht.

De waarde-vermindering der valuta had het gevolg, dat de exporten van ‘P’erziiscihe waren geleidelijk be-
langrijk toenamen, vooral ‘die -van ‘tapijten, want daar
de zeer lage anbeidsloouen niet naar rato vande lagere
zilverprijzen waren gestegen, bleef de kostprijs zoo
gering, dat de concurrentie niet de Europeesche
fabrieksgoederen gemakkelijk werd volgehouden. Na-
tuurlijk speelde ook de aantrekkelijkheid van liet
handfaibrikaat een groote. rol. In ‘het jaar, dat met

21 Maart 1913 eindigde, bedroeg de. waarde van den
export van dit artikel meer ‘dan £ 900.000.
Sedert den wereldoorlog is de zilverprijs echter op
het oude niveau en zelfs iets .daariborven, ‘teru’ggekômen
en ‘schommelt sedert eenige maanden tusschen 59 en
ongeveer 63. Hierdoor is in den economisohen toe-
stand van Peraië een geheele ommekeer gekomen.
Terwijl het loone.nider kan worden dan vroeger, om Europeesche goederen te impor’teeren (de wisselkoers
is thans gdaal.d op 25-29 krans per £ Stg.) zal de
export meer dan ooit bemoeilijkt worden. Daarentegen
zijn de schulden ‘der regeering aan Engeland en Rus-
land, die in £ Stg. en’ Roebels waren aangegaan,
in Perzische valuta, uitgedrukt, ‘tot minder dan de’

helft gereduceerd. Vooral ,e rocbeisoh’uiden zullen
wegens ‘de depreciaitie vin het Russ’ische’papier wel
zeer gemakkelijk zijn af te doen, hoewel ‘het de vraag
is, met welke regeerirrg in Rusland op het oogenblik
de zaken «kunnen behandeld worden. ) – ‘ -.

Bij dezén vrede wordt, vreemd genoeg, aan Afghanistan
liet recht, tractaten met andere inogin.dheden dan de Br.-
Indische .regeer’ing te sluiten, niet. onthouden, gelijk tot
‘nog toe. Daarentegen ontvangt het “geen subsidie meer en
kan geen wapens meel- via Indië invoeren. Pennies per standard ou-nce te Londen. Volgens hel Sta’tesman’s Year Book van
1919 waren
dc Perzische schulden
op 3
Dec.
1918
de volgende: Aan
Rusland Rb.
32.910.013
en Kr.
35.625.794;
1
Engeland, –

Overigens is do’handeisbeweging van Perzië in de

jaren, diie aan den oorlog voo’rafgingen, geleidelijk
zeer toegenomen:

– Ituporten..

Exporten.

Totaal.

1.901-1902

£ 5.429.000

£ 2.738.000

f 8.167.000
1.902-1903

4.970.000

3.388.000

8.358.000
1903-1004

7.000.000

4.632.000

11.632.000
1904-1905

5.832.000

4,132.000

9.964.000
1912-1913 ,

11.351.500

8.726.700

20.078.200

Van het 1 aatstgemeide totaal had Rusland ongeveer
62 percent, Engeland 21 percent, Turkije 6 percent,

terwijl het overige verdeeld was over Duitschiand,

Frankrijk, Italië, Oostenrijk, België, Nederland,
Zwitserland, ene.

Een behoorlijke sta-tistiôk bestond vroeger nieten

eei-at in 1.901 is men begonnen, di.e te pu’bliceere,n,
nadat Belgische ambtenaren den dienst der douane
hadden gereorganiseerd.

Gedurende den oorlog waren de cijfers ‘als volgt:

Importen. ,’

Exporten.
1.913-1914
-………
£
11.766.633
£

8.287.993
1914-1915
………
,

8.322.000
,,

6.600.960
191 5-1916
……..

7.735.000

6.285.577
1916-1917
ii sço
inn
ioai aan

De enorme rijzing in het tijdvak 1916-1917 is

toe te schrijiven dan den vei-meerder’den export van
petroleum ten bedrage van ongeveer £ 1.000.000 en

aan de verhoogde prijzen van alle producten. Boven-

dien werden in, de tij.dv.akken 1915—’16 en 1916—’17
voor een totaal va-n £ 987.75 aan zilver en ‘goud en

zilveren munt mdér geïmporteerd dan geëxporteerd,
hetgeen op ver,meênderde welv.aar4 wijst.

In hoofdzaak . bestaan de exporten van Perzië uit
tapijten, gedroogde vruchten (rozijnen, a’briko.zen,
aman.-delen), versche vruohten (sinaas’appeleu en
..

citroenen), katoen, visch, rijs’t, gom (Traiganth en
inferieure Arabische), wôl, opium, eijde
(ruw),
‘hui-
den, paarden en mujilidieren, zijden, wollen en katoe-

nen weefsels, ‘tarwe, gerst, sesamsaaid, -tabak en in de
laatste -jaren petroleum. Geïmporteerd worden:
katoenen, zijden en wollen textielen van allerlei aard,
suiker, thee, garens, ijzerwaren, ijzer en staal in

allerlei vorm, aardewerk en porselein, glaswerk,
koper, kraimerijen, lucifers en specerijen. ‘Of voor Nederland de Perzische markt ‘thans een.ig

voordeel biedt, is moeilijk te zeggen hij de nog steeds
bestaande ontwrichting van handel en verkeer. De
Twentsche fabrikanten van katoenen goederen, die
daar nog -verbindingen hebben, kunnen zulks he.t best
heoordeele,n. Uitvoerige .inlichtingen iviudt men in
het juist versohenen. verslag ‘van den ‘heer De Hoog,
consul van Nederland te Teheran (Econ. Verslagen,
1,3e jaargang No. 8).
Vele jaren geleden – ik meen tot ongeveer 1.870 —
werd zeer veel Jaiv,asuiker naar Perzië verscheept. Er
was toen geeh concurrentie van Russisehe en andere
soorten, ‘drie deze saikeix later onmogelijk maakte.
Maar nu ‘de Russische s’uiiker wel zal zijn u’itgesclia-
kei’d, kan de Perzische markt voor Java weder van
belang worden. Wel heeft men een goede twintig jaar
geleden met Belgisch kapitaal bij Teheran een groote
suikerfabriek gebouwd.
Maar:
of ‘de beetwor-telteelt
daar mogelijk ‘is, schijnt
twijfelachtig en in ieder ge-
val kan er in de behoeften van het land op verre na
niet wonden voorzien; daar nu de bevolking gewend
is, zeer belangrijke quanrtums suiker te verbruiken,
zou de tege-niwo’ordi’ge conjunctuur zeer wel aan te
wenden zijn om de J’avasuiker opnieuw een ‘markt
te verzekeren. Hoe de Perzische markt than’s van

Br.-Indië en de
Imperial Bank
of
Persia
tezamen
£ 2757.243
en Kr.
16.500.000.
Berekend op de huidige wisselkoersen
komt men tot een ‘totaal van
£ 4.750.000
en Rb. 32.910.013.
De tegenwaarde van l.aatstgnoemd bedrag is moeilijk te
bepalen, maar indien ‘het in goud terugbetaald moet wor-
den, zou zij ongeveer
£ 3.700.000
bedragen. Vermoedelijk
echter zal men tea slotte met Ruslitnd een regeling treffen. In ieder geval is ‘de stotale staatsschnld voor een ‘land van
pl.m.
10.000.000
inwoners zeer gering.

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

901

suiker wordt ‘voorzien, is mij onbekend. Maar ik ver-
moed, dat dit, door Bombay en Karachi geschiedt.
Behalve Voor suiker, is de Perisdho markt voor
J’.ava ook belangrijk voor thee, die daar door de be-
volking eveneens veel verbruikt wordt.
Voor Nederland komen in hoofdzaak katoenen goe-

deren i,n aanmerking en
naar gelang Perzië
zich

economisch ontwikkelt, ook andere artikelen, zooais

electrische lampen, autOmOl)ielefl eni tal van andere
fa’brkaten.
Nu de Engelsche regeerizig ziüh de Perzische zaken
meer dan ooit gaat aantrekken (uie den tekst van liet
agreement hieronder) mag men verwachten, dat de

stijging van de han,delsbeweg4ng tot 191.2-1.3, die

natuurlijk door den oorlog ontwricht is, hervat aal
wonden. Dooi cle rijin.g ‘van den qjilverprijs i.s de
‘bevolking koopkrachtiger geworden;, ook ‘zullen d,e
Britten denkelijk hunne aandacht wij:den
aan
de zoo

cl
t’ingen.d ‘noo’dige verbetering en beveiliging der ver-

keerswegen.
Zooals reeds werd opgemerkt, heeft het Anglo-

Russische antagonisme tot nog toe den aanleg va

s p o o r
w
e g e n tegengehouden. Wel zijn herhaal-

delijk ontwerpen gemaakt,ooals het hier ‘bijgevoegde

kaartje aangeeft. Maar tot nog toe bestaat slechts een
kleine ‘stoomtram tussehen Teheran en
een
heilige

plaats op ongeveer 10 K.M. ‘afstands. Omstreeks 1900

deed
‘de Duitsche firma Koppel opmetingen voor een
spoorweg
van
Teheran naar de zomer-verblijfplaa’tsen
in het Elboerzgebergte, maar wegens oppositie door
Rusland ‘kwam h.ier riets van. Worden er spoorwegen
aangelegd, ‘dan aal men van Britsch-Indië uit begin-
nen, en ook van ui’t den Bagdadspoo,rweg in de rich-
ting van Khaniki.n op ‘de TurkschPerzische grenzen.

Maar of Spoorwegen in dit schaars’ ‘bevoikte land
ren’dabel zullen zijn, is zeer de vraag, en men zal mis-
schien beter doén, van automobielen gebruik te maken.

Reeds is’ het traject Shiraz-Teheran-Rèsh’t-Enzeli

daarvoor geschikt gemaakt. Den weg van Enzeli tot

Teheran hebben ide Russen aangelegd (1897), maar
‘dien van Shiraz naar Ispaha.n en Teheran heeft gene-

raal Sykes gedurende den oorlog cardssa’bel gemaakt,
waarbij ‘hij ‘gebru’ik maakte van de door hem georga-
niseerde Perzische politietroepen. Dit corps werd in.

1916 in het leven’ geroepen om de Turksch-Du.itsche

penetratie, waartegen de Perzische regeering zelve

machteloos was, te bestrijden en om ‘de wegen van
rooverbenden te zuiveren. Er woften in Perzië eenige

millioenen nomaden, over wie de. regeering weinig
contrôle heeft en
zij
maken de wegen vaak onveilig.
Voorloopig zal het niet gemakkelijk zijn de ‘kapitalen
te vinden voor den aanleg van, spoorwegen en ook

staat de ontwrichting der wereldindus’trie dergelijken
plannen in ‘den weg. Veel ‘practischer en goedkooper
zal dus vooralsnog het verkeer per automobiel blijven,
maar ‘op ‘den ‘duur zullen de spoorwegen wel worden
aangelegd.

Perzië heeft slechts émn ‘bevaarbare rivier van be-
lang, de Karoen-rivier in ‘het Zuid-Westen, clie op
het kaartje ‘is aangegeven. De overige rivieren, ‘die de

Caspische Zee of de Perzische Golf niet ‘bereiken,
vormen zoutmeren, waarvan het Urumia-meer
hij’
Tabria en het Niriz- of Bachteganmeer hij Shiraz de
voornaamste zijn. Er zijn er ook tal
viii
kleinere en
vele moerassen.
Wanneer
de aldus verloren gaande
wateren door stuwdammen verzameld werden, zouden
nog enorme oppervlakten vruchtbaar land, dat thans woestijn is, productief kunnen worden gemaakt.
Bij

1isabeopo1


.Eriwan


ajoe

))


Kresnowod3k

.
CIS

,
/

,


ochar’a

enkorari

RU3513CH T hE5TAN

enris.

.
TEHEPN

,

t
1-
jehAAzie.rn
amadan

,

.

,.
}Çoem


prnajeh

o
oeroedsjirci 1jen

}ach

IABOEL

X.
W31-IDAD

“ho
tedP
E R

foel

IPANAN

X
.

.b1rdjpd

)
Çô/1oj


sO5Ja

‘,

‘,JEZ.D

.I.

X

t
Bllrcl
“p”

‘Y”

/
.t5anda

i’

(

VRMAN

X

LueUa.

Robat

6
1

.

ai

staade

TS
C

1ND1

Minab

—-
°n5Penjsche

.1
~’~’4-J.nterna&onale grenzen.

APABJ5CJIE
z.e

OVEP.OENOMEN.UIT ‘h.DIJNLOP. PERZIE VOOPHEEN EN ThANS 1912

902 –

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

Kashan in Oentraal-Perzië bestaat zulk een dam,

veje honderden jaren geleden gebouwd. Bij een be-

hoorlijk bestuur kan men er tal van andere aanleggen
en het is niet te veel gezegd, dat de productie zoo-

doenae kan verdubbeld worden. In de oudheid waren
er meerdere dergelijke waterwerken, waarvan over-

blijfselen nog aanwezig zijn. Er zijn in Perzië talrijke

hooge gebergten, die des winters met sneeuw bedekt

zijn en zoo de eigenlijke water-reservoirs ‘des lands
vormen. Maar wat baat het, zeggen de goede Perzen:
Perzië is een goed land, ,jam•a sahib na’dared” (maar
liet heeft geen meester).

De Karoen-rivier is een kleine twintig jaren gele-

den bestudeerd door. den heer D. L. Graadt van Rog-

gen, een Nederlandsch ingenieur, die ‘daartoe in dienst
van de Perzische Regeering was getreden. Van zijne

bevindingen vin’dt men een overzicht in imiju reeds

geciteerd werk, waarnaar ik, om niet ‘te wijdloop.igtd

worden, belangstellenden dien te verwijzen. Van het
door dezen veDdienstelijken ingenieur breed opgezette

irrigatieplan, waartoe hij den dam bij Assoean in

Egypte béstudeerde, is echter niets gekomen. Poli-
tieke overwegingen van Engelsche
zijde
waren
daar
:

aan niet vreemd. Maar daar die thans niet meer gel-
den, is het te hopen, dat men het plan nu opnieuw ter

hand zal gaan nemen, waardoor men de productie van

katoen, tarwe, oliehoudende zaden enz., enorm kan

‘verhoogen. Duizend jnar geleden vormde deze streek,
thans grootendeels een woestijn, een van de rijkste
provincies der Ohaliefen te Bagdad. Of hier voor,

Nederl. ondernemingsgeest een arbeidsveid open ligt,
durf ik niet beweren, nu Nederlandsch-Indië zoozeer
alle krachten in beslag neemt.

Evenals de Karôen-vallei biedt ook Mesopotamië
veel kans tot groote vermeerdering van productie, en
indien Engeland zich op zijne tegenwoordige machts-
positie kan handhaven, gaan deze streken dezelfde toe-komst tegemoet als Egypte. Zoowel historisch als geo-

grafisch bestaat er tu.sschen Egypte en bovengenoem-

de gebiedeii een zeer opmerkelijke analogie.
.11

Vooralsnog bieden Perzië (en ook het vroegere Aria-
tische Turkije)
vooral voor J a v a s u i k e r een zeer
belangrijk afzetgebied. Deze landen, met een be-
volking van eenige tientallen millioenen (Perzië heeft

naar schatting een bevolking van 11
it
12 m.illioen’
zielen) werden vroeger voorzien door Rusland, Frank-
rijk en Duitsohiand, die op het oogenblik weinig te
missen hbben. Of er uit de Oekraine, waarvan de
heetwortelsuiker vroeger in enorme hoeveelheden naar
Perzië en Centraal-Azië verzonden werd, thans nog
suiker wordt uitgevoerd, is moeilijk na te gaan.
1
) De
invoer van suiker in Perzië in 1916-1917 bedroeg
Kr. 81.908.000 tegen Kr. 124.755 .
000,
2)
roodat reeds
2 jaar geleden de ‘teruggang zeer groot was. Sedert

begin 1917 is echter in Ruslan’d de n.ihilistische
chaos ontstaan en daarmede zal de •aanvoer wel nog
sterker zijn afgenomen. Dit blijkt ook uit een Ame.
rikaansch con’sulair rapport did. 4 Dec. 1918, waarin
vermeld wordt, dat de prijs van suiker te Teheran
was gestegen van 8 Dollarcents tot,1 Dollar per pond.
Hiermede wordt bedoeld ‘broodsuiker, ‘die daar het
meest wordt gbruikt.. Vroeger werd ook veel geraf-

fineerde suiker in zakken aangevoerd. Indien men die uit Java kon aanvoeren, zou zij deukelijk grif koopers
vinden. Voor de verzending naar West-, Noord- en
Oentraal-Perzië komt in ‘de eerste plaats Ahwaz aan
de Karoen in aanmerking. Voor Zuid-West- en Zuid-
Perzië Bushire en voor Oost- en N.-O. Perzië Bender
Abbas. Te Ahwaz en Bushire zijn Europeesche expe-diteurs gevestigd, te Bender A’bbas alleen inlandsche
kooplieden, daar het klimaat hier voor Europeanen
bezwaarlijk is.

Volgens het reeds geciteerde rapport van den sh
eer

De tot dusverre gepubliceerde statistieken loope’n tot
20
Maart
1917;
het verslag van den heer De Hoog eveneens.
Het fiscale jaar van Perzië eindigt op
20
Maart: Op het oogenblik zijn
25-29
Kr.
= 1
£ Stg.

De Hoog is inderdaad de invoer van suiker uit de

Ned. Koloniën enorm vooruitgegaan: in 1915/16 be-
droeg deze slechts Kr. 7.395, doch in 1916/17 was

hij gestegen tot Kr. 3.433.747. Uit Egypte steeg

gedurende 1916/17 de aanvoer tot 1.577.814 K.G. ter
waarde van Kr. 3.585.102.

Naar men van andere zijde mededeelt, zou
in des
laatsten tijd
ook veel Mauritiussuiker zijn aangevoerd,

en zou het moeilijk zijn, daartegen te concurreeren.
Ook zou uit Marseille weer iets worden aangevoerd,

‘doch wegens den grooten suikernood in Frankrijk kan dit niet van veel belang zijn. –

Ook voor the e is de Perzische markt van belang,
maar dit ‘artikel komt hoofdzakelijk uit Britsch-Indië.

Een onderzoek ter plaatse zou voor ‘belanghebbenden

zijn aan te ‘bevelen, want de algeheele ommekeer in de
politieke toestanden is op de economische verhoudin-

gen en vooruitzichten van onberekenbaren invloed.

Men heeft hier te doen met uitgestrekte gebieden, die
plotseling uit hun isolement zijn ‘geraakt, nu andere

en meer energieke heerschers de leiding in handen
nemen.

De minerale rijkdommen van Perzië worden van

groot ‘belang geacht. In Azerbaidjan (de N.-W. pro-
vincie) wordt ijzer-, lood- en kopererts gevonden; in

het Elboerz-gcbergte kolen en ijzererts; in Ohorassan

(N.-O. Perzië) kopererts, kolen, zout en turkoise-

steenen. ‘In Kerman (Z’-O.) ertsen van koper, lood, mangaan, ‘borax, marmer, nikkel en kobalt. Aan de
Karoen-rivier worden petroleumbronnen op groo’te

schaal geëxploiteerd, terwijl ook op tal van andere

plaatsen in Perzië aanwijzingen voor het aanwzig
zijn van petroleum bestaan. Het eiland Ormoezd in de

Perzische Golf bevat groote hoeveelheden ijzeroxide,
dat naar Engeland uitgevoerd wordt. Wegens de
slechte verkeersmiddelen worden de nainerale rijkdom-
men van Perzië nog grootendeels veronachtzaamd.

Hoe men nu ook over de Anglo-Perzische overeen-komst moge denken
1),
zeker is het wel, dat hieruit
voor Engeland geen handeismonopolie kan ontstaan,
hetgeen trouwens geheel met Engelands tradities van
eenige generaties in
strijd
zou
sijn. Men herinnert

zich, dat Harmsworth enkele weken geleden in het
Lagerhuis verklaarde, ‘dat de overeenkomst aan den

Volkerenbond zou worden voorgelegd. En nu blijkt
nergens uit dit stuk, dat aan de bestaande tractaten
tusschen Perzië en de andere landen (behalve Enge-
land), die alle de ‘meest-begunstigingsclausule inhou-
den, in dit opzicht getornd zal worden, hetgeen dan
ook ‘in flagranten strijd zou ‘zijn met Art. 23 van de
Covenan.t,
hetwelk zegt: ,,Subject to and in accord-
,,ance with the provisions of in’ternational conven-

,,tions existing, or :hereafter ‘to ‘be agreed up’on, the
,,Members of ‘the League (‘a —- d enz.)
.e
will make pro-
,,vision to secure and maintain freedom of communi-
,,cations and of transit and
equitable treatnzent for
,,,the comnzerce of all Members of the League.”

Of het Perzische voll in zijn geheel zich
bij
de ge-
sloten overeenkomst zal neerleggen, moet worden af-gewacht. De Nationale Vergadering is sedert Novem-
ber 1915 niet meer
bijeen
geweest. Maar vast staat,
‘dat de regeering zonder buitenlandsche hulp de orde
niet heeft ‘kunnen handhaven. En wanneer de nieuwe
toestand de bevolking in materieel opzicht vooruit-
brengt, en orde en veiligheid schept, zou oppositie
slechts ‘burgeroorlog en chaotische toestanden ten ge-

volge hebben. Wordt de overeenkomst ‘zonder ernstigen
tegenstand ten uitvoer gebracht, dan gaat het land,
dat zoovele nog niet ongonnen natuurljke rijkdom-
men bezit, ongetwijfeld een goede toekomst tegemoet.
Indien de Perzen het voorbeeld ider J’apauners volgen

1)
In
1872 had
de Sjah aan Baron de Reuter een con-
cessie verleend, waarbij ongeveer ‘het geheele land en zijne inkomsten aan dezen laatste werden overgeleverd. Zij werd
echter wegens Rusland’s oppositie niet ‘ten uitvoer ge-
bracht, daar de Engelsche regeering De Reuter
om
die
reden niet wilde steunen.

1
1 Octoler 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

903
II

en zich met ernst
op
de Westersohe wetenschap en

techniek toeleggen, .dan zal het in dê eerste plaats van
henzelven en van hun vaderlandsl.iefde afhangen of

Perzië een ,,protectoraat” wordt of blijft.

Zooals
reeds werd opgemerkt, had Rusland zijne

zeer uitgestrekte gebieden in Centraal-Azië
zoo
goed

als geheel van
de
niet-Rnssische wereld buiten Azië

geïsoleerd. Vermoedelijk zal daaraan nu ook een eind

komen, en dan zullen Centraal-Azië, .Perzië, Mesopo-
tamië en de overige streken van het vroegere Aziati-

sche Turkije tezamen een aaneengelegen gebied vor-
men met tientallen van millioenen bewoners, dat voor

den wereidhandel ontsloten wordt. Daar doen zich dan

handelsmogelijkheden voor, waarvan men
vijf
jaren

geleden nog niet had .gedroomd en die zeker de aan-

dacht ook van den Nederlandschen ondernemingsgeest

verdienen.

H. DUNLOP.

Tekst van de Anglo-Perzische Over-

e e n k o m s t.

PREAMBLE: in virtue of the close ties of friendship
which have existeci between the two Governments in the
past, and in the conviction that it is in the essential and
iliutual interest of both in future that these ties should be
cemented, and that the progress and prosperity of Persia
should be promoted to the utmost, it is hereby agreed
between the Persian Government on the one hand, and
His Britannic Majesty’s Minister, acting on behalf of his
Government,
on the other, as foliows:-
The British Government reiterate, in the most catego-rical manner, the undertakings which they have repeatedly
giv.ea in •the past to respect absolutely the indepeudence
and integrity of Persia.
The British Government wil ‘supply, at the coat of the
Persian Government, the services of w.hatever expert cdvi-sers may, after cousultation between the two Governments,
be considered necessary for the several departments of the
Persian Administration. These advisers shali be engageci
on contracts and endowed with adequate powers, the nature
of which shali be the matter of agreement between the
Persian Government and the advisers.
The British Government will supply, at the cost of the Persian Government, such officers and such niunitions and
equipment of modern type as may be adjuciged necessary
by a joint commission of military experts, British and
Persian, which shail assembie forthwith for the purpose of
estimating the needs of Persia i.n respect of the formation
of a uniform force wkich the Persian Government proposes
to create for the establishment and preservation of order
in the country and on its frontiers.
For the purpose of financing the reforms indicated in
clauses 2 and 3 of this agreement, •the British Government
offer to provide or arrange a substantial ban for the Per-
sian Government, for which adequate seeurity shali be
sought by the two Goveruments in consuftation in the
revenues of the Customs or other sources of income st the
disposal of the Persian Government. Pending the completion
of negotiations for such a ban the British Government will
supply on account of it such funds as may be necessary
for initiating the said reforms.
The British Government fubly recoguizing the urgent
need which exists for the improvement of comunications
in Persia, with a view both to the extension of trade and
the prevenition of famine, are prepared to cooperate with
the Persian Government for the encouragement of Aug10-
Persian enterprise in this direction, •both by means of rai!-
way construction and other forms of transport; subject
abways to the examination of the problems hy experts and
to agreement between the two Governments as to the parti-
cular projects which may be most ucoessary, practicabbe,
and profitable.
The two Governments agree to the appointment forth-
with of a joint Committee of experts for the examination
and revision of the existing Citstoms Tariff with a view
to its reconstruction on a basis caleudated so accord with
the legitimate interests of the country and to promote its
prosperity.
Signed at Teheran, August 9, 1919.

Tegelij1ertijd wrd een overeenkomst gesloten,
waarbij Engeland aan Perzid een leeniug groot
£ 2.000.000 toezegt, die betaald zullen wonden zoodra
de Engelsche fiiiancieele adjviiseur in functie treedt

en waarop Perzië 7 pOt. interest betaalt (dit percen-

tage zou gev

oegllijk tot 5 pCt. verlaagd kunnen wor-
den), welke wordt gegarandeerd door de douane-

ontvangsten en ten allen tijde aflosbaar is uit de

opbrengst eener andere Engelsche leening.

*

*

N a s c h r i f t. Nadat het ibovenstaande was ge-
schreven, heeft Lord Cuiizon bf Keddleston te Londen op 18 Septem’ber 1.1. ter gelegenheid van een receptie

ter eere ‘van
F&rurz
Mirza, Perzisch Minister van

Buitenlandsche Zaken, een redevoering gehouden,
waarin hij verklaaride, dat de Anglo-Ruseische
Con-

ventje van 1907, waarvan hij nooit een voorstander
was geweest, thans vervallen is; dat zij nog niet defi-

nitief was opgeheven, was toe te schrijven aan het feit,
dat er sedert geruimen tijd geen Russische regeering
was met welke Engeland betrekkingen onderhield.
Persië had vier dingen noodig: garantie voor binnen-

lanidsche veiligheid, garantie tegen buiitenlaodsche

agressie; behoorlijke b

innenlandsche eidministratie;

goede financiën; en betere rverkeersmicldelen. Indien
men Engeland een mandaat had aangeboden, zoudat

niet aangenomen zijn. De
verantwoordelijkheid
van een

protectoraat zou Engeland niet aanvaard hebben,
want ide oorlog had aan Engeland reeds moer dan ge-
noeg veraut.woordeljikheden opgelegd. Maar Engeland
had een overwegend belang bij de integriteit van
Pen7lië en in de overeenkomst was dit vastgelegd. Men
zou zich strikt honden aan art. 10 en 20 van de
Covenant van den Volkenbond (art. 10 zegt, dat de Leden elkanders grondgebied tegen agressie zullen
behoeden. Art. 20 zegt, dat de Leden alle overeen-

komsten
inter se
zullen opheffen en er ook geene

zullen tot stanid brengen, die niet met fhet Co’venant
overeenstemmen). Verder verklaarde hij:

lie had argued the case for the agreement in the main
in the way it affected the interests of Persia and the
interests of Great Britain, but he regarded it from a far
wider point of view. In looking to the future nothing seemed to him more certain than that a time of great
trouble and unforeseen developmeuts lay before the nations
of the world. lie doubted very much whether, as the resu!t
of the war, ve had succeeded in paoifying Europe. But
whether we had done so or not, It was quite certain that
we should not for some time secure etability in Asia. The break up of the Russian and Turkish Empires had proclu-
eed a vacuum which it would take a long time to fill by
settled and orderly conditions. The rise of Bolsheviem had
introduced a new and disturbing element, and it might
he that in escaping the dangers of the recent war we might
be confrotited by a perib even more serions in the future.
1f that forecast were not over gloomy, if it were correct,
nothing could be worse for the peace of Asia, and indeed
for the peace of the world, than that there should exist in
the heart of the Midcl!e East a State which by reason of
its weakness became a possible centre .intrigue and the
focus of disorder.
What they wanted to secure if possible was a solid bbock
in which reasouab!e, tranquil, and orderly political coadi-
tionS
would prevail, from Bureia on the east to Mesopo-
tamia mi the west. So far as Great Britain ws responsible,
she would devote herself to that task. 1f that end was a
right and reasonable end, it was necessary and vital that
Great Britain and Persia work together in order to secure
it. Great Britain and Persia were jointby prepared to defend
that agreement, and they booked forward to the vindication
of its real charaeter by its success.

Ik zou hierbij willen aanteekenen, dat het Rus-
sische govaar voor het Midden-Oosten in de toe-

komst grooter ken worden dan voorheen, indien het
aan Duitsedalaad op den duur zou gelukken zich in
Rusland voet te zetten en zoo te voldoen aan den be-
kenden ,,Drang naoh Osten”, die nog sterker kan
worden nu Duitschlanid geene overzeesche koloniën
meer heeft en waartegen een uitetngevallen Rusland
weinig zou kunnen uitrichten. Dit is het gevaar der
toekomst, terwijl Bolsjesristiscihe intriges en omkoo-
perij het onimjiddeflijke gevaar vormen.
H.D.

904

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October
1919

AMERIKAANSCHE INDRUKKEN.

kan een particulier schrijven van dan heer J a n

S c Ii ii t h u i s uit New York, d.d. 5 September, is .het
navolgende ontleend. De brief werd niet geschreven

met de bedoeling voor publicatie te dienen. De indruk-
ken van den schrijver zullen echter ook in een bram
deren kring belangstelling vinden.

Toen ik in het begin van Juni te New York
aankwam, vond ik hier een algemeen optimisme ten
opzichte van den te verwachten en reeds eenigen tijd

tevoren aangevangen exporthandel naar Europa.
Werkelijk waren in die eerste maanden van de her-
vatting der scheepvaart de verschepin’gnn naar

Europeesche havens zeer groot geweest, roôral van
artikelen voor de voeding van menach en dier en

algemeen meende men, dat Europa zou voortgaan

met groote inkoopen voor de geldende hooge prijzen.
De United States Shipping Board,
1)
weliks directeur
}Iurley de leider was van de beweging tot herstel de1

Amerikaansche han’delsvloot, vond voldoende emplooi voor de schepen, die daij zelf exploiteerde, of aan.
ver-
schillendé zenders in exploitatie gaf. Ook werd er in
dien tijd een begin gemaakt met ‘dan verkoop van die

schepen aan Amerikaansche roeders. Uit uational

overwegingen, doch tevens in de iverwachting van
gunstige fiina.ncieele resultaten, verzette men zich aige
meen tegen verkoop naar het buitenland, ofschoon

Engelscihe reednrs goede prijzen wilden betalen. Het
bezit van eene flinke hand’eisvloot werd algemeen

met trots genoemd als een der groote voordeelen, die
voor het land uit dezen oorlog waren voortgesproten

en men was daanvoor zeer ‘dan1ebaai gestemd tegen-
over Huiriey, die als fabrikant te Ohicao van pneu-
matisclie werktuigen en waschrnackines zich belange-
loos ter beschikking had gesteld als leider
y
an den
Shipping Board. Als modanig heeft hij ook werkelijk

veel tot stand gchracht. Met bewonderenswaardigen
spoed vijn enorme werven verrezen, die met groote
snelheid schepen hebben gebouwd, waarvan weliswaar
vele, vooral de houten schepen, gebroken schijnen t

hebben, ‘doch reeds eene flinke hanidelsivloo,t vormen.

Belangrijke bezvaren worden ondervonden bij de
bemanningen der schepen. Amerikanen zijn daarvoor moeilijk te vinden, hetgeen bij de plotselinge ontwik-
heling der ‘vloot trouwens voor de hand ligt. Ook
voor de toekomst echter zijn de vooruitzichten niet
gunstig. Onder de Ameri.kansche bavoilciug blijken slechts weinigen zich tot de zee aangetrokken te ge-
voelen, vooral voor lhnge reizen en het ideaal der
aÏ-Amerikaansch’e bemannin.g voor ‘de Amerikaanscihe
handelsvloort zal zeker moeilijk te vervullen blijken. De
Amerikaansche vrachtboot, Waarmee ik ‘de reis naar
Argentinië en terug heb ,geziaakt, had eene beman-
ning van 36 personen, waarondeu zicih echter slechts

5 Amerikanen bevonden en van die vijf waren’.er
twee besloten om ‘bij teru’g]wmst in New York veez
eene betrekking aan den wal te zoeken. Onlangs
adverteerde de Ship.ping Board, dat hij plaatsing had

voor 13.500 scheepsofficueren en machinisten. Bij de
ervaren buitenlandsche, ‘voornamelijk Scanjdinavische,
officieren, die in dienst zijn van Am.erikaau’sche
reederijen, ‘bestaat weinig achtiug voor hunne Ame-
rikaansche collega’s, aan wie na iorte opleiding de
u
nieuwe schepen ‘worden toevertrowd. De vele aauva-
ringen, strandingen en andere ongevallen, •die onder
de Amerikaansche diandelsvloot tegenwoordig voor-

komen, worden veelal geweten aan ‘het gemis aan
ervaring van de Amerikaansche scheepsofficieren.
Dit is echter een lezwaar, ‘dat geleidelijk verbetert,
naarmate die officieren meer ervaring ‘opdoen.

,,Bij mijneaankomst in Amerika, in Juni, heb ik
de optimisten dikwijls gewezen op ‘hunne haar mijne
overtuiging onjuiste opvatting van de Europeesche
toestanden. Men was hier over het al’gueen zeer slecht
op de hoogte van die toestanden en was zich aller-
minst ‘be’.vust van ‘de wanorde en verwarring op econo-

i) [Vergelijk pag.
231.
– Red.]

miseh gebied, die in Europa nog heerscihtn. Mijne

overtuiging, dat, zoo’dra in het grootste tekort aan
verschillende artikelen was voldaan, de vermindering der koopkracht de Europeesche vraag sterk ‘zou doen

verminderen, von’d weinig geloof. Toen. Frank A.
Tand
er
ljp zijn pessimistische Eu.ropeesohe indrukken
bekend maakte, verwekte hij daarmee bij velen groote
ver:bazing. Hoo’ver bleek al evenmin optimistisch ten.

opzichte van Europa en toen bovendien in Amerika

zelf de onrust in de arbei’derswereld ernstiger vorm
begon aan te nemen en, een leele reeks bomaanslagen

op. ‘vooraanstaande personen in ‘verschillende steden

der Unie het publiek opsohrikten, verminderde
allengs de opgewekte stemming.

,,G-edurenide de maanden Juli en Augustus maakte
ik mijne ‘reis naar Argentinië, van waar ik hier de
vorige week ben teruggekeerd. Op de terugreis kocht
ik een reeks Amerikaansche kranten in Porto Rico,

die weinig ander nieuws bevatten dan beschrijvingen
van stakingen, maatregelen der autoriteiten, om de

meest ioode elementen der vreemde arbeidersbevol-
king in bedwang te-houden en den strijd tusschen het

Uitvoerende Bewind en de Democraten togen de
Ropublilceinsohe partij over ‘het vredesverdrag met
den Voikevenbon’d. Deze vraagstukken houden

hier het publiek in hooge mate ‘bezig, tezamen
met den hoogen levensstandaard,
,t/te high cost of living.”
Men is zich hewust, dat het een ‘kritieke t.ijd
is
ool. de Amerikaansche samenleving, ‘doch vindt

eenigen troost in ‘de meaning, dat die verschillende

vraagstukken. edgendijk in zeer nauw verband niet

elkaar staan en dus niet ieder voor zich behoeven te

worden opgelost, doch als een geheel kunnen worde:n
behandeld. De eischen der verschillende arbeiders-
categorieën om loonswerhooging, idie voortdurend
weder tot stakingen leiden of dreigen te leiden, wor-
den steeds gemotiveerd niet den hoogen prijs der

eerste levensbehoeften, die ook werkelijk nog in den

laatsten tijd sterk is gestegen. Reeds was gedurende
den oorlog het leven hier schrikwekkend duur gewor-

den en de no’g steeds voortdurende stijging der prijzen
scheen geen ‘einde te zullen nemen. Toen nu de vorige

week eene staking der ongeveer twee millioen spoor-
wegbeambten idreigide, is het President Wilson gelukt,

nadat hij zich ‘de hulp van. Samul Gompers, den

voorzitter der A,meriica’n Federation of Labor, ‘had ver-
zekerd, dat gevaar af te wenden door een er.nstigen
strijd aan te vangen tegen de ,,high cost of living.”
Aan het hoofd van den strij’d staat de Attorney
General Pal’meF. De eerste stap was de verkoop door
het geheele land door bemidde1ing der gemeentebestu-
ren en van cle postadministratie van de militaire
voorraden der meest uiteenloopende levensmiddelen,
schoenen en kleedingstoffen voor lage prijzen. De

vroegere ambtenaren der Food Aidministratiou wer-
den weder aan het werk gezet, ten einde een. onderzoek
in te stellen naar voorraden, die langer waren opge–
slagen in pu,blic warehousos en andere opslagplaatsen
dan de nog geldende oorlogavoorschriften veroorlo-
ven. Zulke ‘voorraden zijn in verschillende plaatsen
in beslag genomen en vorkooht. Handelaren, idie te
hooge winsten vroegen, werd aangezegd hunne

prijzen ‘te verlagen en in sommige gevallen zijn zij
bestraft. Na overleg tusschen regeerin’gsa.mbtenaren
en commissies van belanghebbenden zijn in de grooto
bevolkingcentra voor de belangrijkste levensbehoeften de maximumprijzen vastgesteld, waa’rvqor die artike-
len redelijkerwijze dienen te worden verkrijgbaar ge-
stel’d. Door publicatie dier prijzen verneemt het
publiek, hoe levensbchoeften geleverd kunnen worden

‘zonder den leverancier zonder redelijke winst te laten
en verwacht wordt, dat het publiek verder zelf wel
zal wei’geren, de te ‘hooge prijzen te betalen.

,,Het scihijnt, dat deze maatregelen werkelijik eenig
succes hebben en van vele artikelen zijd de prijzen
reeds gedaald. Het is eene groote satisfactie geweest
voor president Wilson, dat hij de arbeiderswereld
voor zijn plan ‘heeft weten te winnen, dat in plaats

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

905

an steeds herhaalde ioonsverhoogingen verlaging van

dcii levensstandaard op het oog heeft om daarmee
li,otzelde resultaat te bereiken. Zoozeer heeft men in
dearbeiderswereld vertrouwen in dë goede resultaten

van den strijd tegen de .hooge
prijzen,
dat niet slechts

de spoorwegstaking is afgewend, doch zelfs de Pede-
ration of Labor heeft aanbevolen om gedurende zes

maanden geen stakingen voor lbons’verhooging te
1 ouden, doch af te wachten ôf Wilson’s strijd tegen

de hooge prijzen succes ‘heeft. Het is natuurlijk de
vraag of het schijujbare resultaat, tdat die strijd reeds
heef t, werkelijk het gevolg is van de reeds genomen
maatregelen: Zeker hebben sommige handelaren, die
ongemotiveerd hoo.ge prijzen vroegen, hunne prijzen

ui.t vrees voor eventueele onaangename gevolgen ver-
laagid, maar ongetwijfeld heeft tot de reeds aa.ugevan-
gen en nog voortduende belangrijke prijsserlaging
van vele stape]artikelen, als granen, voederartikelen,
katoen, boter, eieren, vleesch en de vele producten

der ,,paoking houses” eene andere oorzaak meegewerkt.
Ik bedoel de reeds sedert Juli ingetreden sterke ver-
mindering der Europeesche vraag naar Amerikaan-
sc,he artikelen, vooral van voedings- en voederartike-

len, doch bok de vraag naar industrieel’e producten.
Reeds in de maand Juli was de Amerikaansche uit-
voer, vooral naar Europa sterk verminderd tegenoiver

‘vorige maanden. Men ‘hoort algemeen over annulee-
ring van Europeesche inkoopen rninof meer onder
den invloed der tegenover den dollar zoo uiterst
ongunstige verhouding (ier meeste Europebsche valu-
ta’s, welke verhouding tevens de afsluiting van
nieuwe zaken tegenhoudt. Men is zich hier zeer goed
bewust van de mogelijkheid, dat ‘cie voor Europa
ongunstige stand der ‘aiuta’s een groot gevaar kan
worden voor den. Amerika.ansc,hen exporthanidel, die
daardoor kans loopt tegenover concurreerende landen het veld weder te ‘verliezen, dat hij in ‘den oorlog had
veroverd. Reeds verluidde sedert eenigen tijd, dat de
Zuid-Amerika’ansche landen, die gedurende den
oorlog hunne behöeften van verschillende artikelen
in de Vereenigde Staten hadden ikoeten dekken, zich
meer en meer weder wendden tot hunne oude Euro-
peesche leveranciers, wier kwaliteiten en handels-
met’hoiden hun liever waren dan de A’merikaansche.
Nu door de lage Europeesche valuta’s en de zoo sterk
verminderde Europeesche koopkracht dok cle export
naar Europa blijvend dreigt te verminderen, is liet
niet verwonderlijk, dat eene algemeene ongerustheid

ontstaat. Men troost zich wel eendgsz’ins met berichten
over arbeidersmoeilijkheden in Europa, vooral in En-
geland. De ‘heriohten over dreigende stakingen in de
icolenmijoen, gecombineerd met transportarhei.ders en
spoor.wegmannen, worden hier breed uitgemeten, om-
dat zij kunnen leiden tot verdere verhooging der
Europeesche productielcosten. Tdvens dient liet voor-beeld van Engeland, waar wegens de ver’hoogi.ng dor
pj’oductiekosten producten der Amerilcaansche ijzer-
en staalindustrie goedkooper kunnen woeden geleverd
dan de Enge,lsche artikelen, tot afschrikwekkend
voorbeeld voor den Amerilcaan.schen arbeider, die bij
verdere loosverhooging die concurrentie onmogelijk
zou maken en zijn eigen werkloosheid veroorzaken. ,,Tegen de irei-Jiouding der valuta’s en de geringe
Europeesche koopkracht is nog géen redmiddel ge-
vonden. Ga’ry, een der leiders ‘van de United States
Steel Corporation, beveelt eene onmiddellijke ‘hervat-
ting vah den import van goederen uit ‘Duitschland
en Ocistenrijk aan, teneinde de valuta en daarmee de
kans op export naar die landen te verbeteren. Mce
voelt hier tot nog toe weinig voor dien import en
heeft zich voonloopig slechts moeite gegeven voor ver-
koop naar de vroegere vijandelijke landen zonder nog
aan inkoop van’ daar te denken. Als welkom resultaat
van de vermindering van den export wordt door een
groot deel der Ameri,kaansche bevolking de verrninde
ring dci- prijzen van vele artikelen beschouwd en in
dozen zin mag men de beweging der Europeesche
valuta’s zeker een voordeel voor Amerika noemen.

Tezamen met de vrees voor maatregelen tegen do
hooge prijzen werkt zij zeker de prijsverlaging hier

in de hand en daarmede het herstel van de. rust in
de arbeiderswereld, die reeds onder den invloed dreig-
de te komen vn de meest radicale elemeaten met

Russische overtuigingen.
,,De ingetreden verlaging der prijzen, afgezien van

de vraag, of ‘die wérkeljk een gevolg is van campagne

tegen de ,,high oost of living,” zal waarschijnlijk een

steun zijn ioor Wilson in zijn grooten strijd om het
vredesverdrag, tegen de republi:keinsche meerderheid

in den Senaat, die de rati,ficatie onmogelijk dreigt to

maken, of, wat
bijna
hetzelfde beteekent, dat verdrag’
met een aantal amen’dementbn wil verrijken. Van de

zijde van den president en de democratische partij
wordt te verstaan gegeven, dat slechts on’veranderde
ratificatie van ‘het vredesverdrag en aansluiting bij
den Voikerenibond de rust in Europa zal doen weder-

keeren, waardoor ‘de economische verhouding tusschen

merika en de Europeesche landen wder minder
abnorrnaal zal worden. De Amerikaansohe industrie kan dan haar werk onverminderd voortzetten, werk-loosheid wordt voorkomen en met de te verwachten

resultaten van den strijd tegen de ,,high eest of

living” zal de rust in Amerika bewaard.bijven. Wilson
heeft juist gisteren zijn reis van 1,0.000 mijlen door
de ‘westelijke staten aangevangen, waar hij .gedurende
28 dagen in een groot aantal redevoeringen zijn
vredesverdrag en volkeredbonci tegen de repu,bli-
keinsche aanvallen zal verdedigen. De eerste dier

redevoeringen, die hij heeft gehouden te Columbus,
Indianapolis, behandelen nog niet het verband tu.s-
schen de verdragen en de birne’nlandsohe Amen-
kaansche vraagstukken, doch waarschijnlijk zal hij
zich later mecir op dit gebied bewegen. Voorloopig
heeft hij voornamelijk de internationaal idealistische

zijden der kwestie belicht en uiteengezet ‘hoezeer het
de plicht is van het A,merikaansche volk om door
ratificatie van liet verdrag mee te wenlcen tot herstel

êr rust in Europa. Het is zeker e’eninteressant ver-
schijnsel, dat de President der Tereen.igde Staten
liet land afreist, om bij het volk steun te zdeken tegen
zijn eigen vertegenwoordigers, die het eerst zou kort
geleden ‘heeft afgevaardigd. Het schijnt, dat er kans
l,es’taat, dat de republikeinsdhe senaatsleden hun strijd
tcn slotte zullen opgeven, vooral wanneer de presi-

dent op
zijne
reis algemeene instemming vindt met
zijne uiteenzettingen.

EET KAPITAAL DER IN NEDERLAND

WERKENDE HYPOTHEEKBA NKEN.

Mr. H. R. van Maasdij,k schrijft:
De opmerkingen van Mr. J. G. de Hoop Scheffer
in de ,,Econ.-Stat.’ Berichten” van 24 September 1.1.
naar aanleiding van mijne bestrijding van zijn voor-
stel tot eene verplichte volstorti:og der aandeelen
onzer hint, e.nslan ds werkende hypoth eekbanken en be-
legging, van het provenu. in het bedrijf, maken een
wederwooi’d n,00dlzalceiijk, al ‘blijkt, dat hij ei’ aan is
gaan twijfelen of de bezwaren tegen zijn denkbeeld
wel eene uitvoering daarivan zouden toelaten.
Immers, waar het er hem
v66i-
alles om te doen is,
het”hyp,o’theeJchahlscezen hier to lande zoo goed moge-
lijk geregeld te zien, spreelct hij de verwachting u.it,
dat dan toch in elk geval de gedachtenwisseling over
zijn den.kbeeld de bestuurders onzer hypotheekbanJcen
in de ge] egenhedid zal stellen liet beste standpunt ten
opzichte daarvan in te nemen. Dan mogen echter,
wil dit minder vergaand resultaat inderdaad worden
bereikt, die opmerkingen, welke aanleiding zouden
kunnen geven, dat het vraagatulc niet zuiver wordt
bezien, niet weersproken ,blijven.
Eerst thans is gebleken, welke algemeene crisis Mr.
de H. Sch. op het oog heeft. Bedoeld denkbeeld is hem
niet ingegeven door de fi,nancieele crisis van 1914,
doch door de vrees voor eene groote economischecrisis
van langen duur, die hij na den oo’.n kipitaal ver-

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

slindenden alles veirni.etigonden oorlog als juist achter

ons ligt, zij het uit eene periode van tijdelijken bloei,

mogelijk achten idal hij rvloor een opvragen van het niet-
gestorte gedeelte van het aadeelenkapitaal slechts

rekent met het geval,
dat de bank van hare hypothe-

caire debiteuren niet meer voldoende gelden ontvangt
tot het betalen der verschuldigde
pandbrief’rente
en’
genoodzaakt is zich hiertoe op andere wijze contanten

te verschaffen. Aisdn zouden onze hypotheekban’ken

er z.i. beter voor staan wanneer zij het obligo van 80

â 90 pOt. reeds onder hare berueting en in hypothe-

ken belegd hadiclen, dan wanneer dit nog als ongedekté
vordering op de aandeelhouders uitatond, want.

in zulke tijden geeft eene vordering van b.v.
f
800.000

of
f
900.000, gedekt door eerste hypotheken, meer

,,ze’kerheid”
aan de pan’d’briefhouders dan eene tot

hetzelfde bedrag op verschillende personen zonder
eenige zakelijke dekking.
Hier nu worden twee begrippen ten eenen male ver-

ward. Het gaat hier in, het door Mr. de H. Sch.
g-
vreesde geval niet in de eerste plaats om ‘de ,,zeker-‘

heid” voor de pandbriefhou’der:s, doch om de ,,liquidi-

teit”
der middelen rvan de bank ten behoeve der pand-
briefhouclers.

Wat baat eene hypotheekbank een ebligo, dat zij op

een onw.00rzien moment moet kunnen aanspreken om

zich ,,cash” voor de betaling harer coupons te ver-
schaffen, in.diien dit vastzit in hypotheken, waarvan,

zooais door den heer de H. Seh. wordt gesteld, een groot
aantal der debiteuren niet eens in staat is de rente
te betalen? Wat is ‘voor haar op zulk een kritiek

oogen;blik ‘meer waard, eene blanco-vordering op aan-

deelhoudeis wiei financieele’draa’g;krac’ht indertijd
behoorlijk is vastgesteld, al komt daarvan op zulk een
momént dan ook ‘voorloopig misschien zelfs slechts
50
pOt. terecht – een percentage, nog altijd ruim vol-
doende om voor meerdere coupontermijnen te sup-

pleeren hetgeen van de vervallen rente op de hypo-

theken achter blijft – dan eene paiitij ‘hypothecaire
leeniugen, vaar,van iriet alleen de hoofdsom niet in’v’or-
derbaar is, doch op een’ groot deel waarvan zelfs de

rentebetaling achter blijft?

Mr. de H. Sch. wil dan in zulk een periode van
algemeene depreciatie die ‘hypotheken executeeren en

de onderpanden ,,inkoopen” desnoods met een verlies

op de hoofdsommen van
25
pOt., tengevolge waarvan

het bedrag van het obli’go ad
f
900.000 zal afbrokke
len tot
f
675.000
en troost zich dan nog met de over-
weging, dat laatstgenoemd bedrag toch nog waar-
schijnlijk ‘meer ,,zekeriieid” aan de pand’briefhouders.

biedt •dan de blanco-vordering ad
f
900.000. Wat is
dan van ‘zulk eene gestie het resultaat? Dat de ‘bank,
na zich genoemd verlies van
25
pOt. =
f 225.000
te

hbbeu getroost,
nôg geen cent in kas heeft vooT
de

betaling harer coupons, want ‘door den in’koop der
onslerpnuden ligt haar uitgezet geld nog atedis vast..
Zij zou dus om aan eontanten’ te komen die ingekochte
onderpanden met hypotheek moeten •benwaren en
hierop in zulk een perioide van crisis na zeer veel
moeite ten hoogste
60
pOt. = /405.000 ter leen kun
nen krijgen. Het resultaat van eene dergelijke ma.ni-
pulatie röu dus weien dat zij, ‘na een groot verlies
van tij’d, dat haar ten eenen mal niet past, van de

f
900.000 obligo slechts 45 pOt. in kas zou krijgen.,
Dan schat ik, hetgeen van de blanco-vordering op de –
aandeelhoudets’ ‘zelfs in zulk een crisistijd
terstô’nd
binnenkomt, veilig op een belangrijk honger iierce.n-.,

tag’e. Met de invordering van het restant van het
obligo, indien zulks dan ‘nog nodig mocht zijn, kar,
dan rustig worden voortgegaan.
Waarom, zoo vraagt verder Mr.
..de H. Sch., indien

men zich ‘dan ook moet wapenen tegen verliezen tenge-
volge van wanbeheer of kwade trouw der bestuurders,’
laten dan niet alle naamlooze vennootschappen een
gedeelte van haar aandeelenka’pitaal als een reserve
tegen kwade trouw en fraude bij hare aandeelhouders
staan? Deze’luxe kunnen zich alleen die instellingen
veroorloven, die geen aaudee.lenkapritaal van beteekenis

voor ‘haar bedrijf ‘behoev’en, omdat zij kunnen werken

met ,,geleend” geld. J’uis’t deze omstandigheid echter
verplicht haar tot het scheppen van een extra-waar-

borg voor deze gel.dgevers en deze is o.a. door onze

hypotheekbanken gevonden in een aa’ndeelenkapitaal,
waarvan ‘slechts dat gedeelte is gestort, hetwelk voor

haar bedrjf’noodig is.

Wil ‘deze extra-waarborg echter on’der alle omstan-
digiheden zooveel niogelijk veilig en ‘direct-realiseer-

baai’ zijn, dan behoor,t hij niet de risico’s te deeleü
van ht bedrijf en juist de door mij aangehaalde ge-

vallen ‘van wanbeheer en fraude – de eenige van

betee.keuis, Liie zich bij onze hier te lande werkende
hypotheekbanken i,ndertdaad
hebben
voorgedaan, ter-wijl het door Mr. ‘de H. Sch. gestelde gelukkig slechts

nog van thëoretischen aard is – ‘kunnen reeds als
eeno ‘erustige waarschuwing dienen tegen eee uit-

voerin’g van het “deniibeeld van volstorting van ‘het

obligo en belegging daarvan in hypotheken. Hierbij

komt dafi, nog de onvoldoende rentabiliteit en incou-ranïtheid ‘van dergelijke volgestorte aandeelen, waar-
van de juistheid ‘door mij moet ‘worden staande ge-
houden.

Mocht me er’ in slagen van aandeelhouders voor
hun obligo in den een of anderen vorm het stellen

van eene zakelijke idekking te verkrijgen, mits deze

dan’ wordt gege
v
e
n
in handen van een ,,derde”, dan
zou ‘zulks zeker dien waarborg voor de pan’dibriefhou-

dere nog versterken, doch, gelijk reeds gezegd, het’

moet ten zeerste worden ‘betwijfeld of een dergelijke
maatregel, althans wat de reeds geplaatste aandeelen

betreft, in ‘de practijk wel zou zijn door te voeren.

Het .hypotheekbankbedrijf kan hem echter gerust ont-
beren, want degoed geslaagde emissies van nieuwe

aandeelen van die ‘banken, die haar bedrijf tot een
duurzamen bloei hchben weten te brengen, strekken
ten bewijze, dat een niet-volgestort aandeelenkapitaal

van onze goed gesitueerde hypotheek’banken ook bij

de k’apitalisten nog steeds zeer is gezocht.
Dat echter die banken, welke het tempo van eerst-
bedoelde niet konden volgen, met hare ‘nieuwe uit-

giften van aandeelen moeite ‘hebben, ligt voor de

hand, doch pleit geenszins tegen het stelsel van niet-
‘verplichte volstorting, maar ‘alleen ‘tegen d’e te groote

gedeeldhei’d van het hypotheekbank’bedrijf hier te
lande. Zulks zal echter wellicht meerdere harer op den ‘duur aanleid’i,ng even op eene aansluiting hij
grootere banken aan te ‘sturen. Wanneer dan echter
door deze hiertoe volgestorte aandeelen zouden moe-
ten worden overgenomen, zou juist dit eene samen-
smelting, welke ook door Mr. De Hoop Scheffer wordt
voorgestaan, ten zeerste verzwaren en ook dus uit di’t
oogpunt bezien is eene verplichte volstorting een stap
in de verkeerde richting.
Mr. H. R. v
M.

Den Haag,
26
Sept. ’19.

OVER DE VOLSTÔRTING VAN AANDEELEN

DER IN NEDEÊLAÎTD WERKËNDE
HYPOTHEEKBANKEN.

Mr. A. S. Miedema chrijft:
De artikelen Van Mr. J. G. de Hoop Scheffer Jr.,
in No. 191 en 195 gepubliceerd, geven mij aanleiding
tot de ‘volgende kantteekeni,nigen en cijfers ten op-
zichte van zijn hypotihesen.
1
0
. Mr. ‘de H. S. scheef: Vele der jongere hypo-
theekbauken rijn een soort
fam’iliebankcn.
Onder den
indruk, dat hier wel wat houd genera.liseerend werd
gesproken, onderzocht ik dit ten opzichte der 3 te
Haarlem opgerichte hypotiheekbarken. De verwant-
schap nam ik ruii: neven, schoonouders, zwagers,
erts., inbegrepen.

Bevind’ing. De Haarlemsche Hypotheek-
b a n k; Bij de oprichting in 1891 hadden 10 commis-
sarissen eu 1 directeur samen 63 aandeelen; 15 ver-
wanten 49 aand. Totaal
26
personen
112
aard. van
500 geplaatst of
22,4 ‘pOt.; tegen,
77,6
onder vreem-

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICIÏTEN

907

den. Commissarissen on’derliirg niet venwant; een
hunner zwager ‘van ‘den ‘directeur.

De Kennemer Hypotheekbank. Bij d

opriohtinig in 1900 hadden 8 commiss., 2 directeuien
en 1 juridisch adviseur samen 89 aand.; 15 verwan-

ten hadden 41 aand. Totaal 26 pers. 130 aand. van

596 geplaatst, idus 21,8 pOt.; tegen 78,2 onder Nreem-
den. Commissarissen en directeuren onderling niet

verwant; een commissaris schoonvader van den
adjvûseur.

De Rijniandscihe Hypotheekbank. Bij

de opricihting in 1902 hadden 14 commissarisen en
2 directeuren 120 aand.; 17 verwanten 85 aand.
Totaal 33 pers. met 205 aanid. van de 500 geplaatst;

dus 41 pOt.; tegen 59 pOt. onder vreemden. Commis-
sarissen noch onderJ’ing noch met diectie ‘verwant.
Bij de getallen der aanid. van commissarissen en
directeuren moet rekening werden gehouden met hun

statutair.e ‘verplidhting om zekei igetal aandeelen,

minimum 5 of 10 veelal, te moeten houden.
Mettertijd verbeteren, door vererving, owersdhrij-
ving, niet gebruik maken ‘van claims deze verhou-
dingen.

De Haarlemsche Hypotheekbank
heef t van hare 2500 aand. ibij 11 commiss. en 2 direc-
teuren (onderling niet verwant) 181 aand., bij 47

verwanten 159 aand. Totaal 60 personen 340 aand.
of 1,5 pOt.; tegen 85 pOt. hij vreemden.
De

Rij nlan’dsch e

Hypotheekbank
heeft van hare 500 aand. bij 10 commiss. en 2 direct.
(onclerlii,ng niet verwant) 95 aand.; bij’ 10 verwanten
32 aanid. Totaal 22 pers. 127 aand. of 25 pOt.; tegen
75 pOt. ‘bij vreemden.

De Kennemer Hypotheekbank is intus-
schon geliquideerd.

Deze cijfers,. waaibij in ‘t minst gunstige geval 59
püt. van ‘t kapitaal in vreemde handen was, in de
andere gevallen % en meer, motiveer’den niet de ‘be-
wering van Mr. de H. S. van ,,familiebanken”.

2°. Door Mr. de H. S. worden gegevens gerteld
omtrent de rentabiliteit van volgestorte aancieelen..
Op grond van h’et over 1918 uitgekeer’de dividend,
met
‘bijvoegiing
van 5 pOt. over ‘de nader te storten

f
900, komt hij tot de ‘volgende
cijfers:
Rotterdam-
sche Hypotheekbank 7,3 pOt.; Nationale 7,7 pOt.;

Nederlandsche 6,8 pOt.; Friesek-Groningsehe 8 pOt.;
Haarlemscho 6,7 pOt.; Eerste NederIandsche Hyp.
Briefbank 6,8 pOt.; Dordrenhtsche 6 pOt.; Algem.
FniescJie 5,7 pOt.; Zeeuwsahe 5,7 pOt.

De ‘s-Grawenihaagische, door ‘hem• niet genoemd, in
zijn systeem 7,3 pOt.

Doch nu de practijk. In 1904 gaf de ‘sGrawen-
haa,gsc.he Hyp. Bank
f
500.000 vol te stortea aan-
doelen u’it, tegen 118’% pOt. Van 1905-1918, of over
14 jaar, is daarop gemiddeld uitgekeerd 5,5 pOt.,
terwijl in diezelfde jaren het gemiddeld ‘dividend op
de niet-volgestorte aanideelen 20 pCt. bedroeg, ‘wijzend
op een bloeiend bedrijf. De laatste beursnoteering
was in Januari 103 pOt. met ophanden zijnde uit-
keering van 6,3 pOt. In de lijst voor de vermogens-
belasting noteeren zij 95 pOt. Geen uitlokkend resul-
taat voOr navolging!

3°. Mr. de H. S. acht, dat te veel onzer
aandeelen
in handen van klein-kapitalisten
zijn, die veriekkerd
door een gemiddeld dividend van 13 pOt. naar zijne
berekening (bij een gemiddolden prijs nu in Sept. van
150 pOt.), meer aandeelen nemen, dan zij zouden
kunnen volstorten. Hij wil dozen no’pen de
f 1000
per aandeel vol te storten en anders ze te verkoopen.
Daargelaten ‘of dit behoorlijk zou ‘zijn ‘tegenover aan-
deelhouders, die men uitnoodigde tot inschrijving
onder de instigatie of communis opini&, dat bij’stor-
ting alleen in tijden ‘van nood zou goschieden en ‘het
bedrijf ‘daartoe geen aanleiding gaf, dan wel billjk
tegenover hen, die de aan’deelen in idezen gedachten-gang kochten,, zou toch nog de uitdrijrv’ing der klein-
kapitalisten een fout ziji. Zou• het in overeenstem-
miiig zijn met den geest van dozen tijd, waarin het
kapitaal zich democratiiseert in de naamlooze ven-
nootschap, , om den zeer broeden zoom vafi klein

beleggers, die saman cn zeer groot kapitaal vertegen-

woordigen – de lieden, voor wie het
f
100-certificaat
Ned. Scheepvaart Unie en de
f
100-onderaand. Dell
Maatschappij zijn uitgevonden – uit te sluiten van

interesse bij ons ‘hypotheekbidrijf, waarbij zij aus

trduwe pandbriefkoopers allermeest belang hebben?
Ahht Mr. de H. S. deze categorie niet sotvabei voor
aandeelen van
f
1000, dan had hij in zijn systeem
met kleine voigestorte aandeelen ‘van
f
250 moeten
kernen, om ‘dozen als geïnteresseerden ‘te behouden.

Doch, wanneer de tegenwiordige aandeelhouders,
een enkele uit onmacht, voor ‘t grootste gedeelte uit
onwil, ni’t zouden wenschen bij te storten, waar moe-
ten die aandeelen dan heen? Zou, waar dit over tien
tallen millioenen
kan
loopen, het grootkapitaal, waar

ze dan tereciht zouden moeten komen, dit bedrag

willen absorbeeren ‘bij de poovere en toch nog opti-
mistische ‘vooruitivichten, die Mr. de H. S. opent?
Tegen welke panielckoersen zou die godwongen over-

gang moeten geschieden, als nu reeds een volgestort
aandeel eener welvarende hypotheekbank 95 pOt.
noteert? –

4
0
. Is er grohd voor’den door Mr. de H. S. uitge-

sproken twijfel omtrent ‘de capaciteit tot bijstorting?
Tegenover de hypothese maar weer een brokje reali-
teit.

Bij de Pl o 11. Pl y p. B a n k blevei op 3000 aanid.
5 aandeelhouders met 99 aand. in gebreke, dus 3 pOt.
van
f
3.000.000.

Bij de Z u id. – H oll. Pl y p. B a n k kwam het
niet aan bijstorting op de aandeelen toe. Men schiep
er winst,bewijzen, die sindsdien reeds ‘bijna geheel uit
een deel der winsten werden uitgeloot. De lapitaais-
waariborg ‘bleef er. oaangetast.
Alle
winstbewijzen
werden genomen.

Je Kennemer Hypotheekbank geraakte
in 1903 in déconfiture, ‘zoo:dat 27 pOt. moest worden
bijgestort. In gebreke blv’en 3 aandeelhouders met
25 van de 596 aard. of 4,5 pOt.

Holland-Mexico Hypotheekbank, in
1915 en in 1916 bijstortin,g van 20 pOt. In gbreke

op 600 aand. in 1915 31 aand., in 1916 50 aanid.
derhalve 5 pOt. en 8 pOt.

Maatschappij

van

Zekerheidstel-
1 i n g, in 1917, 1918 en 1919 bijstorti’ngen, waardoor
thans volgestort. Op f6.000.000 kapitaal niet
inge-

komen f 135.000 of 2,25 pOt., terwijl nog belangrijke bedragen zijn toegezegd, waarmede geen, rekening is
gehouden.

Deze vioo’iibeelden u’it het hypotheekbank- en aan-
verwant bedrijf, nog met enkele andere – Generale-
kmstel Hyp. Bank. – aan te vullen, bewijzen, dat de betalingscapaciteit der houders van niet volgestorte
aandeelen buitengewoon ‘krachtig bleek te zijn. In
het ongunstigste geval een gedeeltelijk manco van
8 pOt. De uitkomsten geven geenszins aanleiding
voor de d’oir Mr. de H. S. betoonde ongerustheid.

5°. Mr. de H. S. constateert gebrek aan
spmpathie
voor de niet-volgestrte aandeelen
en ‘noemde mij op
mijn navraag ‘daarbij ‘als bronnen: notarissen, commis-
sionnairs in effecten. Bij beide rubrieken is het gemop-
perverklaarbaar. De notarissen hebben maar last en
vertraging in ‘boedel-afwikkeling, wanneer er niet-vol-
gestorte aandeelen moeten worden overgeschreven, wat
wel eens wat omslag vordert. Voor den geldha’ndel zit

in den overgang van ‘dezeaandeelen niet de bate van
middeÈicoersen, dus dat stemt ‘daar ook niet willig.
Doch het zal Mr. de H. S. toch ook niet ontgaan,
dat in de bladen van Broekman’s Effectenkantoor,
der Oommiissiebanik, bij Van der Hoop in Rotterdam,
steeds vraag en aanbod der aandeelen van de hypo-
theekbairken is en ‘dat bij de veilingen er igereede
plaatsing ‘voor is te vinden?

Gaat nu de sympathie van ‘het p’ublièk – zooa]s

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

Mr. de H. S. meent

uit naar het hypotheekbank-

aandeel, waarbij men dadelijk ten volle aan zijne ver-
plichtingen heeft te voldoen? Het volgende wijst op

het tegendeel: in de lijst van de vermogensbelasting
ioteert het aandeel Rotterdamsche Hypotheekbank met

28% pOt. dividend 330 pOt.; een aandeel Nationale

Hypotheekbank met 35Y2 pOt. dividend noteert 250
pOt. of bij 7 pOt. meer dividend 80 pOt. lager

koers! Bij de Nationale Hyp. Bank is men gehouden
voor elk aandeel van
f
100 zekerheid te deponeeren

a,d
f
1000. Dit zeil aan het koersvcrscliii wel niet

vreemd zijn.
0
0
. Ten slotte iets over den
foutieven grondslag

van het betoogde
door Mr. de H. S. Deze doet het

voorkonen alsof, liep het mus met de hypotheken,

daidelijk een beroep op het vann’ootseha’ppelijk kapi-
taal zou moeten worden gedaan voer verdere storting.

Doch aoo staat het er niet mede.

Bij dreigend gevaar zou men, bij in gebreke .bljven

der debiteuren over een of hoogstens twee termijnen, tot executie overgaan en als eersten waarborg vinden

de orver.waaride in .het onderpan’d. Statutair reeds 25

pOt. tot 33 pOt. der onidenpaodswaarde is die veelal

door periodieke aflossingen nog verhoogd. Door de
waarde-vermeerdering der laatste jaren is die over-

waarde buitengewoon versterkt, zoo:dat bij algemeene

horta.xat’ie zou blijken, fdat de gemiddelde ev,erwaar.de
hoven de 50 pOt. zal zijn.Van die waarde-vermeerde

zing zal een groot deel blijvend zijn. Bij cle executie
zal, kostn ,inbegrepén, de achterstand niet veel meer
zijn dan 7 pOt. Acht ‘de heer de H. S. het bestaanbaar,
dat de overwaarde zoo snel verdwijnt, dat restant

hoofdsom plus achterstand niet meer te verhalen zou-

den zijn, iiiet bij een enkelen post, maar over ‘t ge-

heele bedrijf van eenige ‘hypotheekhank?Ik niet.
Maar al ware het zoo, dan vond de Bank een tweede bron tot verhaal in de overige vermegensbestanddeelen
van den nalatigen debiteur, zij het in condurrentie

met overige debiteuren. –
In de cleride plaats kernen de reseiwes, in totaal
bijna 20 pOt. van het totaal ‘vennootschappelijk kaji-

taal en vrijwel evenveel als het reeds gestorte kapitaal.
Met verwaarloozing van andere batefl als stille

reserves, gebouwen, enz. komt dan pas in de vierde
plaats het kapitaal aan de beurt voor bij’sto’rti.nig.

Zoo’dat: eerst, wanneer de o’verwaarde in het’onder-
pand (tegenwoordig een f500.000.000) illusoir zal zijn geworden; als op de debiteuren uit hun verder
vermogen niets meer zal zijn te verhalen en alle hor-
gen insolvabel zijn gebleken; daarna pl.m:
f
13.000.000

reserves zijn vèrbruikt, er ‘dan nog een gat van ruim

f
48.000.000 moet zijn, zou het tot volstorting der

chndeelen moeten komen!
Maar gelooft collega ‘de II. S. niet, dat reeds lang
voordat het aan het aan.deelenkapitaal zou zijn toege-
komen, de Staat zou hebben ingegrepen en noodmaat-
regelen zou hebben genomen, waardoor zoowel tegen-
over ci’editeuren. als debite’uren opschorting van ver-

pliehtin,gen zou gelden?
Resurneerende kom ‘ik tot, de volgende. conclu’sieu:

1°. de heer de H. S. heeft de uitdrukking ,,familie-
bankn” ten onrechte gebezigd;

2
0
. veidpende rentabiliteit van de volgestorte aan-
deden, naar den maatstaf van courante obligaties, is

in ‘het hypotheekbankbedrijf onwaarschijnlijk en daar-
door zal de onderbrenging van bijna
f
00.000.000

hypoiiheekbankkapitaal on’ojver’komeiijk bezwaar onder-

vinden;

3
0
. de kleine ‘kapitalijsten – moeten niet van het
kapitaal ‘der Neder] an’dshe hypotheekbanken worden

uitgestooten;

4
0
. de capaciteit tot bijstorting is bij calamiteiten

in
het hypotheekbankbedrijf en aanverwante ‘bedrijven

buitengewoon gunstig gebleken;

5
1
. de bewering, dat in het
al
,
genieen de niet-vol-
gestorte aandeelen ‘impopulair zij.n, is onflioudibaar

0
0
. er zijn zeer sterke voorafgaande dekkingen in

liet hypotheekbankbedrijf, zoodat het vraagstuk der

volstozti’ng niet die urgentie heeft, daaraan door Mr.
de H. S. toegekend en ontijdig’een aantal houders
van niet-velgesterte aaudeelen zijn verontrust.

Bij ht door Mr. Van Maasdijk gestelde, •dat, hij

volstorting van ‘het kapitaal, hetzij in effecten, hetzij

in hypotheken belegd, dit nieuwe en onnoodige

risico’s zou loopen, sluit ik mij ten volle aan.

Moet er dan niets gedaan worden? Zeker. Allereerst

moeten . wij directies ons rekenschap blijven geven,
waar de aandeelen heen gaan en de verspreiding ‘van

‘aandeelen over vele houders bevorderen. Een der

middelen daartoe is de pirbliceering der lijst
van aan-

deelhouders met vermelding van het aantal. Hypo-

thecaire zekerheidstelling voor het onges’tor’te deel
zal echter in de practijk onu.i’tvoerbaai’ blijken. ‘Maar

‘t beste zal zijn: waakzaam blijven in het
bedrijf
zelf.
Mr. A. S. M.

DE RIJ’KSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke

overzicht met bijlagen van de opbrengst de’i. Rijks-

mjdde1n over de eerste acht maanden van het loo-

pende jaar, vergeleken met de overeenkomstige cijfers

‘van het vorige jaar.

De ooriogswinst- en ‘veadedigingsbelastingen brach-

ten tot dusver in totaal op een bedrag van
f 010.411.220, waarvan f 450.717.340 op rekeniiig

komt van eerstgnoemde heffing.

Met inbegrip van de opcenten, ten ‘behoeve van

het ‘Leeningf ouds, behalve die op den suikeraccijns,

welke geene verzwaring van bel astinigd ruk med ebrach-

ten, is dus in totaal
,f
734:064.725 ontvangen uit be-

lastinigheffing, die haren grond vindt in de buiten-
gewone omstandigheden.

De gewone middelen brachten in de ‘afgeloopen

maand
f
29.488.231 op tegen
f
19.696.190 in Augus-

tus 1918 en vertoonen mitsdien een vooruitgang van

f
9.792.041.,

De opbrengst der afgeloopen maand overtreft de

raming met ‘het aanzienlijke bedrag van
f
10.884.856;

de opbrengst van de eerste zeven maanden 1919 over-
trof de rami’ng met
f
39.952.922, zoodat over de eerste

acht maanden van 1919 de opbrengst de raming met

het aanzienlijke bedrag van
f
50.837.778 overtreft.

Dit gunstig resultaat is voornamelijk toe té schrij-
ven aan een ruimer vloeien van de grond-, de inkoni-sten- en de vermogensbelasting, van den suiker-, den
gedistilleerd- en ‘den geslach’taccijns, van de zegel-, de

registratie-, de successie- én de invoerrechten, van

het stati’s’tiekrecht, het recht op de mijnen, de domei-

non en de loodsgelcien.
Tot de gunstige resultaten over Augustus 1919 in
vergelijking ‘met Augustus 1918 droegen cle zooeven
genoemde middelen – met uitzondering van de in-
komsten’bel’as’ting, den suikeraccij ns en de domeinen

– hij. Daarnaast kunnen genoemd worden de perso-
neele belasting en de dividend- en tantièmebelasting.
Trager vloei’den de inkomstenbelasting, de suiker-,

de zout- en de
bieraccijne
en de domeinen’.

Het ruimer vloeien van de grond-, de vermogens-,
de personeele en de dividend- en tantinmebelasting
hangt waarschijnlijk samen met het inhalen van den
achterstand bij de vaststelling der aanslagen en de

invoderi ng, hiermee verband houdend.

De hoogere opibrengst van den gedistilleerdaccij ns
is een gevolg van de op 7 April 1919 ingegane accijns-
verhooging; die van den geslachtaccijns houdt ver-

band met de intrekkin.g van het slachtverbod.
Het ruimer vloeien van de zegelrechten zal wel

voor een groot deel zijn toe te
schrijven
aan de met
1 Augustus jl. in werking getreden wet van 27 Juni
1919 (Staatsbiad No. 432) tot wijziging der Zegelwet
1917 en aan eene verleven’diging van den effecten-
handel, terwijl daarnaast kan worden gewezen op eene

verscherping van het toezicht.

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

m
e

De stijging van de opbrengst van het registratie-
recht moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan

‘de meerdere overgangen van vast goed.

De meerdere opbrengst van de invoerrechten, het

statistiekrechrt en de loodsgel’den vloeit voort uit eene

verleven.digipg van het internationale verkeer.

De iiteerdere opbrengst van het recht op de mijnen
is toe te schrijven aan inhalen van den achterstand
bij de aanslagen en cle verhoog.i.ng
-van het percentage
van den aanslag.

Het tra-ger v]oeien van de inkomstenbelasting kan

worden toegeschreven aan minder vlotte i’nvor’dering.

De mindere opbrengst van den suikerccijns -houdt
voornamelijk verband met een minder groot verbruik

vtn suiker en suikerhoudeude spijzen, nu weder

andere voedingsmiddelen in voldoende ma-te aanwezig
zijn.

De lagere opbrengst van iden zoutaccijne is een ge-
volg van het verbruiken van de -groote, gedurende den oorlog gevormde voorraden.
De mindere opbrengst

van den – bieraccijns hangt
waarschijnlijk samen met moeilijkheden in den aan-

voer van grondstoffen en minder verbruilc van bier
tengevolge iran ‘de -prijsstijging.

Het lager bedrag, dat uit de ‘domeinen werd ver-
kregen, is te vei-klaren uit de oms•tandigheid dat we-

gens het aandeel van den Staat in de zuivere op-
bregst der donianiale steenkolenmijn in de afgeloo-
pen maand minder word ontvangen dan in Augus-
tus 1918.

ECONOMISCHE MAA TEEGELEN IN INDIE. (Ontleend (tan het verslag van dc Javaschc Bank 19181’19)
1)

,,Het vinnigst deed zich deze stand van zaken gevoelen
in het voornaamste stapelproduct, cle suiker, waarvan de
noteeringen tot voor alle fabrieken reeds verliesgevende
prijzen waren teruggeloope]). Toen de situatie in een crisis
di

eigde te ontaarden greep ten’ slotte Zijne Excellentie de
Gouverneur-Generaal iii en belegde op den 29en Juli 1918 eene bijeenkomst van producenten, exporteurs en de voor-
naainste financiers, waarop besloten werd belanghebbenden
tot aaneensluiting ‘to dwingen. Er werd eene Commissie van
advies nangewezen, bestaande uit twee suikerproducenten
en een exporteur, welke in opdracht ‘kreeg ten aanzien
van vergunningen tot uitvoer de Regeering van advies te
dienen. In •het algemeen zou haar advies slechts guntig
nIoen luiden, wanneer aan de volgende voorwaarden was’
voldaan:
,,t. Dat producou.t en exporteur waarborgen zoudei geven,
dat zij bereid waren toe te treden tot eene in Nederl•andsch-
Indië op te richten vereenliging van Javasuikerproducenten
en exporteurs.
11
2
. Dat het product, waarvoor licentie gevraa
g
d werd, m instens tot een door (te advies-commissie vastgesteiden
mi.nimumprjs door den producent moest worden verkocht.
,,3. Dat de door een uitvoervergisnni.ng gedekte trans-
acties tot den datum van inwerkingtreding der vereeniging
zouden worden geacht te zijn verricht voor rekening der,
vel-eenigilig ee bij haar zouden worden ingebracht en ver-
antwoord, uitgezonderd die transacties, waarvan ten ge-
noegen van genoemde advies-commissie zou kunnen worden
aangetoond, dat, de ouclerwerpelijke suikers in: handèn ge-
geven ol -verkocht waren voor de inwerkingtreding van deze
regeling.
,,De voorwaarde sub 2 ivas de fuu-damen’teele. Immers het
doel was om ten spoedigste te geraken tot eene vereeuiging,
welke de belangen bij de realisatie van het product, zoo van cle zijde der fabrikanten, als exporteurs omvatte, eenerzijds
om paal en perk te stellen aan de onderlinge concurrentie en
een verdere inzakking van de markt te voorkomen, ander-
zijds om tegenover de georganiseerde in-koopen van het bui-
tenland eene verkoopoi-gaaisatie te stellen en ten slotte om
onder deskundige leiding tot juistere prjsver.houd.ingen ‘te
geraken, zoo tea aainzien van de waarde die de suiker tijdens
den duur van den oorlog in het algemeen voor het buiten-
land heeft, als ten-aanzien van elk der afzonderlijke bui-
tenlandsche mai-kteu.
,,Onmiddellijk na de instelling der commissie en het vast-
stellen der minimamprijzen t
f
7,25 voor superieur en
f
6,25 voor 16 en hooger, liepen de suikernoteeringen, even
te voren nog:

1)
Vervolg van pag. 842.

oogst 1917: Superieur ———- – —

f
5,—

16&h- ………
-……

,,4%.
oogst 1918: Superieur ————–
f
5%

16&h- …………….

–4%

Muscovados …………

–4%
op tot: Superieur ————–
f 7%
16&h- …………….

Muscovaclos …………

–6,-
alles oogst 1918, met
f
6
7
/
s
voor superieur vnu oogst 1917.
einde te voorkomen dat de oogst 1919 den verkoop
van oogsten 1918 6n 1917 zou hinderen, werden de mini-
mumprijzen van oogst 1919
f 1,—
t
f
2,— hooger gesteld
dan die van oogst 1918 en 1917.
,;Later werd bepaald dat voorloopig voor het product
ex oogst 1919 in het geheel geen licentie zou worden ver-
strekt.

Naarmate ae organisatie in het buitenland bekend werd,
liepen de suikerprijzen gestadig op, zoodat men reeds na
eene week de minima kon verhoogen. Gedurende de voorbe-
reiding der definitieve regeling, kwam uit Nederland het
beiicht ‘dat men thans ook dar tot over eenstemmi ng was
gekomen. Den 9en Augustus 1918 had men te Amsterdam
cciie combinatie met den -naam van Vereenigde Jav-asuiker
Producenten opgerlcht. Men wilde in Nederland niet van
eee in Indië gevestigde vereeniging weten. De Gouverneur-
Generaal was ‘ten slotte ‘bereid de Nederlandsche organisatie
te ‘efkeonen, mits hare zetel naar Nederlandsch-Indië verd
overgebracht, daar Zijne Excellentié, en zulks terecht, van
oordeel was, dat het niet aanging, eigenaren van suiker-• fabrieken in Indië door de Regeering te -dwingen lid te
worden eener in Nederland gevestigde vereeniging.De Ver-
eenigde Javasuiker Producenten persisteerde evenwel bij
hare
,
weigering baren zetel naar Indië -te

verleggen. Deze
houding leidde tot het onvermijdelijke gevolg, dat de Com-
missie van Advies voor de suiker den 22en October 1918
door de Regeering van hare taak werd ontheven en de aan
de licenties te ver-binden voorwaarden kwamen te vervallen.
• ,;ofschoon het dus ten slotte niet is gekomen ‘tot de op-
richting eener alhier gedachte in Nederlandsch-Indië geves-
tigde vereenigiag van producenten en exporteurs, moet toch
liet standpunt door den Gouverneur-Generaal op de boven-
bedoel-de vergadering ingenomen, beschouwd worden als het
baken, dat den ver’deren koers van ‘het economische beleid heeft
bèpaatd. De weg was daarmede .ten duidelijkste aangegeven,
men had kennis gemaakt met de machtsmiddelen der Re-
geering alsmede met de -dooi Raar tea opzichte daarvan
gehul-digde opvatting. Dit heeft zijn moreel effect -niet ge-
mist -zooals bij latere gelegenheden duidelijk tot uiting
kwam. – – –

,,De suikerprijzen liepen i-ntusschen sedert gest.adig op. ,,De suikercul-tuur is dit jaar het onderwerp geweest van meer dan gewone belangstelling. Behalve de boven gerda-
teerde moeilijkheden hing haar de gedwongen inkrimping
van het plantareaal boven het hoofd. Bovendien is, nadat
de v’erhoudingen in ‘de Eliropeesche cultures in de ajaars-
zitting 1918 van den Volksraad ter sprake waren gebracht,
van Regeerirgswege eene Commissie ingesteld ten einde een onderzoek in te stellen naar de toestanden welke in de groot-landbouwnijverheid, in de eerste plaats in de suikerindustr-ie
het overwich’t hebben en Raar ter za-ke van voorlichting en
advies •te -dienen.


tD
e
inkrimping van het met suiker en ‘tabak te eplan-
ten areaal, het eerst in begin 1918 ‘ter sprake gekomen
mede onder den druk der toen minder goede vooi

uitzichten
voor de suker, welke gedachtenwisseling ‘tot een vrijwillige
inkrimping van den rietaanplant met 15 pCt. aanleiding
gaf, kwam tegen het einde van dat jaar weder op .het tapijt.
De omstandigheden waren echter zeer verschillend; -zooals
het vorig verslag uiteenzette iviis toen eerder groot verlies
dan voordeel voor producenten te verwachten uit een besten-
digiug van het areaal voor suikeraaaplant. Suiker was toen
slechts met verlies te verkoopen, terwijl de toestand van de
suikermarkt einde 1918 en begin 1919 winsten deed ver-
wachten zooals nog nimmer voorgekomen. Evenals de vorige
maal, was het de vrees voor een mogelijk tekor-t aan voe-
dingsmiddelen voor de I-nlandsche bevolking, weljce de Ne-
derlandsch-Indische Regeering er toe bracht di-t vraagstuk
opn.ieuw onder de oogen te-zien. Zooals te

verwachten was,
heeft deze aangelegenheid heel wat meer beweging veroor-
zaakt dan toen deze quaestie voor het eerst te berde werd
gebracht.

,,Het belang der voedselvoorziening is er een van de
eerste orde en maakt in critieke tijden dan ook steeds de eer-ste zorg der Regeering uit. Naast de pogingen om de
productie van voedi-ngsgewassen in eigen land zooveel mo-
gelijk aan te sporen, heeft de Regeering hare toevlucht ge-

910

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
October
1919

nomen tot eene verscheidenheid van maatregelen als ver

boden tot uitvoer, zoowel als invoer, bepalingen welle het
vrije inter-gewestelijk vervoer van rijst niet moer toelieten, het stellen van maxim’umprijzen en het inbeslagnemen van
voorraden, welke omvang van voorschriften dus op een
algeheele con’trole en distributie van Regeeringswege neer-
kwam, waarmede de Afdeeling Handel van het Departement
van Landbouw, Nijverheid en Handel was belast

,,De door den Gouverneur-Generaal ingestelde Commissie,
die de Regeering moest adviseeren in alle zaken verband
houdeude met een geregelden aanvoer van buitenlandsche lijst zoowel op Java als op de buitenbezittin.gen en met de
distributie daarvan, werd in geen enkel geval gehoord, maar
ook niet ontbonden.

,,De genomen maatregelen hadden ongetwijfeld hunne
nuttige zijde, maar het natuurlijk gevolg was een ohtstem-
ming bij de rijsthandelnren en een groote onverschilligheid
ten aanzien van den rijathandel in het algemeen, waartoe men zich niet meer voelt aangetrokken wanneer het vrije
handelsverkeer zoo goed als onmogelijk wordt gemaakt. Van medewerking van de zijde der belanghebbenden bij den rijst-
handel, welke van zeer groot nut zou zijn geweest, viel
onder zulke omstandigheden natuurlijk niets te bespeuren.
‘Alen heeft zich, naar het voorkomt, met die verschillende
verbodsbepalingen niet in alle opzichten op den juisten
weg bewogen. Het is te hopen dat de Regeering, met het
doel om de binnenlandsche productie zoo hoog mogelijk op
te voeren, in grootere mate dan voorheen Rare aandacht
zal besteden aan de voortgezette bestadeeri’ng van het voed-
seivrangstuk, dat in een land als Nederla’ndsch-I.ndië, met
het weelderig produetievermogen van zijn bodem, en de
groote uïtgestrektheid zijner beschikbare gronden, eigenlijk
geen vraagstuk moest zijn. Er zijn volgens deskundigen zeer
groote complexen op de Buitenbezittingen en zelfs ook nog
op Java aanwezig, welke voor den rijstbouw geschikt zijn
of zouden kunnen worden gemaakt. Voorts moet ideii inlan-
der geleerd worden meer uit zijn grond te halen. Proef no-
mingen hebben aangetoond dat een veel intensievere cultuur
mogelijk is zonder gevaar van uitputting van den bodem.
Middels doelmatige credietverleeniag ‘door de kanalen van
het volkscredietwezen zou men kunnen voorkomen dat de
oogst ontijdig, namelijk onrijp, wordt verkocht. Wegenaan-
leg in minder toegankelijke oorden is het eenige middel om
de periodiek optredende plaatselijke voedselnooden te bè-
zweren. Over het algemeen ware eene betere organisatie
van den interlocalen rijst’handel gewenacht ten einde plaat-
selij’ke prijsverschilien tot minima t’e beperken, maar voor
alles dient de handel niet aan banden te worden gelegd, wil
men ten minste dat die zich vrij zal ontwikkelen. Voorts
verdient het aanbeveling de inlandsche bevolking er toe t
brengen haar dieet ‘blijvend uit te breiden met andere ,voe-
dingsstoff en dan rijst, b.v. mais, een uitstekend voadings-
middel, dat in zulke overvloedige hoeveelheden hier kan
worden voortgebracht, om ‘niet te spreken van andere als
ked’el’ee, tapioca, sago, grondinoten enz.
,,Ret opvoeren van de rijstproductie ten koste van een
georganiseerd en geperfectionneerd bedrijf als de suiker-
cultinir, welke in ‘alle opzichten een groote bron is van
rui;me inkomsten voor de bevolking, de Europeesche gemeen-
schap en de Rageering, behoort slechts’ ‘in het geval van
allerhoogsten inood te worden overwogen. Dit klemt vooral
in een periode van bloei met natuurlijk gevolg van een
groot accres der zooeven ‘bedoelde inkomsten, ‘als de suiker thans cloormaakt. De practische waarde bovendien ten aan-
zïeii van de voedselvoorziening van een inkrimping van
25 pCt., zooals die in ‘het laatst van 1918 opnieuw door de
Regeering werd overwogen, ingegeven door de vrees da’t de
voorziening van uit Britsch-Indië wegens daar zelf heer-
schande voedseisehaarschte zou ‘worden stop gezet, welke
inkrimping in de suikerindustrie een niet te onderschatten
ontwrichting zou teweeg’ brengen, zou in wezen slechts van zeer geringe beteekenis zijn.

,,D’e meerdere hoeveelheid rijst welke op’ die wijze z&u
worden verkregen zou veel te onbeduidend zijn geweest, om
een werkelijk tekort van eenig belang op •bevred’igende wijze
te dekkén.
,,D’e’ ‘bedreiging is echter nu van de ‘baan. De Regeering
hêef t bekend gemaakt dat
Zij’,
gelet op den ruimen polo-
widjo-oogst, vooral’ van maïs, en de verwachtingen van een
normalen rijstoogst, alsmede met het oog op de voorraden
buitenland’sche rijst, waarover Zij beschi’kt, heeft afgezien
van een gedwongen inkrimping van den aanplant van
suikerriet en tabak. Overigens is Zij than’s op groote schaal,
hij liet binnenkomen van den nieuiven oogst tot opkoo.p en
opschtiriag van padie op verschillende centra overgegaan, met het doel, in . komende tijden van voedselschaarschte,
over eent flinken voorraad te kunnen beschikken. Rijst in

dien ongepelden vorm opgeslagen, blijft namelijk bij doel-
matige berging neer ‘geru.imen ti3d in goeden staat.
,,Bij voortzetting van de bespreking der, Europeesche
cultures, vraagt de oprichting der Cultuur-Hulpbank thans
in de eerste plaats ‘de aandacht.

,,Het is steeds gedurende den oorlog van het grootste
belang geweest, dat geen storing zou plaats grijpen in eenig
cultuurbedrijf in Nederlandsch-Indië, ten einde te voorko-
men, dat door het stopzetten van cultures, aan de bevolking
de gelegenheid zou komen te ontvallen, hun arbeid in geld
om te zetten en mogelijke onlusten wegens het verloop van
volk zouden kunnen worden veroorzaakt. Daartoe was in de
eerste plaats noodig, aan de cultures de zekerheid te ver-
schaffen, dat de verkoop van het product tot minstens kost-
prijs zou kunnen plaats ‘hebben. Vrijwel gedurende den gan-
schen oorlog konden de producten van Nederlandsch-Lndi-
sch’en bodem, zij het dan ook in het algemeen in steeds aine-
mende mate en met uitsluiting van enkele van minder be-
lang, tot loonende prijzen ‘verkocht worden. Toen echter
ongeveer in het midden van 1918 daarin een merkbare
kentering intrad en de verkoop veel minder vlot verliep dan
te voren, ‘daalden de prijzen, zooals reeds eerder opgemerkt,
tot een zoodanig bedenkelijk peil, dat het gevaar ontstond
dat eerlang verscheidene ondernemingen haar bedrijf zouden
moeten staken, indien niet op een of an-derd wijze financieele
hulp kon worden geboden. Een plan van valorisatie van alle Indische producten, hetzij door de Regeering, hetzij door de
gezamenlijke banken, kon, als onuitvoerbaar, niet ter hand
worden genomen. De oplossing der situatie werd echter ver-
kregen door de oprichting van eene Cultuur-Hulpbank,
waartoe op eetie vergadering ten Kantore van de Javasche
Bank op 19 September 1918 werd besloten. Hiermede kwam
een reeds in het begin van den oorlog door de Directie der
Javasche Bank in ovel

weging genomen plan tot uitvoering.
Toen reeds was bij haar de mogelijkheid voorzien dat ver-
schillende hier te lande werkende cultuuronciernemingen
voor de voortzetting van haar bedrijf financieelen steun
zouden behoeven, dien zij van de bestaande credietorganisa-
ties niet, of slechts onder bezwarende ‘voorwaarden zouden
kunnen verkrijgen. De Javasche Bank zag toen in, dat het
verleenen van dien steun hoofdzakelijk op hare schouders
zou komen te rusten en meende dat het aan een goeden
gang van zaken bevorderlijk zou zijn, wanneer de crediet-verleening niet direct aan de producenten zou geschieden,
maar aan een door die producenten onder hunne gezamen-
lijke aansprakelijkheid op te richten cultuurhanik, die de
voorschotten aan ‘de diverse ondernemingen zou regelen en de daarvoor benoodigde middelen door disconteeringen van
promessen of beleening van producten bij de Javasche Bank zou opnemen. Toen de handel in producten zich betrekkelijk
spoedig na het uitbreken van den oorlog begon te herstellen
en de cultuurondernemingen, zonder al te ‘veel moeite, een afzet voor hare producten bleven vinden, werd de behoefte
aan een dergelijke Organisatie minder gevoeld en bestond
voor eene nadere uitwerking van het plan geen aanleiding.
Sedert de omstandigheden ten aanzien van den. afzet der
koloniale producten echter zooveel ongunstiger waren ge-
worden, dat bij een voortduren der bestaande moeilijkheden
voor vele culltuui-ondernemingen inderdaad een noodtoestand
dreigde te ontstaan, (immers de marktprjs van verschil-
lende producten daalde tot beneden kostprijs) werd bij de
besprekingen over de middelen ter voorkoming van dien noodtoestand het vroegere plan weder op den voorgrond
gebracht, met het gevolg dat de wenschelijkheid van de op-
richting eener hulpbank ten slotte algemeen werd ingezien.
Van den aanvang af werd door de Javasche Bank daaren.
boven de wenscheljkheid betoogd dat met die oprichting moest samen gaan, of liever daarvan een onafscheidelijk
onderdeel moest vormen, eene algeheele samenwerking van
alle belanghebbenden door middel van een of meer produ.
centenvereenigingen, die de macht zouden hebben de prijzen
van bepaalde producten vast te stellen en te doen hand-
haven en de Regeering verder zouden ndviseeren omtrent de
in verband daarmede eventueel te treffen Regeeringsmaat-
regelen. Die samenwerking werd eindelijk verkregen.
,,Weliswaar was het bedrag waarvoor op de constituee-
rende vergadering’ door belanghebbenden voorloopig werd
deelgenomen niet ‘groot te noemen, doch zulks was geen
bezwaar om cle organisatie al vast tot stand te brengern
,,De Oultuur-Huipbank zou aan elke onderneming, die
zich daartoe zou aanmelden, tot kostprijs voorschot op het
product geven. Ten aanzien van dien kostprijs zou zij gead-
viseerd worden door de te organiseeren producenteaveree-
nigingen, terwijl deze vereenigingen, in overleg met de Cul-
tuur-Hulpbank minimumprijzen zouden vaststellen en advie-
zen voor uitvoerlicenties aan de Regeering zouden uitbren-
gen, ten einde uitvoer van producten, die eventueel beneden

1 October 1919

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

1f

de mi.nimumprijzen zouden worden verkocht, te voorkomen
en aldus alle producenten te dwingen om mede te werken
tot de maatregelen, die in het algemeen belang zouden moe-
ten ‘worden genomen. De Cultuur-Hulpbank.zou op de boven
reeds aangegeven wijze voor hare middelen terugvallen op
de Javasche Bauk, die zich bereid verklaarde hare crediet-
middelen, voor zooverre hare positie zulks zou gedoogen, ter
beschikking te stellen van de nieuve organisatie en daar-
vbor slechts een zeer matige rete te berekenen, mits de
Rogeering de vergoeding van eventueele verliezen door de
Javasche Bank uit dien hoofde te lijdeR, zou garandeeren.
J)e goedkeuring der Regeci-ing van de Statuten der Cultuur-
Huipbank werd verkregen, terwijl de Directeur van Land-
bouw, Nijverheid en Handel tot President der Instelling
werd benoemd.
,,Hiermede was de organisatie tot stand gekomen, waar-
door alle vrees, dat de cul.tures in Nederlan•dsch-Indië even-
tueel met stopzetten zouden kunnen worden bedi-eigcl, was
geweken. De prijsstijging van producten, die als het ware
onmiddellijk na het ,oprichten van de Cultuur-Hulpbank en
de voorbereiding der daarmede samenhangende neven-orga-
nisaties, was ingetroden, hield aan, omdat de zekerheid was
verkregen, dat geen der producenten te eenigertijd gedwon-
gen zou kunnen worden om zijn product tot elke prijs te
verkoopen.
,,Tin Nederland in het bijzonder is bok aan deze rustbren-
gende factor onvoldoende waarde toegekend.
,,Als gevolg der na het sluiten van den wapenstilstand
ingetreden strke rijzing die alle producten op eene waarde
bracht ver boven de productiekosten, is het ten slotte niet
noodig gmveest dat de Cuituur-Huipbank in werking trad.
Niettemin is het goed geweest, dat de organisatie voor
Nederlandsch-Indië is ontstaan.
,,De gedachten der belanghebbenden bij de diverse cul-
tures richtten zich sedert op het tot stand brengen van de
noodige vereenigingon van producenten van koffie, thee,
rubber en cacao.”

De Webb-wet in wericing.
– Reeds her-
haaldelijk hebben wij ons in dit tijdschrift met dit
stuk van Amerikaansche wetgeving bezig gehouden,
dat bedoeld is zonder in conflict met de in de Unie
bestaande wetgeving te komen, toch den Amerikaan-
schen exporteurs de gelegenheid te openen zich zoo
sterk mogelijk te maken voor den handelsstrij’d bui-
ten de Unie. I)en tekst van deze wet vindt men opge-
nomen op pag. 1010 van jaarga.ng
1918. –
Het kan geen verwondering wekken, dat de Wehb-
wet bijzonder de aandacht getrokken heeft. Zooals het ,,Journal of Political Economy” in de Juli-afle-
vering schrijft, kan van deze wet gezegd worden, dat,
de tijdelijke oorlogawetgeving terzijde gelaten, zij het
belangrijkste stuk van wetgeving is, door het Congres
in de oorlogsjaren aangenomen ter behartiging van
de belangen van den A’merikaanschen exporthaudel.

Tezamen met de Federal Reserve Act en de wet, die
de War Finance Corporation de mogelijkheid opent
expoftcredieten te verleenen
1),
acht William Notz,. die de schrijver is van het artikel, waaraan wij hier
een en ander, zullen ontleenen, hiermede belangrijke
stappen gedaan op dan weg eener welbewuste Ame-
rikaansdhe haudelspolitiek.

Met de Wchb-wet is de eerste regeling geschapen,
waarbij handelsvereenigingen tot verplichte registra-
tie gedwongen worden en een zekere mate van toe-
zioht door een regeerin’gsbu,reaiu vereischt wordt op
de handelingen van zoodanige combinaties. De Webb-
wet werkt thans ruim een jaar, zij werd aangenomen
den lOen April 1918. De tijd is nog te ‘kort om eenige
grondi.ge
conclusieW ten aanzien harer werking te
trekken, maar niettemin is bot mogelijk enkele alge-
meene mededeelingen ter zake te doen. Volgens

Section V ‘der wet moest iedere vereeniging, welke,
toen de wet van kracht werd, uitsluitend geïnteres-
seei-d was bij den exportihandel, zoorwel als iedere ver-
eeniging, die n het aannemen van de wet opgericht
zou worden-, •op straffe van veroordeeling, ingeval
het niet geschiedde, eenige verklaringen bij de Fede-
rel Ti-ade Commission afleggen. Deze schriftelijke
verklaringen moeten inhouden de plaats van vesti-

1)
Zie pag.
600.

ging,. de namen van bedrijfsleiders en aandelhouders
of leden, en
lbij
geval van een corporatie een afschrift
van de statuten – ingeval de vereeniging geïncorpo-
reer’d is een afschrift van het vereenigingscontract.

Tot op heden zijn 91 vereenigingen met 807 aandeel-

houders of leden ingeschreven bij de Federal Trede
Commission. Deze leden zijn veelal zelven vereenigin-

gen van expoi-teurs, die wederom een groot aantal

aangeslotenen tellen, zooclat feitelijk het aantal mdi-
vidueele handelsondernemingen, dat onder het toe-

zicht van de wet valt, veel grooter is en.door den

schrijvei- op rond een 1000-tal geschat wordt.

Men vindt de export-organisaties in de meest ver-

scheiden industrieën, hetgeen tot uitdrukking komt

in het navolgend lijstje van producten, die de ver-

eenigingen opgaven uit te voeren: ‘bunikerkolen, inge-
legde vruchten, chemicaliën, spelden, gecondenseerde

melk, koper, elastisch en niet-elas’tiseh band, mest-
stoffui, vlas, ijzerwaren, huiden, ijzer- en staalproduc-
ten, latten, locomotieven en onderdeelen, timmerhout,

vleesch, gietvormen, ‘kantoorinrichtingen, fosfaat,
gips, spanten, zijde, zeep, talk, eetbare oliën en wol.

De schrijver wijst er op, dat ook door de Canadeesche

Trade Commission met aandrang coöperatie bij den export aangemoedigd wordt en dat in Japan export-

combinaties door de regeering geldelijk ondersteund
worden.

Wat de Organisatie der Amerikaansche export-asso ciaMes ‘betreft, kan men twee typen onderscheiden.
Bij ‘het eerste type worden de 6xportaldeelingen der

aangesloten ondernemingen ‘vereonigd in een speciaal
•daarvoor gevestigd bureau. Zulks is bijv. geschied

bij de ,,Con’solidated Steel Corporation”, welke fun-
geer’t als exportafdeeling voor de tien daarin ver-

eenigde staalfabrieken De geheele uitvoerhandel van
de leden wordt door het kantoor van de C.S.C. gedre; ven, hetwelk basisprijzen vaststelt, waas-tegen de le-
den de ‘hun toegewezen aandeelen moeten leveren.
Bjj*l het tweede type is ‘de organisatie minder ver door-

gevoerd. De leden blijven onafhankelijker. Weliswaar
verplichten de leden zich hun geheelen export vol-

gens de regelen van de associatie op de markt te
brengen, maar zij handhaven hun eigen buitenland-

sche verkoopsorganisatie en vei-koopen direct aan hun
buitenlandsche klanten. Dit type’ vindt men buy.
veraënschouwelijkt in ide ,,Copper Export Associa-
tion, Inc.”, ook de ,Texti1e Alliance Export-Asso-
ciation” werkt op deze wijz. Zij fungeei-t als liet
ware als makelaar voor inkoophuizen en ‘kooplieden,

waas-mede zij veelal in contractueele relaties treedt.
Deze vaste afnemers zijn ‘verplicht een zeker ibedrag
preferen.t kapitaal der associatie te nemen.

Van het grootste belang bij de ‘regeling der export-associaties is de quaestie van toewijzing der orders
of-welk deel •der gemeenschappelijke zaken ieder lid
zal uitvoeren, Op ‘deze klip zijn de meeste kartels en
combinaties, die geen levenskraeht vertoonden, ge-
strand. De schrijver behandelt het corporatzieformu-
her van ,,The American. Export Lumber Oorporation”,
welke een zeer merkwaardige regeling getroffén

heeft. Elk lid is bevoegd een ‘bod te doen voor elke
buitenlandsche order of . gedeelte er van. Elk lid,
welks inschrijving gelijk is of lager dan de prijs, na
vermindering der commissie voor de corporatie en
haar onkosten, waartegen het exportbureau de zaak
kan afsluiten, heeft recht om deel te nemen in de
opdracht, in de mate, te bepalen door de uitvoerende
commissie. Daarbij wordt rekening gehouden met de

speciale omstandigheden, o.a. ligging en zekerheid
voor uitvoering, welke de onderscheidene onderne-
mingen kunnen doen gelden. Op deze wijze zijn aan de corporatie alle voordeelen van streng concurree-
rende mededinging verzekerd, inzonderheid het kun-
nn werken met soo gunstig mogelijke prijzen en bo-
vendien woi-dt teleurstelling, met alle nadeelige ge-

volgen van dien, onder de leden onderling voor:komen.
Een deelnemer, die een laag •bod doet voor een con-

912

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

-4

tract, dat tegen hoogen prijs werd afgesloten, geniet

dus ruimer winst dan zij, wier biedingen den. con-

tractprijs dichter naderden.
De Federal Trade Commission heeft reeds in éôn

geval een klacht ingediend tegen een onderneming,

‘die naar haar gevoelen misbruik had gemnakt van

de tegemoetkomende ‘bepalingen. De klacht gold

,,Nestle’s Food Company, Inc.”, ‘die er van bescihul-
digd wordt, ten einde haar produelen in Mexico ‘beter

ingâng te doen vinden, hare ibusjes melk met etiket-
ten te helen voorsien, welke deden gelooven, ‘dat de

inhoud in Europa bereid was, ‘terwijl zulk’s in de
Vereenigde Staten geschiedde. De uitspraak in, deze
wordt door den schrijver nog niet vermeld.

REGEERINGSMAATREGELEN OP

HANDELSGEBIED

Woningitelling. In het Staatsbiad No. 540

is afgekondigd ‘het K. ‘ B. van 14 Augustus 1919, tot
wijziging van het K. B. van 3 Juli 1919, Stbl; No.
405, tot ‘het aanwijzen van gemeenten, waar een

woniagtelliug zal worden gehouden als bedoeld ‘hij

art. 7 der Woningn’oodwet (Stbl. No. 379 van 1913)
en tot het stellen van nadere vporsohriften dkien’aan’
gaande.

1′ r ij z e n Ir 1 e o r e n. De Minister van Landbouw
heeft een schrijven gericht tôt het Bestuur van dan

Lan4eljIen Bond van Oonfectiefabrikanten inzaic
prijsverhoogi’ng van Ideeren; bij onredelijke verhoo-

ging wôrdt gedreigd met streng ingrijpen ‘van regee-

ringswege.

N ij v e r h e i d s r a a d. In ons nummer 100 maak-
ten wij melding van de intellniug van een Nijverhei’ds-
raad. Bij Kon. besluit is thans deae Raad erkend en
zijn eenige bepalingen omtrent taak, samenstelling

en werkwijze vastgesteld. Als taak van den Nijver-
heid’sr aa’d wordt omschreven aangelegenheden van

commercieel-econosnischen of teo.hniscken aard,
ivelk
l
e
voor de Nederla’ndsehe nijverheid vait algemeen beiahg

zijn, te behandelen en daaromtrent overleg te plegen
met of voorstellen te doen aan de ter zake bevodgide
ministers en verder zoo:danjige colleges, autoriteltenn
ambtenaren, als daar’voor al naar gelang van ‘den aard
van het ‘onderwerp in aanmerking komen. De Raad
staat ter beschikking van de Ministers om deren oiin trant nij’verheidsaangelogen’hed’en van advies to die-
nen.
Mi dde ii standsi a ad. Tegelijkertijd’ is .bij
Kon. besluit bevestigd de voorloopige organisatie vdn
een Mi’ddenstandsi’aad en deze Raad cr1 end.

U i t v o e r v an k a a s. Een nieuwe regeling is
getroffen, volgens welke eonseu;ten zullen kunnen
worden ‘verleend tot uitvoer’v an kaas aan iiigeschre-
van exporteurs, die zich verplichten tot 1 kei 1920
zooveel melk en kaas ter voorziening in de binnen-
landsche behoefte besch,iibaar te stellen en af te
leverenals door ‘den Minister van Landbouw zal wor-
den bepaald.

‘Duitse h e k o lo ni ë n. Het ligt in ‘liet voor-
‘nemen der Franscho rogeering cm de belangen van
onderdanen van neutrale landen, geïnteresseerd bij
Duitsche maatschappijen in de voormalige Duitscihe
koloniën, op denzeifden voet te bcihandelen als die
van Fransche onderdanen. Maatschappijen., waavan
het meerenideel der aandeelen in Dui’tsche handen
zijn, ‘zullen geliquideerd worden. Belanghebbenden
h.t.l. wordt in overweging gegeven opgave hunner
belangen ‘bij ‘dcrgelijke D’uitscihe maatschappijen in te
dienen ‘bij ‘de Directie van Ecônomisohe Zaken van
het Deparernent van Buiten.landsohe Zaken.

Staatscommissie ho r’z i en in g b u r-
ge r 1 ij k e
w
e t g ‘ev ing. Bij Kon. ‘besluit vain 13
September is een Staatscommissie ‘ingesteld, teneinde in ‘het belang eener goede rechtabedeeling te ‘geraken
tt wegneming van onjilisthedak’ en aakvulling van
leemten, waarvan in en door de practijk algemeen

erkend wordt, dat zij als zoodanig voorkomen in de

Nederlandsche Burgerlijke wetgeving.

Me ik i
ni
br o o d. Aan de burgemeesters ‘heeft de
Minister ‘verzocht streng de hand ,te houden. aan het
verbod tot verwerken ‘van melk in brood.

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN

(In GuIdns).

‘Aug.
1919

Sedert
1
Januari
1919

Overeen.
komsitge
periode 1918

Directe
belastingen.
12.520.362 12.147.406
Personeele belasting .’
.
1.515.864
7.153.816
7.209663
Grondbelasting

…….806.759

Inkomstenbelasting
4.285.892
.
36.040.223
42.431.261
Dividend- en tantiéme 4.014.604

Vermogensbelasting
205.963
4.670.929 2.620.305

Accijnzen.
24.588.714
27.545.662
24.264
585.732
875.655

belasting
………..1.415.088

21.191.354 13.408.680
900.310
1.967.250

Suiker

……………3.848.883
Wijn
………………

85.758
.
697.088 776.303

Gedistilleerd

………3.844.676
Zout
……………..134.023
Bier

……………….
Geslacht

………….
8.593.873 6.851.621

Indirecte belastingen.

.

Zegelrechten

……..
.2.134.600
2)
12.351.370
8)

8.612.548
ilegistratierechten

.1.267.742

3.16.358
20.810.590 16.794.688 2.934.405 20.862.143 15.693.889
2.423.060 17.120.005 5.346.214

Gonden
enzilverenwerken
74.995
568.667
507.808
Essaailoon
75
561
543

Successierechten ……..

Statistiekrecht
353.384
2.731.788
685.614

Invoerrechten …………

223.573
484.729

Belasting …………..

579316
2.479.774
2.153.182
439.353 438.222

Mijnen ………………
Domeinen

…………..

Jacht en visscherij

..
41.373
.

01.842
243.924
248.269
Staatsloterj

………..
24.338

Loodsgelden

……….
714.870 126.579
.29.488.231

..

199.664.779
166.441.362
Totaal ……….

OPOENTEN VOOÉ HET LEENINGFONDS 1914.

Aug.
1919
Sedert
1
Januari
1919

Overeen.
kom3lige
periodel9l8

Directe belastingen.
Grondbelasting
161.418
2.507.753 2.434.006
Personeele belasting
-258.149
1.270.904
1.338.828 Inkomstenbelasting
2.045.604
15.786.267
16.286.000
Verniogensbelasting
80.284 1.863.467
975.962
Dividend- en tanti6me-

466.979
1.324.819

Accijnzen.
769.777
4.917.743 5.509.133

belasting
4)

..

4.853 117.146
175.131
Suiker

……………

Gedist. (binn.-en buit!.)
384.468 2.119.135
1.340.868
Wijn ……………….

Indirecte
belastingen.
Zegelrechtvanbuitl.eff
33.696
453.358
359.552
Registratierechten ..
5
.

251
3.734

Totaal ..
4.205.232
30.360.843 28.423.214

BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-

GEWONE OMSTANDIGHEDEN.

I
Aug. 1919

1
Ja
Sedert
nuari
1919

Oorlogswinstbelasting

12.730.303

124.507.571
Verdedigingsbelastiifg
Is ..

199.789

4.689.974
Verdedigingsbelasting Ib ..

1.244.468

18.268.781

Verdedigingsbelasting II ……
3.4 65.164

23.349.552

17.639.714

, 170.815.878

1)
Hieronder begrepen
f
761.042 wegens. zegelrécht van
enta’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
2)
idem
f
3.454.328.
8)
idem
f
1.296.572.
4)
De opcenteu, welke ten ‘behoeve ‘van het Leeningfonds
op deze belasting worden geheven, zijn over de vorige
maanden ten onrechte niet opgenomen. Gedurende die maan-den bedroegen deze opcenten
f
857.840.

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

913

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

27 Seplembcr 1919

20
Juli
1914

Ne d

(Disc.Wissels.
4’/, sedert 1Juli’15
3
1
/1sedert23
Mrt. ’14
B

jBel.Binn.Eff.
an
4
1
/

»

1

,,

’15
4

,,

23

’14
IVrsch.inR.C.
5
1
/9

,,

19Aug.’14
’14
5

,,

23
Bank van Ene1and
5

5Apr.’17
3

,,

29 Jan. ’14
Duitsche Rijksbank
5

,,

23 Dec.’14
4

,,

5 Febr.’14
Bank vanFrankrijk
5

,,

21Aug.’14
3
1
I

29 Jan.’14
Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

12 Apt.’lS
4

,,

12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denesn.
5
1
/3

,,

4 Jan.’19
5

,,

6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
6

,,

13Juni’19
4
1
/

,,

6

’14
Bank v. Noorwegen
51/,

11Mei’19
4
1
/2

,,

11

,,

’14
ZwitserseheNat.Bk.
5

21Aug.’19
31/,

,,

19

,,

’14
Belgische Nat. Bk.
4

,,

12Juni’19
4

,,

30 Jan,’14
Bank van Spanje..
4

,,

22 Mrt.’17
41/,

,,

24 Sept.’03
Bank van Italië ..
5

,,

10Jan.’18
5

,,

9 Mei ’14
Fcder.Res.Bk.N.Y.
4-44



Javasche Bank….
3
1
12

,,

1 Aug.’09
3
1
!3

1 Aug.’09

OPEN MAJtKT.

Data
Amsterdam
Londen
Port.
I

Berlijn
Part.
Parijs
Pan.
N. York
CaIl.
Part.
Prolon-
disconto
gatle
disconto disconto
disc.
moneg

27 Sept. ’19
31/58/4

4
35/8 ‘)
4_t/t

7V28
‘)
22-27 S. ’19
3’I8-4

)
4..5I/
35//
4-/8

5’I2-8
15-20 S. ’19
35/5_3/4

3
1
fj5
3’I4
4/8

3
7-13 S. ’19
35/_7/

34
35/
5
_3/
4

4…2/
56/2

23-28 S. ’18
2
7
/s-3
2’/2-3
/2
3′ ‘/8
,

4-5/s

524_8
4-29S. ’17
13/8_h/4

2V4
8
/4
411-44
4-s/8

2-6

20-24.Juli’14
31/,_i/
i
s
2
1
4-
1
/
2’I1-/4
2
1
I8-
1
/2
2
8
/
1
8
/2
1
/,

‘)
Noteering van 26
September.
8)

Het
particulier
disconto
der
gemecntewissels was in
de afgeloopen
week
8/4.7/5

pCt. hooger.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Londen was aauvankelijk sterk aangeboden aan het
einde der week trad echter een niet onaanzienlijke verbe-
te ring in. ])oll ars waren Uaarentegen doorloopend aaqge-
boclen en werden heden zelfs voor ca. 2.61 verhandeld. De
algemeene verwachting, dat de dollarkoers nog beduidend
zou stijgen, is tot nu toe niet uitgekomen. Het hoogst be-
reikte punt was en. 2.71, zoodat een niet onaanzienlijke
vermindering
van
•het agio is ingetreden. Francs, zoowel
Belgische als Fransche, waren deze week zeer gezocht. Er
bestond een groote vraag uit Rijnland, waaraan slechts
moeilijk en tot oploopende koersen kon worden voldaan.
Marken waren buitengewoon vast. In veertien dagen tijd is
de koers nu met 50 pCt. verbeterd. Slot heden 12.30 na
12.55. In neutrale wissels slechts weinig handel met aan-
bod voor Zwitserland, dat van 48.25 tot 47.75 tertigliep.
Batavia ook deze week weder vaster 101% h 102/.’.

KOERSEN IN NEDERLAND.

t
Londen
1
Parijs
1
Berlijn
1
Wcenen
1
Brussel
1
New
Data

5*)
York55

22 Sept. 1919..
11.20 30.45
11.20 4.30
30.50 2.69
23

,,

1919..
11.18 30.50
10.70
4.-
30.45
2.69’/2
24

1919.
.
11.164
31.20
11.70
4.25
30.65
2.69’/
25

1919..
11.164
31.45
11.15
4.20 30.90
2.68’4

26

1919..
11.214
32.25
11.40
4.15
31.75
2.66’1,
27

,,

1919..
11.24
33.25
11.00 4.25
– –
Laagste d.
11.154
30.30 10.30
4.-
30.50
2.64
Hoogste

‘)
11.25
33.25
12.-
4.50
33.-
2.698/
4

19 Sept. 1919…
11.182
31.902
10.15′
4.20′
30.60
2.688/
4

12

,,

1919..
11.182

31.30′
9.7743

4.-‘
31.674
2.69
1
!,
Muntpariteit.
.
12.104
48.-
59.26

1
50.41
48.-
2.48
3
/
5) Noteenng te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
2)
Noteering van 20 September.
– 8)
idem van 13 September.

Data
Slock.
Kopen. Chri,-
Zwilsmr.
Spanje
Balavla
1)
.
ho/m
5
)
hagen’
5
)
tiania°)
land)
1)
IclegraJlsch

22Sept. 1919
65.25

58.-
62.-
48.-
50.75 1014/102
4

23

1919 65.10

58.-
62.-
48.-
50.70
1014/1024
.

24

1919
65.25

58.-
62.-
48.–
50.50
1014/1024
25

,,

1919
65.40

58.10
62.- 48.-
50.50
1014/1024.
26

1919
65.75

58.25
62.10
47.90
50.60
1014/1024
27

,,

1919
66.-
58.25 62.20
47.75
50.50
101411024
L’ste (1.
w.9

57.80
61.75
47.65
50.25
101/
Et’ste

,,

,,

‘)

58.49
62.60
48.30
50.75
102’/4
20 Sept. 1919
66.10
58.30 63.10
48.20
50.50
1004/
1
0
1
4
13

,,

1919
65.70

59.90
61.50
47.90
51.10
100411004
£sluntpariteit
66.67

66.67 66.67
48.-
.48.-
100

‘)Noteeeing te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable
Zicht
Zicht
Zicht
D
° °
Londen
Parijs
Berlijn
Amsierd.
(In $
(In frs.
(In cents
(Incent,
per
£)
P.
p.
4
Rm.) per gld.)

27 Sept…..119
4.26.-
8.07
nom.
37’1

2)
Laagste d. week..
4.16.50
8.07
nom.
37
Hoogste,,

,,
..
4.26.-
8.80
nom.
37l/

20 Sept…..

1919
4.16.-
8.94
notit.
37/s
13

,
…..1919
4.17.75
8.61
nom.
37
1
/s
Muutpariteit ….
4.86.67
5.18’/a
95/4
40
8
/,t
1)
Noteering van 24 ..eptember.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

27
Sept.
Plaatsen en
1
Noteerings-
113
Sept!
20Sept.
1
22-2
19719
Scpt.
Landen

eenheden

1919

1919

1
1919
1
Laagste
1
Hoogste

Alexandrië..
Piast..p.4C
9713/82
9712/,2

970/
97I81
.
97e/8

5
B. Aires’)..
d.p.gd.pes.
55
1
!2
55/8
54
55/8
54e/s
Calcutta
. : . .
sh/d.p.rup.
1110′
210
k
‘,
2
2/0r’s
210,
Hongkong
..
id.
p. $
4/0
3
/
4/1/4

412
4/21/
4

4/21/
4

Lissabon….
d.p.escudo
26
3
/4
26
3
14
26
27
26
1
/
Madrid

….
Peset.
p. £
21.88
22.06 21.90 22.15 21.99
‘!’Lonte.rMeo’
d.p.peso
572/
4

578/5
57
58
57/4
Montreal..
..
$
per
£
4.30′!2
4.30
3
/8
4.30
4.41
4.40
1
i,

5
R.d.Janeiro.
d.p.niilr. 14/8
14132
14
8
/8
14
1
‘/,n
14
21
/8
Lires
p. £
40.75 41.38 41.10
41.45 41.13
Shanghai

..
sh/d.p.tael
6
6/1
6/2
6/3
613

Rome

…….

Singapore
..
id.
p. $
2/4
7
/33
2148/3,

2/4t/82
214
1
18
21’4
8
/32

5
Valparaiso..
d.p.pap.p.
11′
5
!32
11
9
/16
11′!8
ll°/io
ll’/io
Yokohama
..
sh/d.p.yen
215
215
1
!8
2:4′!2

2f5u/
2/4
2
/t
*
Koersen van den dag voorafgaande aan de data in het hoofd vermeld.
1)
Telegrafisch trausfert.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de
Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING VAN
ZILVER.

Noteering te Londen
te New York

-.

27

Sept.

1919.. ……
63’/s
1)

.
118
3
/8
20

1919
……..
62
114
1
!2
13

,,

1919
……..
60’/’)
112/
6

,,

1919 ……..
61′)
111/4
28

Sept.

1918 ……..
49’/
101’18 29

Sept.

1917
……..
49
96
1
!8
20 Juli

1914
……..
24’/,,
54
1
/8
1)
Noteering van 26 September.
2)
id. van 12 September.
8)
idem van
5
September.

N.U.M.

Weekstaat der Nederlandsche lJitvoertnaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Buileni.

Debet

5
pCt.

Credit
Data

Bankier,

Schat.

Diverse

Schuld.

Diverse
klstbllj.

reken.i)

brieven

reken.
1)

25 Sept.1919..
3.031
58.650
1.364
17.164
.42.908
18

,,

1919..
2.791
58.650
1.384
17.164
42.515
11

,,

1919..
2.208
58.650
1.335
17.164
42.378
5

,,

1919..
1.916
58.650
1.322
17.164
42.128

26 Sept.1918..
3.573
49.600
63.900
14.470
90.255
– 1)
Beide rekeningen omvatten, behalve
garantiewissels in portefeuille tot het bedrag der buitenl. schatkistbiljetten, in hooldzaak garantiewissels
indepht bij de Ned. Bank.

914

S
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 October 1919

NEDERLANDSCHE BANK.

• Verkorte Balans op 27 Sept. 1919.

Activa.

Binnenl.Wis-(H.-bk.
f
90.160.777,96
sels, Prom., B.-bk.
,,
1.057.520,64
enz.
ui
aisc.i .&g.scn.
,,

‘i

f
123.672.611,70
1
!2 Papier o. h. Buiteni, in
disconto

…………….. ………

Idem eigen portef..
f
47.390.174,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.

,,


47.390.174,-
Beleeningen
•H.-bk.

f133.052.371,93
mcl. vrach.
in rek.-crt.
B.-bk.

12309.255,26

op onderp.
Ag.sch.
,,
71.217.658,65’/

f 216.5 79.285,84
‘/2

OpEffecten

……f211.332d85,84’/,
Op Goederen en Spec.
,,

5.247.100,-

,,
216.579.285,84
1
!2
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

..
14.471.121,07’/,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
56.511.425,-
Muntmat., Goud ..

,,575.251.784,76
1
13

[631.763.209,76.’!,
Munt, Zilver, enz.

,,

5.008.273,84
1
/
Muntmat., Zilver ..


636.771.483,61
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds..

f

4.533.617,50
id. van ‘/.v.h.kapit.
,,

3.954.645,87′!3
8.488.263,37’/
Geb.enMeub. der Bank …………….

,,
3.312.000,

Diverse rekeningen ………………
,,
49.393.344,70

[1.100.078.284,31

Passiva.
Kapitaal ……………………..
f

20.000.000,-
Reservefonds …………………. ..5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………
,,
1.000.137.720,-
Bankassignati6n in omloop ………..
.
,
1.659.543,76
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ….
f


Van anderen ….
,,
65.033.281,93
,,

65.033.281,93
Diverse rekeningen ………………
,,

8.247.738,62

[1.100.078.284,31

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
422.638.553,71
‘1
Op
de basis van
2/
metaaldekking

209.272.444,57
1
/2

Minder bedragaan baukbiljetten inoinloop

*
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..
,,
2.113.192.765,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s
7.254.028,24
Buitenlandsche wissels
69.744,-
Beleenitigen

……………
5.111.397.84 Goud

………………..
72.907,66
Zilver ………………..
102.918,87
1
/2
Bankbiljetten

…………
10.579.260,-.-
Bart. Rek.-Crt. saldo’s

….
11.665.831,67

Voornaamste posten
in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Bb
biljUen
Andere
opeischbare
schulden

27 Sept.

1919
631.763
5.008 1.000.138 66.693
20

1919
631.690 4.905
989.558
78.479
13

,,

1919
631.577
5.830
995.715
82.014′
6

,,

1919
631.587
5.801
1:003.950
66.211
30 Aug.

1919
635.593
5.823
1.002.879
72.730
23

1919

.
638.640
5.868
987.544 66.650
16

,,

1919

..
646.533
5.792
996.647
79.149
9

,,

1919

..
646.533
5.822 1.004.122 76.992
2

,,

1919

..
.
646.539
6.089 1.022.892
66.751
26 Juli

1919

..
651.403
6.417
1.003.290
70.823
19

,,

1919
651.403
6.635
1.010.346
70.147
12

,,

1919

.
652.622
6.982
1.015.918 66.429
1919

..
.
657.716
7.507
1.024.922
59.968

28 Sept.

1918

….
708.708
8.042
971.557
65.631
29 Sept.

1917

….
675.916
7.264
808.812
70.458

25 Juli

1914

….
162.114 8.228
310.437
6.198

D

Disconto’s

Bdee.
Beach,k-
baar
Dek.-
kings-
_____
Hiervan
T t
0 00 Schatkist-
ningen
Metaal-
percen-
promessen
saldo
lage
rechtstreeks

27 Sept.1919
123.673
61.000 216.579
422.639
60
20

1919
130.927
65.000 211.468
422.222
60
13

1919
136.139 65.000
213.829 421.095
59
6

1919
122.819
50.000
220.151
422.589
60
30Aug.1919
111.649
47.000
236.647
425.494
60
23

1919
86.755
28.000
240.259
432.844
61 16

1919
101.330
40.000 234.006 436.277
61
9

,,

1919
107.751
52.000 234.038
435.244
60
2

1919
119.252
65.500
239.220
433.810
60
26 Juli 1919
112.536
66.500 208.158
442.070
61 19

,,

1919
113.747
61.000 208.275
441.012
61

12

,,

1919
117.136
59.000
210.762
442.197
61
5

,,

1919
113.156
59.000 217.128
447.269
61

28Sept.1918
117.418 98.000
112.782
508.671
69
29 Sept. 1917 57.628
47.000
72.055
506.310
78

25 Juli 1914
67.947 14.300
61.686
43.521′)
54
‘) Op
de
basis van ‘/,
metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

20
Sept. 1919
1
27
Sept. 1919

Aan schatkistpromessen
f
389.320.000,-

f
396.320M00,- waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
65.000000,-
61.000.000,-
Aan schtitkistbiljetten
84.361.000,-
84.361.00-
Aan

zilverbons

……..
…40.267.556,50
,,

40.097.079,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Data
Goud
Zilver
0fl

.
hellen

tifluere
opeischl,.

schulden

13 Sept. 1919 ……

381.500
6

,,

1919 ……
*0*
0*0
383.000
30 Aug. 1919
*OC 387.500
142.286
4.726
256.933
87.580
142.281 5.104
253.364 88.055
19

,,

1919 ……
135.722

… …

5.510
250.676
88.630

5

Aug. 1919 …….

12

1919 ……
136.047 5.433
250.360
90.264

26

Juli

1919 …….

101.077
-13.399 183.701 70.065
14

Sept. 1918 …….
83.373 17.242
175.541 57.267
15

Sept. 1917

…….

25

Juli

1914

……
22.057
31.907
110.172
12.634
Wissels.
Diverse
Beschie.
Dek-
0
0
,.4s-
uiten
e ee-
Te
C
Daar
.eings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
ningen
2)
metaal-
percen-
betaalbaar
saldo
lage
13Sept.1919
2200
106.750
*0*

6

,,

1919
226.000

106.000
30Aug.1919
222.500

105.600

5Aug.1919
22.524
78.384
42
11.221
16.883
91.28
26 Juli 1919
10.060 19.301 74.918 10.327 79.367
43
19

1919
10.202 18.107
74.476

13.664
73.646
42 12

1919
9.936
16.170
81.610
9.524 73.582
42

14Sept.1918
8.454
25.328
71.844
19.146
63.893
,

45
15Sept.1917
7.885
32.955
72.409 21.891 54.335 43

25Juli
19141

7.259
6.395
47.934
2.228
4.842
44
‘)
Sluitpost
der activa.
2)
Op
de
basis
van
2/

metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden auldens.

Data
Metaal
Circula lie

Andere
opetschb.
I
.
schulden
Disconto’s
I

Dlv. ede.

I
ningen’)

9 Aug. 1919 ..
943
1.510 1.124

1.521
381
2

,,

1919

..
940 1.608
1.101 1.510
442
26 Juli

1919

..
939 1.472
961
1.520
393-
19

,,

1919

-.
935
1.469
985
1.505
413

10 Aug. 191.8

..
646
1.403
931 1.153
73
11 Aug. 1917 ..
797
1.252 1.066 909
569

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
396
t)
Sluitpost
der acuva.

24 Sept. 1919 1 88.196
17

,,

1919
88.243
10

1919
88.625
3

,,

1919
88.252

25 Sept. 1918
71.542
26 Sept. 1917
55.097

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

915

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekèlijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden pond sterling.

Cur,encj, Notes.
Data

Metaal

Circulalie
11
Bedrag
1
Goudd.
1
Gov. Sec.

81.611

331.174 28.500

314.036
80.902 330.627 28.500 313.585 81.127 331.442 28.500 314.177 80.798 330.787 28.500 314.725
60.496 275.169 28.500 253.116
41.182 1 178.640 28.500

152.062

22 Juli 1914 1 4p.164

29.317

Data
Cmi.
S.C.
Other
Sec.
_______

Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve

Dek-
kings. percen-
tage’)

24Sept.’19
26.229
83.706 19.396 97.457
25.036
21,42
17

,,

’19
19.523
84.722
20.128
91.822
25.791
23,03

10

’19
21.657 83.297 23.078
89.364
25.588 22,76

3

,,

’19
37.491
81.537
24.516
102.314 25.904
20,42

25 Sept.’18
54.203
100.336
31.942 133.988
29.497
17,78
26Sept.’17
58.189
93.594
44.285
121.703 32.865 19,50

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52
8
/

t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehenti-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan

1
Goud
Kassen.
scheine
Circu- lotto


Dek-
kings-
percen-

20 Sept. 1919
1.117.282
1.098.776
8.243601
29.012.752
32 12

,,

1919
1,121.120
1.102.314
8.237.490
29.010.156
32
6

,,

1919
1.121.771
1.103.252
8.265.350
29.094.436
32
31 Aug. 1919
1.122.771 1.103.252
8.565.350 28.492.316
34

22 Sept. 1918
2.565.351
2.447.215 2.340.130
14.429381
34
22 Sept. 1917
2.511.513
2.408.854 864.219 9.603.573
35

23 Juli

1914
1.891.398
1:356.857
65.479
1.890.895
93′

t)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.

Data
Wissels
Rek. Cri.

Darlehenskassenschetnc

Totaal
In kas 1,6
uitge-
I

de Relchs-
_____________
geven
bonk

20 Sept. 1919
30.099.349
9.552.167
5*5
*5*

12

1919
28.822.448 8.405.521
*5*

6

1919
31.246.515
10.885.265 20.289.000 8.513.300
31 Aug. 1919
31.246.515 10.885.265
20.348.900 8.541.500

22 Sept. 1918
17.590.086 9.106.408 10.941.700
2.327.800
22 Sept. 1917
11.265.959
5.972.139 6.110.700
749.400

23 Juli

1914
750.892 943.964

OOSTENRIJKSCH

HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Metaal en
Disc, en
Bijzondere
Data
6dec-
schuld van

~
-n
Bank.
Rek. C,t.
goud-
ningen

Oosten rijk
biljetten
saldi
wissels
Hongarije

15Spt.’19
1
)
330.566
13.455.654
32.954.000 44.463.678 7.406.343
7

,,

’19
328.171 12.359.551
32.954.000
43.455.946
6.229.562
31Aug.’19
327.365 11.856.866
32.954.000 43.452.737
5.839.017
23

,,

’19
326.388 11.840.982
32.954.000 43.166.197 6.034.975

23Juli’14
1.589.267
954.356

2.159.759 291.270
1)
waarvan 262.348 goud, 11.664 buitenlandseke goudwissels en
5b.4
munt- en muntmatertaal zilver.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Data
Goud
Waarvan
in hel
Buitenland
Ztler
Te goed
in liet
Buitenland

Buit. gew.
eoorsch.
cia’.
Staat

25Sept.’19
5.573.838
1.878.278
292.649
830.634 24.150.000
18

’19
5.573.301
1.978.278 293.907 795.982
24.000.000
11

’19
5.482.849
1.978.278
294.747
823.011
23.850.000
4

,,

’19
5.572.540
1.978.278
295.766
888.572
23.850.000

26Sept.’18
5.437.881 2.037.108
320.564 1.539.631 18.000.000
27Sept.’17
5.319.381
2.037.108 260.286
681.594
11.650.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

Wissels
Uitge.
stelde
Wissels

Bc!ee.
ning
Bank!,!!-
jettcn

Rek. Crt.
Pont.
culieron

Rek.
Cr1.
Slaat
942.711
691.468
1.281.11335.786.798
2.782.397 81.015
940.029
699.421
1.261.195
35.655.028
2.742.654 87.722
.
901.094
703.809
1.262.671
35.681.670
2.773.038
39.676
1.070.470
707.230 1.248.527
35.456.177
2.857.406
19.635
0
851.272 1.059.226 818.855 29.922.374 3.106.859 57.485 574.860 1.162.999
1.099.488
20.994.829
2.910.211
38.607

1.541.080

769.400
5.911.910
942.570
400.590

SOCIÉTÉ.GÉNËRALE DE BELGIQUE.,
1)

Voornaamste posten in duizenden france.

Data Metaal
mcl.
buiten!,
saldi

Eeleen.
van
buiten!.
vonden.

van prom. d.
I
pnmitnc.

Binn.
wissels
en
beleen.

1
1

Cmrcu.
1

latie
Rek.
Cr1.
1dm

17 Oct. ’18
1.216.753
100.082
480.000
97.728
1.507.912
377.440
10

,,

’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040 1.508.011 382.595
3

,,

’18
1.144.781 100.011
480.000
95.287
1.4.52.612
358.818
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783
1.452.948 365.452

18Oct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474 91.204
19Oct. ’16
$52.872 76.033
480.000
39.8341
828.739
110.068

t)
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank
belast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD

AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Doia
Goud
Waarvan
voor dekking
F. R. Not
es

Waar-
iran in
hel bui.
lenland

Zilver
dc.
Notesin

I

FR.

cincu.
lotto

29Aug. ’19
2.066.788
1.258.917

69.188
2.580.629
22

,,

’19 2.074.285 1.234.298

68.416
2.553.534
15

’19
2.082.587 1.240.730

69.136 2.540.904
8

,,

’19
2.084.756
1.203.375

67.362 2.532.057

30 Aug. ’18
2.013.794
1.059.090
5.829
53.168
2.092.708
24 Aug. ’17
1.372.219
495.911
52.500
52.550
1

573.049

Data
Wissels

_____________

D
.
0t0
i
O
t

P05
05

Waar-
van
Kapitaal

Dek-
kings. percen.
lage
t)

Goud.
dekking
circu-lotto

29Aug.

’19 2.178.272

2.446.310

84.926
48,3 49,1
22

,,

’19 2.137.221

2.487.074

84.730
47,8 48,7
15

’19 2.117.714

2.616.704

84.400
47,3 48,8
8

’19 2.215.359

2.528.860

83.807
48,5 47,5

30 Aug.

’18 1.660.798

2.14.1.553

78.168
57,9
52,7
4 Aug.

‘171

287.964

1.362.989

58.484
76,0
86,5
t)
Verhouding tusschen: den Lotalen goudvoorraad,
Zilver etc., en de
opeisc}ibace 0chuldcn: F R. Notes en netto deposito’s met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
Totaal
uilgezetle
Reserve
bij de Totaal
Waaroan
time
banken
gelden en F. R. banks
deposito’s
depoits
beleggingen

22 Aug.’19
773
14.957.118 1.286.143 13.262.644
1.897.928
15

’19
769
14.930.870
1.359.099 13.372.969 1.882.701
8

’19
770
14.768.088
1.353.345
13.178.822 1.882.694
1

’19
768
14.682.076
1.348.584 13.060.825 1.799.037

23 Aug.’18
735
12.886.283
1.165.803 11.322.380
1.445.563

916

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

I October
1919

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 27 September 1919.

Opvallende gebeurtenissen hebben zich gedurende ide afge
loopen berichtsperiocle op de internationale beurzen niet
voorgedaan. De stemming is over het algemeen eerder iets minder geanim’eerd geworden, doch ook dit heeft zich niet
weerspiegeld in koers’variaties van eeni.ge beteekenis. En
toch hebben zich voorvallen gedemonstreerd, die ‘in ‘meer
normale tijden zoder eenigen twijfel een ‘heftige beroering
te voorschijn zouden hebben geroepen..

Allereerst de staking der int ustrieele arbeiders i de
Vereenigde Staten. Weliswaar is men ter ‘beurze langzamer-
hand gewend geraakt aan den stakingsfantor, ‘doch niette-
min heeft een onderbreking der werkzaamheden door hon-
derdduizenden arbeiders in dén der meest geperfectionneerde
bedrijven der Unie wel een
zoo
groote beteekenis, dat meer
dan gewone aandacht hieraan ‘dient te worden geschonken.
Dat dit nochtans niet is geschied, moet hoofdzakelijk wor-
den toegeschreven aan het feit, dat va’n den beginne a,de
staking zich niet zeer ernstig heeft doen aanz-ien. Er schijnt
niet de meest volstre1cte homegeniteit tussehen ‘de verschil-
lende arbeidersgroepéii te bestaan, homogeniteit, clie toch
v&lr alles noodig is, om een staking van dergelijken om-
vang te doen slagen en om een gerechten schrik op de beurs
wakker te roepen. De meest •geduchte ‘leider, de heer Gom-
pers, heeft zelfs niet zijn volmaakte accoord’bevinclin’g aan
de actie der arbeiders kunnen toekennen en liet is vpor-
namelijk wel’hieraau te danken, .dat van ernstige verwikke-
lingen tot nu ‘toe •ter ,beurze geen sprake is ‘geweest. Ook
heeft men nog steeds zijn hoop gevestigd op een krachtig
ingrijpen van hoogerhand, hetwelk thans echter vermoede-
lijk een.igszins zal ‘worden vertraagd, nu de ziekte van
President Wilson dezen verhindert energiek aan ‘de oplos-
sing der economische problemen mede ‘te werken. Toch is
het ‘algemeen gevoelen, dat men ‘ten slotte tot overeenstem-
ming zal kunnen komen en dit heeft de markt rustig ge-
stemd en heeft liet ‘publiek bereid gemaakt den loop van
zaken niet ‘kalmte ite beschouwen.
Ook ‘hebben andere factoren medegewerkt tot een meer
optimistische opvatting omtrent de naaste toekomst. De
stand der dollar-valuta in het buitenland was in de laatste
weken voortdurend gestegen. Hoewel dit ongetwijfeld voor
het aanzien en de crediet-waardigheid der Ver’eenigde a-
ten van niet te onderschatten beteekenis moest wordeu’gë-
noemd, ‘bracht het toch het nadeel mede, dat de export,
vooral ‘bij een consequente doorvoering der opgaande bewe-
ging, sterk zou worden ‘benadeel’cl. De oorzaak van de ver-
heffing moest worden gevonden in de moeilijkheid der Euro-
peesche landen om voor de reeds ontvangen en nog te put.
vangen ‘leveranties in gereed geld of in acceptabele beta-
lingsmid’delen ‘te voldoen. Aan deze moeilijkheid is thans
voorloopig een ejilde gemaakt, door een soort van valuta-
leeniug te sluiten in dden vorm van een uitstel van betalieig
der verscliu.ldigde interessen op de
reeds
voorgeschoten be-
dragen aan de geallieerde mogendheden. Alleen deze maat-
regel beteekent reeds een rem.ise-bespai-ing naar New York van ongeveer $ 450 millioen per jaar. Doch bovendien blij’kt
hieruit, dat de Vereenigde Staten niet ongeneigd gevonden
zullen ivorden, indien het er op aankomt, ‘ook op meer af-
doende wijze ‘hulp te verleenen ‘aan ‘het uitgeputte Europa. Het onmiddellijke gevolg ‘is dan ook geweest een ‘reactie in
den koers der dollar-valuta en een correspondeerende stij:
ging in de noteering van de deviezen der Europeesche Geal-
lieerde landen. ])it heeft een zekere harmonie teweegge-
bracht, ‘clie niet heeft nagelaten, haar stempel •op liet voor
komen ‘der New Yorksche effectenbeurs te drukken.
Ook te L o n cl e n is door deze oorzaak de tendens tame-
lijk gelijkmatig gebleven, hoewel de inmiddels uitgebroken
algemeene staking op de spoorwegen een remmen’den in-
vloed heeft gehad. Toch was de stemming-geenszins onge-
aiiimeei-‘d te noemen, daar ook deze staking met’tamelijk
gelijkmatige blikken in oogenschouw wordt genomen. Reeds
het voorspel ‘was’ gunstig, uit het oogpunt der effectenbeurs
bezieii. De leiders waren het er nl. niet over eens, df de –
staking nu al of niet moest uitbreken en verm
Q
edelijk
heeft deze demonstratie van verdeeld,heicl önder de arbei-
dersgroepen de Regeeriug er toe gebracht uiterst scherp
stelling tegen de thans ondernomen actie ‘te nemen. Ook
het publiek staat kalm ‘tegenover de gebeurteni’sseu; op
deze wijze kon van een paniek op de beurs geen sprake
zijn, al wai

en de omzetten dan ook van uiterst minimale
afmetingen. –
Te P a r ij s heeft de achteruitgang der betrokken valuta
niet dien deprimeerenden invloed gehad, die redelijkerwijze te verwachten ware geweest. Hoogstwaarschijnlijk was men

in ‘insiderskringen reeds voldoende op de ‘hoogte van de
thans genomen maatregelen van Amer’ikaansche zijde, ‘zoo-
dat uit deze kringen voldoende en gemotiveerde steun kon
worden verleend. Aan den anderen kant ‘hielp de onver-
mijdelijke verlieffing ‘in de z.g. ,,valuta-waarden” ook hier
om de markt ‘als geheel een opgewekt aanzien te verleenen.
Zoo monteerden 5 pCt. oorlogsleeni’ngen ‘tot bijna 91 pCt., op welken koers het ‘fonds echtei- niet kon ‘blijven gehand-haafd, ‘wegens het ‘groote aanbod uiithoof’de van wi,nstne-
niiugen. Russische waarden bleven ‘geheel zonder beweging;
daarentegen toonde ‘cle markt voor ‘buitenlandsche neutrale
‘waarden, voor zooverre deze n’iet doQr Regeer’ingsmaat-regelen geheel aan banden ‘is ‘gelegd, ‘bijna phantastische
koeravariati’es, in aansluiting aan de depreciatie van den
Franc in ‘de neutrale landen. Aa’ndeelen in Fransche ‘bank-
instellingen waren gedecideerd vast; het Fransche bank-
w’ezen breidt zich dan oo’k gestadig uit, zoowel in buiten-
als in ‘binnenland, getuige de oprichting
vak
cle Banque
du Rhin te Frankfui-t afNam. Met deze vestiging is boven-
dien een nieuwe politiek ingeluid en is de invloecls-spheer
van ‘het Fransche bankkapitaal verplaatst van liet bezette
near liet odhezette Duitsche gebied. Zelfs voor spoorweg-
aandeelen bestond een gunstige tendens; men rekende op
een spoedige verhooging der thans geldende tarieven.

Daarentegen moesten voor scheepvaartwaarden op som-
mige ‘dagen vrij ‘beteekenende reacties worden geregis-
treerd; ‘iji’dus’trieele aandeelen bleven volkomen verwaar

1 oord, met uitzondering van ‘buiten’] a’ndsche industrieele
waarden, als petroleumaandeelen. Ook ‘de rubbermarkt is
in vaste houding gebleven, hoewel de wilde stemming van
enkele weken geleden wel eenigszins tot bedaren is geko-
men.

De markt te B e r 1 ij ii was gedurende de afgeloopen be-
riclitsperiode zeer stil en lus’teloos, mede uit ‘hoofde van de
Isreëlietische feestdagen, waardoor vele beursbezoekers weg-
bleven. Doch de stij:ging ‘der Duitsche valuta in het buiten-
land riep een zeej- aanzienlijke daling in ‘het leven, clie
vooral in aandeelen Canadian Pacific tot uiting ‘kwam. Met
betrekking tot deze laatste veronderstelde men echter, dat
ook nog andere motieven medespraken, o.a. de aversie te-
gen de Duitsche belangen in de Vereenigde Staten. De
overige vdtlu’ta-aandeelen, vooral petroleumwaarden, neig-
den eveneens tot een reactie. –
De beurs te Wee n en is vrij onbelangrijk verloopen.
Eenigen indruk heeft de opschorting der rentebetaling op
de buitenlan’clsche schuld van Oostenrijk niet gemaakt, eens-
deels, wijl dit reeds lang was voorzien, anderdeels wijl men
deze opschorting slechts als een tijdelijken maatregel be-
schouwde, voorgeschreven , door de onzekerheid, waarin
Duitsch-Oostenrijk zich bevindt ten opzichte van de nieuw
te voi

men en nieuw gevormde Staten. Het zou ‘toch on’bil-
lijk zijn, ‘indien Duitsch-Oosteni-ijk doorging de rente te
voldoen van schulden, die in hoofclsom ten laste van andere
Staten zullen komen.

Overigens ‘is ‘de stemming te ‘Weenen niet ‘bepaald pessi-
mistisch te noemen. Men put eenige hoop uit het feit, dat
het buitenland zich nog sterk voor cie Oostenrijksche onder-
nemingen schijnt te interesseeren, getuige het feit, dat
Schneider-Creuzot 40.000 aandeelen ‘der Skoda-fabrieken te
Pilsen heeft gekocht; ‘door ‘deze transactie ‘is 18 pCt. van
het aandeelenkapitaal in Fransche ‘handen overgegaan. Bo-
vendien verluidt, ‘dat thans onderhandelingen plaats vin-
den betreffende de overname dooi- een Frausch consortium
van cle Oostersclie spoorwegen. De ‘interesse, ‘die op deze
wijze in het buitenland voor Duitsch-Oostenrijk ‘langzamer-
hand kan ontstaan, zal, denkt men, gunstig werken tn
opzichte van de toekomst van het land.
Te o n z e n t was ‘de markt voor ‘inheensche
staktsfoncl-
sea, uiterst onbelangrijk. Variaties van eenïge beteekenis
zij.n ‘niet te registreei-en, itenzij voor ‘de 3 pOt. Nederland-sche Staatsschul’d, d’ie door ‘toevallige omstaudigheden een
eenigs’zins groo’tere reactie aantoon’de. Voor de buitenland-
sche.soorten bestond in het geheel geen belangstelling; ‘het
vleugje van animo voor Russen is zeer’ snel bekoeld, nu
blijkt, dat ieder bericht omtrent overwinningen op de legers
‘der Bolsj’eivi’ki spoedig wordt gevolgd door tegenovergestelde tijdingen.

i
23Sept. 2GSept.29Sept.
Rii; ng of
daling.
5

0/
Ned. W. Sch.

.

.
930/4
931/10
931/4
4%
°
/o

,,

,,

,,

1916 89
1
/
89
8
/8
89/4

1/
4

4

0
/0

1916
81I
82
1
/s
82h/i6
-1–
0/10
334
0/

,’
69’/4 69’/4
688/8
‘7/8
3

0/

-”

– – – .
62/4
61/
60
1
/2

2
1
/4
2/
0
10 Cert. N. W. S.

….
52e/s
51
1
/4
51
-13/5
5

0/

Oost-Indië 1915

….
948/
4

94818
93
,
/
4
1

1
October
1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

917

23Sept. 26Sept. 29 Sept.Riizing
0f

4

°/ollongarjeGoud

•.-
20
1
i
20
1
/i
20
1
/2
4

0
/0
Oostenr.Kronenrente
13
1
/2
111/
4

121/4

11/
4

5

0/

Rusland 1906 ……
27
27
26

1 4 Y2
0
/
0
Iwaugorod Dombr
181/,
10
18

1/
10

4

°/oRusland Cons.

1880
19
1
/
18
1
/8
18

4

/o
RusI. bij Hope
&
Co. 20
1
/
21
1
/io
21
+
h/
4

0
/
4
Servië1895

……..
40 40 40
434 0/ China Goud 1898 ..
70
1
/
70
1
/
70
1
1
4

0
/0
Japau1899

……..
60
60
60 4

O/
Argentinië Buiteni.
.
681/
4

64
‘/2
64
1
/4

4
5

0/

Brazilië

1895 ……
65’/4
65
1
/4
65’/4
5

°
/o

1913 ……
510/
4

510/
4

Voor het overige was de locale
markt,
als geheel genomen,
niet al te optimistisch van tendens. Een uitzondering
hierop illebben
scheepvaartwaardcn
gemaakt, die gedurende
het ‘grootste gedeelte der berichtsperiode weliswaar geen
aanmerkelijke fiuctuaties te aanschouven hebben gegeven,
doch die voortdurend vast gestemd zijn geweest. Onder lei-
ding van aandeelen Holland-Amerilca-Lijn, waaromtrent
verluidde, .dat een nieuwe emissie spoedig tot uitgifte zal
komen, kon de gansche scheepvaartafdeeling vrij sterk mon
teeten. Ook aandeelen Hollandsche Stoomboot-Maatschappij
werden in beteekenende mate uit de markt genomen in
verband met geruchten omtrent neer gunstige tusschentijd-
sche bedrijfsresultaten. De beweging deelde zich ook
mede aan enkele minder courant verhandelde soorten,
waarop echter aandeelen Van Nievelt Goudriaan & Co. een
uitzondering maakten.

23Sept. 26Sept. 29

Holland-Amerika-Lijn . . . ‘460
1
h 468’/s 477

+ 16
1
/3
gem.elg 438
1

443

447V2 + 9
Hollan.d-Gulf-Stoornv.-Itlij. 235 298 298 + 3
Hol!. Alg. Atl. Stoomv.-Mij 1760/
4
176
1
/2 177’/4 + ‘/2
Hollandsche Stoomboot-Mij 222 232/ 2350/4 + 130/4
Java-China-Japan-Lijn 338
1
/a
339
1
/ 34 l’/i + 3
Kon. Hollandsche Lloyd – 205/4 208’/ 208’/4 + 2’/
Kon. Ned. Stoomb.-Mij. – 262
8
/4 264/8 265
1
/4
+ 2’/2
Kon. Paketvaart-Mij…..2490/
4
250

250

+ ‘/
Maatschappij Zeevaart . . . – 339

350’/ 355 ‘h + 16/4
Nederl. Scheepvaart-Unie. 302
5
/ 305

307

+ 48/s
Nievelt Goudriaan ……578

550

560

– 18
Rotterdamsche Lloyd …… 313

315

318
1
/2
+
5
1
/o
Stoornv.-Mij.,,Hillegersberg” 345

352

353

+ 8
,,Nederland” .

352/2 353’/4 358

+ 51/2
,,Noordzeo” –

1671/
2
1 6 9/2 171

-1–
3’1
,,Oostzee”

380

417

416V, + 36’f

Een tweede afdeeling, die vrij vast was gestemd, was die vo’r Indische Iiandefsonderneiningen.
De boycott van Ja-
pansche huizen door Chineezen in Indië heeft de gedachte
gewekt, dat onze Hollandsche ondernemingen hiervan pro-
fijt zullen trekken en heeft eenige kooplust bij het publiek wakker geroepen. De stijging is echtej- binnen enge gren-
zen beperkt gebleven.
Zooals gezegd, waren de overige afdeelingen vrij ongean’i-
meerd. Voor de
taba/csrnarkt
werkte het feit, dat sommige
partijen op de jongste veiling zijn opgehouden, niet al te
gunstig, waarbij nog kwam, dat ‘de stroom van nieuwe
emissies der •tabalcsondernemingen eenige bezorgdheid wekte
met betrekking tot de rentabiliteit van het ‘belegde kapi-
taal. Weliswaar was het aanbod vrij bescheiden, doch de
kooplust van enkele weken geleden bestond ‘thans niet.
De
petroieuonafdeeiing
heeft eenige zig-zag-bewegingen te
aanschouwen gegeven, waarbij het resultaat een vrij groote
rijzing voor aandeele]i Koninklijke Petroleum-Maatschappij
en aandeelen Dordtsche . Petroleum-Maatschappij is ge-
weest. De overige ‘soorten bewogen zich alle op het tweede
plan en wekten geen bijzondere interesse.
Voor ‘de
cuitnurafdeeling
waren de berichten niet van
zoodanigen aard, ‘dat zij de markt ‘tot een bepaalde hou-
ding stimuleerden. Alleen aan het einde der berich’tsperiocle
ontstond een’ige levendigheid voor suikeraandeelen, in ver-
band met berichten omtrent suikerafdoeningen tegen ‘hooge
prijzen Zelfs toen echter was er geen al te .groote ko6plust
op te ‘merken, terwijl de koersverheffingen slechts uiterst
bescheiden bleven.
De
rubbermarkt
bleef kalm, iiiet slechts een enkele uit-zon.dering voor minder courante soorten, als Salatri Plân-
tations, Kendeng Lemboe, enz., die tot hoogere prijzen ge-
zocht waren. *

23Sept. 26Sept. 29 Sept.Ri 1ng0F

Amsterdamsche Bank …. 191

192

1918/4 + 8/4
Ned.Handel-Mij.cert.vaaud. 221
8
/4 221
1
/

220’/3 – 11/4

23Sept. 26Sept.29 Sept.
Ri
i
zi
ng
,g
0l

Rotterd. Bankvereeniging
147
1
/4
147
8
/
148
+
8/4
Ainst. Superfosfaatfabriek.
158
1
ï
158’/4
1581s
+ 8/o
Van Berkel’s Patent
……
157v/s
157
156
– 1
,
18
Insulinde Oliefabriek

….
251
1
/
248
1
12
249

2/4
Jurgens’ Ver. Febr. pr.aand
105
1058/4
105/8
+
8/8
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
177’/
177/
4

175

2
1
/2
Philips’ Gldeilampenfabriek
660
680 679
1
/3
+
19’/2
R.
S.
Stokvis
&
Zonen
– – –
539
532/2

2’/
Vereenigde Blikfabrieken.
130’/
1260/
4

126
1
/2
_4
Compania MercantilArgent.
– 311
3071/
2

3021/,

8
1
/8
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
2832/
4

281
280

33/
4

Handelsvei-. Amsterdam

530’/
578 577
– 311
3

HolI. Transatl. Handelsver.

135
1
/4
135/4
132

3’/3
Linde Teves
&
Stokvis
– – –
227
227 225

2
VanNierop&Co’s Handel-Mij 185/4
190
187
+
11/4
Tels
& Co’s
Handel-Mij
– – .
161 163
162’/3
+
1
1
/2
Gecons. Holl. Peti-oleum-Mij
330
330’/2
326/2

31/l
Kon. Petroleum-Mij .
……
790
813
812
+
22
Orion Petroleum-Mij …….
88’/s
851/a


85’/8

3
Steaua Romana Petr.-Mij..
170
1
/
1688/
0

165
1
/4

5
Amsterdam-Rubber.Mij…..
255
255’/3
253/4

18/
3

Nederl.-Rubber-Mij .
…….
122
120
120
– 2
Oost-Java-Rubber-Mij…..
320’/
2

325
320’/4

1/
4

Deli-Maatschappij

………
499 488
495’/

3112
Medan-Tabak-Maatschappij
278
1
/2
285
277
0/
4


01
4

Senembah-Maatschappij

.
675/,
673
664’/2
—11

De
Arnerikaansche mei

let
stond sterk onder den invloed
van ‘de onregelmatige aankomst der slotkoersen uit New
York. Bovendien oefende de wisselkoers een vrij grooten
invloed op het gansche niveau uit, waardoor de effeoten der
te laat geseinde slotkoersen Wel eens geheel weggevaagd
werden. Een geanimeerd slot ‘te New York werd ‘dan hier
vaa,k beantwoord door een zwakke Amerikaansche afd’ee-
ling, indien ‘de clollar-noteering inmiddels was gedaald. Ten
slotte zijn de geregistreerde variaties dan ook alle zeer
klein te noemeu.

23Sept. 26Sept. 29S
e
pt
.
R
g
0
f
dalin
Ameriean Car & Foundry. 145

1431/
2
141’/j – 3
1
/10
Anaconda Copper …….. l48/a 148

148


Un. States Steel Corp. . . . . 111j/
8
111,,,2

111’0153 + ‘/
Atchison Topeka ……..96

96’/8

961/2 +
‘i2
Southern Pacific ……..108

109

107’/8 – 1/8
Union Pacific …………135

135’/4 J33

—2
Int.Merc.Marine afgest…..63’/jo 62’/,

621/, – ‘Vi,
,,

,,

,,

,,

prefs 172

173/o 172’/2 +
1
/2

De
,efdmarlct is
veel minder stroef geworden, terwijl geld
op prolongatie gemakkelijk verkrijgbaar was itot doorgaani
-4 pOt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
30 September 1919.

De wereldverschepingen van tarwe zijn in ‘den laatsten
tijd zeer groot geweest. De handel zi’t in de meeste landen
nog ‘in ‘de handen van de betreffende Règeeriugen, ‘die niet,
zooals met particuliere handelaren het geval is, angst heb-
ben; betrekkelijk groote voorraden te maken. Niettegen-
staande dus de wereldvoorraad van tarwe ruim voldoende
schijnt, vooral in aanmerking genomen ‘de gereduceerde behoeften van Europa in verband met verarming, is toch
de stemming van tarwe in Argentinië betrekkelijk vast,
terwijl bovendien de prijs in Noord-Amerika voor export
boven het Regeeringsminimum gehandhaafd kan blijven. De aanvoeren in ‘de Westelijke mai-kten der Vereen’igde
Staten verm’indèreu wel eenigszins, doch zijn toch nog zeer
groqt. De ‘berichten betreffende de zomertarwe blijven zeer
teleurstellend. De opbrengst van de Cana’deesche oogst
raamt men op 200 millioen bushels, wat ongeveer 10 mii-
lioen meer is dan verleden jaar en over het algemeen ge-
nomen meevalt, na ‘de slechte berichten ‘die men eenigen
tijd geleden ontving.

De Noor’cI-Amerilcaansche maïsmarkt herstelde zich ‘in
de afgeloopen week. ‘gedeeltelijk, ‘doch de laatste ‘dagen was
de noteering voor ouden oogst wederom dalend, terwijl ‘de
I)ecember termijn iets hooger af kwam. In Argentinië hand-
haaft de prijs voor mais zich zeer goed, doch op den laat-
sten dag der berichtgeving had er een niet onbelangrijke
daling plaats. De vraag van Europa is op het oogeublik
onbevredigend ofschoon de winter voor de deur staat en de
voorraden ‘nergens groot zijn. Ongetwijfeld ‘is in de meeste
landen de veestapel zeer klein, doch ook in landen als

918

ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN

1 October
1919

Noteeringen.

Chicago

Buenôs Awe,

Data

Taru,e

Mars

Haver

Tarwe

Mars

Lijnzaad
Sept.

Sept.

Sept.

Oct.

Oct.

Oct
:

27Sept.’19 226
1431/
4

681/
2

15,55 8,00 24,00

20

,,

’19 226
1488/
4

6614
15,70 8,35 25,75
27Sept.’18 226
1398/
4
2)
73
10,95
5,60 24,00

27Sept.’17


120110
1)
595/s

9,40 22,20

27Sept.’16 152
1/4
88’/s
452/
10,80 5,25
15,25)

20 juli ’14

82

‘)
568/
8

)
361/

1)
9,40
1
)
5,38
2)

13,70
2)

1)

per Dec.

2)

per Sept.
8)
per Oct.

4)
per Nov.

Locoprijzen te Rotterdam! Amsterdam.

Soorten.
29Sept.
1919
22 Sept.
1919
29 Sept.
1918

– –

Rogge (No. 2 Western)


356,-
374,-

Gerst (48 -ib. feediug) ..
450,-S
450,-

Tarwe …………………

Haver (38 Ib. white clipped)
21,-
21,-

Ma1s (La Plata)

……….

Lijnkookeu (Noord-Ame
rika van La Plata-zaad)
285,-
300,-

Lijnzaad (La Plata) …….
750,- 830,-

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Arttkelcn.

Rotterdam Amsterdam
Totaal

22-27 Sept.
Sedert
Overeenk.
22-27 Sept.
Sedert
Overeenk.
9 9
1

1
1918 1919
Jan. 1919
tijdvak 1918
1919
1Jan.1919
tijdvak

918

8.965
101.520
9.014
ca. 788
74.616
2.920
179.136
11.964

832
10.632


19.963
-.
30.585

Tarwe ……………..


3.728
.

– –

‘-
3.728

Mais

…….
551
97.907


.

5.91i8
4.590
103.815
4.590

Rogge

………..
Boekweit

…………

71.484


‘62.315

133.799

1 .008
35.614


7.333

42.947

3.970
.

53.325


19.403

72.728

Gerst

…………-
Haver

………..

Lijukoek
.
……….
3.101
41.210

200′

41.410

Lijnzaad

……….

Tarweme1

.

47.737
756

37.435
6.068
85.172 6.824

Andere meelsoorten.. ..
393
30.689
19.716

10.708
4.286 41.397
24.002

AANVOEREN in toiis van 1000 K.G. voor het Buitenland.

Tarwe …………..

216.909
177.195
-‘

216.909
177.195


14.372
90.191

.

.

14.372
90.191


56.712
5.1-74
, –


56.712
-5.174
Mais

………. … …..
Rogge

……………

144.506
68.918


8.807
144.506
77.725
Tarweineel ………….
Gerst

…………….

62.373 24.172



62.373 24.172


123.757


– –
123.757

Raver

……………..
L
.
.. ..
.

2.412


-.

2.412

ijnkoeken …….
Andere meelsoorten

. –

119.991′
33.588


.


9.510 119.991
43.098

Nederland, waar (leze zeer voldoende is, wordt weinig op-
genomen. De
vlees
voor lagere prijzen belet ‘het tot stand
komen van belangrijke zaken. In Engeland is de maïsiuvoer
van Noord-Ameik’a vrijgegeven. Slechts een enkele ver-
koop aan branderijen kwam tot nog toe tot staiid. De
Regeering geeft La Piata-maïs nog steeds tot een belangrijk
lageren prijs. Weliswaar hebben zij tot nu ‘toe onvoldoende
maïs voor voederdoeleinden ter beschikking gesteld, doch
mcli vervacht, ‘dat dit spoedig meer zal zijn. Ook ‘de- Zuid-
Afrikaansche mais zal waarschijnlijk -spoedig vrijgegeven
worden da het hangt dan verder van de vrachtenmarkt af
of ook ‘de ‘La Plata-maïs een zelfde lot zal ondergaan. Haver en gerst waren over het algemeen flauw gestemd;
vooral het eerste artikel terwijl de prijs van lijnzaad nog
steeds blijft dalen.
N cd e r 1 and. In de afgeloopen week is de stemming
voor maïs niet verbeterd; integendeel dd prijzen zijn nog
bijna dagelijks gedaald. De vrees voor spoeclige aanzeggiag
van October-contracten drukt op de markt, zoo-dat zeer wei-
ni-g omgaat. Ook het bericht, dat de Regeering booten vrij
zal laten voor -den aanvoer van vrije -maïs had een ongun-
stigen invloed op (le stemming. Deze ruimte ‘zal evenwel
niet voor einde November of December in Argentinië ‘be-
schikbaar zijn.
In verhouding tot mais blijven .de prijzen van .gerst en
haver vast; doch ook andere voederart’ike’len ondergingen
een merkbre ‘daling door den sterken druk, die terugver-
koopers op de markt uitoefenden.’
In lijuzaad kwamen tot de lagere prijzen eenige zaken in’
stoomen{l zaad tot stand, dat ook voor .buitenlandsehereke-ning nu en dan gezocht werd. De oliekoersen bewogeiii zich
evenwel meestal in dalende richting, zooclat de Hollandsche
olieslagers
ovor
-het algemeen .nog geen attentie toonen.

SUIKER.

Betreffende de nieuwe suikerregeling voor N ede r lan d
verwijzen wij naar het uittreksel van het ministrieel
b6s1uit voorkom’ende in de dagbladen van 26 September j.l.
De regeling komt hierop neer, dat ongeveer de helft van
den nieuwen suikeroogst, zegge 90.000 tons, tegen den
maximum
0
consumptieprijs van
f
60,- per 100 K.G. ver-

kocht kan worden, waarbij gerekend wordt op
2
/2
pond per
hoofd in de week ad f
0,15, terwijl de andere helft van den
oogst vrij in den ‘handel gebracht kan worden.
De eerste aanvoeren bieten uit den nieuwen oogst komen
reeds binnen en blijken over het algemeen zooivel wat
gewicht als suikergeh.lte betreft bevredigend te zijn.
In Engeland werd de néteering voor Witte Javasuiker
uit den ditjarige,n oogst verhoogd tot Sh. 511- f.o.b. of
5h. 681- c.i.f. Londen, welke verhooging in verband staat met den gedaalden sterling-koers; zaken daartoe kwamen
echter niet tot stand. American Granulated wordt voor
Sept./Oct. niet Sh. 701- en voor Jan./Maart met Sh. 591-
c.i.f. U.K. genoteerd. –
Op Java blijft de markt kalm.

Eene partij disponibele
Witte suiker werd tot
f
32,- eerste kosten verhandeld.
D afschepingen gedurende Aug. zijn, zooals verwacht,
zeer groot’ geweést en bedragen 210.000 tons tegen
149.000 tons ‘verleden jaar. Voor den volgenden oog4t
bestaat op het oogenblik geen belangstelling.

C u b a -statistiek:

1919

1918

1917

Ontv. der week tot 20 Sept.

26.000

14.521

11.863 tons
Totaal sedert 1 Dec.
1) ..
. . 3.760.788 3.249.732 2.953d06
Werkende fabrieken

2

3

S –

Exp. der week tot 30 Aug 122.172

70.066

72.966
Totaal 1 Jan.-23 Aug…..2.784.916 2.490.710 2.646.773
Exp. U.K. 1 Jan.-23 Aug 397.374 668.193 728.570
Frankrijk ,,

,,

130.367

15.813

78.922
Totale voorraad 1 Sept.. .. .813.072 556.251 232.900

2)
1918/17116.

NOTEERINGEN.

Data

Amsterdam
per

Londen
New York
96
%
Tates

1
White
Amer,.
Granu
September
Cubes

Javas
late,!’
Centrtfugaia
N0.1
fob.

26 Sept.

1919..
f

6419


491-

7,28
19

,,

1919..
,,


6419
48/-
581-.
7,28
26 Sept.1918′..,,

64/9


7,28
26 Sept.

1917..
,,


53/9


6,90
21 Juli

1914..
,,

11/s
18/-‘


3,26

1 October 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

m
e

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens& Sons,

Manchester, d.d. 10 September 1919.

Prijzen van Amerikaansche katoen hebben de laatste
week sterk gefluctueerd, doch de verhooging is steeds van
korten duur geweest, daar hij elke vastere markt het aan-
bod van het Zuiden ‘grootor werd, ook al door de betere
oogstber.ic1ten, ‘doch voornamelijk door de slechte export-
vooruitzichten. Het eerste Ginnersbericht gaf een hoeveel-
•heid van 139.000 balen, tegen 1.038.000 balen verleden
jaar en 606.000 balen in 1917, doch had slechts weinig
invloed op de markt, -omdat het algemeen bekend is, .dat de oogst dit jaar zeer laat is. De berichten van Alexandrië
zijn gunstig en hoewel de Egyptische oogst ook laat is,
schijnt men toch een Vrij groote opbrengst te mogen ver-
wachten.
Prijzen van Amerikaansche garens varieeren onderling
nog al, doordat enkele spinners .geregeld verkocht hebben en andere absoluut .geefi orders ontvingen. Er is iets meer
vraag naar enkele nummers voor binnenlandsoh gebruik
en er worden ook geregelde zaken gedaan in bu.ndelgarezis
voor export. Indië koopt gekleurde gar.ens, terwijl het bu-
tinent zowel cops als bundels noodi.g heeft. De schaarechte
aan arbeiders voor de has.pelmachines heeft een zeer slechten
invloed op de prçductie van ‘bundelgarens, zoodat men
daarvoor thans een l.angen leveri.ngstermijn verlangt. Egyp-
tische grens blijven vast in prijs. De doekmarkt blijft
kalm, doch de algemeene toon is iets beter dan de -vorige
week. Er komen meer aanvragen van de verschillende
markten binnen en de meeste fabrikanten kunnen hunne
productie gemakkelijk verkoopen. De berichten van
Engelsch-Indië betreffende de ,,monsoon” zijn bijzonder
gunstig; zij zijn beter, dan zij in vele jaren geweest
zijn. Zooals ook reeds de vorige week vermeld is, blijven
de koersfluctuaties groote moeilijkheden geven en houden
verschillende zaken nog tegen.

3Sept. 10Sept.

3Sept. 10 Sept.
Liverpoolnoteeringen (loco) T.T.opindië.. .. 1/10 1/10
F.G.F. Sakellaridis 30,00 30,00 T.T. op Hongkong 3/11 °/ 4/0
1/

G.F. No:1 Oomra 15,35 14,45 T.T.opShanghai 511111, 6/0
Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

129 Sept. ‘19122
Sept. ‘19115
Sept. l9l30
Sept.
1
181
29 Sept.

New York vOor
Middling


32,25e
31,60e
29,55 c
34,95e
25,20 c
New Orleans

voor Middling
32,50e
31,— c 29,— c
32,88e
24,13 c
Liverpool voor
Middling ….
20,04d
18,73d
18,79d
25,29 dl)
18,62d’)
‘) Good Middling Texas.
‘) 28 Sept. 1917 Good Middling Texas.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.19

Overeenkomstige perioa’en tot
26 Sept. ’19

1918

1

1917

Ontvangsten Gulf-Havens..
11

Atlant. Havens
442
708
822
)
Uitvoer naar Gr. Brittannië

1

436
‘t Vasteland.
685 595
213
Japan ete.:.
1

‘Voorraden in duizendtallen

1
26Sep!.

19
27Sept. ’18
28 Sept.

I7

Amerik. havens ……….
120
910 583
Binnenland …………..
675
‘775
340
1

.

1
63
NewYork

……………
New Orleans

.

85
Liverpool
145′)
266
‘) 28 Sept. 1918.

RUBBER.

De markt was in de afgeloopen week over het algemeen flauw gestemd en. de transacties waren niet zoo belangrijk
als de daaraan voorafgaande weken. De noteeriug van loco
Crêpe liep bij gebrek aan kooplust terug tot 212
1
/2.
Tegen
het eind der week werd de stemming echter wat vester.
Hoewel nog niet noemenswaard, nemen de voorraden in
Engeland geleidelijk af. Ook thans waren de afleveringen
600 tons meer dan de aanvoeren. De stocks bedragen echter
nog 27500 tons, behalve die in Liverpool, welke op 2800
tons geschat worden.

0p 30September vindt in Amsterdam voor het eerst na
den oorlog weder dé gewone maandelijksche inschrijving
plaats. Er worden ongeveer 216 tons aan demarktgebracht.
De slotnoteeringen luiden:

Prima Crêpe loco ……2/3

einde voorafg.week 213
Smoked sheets ,…. …

2/3

. …………….
2/2
5
/4
Prima Crêpe Oet./Dee.

2/3

……………..2/3’h
Jan./Juni

2/3

…………….. 2/3
1/4
Para ………………

2/61/
4

……………..2/6′!,

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer

Cle,,.
5!
C0
7
d

Tin
Lood
Zink

26 Sept. 1919..
nom.
102.-,-

277.5/-
25.1216
41.-!-
22

,,

1919..
nom.
100.716
278.51-
25.10/-
41.101-
30 Sept. 1918..
nom. 122.-1-
337.101-
29.-!-
.52.-!-
28 Sept. 1917..
nom.
110.-!-
245.-1-
30.10/-

20 Juli

1914..
51/4

.
61.-1-
145.15/-.-
19.-/-.
21.10/-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

GRAAN.

Data
Petro
grad
Londen!
R’dam

Odessa
Rotte,.
dam

Au.
Kust
Ve,. Staten San Lorenzo

Rotte,-
Bruto!
Rotte,.
Enge-
dam
l
Kanaal
dam
land

22127 Sept. 1919


‘)f75,-
1)8/6
165/-
3
)651-
15120

,,

1919


1)f80,-
1)8/6
160/-
2
)65/-
23/28 Sept. 1918

– –
50!-

225/-
24/29 Sept. 1917

– .
f
7,-
30/-
ca. f50
1451-
Juli

1914
lid.
7/3
1/111/
4

1/111/
4

12/-
12/-.

KOLEN.

Data

Cardiff
Oosik. Engeland

deaux
Lor-

Genua
Port
Said
I
Plato
Roiter-
dam
Gothen.
burg
Rivier
22127 Sept.1919 ‘) 501-
51/6
50/-
40/-
f
10,- Kr.50
15/20

1919 °) 54!-
52/6
501-
40/-
,, 10,- ,,

30
23128 Sept.1918

69/-
101/3
200/-
120/-

,,200,-
4/29 Sept. 1917

69/-
101/3
1801,-
85/-

Juli 1914 fr. 7,—
71-
713
1416
3/2

41-

DIVERSEN.

Bombay Birma
Vladivo-
Chili
Data
West
Europa
West
Europa
stock
West
West
Europa
(d. is,.)
(rijst) Europa
(salpetei9

22/27 Sept.

1919 ……
127/6
215/-
4
)

245/-
15/20

,,

1919 ……
127/6
215/-
4
)


2451-
23128 Sept.

1918 ……
275/-

..

5001-

190/-
24/29

Sept. ‘1917 …….
2,60/-
..

500/-
– .
190/-
Juli

1914 ……
.14/6
.
1613

.
25/-
22/3
1)
Per ton stukgoed.
1)
Voor Britsche schepen.
Voor neutrale schepen onder geallieerd time. charter.
Vrij.


Graan Petrograd jer quarier van
496
ibo.’zwaar, Odevea per ,nit, Ver. Siuten
per quarter van
480 Ibo.
ewoar.
Overige noteeringen per ton van 1015
X.G.

RIJN VAART.
In cle nfgeloopen week was de vraag naar scheepsruim.te groot; alle beschikbare ruimte’werd ter beurze aangenomen,
grootendeels in daghuur, varieerende tusschen 4 en 5 cents
per ton per dag. Er wareu veel schepen nooclig voor kolen
naar Straatsburg, terwijl ook voor Antwerpen veel schepen
werden aangenomen.
Het sl.eeploon van, Rotterdam naar -de Ruhrhavens
varieerde -tu.sschen 70/80 cents boven het 50-cen’ts1tarief.
De vracht van de Ruhrhavens naar Mannheim bedroeg
ilk. 6,50/3.1k. 7,50 per ton, terwijl het sleeploon genoteerd
werd met Mk. 7,50/3.1k. 9,— per ton.
Ofschoon de uitz’ichten op een beteren waterstand door het slechte weer in het begin van de week groot waren, ‘is
zulks niet bewaarheid geworden en is de waterstaud nog
even laag als vorige week. Aan het einde der week stond
Cauber Pegel 1,15 meter.

920

ECONOMISÇHSTATISTISCHE BERICHTEN

1 October
1919

II

De N.V. Nederlandsche Huistelefoon-Mutsdappij

ROTTERDAM

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

-AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon N 5580

Telefoon 2723

levert
uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELEÇTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt on d er g a r anti e ook alle n’iet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

G E B R 0 E D E R S C H A B 0 T
KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE.

ROTTERDAM,

LLOYD

KASSÏERS én MAKELAARS in ASSURANTIËN
AMSTERDAM

Deposito’s.
– .
Rekening-Courant.

Franco Chèque-Rekening.

Aan- en Verkoop van WisseÏs op het Buitenland.

Aan- en Ver-
Geregelde Passagiers- en

koop van Fondsen.

Bewaarneming en Admristratie van Effecten.
Vrachtdienst met nieuwe,

moderne post-stoomschepen

Oorlogs-, Transport-, Casco-. Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen

TUSSCHEN

van eiken aard.
A M S T E R D A M

EN

o NTVANG- EN IBETAALKA-S.
ZUID-AMERIKA
NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22, AMSWRDAM.

Rentevergoeding voor gelden’5L deposito:


VIA
met

1

dag opzegging ………………….1

0/0

Bedragen tot
f20.000,—
terstond betaalbaar.
DOVER
I

BOULOGNE s/M.,

CRUfA, VIGO,
met

10 dagen opzegging

………………
1/2
0/0

Voor andere termijnen op nader overeen te

komen voorwaarden.
LISSABON,

LAS PALMAS,

PERNAMBUGO,

OPEN EN GESLOTEN BEWAARGEVING VOLGENS REGLEMENT.
BAHIA, RIO DE JANEIRO, SANTOS, MONTE-

SAFE=DEPOSIT=INBICHTING.
VIDEO
en
BUENOS AIRES.

GEOPEND: op Werkdagen van 83/4 v.m. tot 4
1
/2
uur n.n.

op Zaterdagen en Beursvacantiedagen van 8/4 v.m. tot 12 uur.

Loketien van
f2,50
per maand

f 10,—
per jaar

en hooger te huur voor
ADVERTEERDERS!
bij de Directie bekende of geïntroduceerde iersonen.

Raadpleegt bij het makenvan Uwe plannen

GEBROEDERS SCHEUER
NIJGH
&
VAN DITMAR’S
Algem. AdvertentiebureaU

Assuradeurs en Assurantiebezorgers
Dit adviseert U bij het ontwerpen van Uwe
Expediteurs en Cargadoors
reclames

voor

alle

landen

der

wereld

AMSTERDAM EN ROTTERDAM
Gevestigd sedert 1837

ROTTERDAM, WIJNHAVEN 113

Verzekering van Koopmansgoederen tegen
BIJKANTOREN:

transport, molest, brand en diefstal tegen
AMSTERDAM, N.Z. vOORBUROWAL
157

concurreerende premiën..
‘s.ORAVENHAGE, BUITENHOF
48

HAARLEM, SPAARNE
3

I
II

Nij.gh
&
van Ditm’a?s Uitgevers-Ivlaatschappij

I

..

.WIJNHAVEN 11 1′ 113

ROTTERDAM

TELEFOON
7841- 7842 – 7843 – 7861
4
BIJKANTOREN te AMSTERDAM. ‘s-GRAVENHAGE en HAARLEM

Belast zich met het .verzorgen van uitgaven en tijdschriften op elk gebied

Auteur