Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1152

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 26 1938

6 JANUARI 1938

4UTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Beri*chte n

WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE
MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSiE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
23E JAARGANG

WOENSDAG 26 JANUARI 1938

No.
1152

COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Lieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. .1e Vries en
H. Al. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Th. van Luytelaer (waarnemend Re(lacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam-West.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van ab onnenienten en advertenties:
Nijgh & van Ditnar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. I’ostchè qua- en giro-rekening
No. 145192.

étbonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 16,—. Abonncmcnts prijs Economisch-Statis-
tisch Af aandber
i
cht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Do au-
teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut
ontvasa gen het weekblad en het Af aandbericht gratis en
genieten een reductie op de verdere publicaties.
INHOUD:

Blz.
ENKELE OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET VOOR-
ONTWERP VAN DE WETTELIJKE VERZEKERING TEGEN
DE GELDELIJKE GEVOLGEN VAN DE WERKLOOSHEID
door
W. J.
van de Woestijne ……………………..56

Het vraagstuk van de ordening door
C. J. P. Zaalberg 57

Beleggingsproblemen in verband niet de daling van den
rentestand door G.
L. Pop/Gen ………………..59

Een statistisch onderzoek naar de juistheid van psycho-
technische prognose dooi-
Dr. T. Kuiper …………60

De suikerhandel in
1937
door
A.
W. Vols
…………. 61

De Rijksmiddelen over December
1937 …………..64

BU’TENLANDSOHE MEDEWERKING:

Het verloop van de handelsbalans der Vereenigde
Staten door
Dr. F. Pinner ………………..66

AANTEEKENINGEN:

Hervormingen in het bank- en credietwezen in België
67

Het arbeidsvraagstuk in Duitschiand …………
68

I3OEKAANKONDIGJNGEN:
Deutschian d und der Wi rtschaf tsau îbau des Vorderen
Orients door
br. Rein hard Huiber …………..69

ONTVANOEN BOKKEN……………………………

69

MAANDCIJFERS:

Overzicht van den stand der Rijksmiddelen . …….
70

Statistieken:
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………….
ii,
74
Oroothandelsprljzen ………………………………….
72-73

GELD-, KAPiTAAL- EN WISSELMARKT.

Tu de veak onder verslag wareii de omzetten op de ‘is-
seirnarkt niet groot. Het beeld van de markt werd weei
bnheersoht door Fransehe Fianos. Ln lnn aanvang vaii
dc week zakte de noteering in tot 5.90 op het gerucht
dat Blum een regeering zou vormen. Tosan Inter Chautcsirps
slaaugde in de samenstelling van een miiïistcrie steeg cle
koeis weci- tot
6.06.
ïoj
de dckkingsvraag, die in die dagen oiatstond – de dringendhaid van die vraag blijkt
uit het hooge agio, dat voor één-daags-Francs werd be-
taald – ‘heeft het Frainsohe IDgalisatiefonds een gretig
gebruik gemaakt om dci.t deviezeirvoori

aad, waarin in
de laatste weken zulk een belangrijke bres is geslagen,
aan te ‘vullen. Reeds spoedig daarna trad echter weer een
reactie in, ‘die nog verscherpt werd toen tijdelijk de Banque
cle Frainoe alleen maar valuta’s bleek te willen afgeven
VOOt’ coanmerciee]e doeleinden. Daarmee was de eerste in-
breuk gemaakt op ‘den volkomen vrijen deviezenhaudel. Ei-
ontstonden dan ook onmiddellijk twee noteeringen, déIt Voor
,,comanorcieelc Francs”, en &ln van vi-ije Franos. In analogie
met dc situatie. die ‘zich op verschillende wisselmarkten in den Balkan en Zuid-Amer-ikti héett ontwikkeld, zou maan
kunnn
spI

ekeii van een of ficieele en een awnrte markt.
Het is duidelijk, dat deze situatie onhoudbaar was en
dat zij bij consequente toepassing, zonder de uiterste con-
sequentie van de devieaenconti

ôle, spoedig zou zijn vast-
geloopen. Immers deniet-conimercieele Francs, dus die
afkomstig van kapitaalvluch’t, zondeit op andere markten dan Parijs zijn aangeboden tegen een gunstiger koers dan
cle off’ieieele Fra-nosisotcering. De buitenlandscihe impor-
tours, die goederen uit Frankrijk betrekken, zouden allen in Francs zijn gaan koopen op deze voordecli’ge basis en
cle Banque de Franco zou uit exporten geen deviezen meer
hebben ontvangen. Anderzijds zouden alle importeurs wel cleviezen van •de centrale bank hebben verlangd en daai–
mee zou spoedig dc heele machinere zijn vastgeloopen.
Nog op den middag van den dag, waarop de nieuwe poli-
tiek geïnaugureerd w’as, w’erd zij dan ook de facto al weer verlaten ‘in dier voege, ‘dat het ]Dgalisntiefonds te Londen
voor ,vrje Franc.s” intervenieet-de tegen denzelfden koers
als waarvoor de Ba.nque de Fi-ance commcrc-ieele Francs opnam. In de nieuwe week vei-viel dan ook de onderschei-
ding weer en kou de arbitrage op Parijs vrij plaats vinden.
Heeft de tijdelijk gewijzigde houding wellicht tot
basis een ‘afspraak tussehen de regeering-Chautemps en de
hocialistiisohe fractie gbhhd? Bekend is immers, dat deze
partij ‘sterk gekant is tegen het vrij toelaten van kapitaal-
vlucht. Is dat zoo, dan is de positie van de regeea-in.g heel
moeilijk, wanneer zij ‘tot de conclusie is gekomen, dat het
compromis, dat zij beoogde, praotisnh onuitvoerbaar is. En
deviezenrestrictie kan deze regeering niet invoeren zon-
der met ‘de regeeringsverklaring in strijd te komen.
Dc termijnnoteeringon hebben ook nogal gefluctueerd
evenals de contante. In ‘het begin ‘van de nieuwe
week bij een contante noteering van circa
5.9836a
deed
drie-maands Parijs ongeveer 22 cts. disagio. Hierbij moet
echter worden opgemerkt, dat de Gulden over het geheel
op termijn vaster gestemd was. Voor driemaands-Ponden
is de noteering geleidelijk gekomen op 2% ots. disagio,
tt-wijl ook Dollars op termijn flauwer waren.
Ook contant was de Gulden als regel gevraagd. Het
Egalisaitiefonds heeft Vrij regelmatig ingegcopen bij da-
lende noteeringen voor het Pond.
• Van de geldmarkt valt geen nieuws te melden. l)e
be’leggingsmark.t is na de ‘aankondiging van de staatscon-
versie zeer vast gebleven ‘bij stijgende koersen voor oude schuld. Toen de aflossing van ruim
70
millioen ob’l’igaAiën
Koninklijke werd ‘bekend gemaakt, kon dat de stemming
op de beleggiugsma.rkt slechts stimuleeren.

56

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Januari 1938

ENKELE OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET

VOORONTWERP VAN DE WETTELIJKE VERZEKE-
RING TEGEN DE GELDELIJKE GEVOLGËN VAN DE

WERKLOOSHEID.

Twee hoofdgedachten kunnen wij in het ontwerp
onderscheiden en wel ten eerste, dat de’ kosten van
de normale werkloosheid ten laste van het bedrijfs-

leven dienen te komen en dus in zeker opzicht als
een speciaal soort indirecte productiekosten dienen

te worden beschouwd, en ten tweede, dat het ge-
wenscht is de uitvoering van deze verzekering zoo-

veel doenlijk in handen van de bedrijfsgenooten te

leggen.

Uit het eerste beginsel volgt, dat de verzekering

verplicht moet zijn en dat verder voor de normale
wrerklöosheid niet gerekend mag worden op overheids-

steun. De geldelijke taak van de Overheid vangt, vol-

gens den Minister, eerst aan, daar waar de normale

werkloosheid overgaat in een abnormale. Dan werken

er blijkbaar oorzaken, die niet meer voor rekening

van den bepaalden bedrijfstak komen, maar voor

rekening van de maatschappij in haar geheel. Hieruit
blijkt dus reeds, dat de onderscheiding tusschen nor-

male en abnormale werkloosheid hier niet alleen van
wetenschappelijke of statistische waarde is, maar een

essentieel deel uitmaakt van de te volgen werkloo-

zenpolitiek.

De eerste vraag is dus, wat wij onder normale

werkloosheid dienen te verstaan. Op twee plaatsen

in de toelichting vinden wij materiaal voor een om-
schrijving van het begrip ,,normale werkloosheid” en

wel ee.nerzijds bij de motiveering van de bijdragen

door de bedrijfsgenooten en
anderzijds
bij het bepa-

len van de
waarschijnlijke
hoogte van die bijdragen.
In het eerste geval wordt de normale werkloosheid
gezien als de ‘noodzakelijke reserve aan arbeiders.
Deze reserve is in het belang van den bedrijfstak en

de bedrijfstak behoort de bestaansmogelijkheid te
verzekeren van die arbeiders, welke in zijn belang

in de reserve zijn. Verder overweegt de Minister, dat het een bedrjfsbelang is, het aantal bedri.jfsgenooten
binnen redelijke grenzen te.houden. Door nu de be-
langhebbenden in de regeling te betrekken, zullen
zoowel werkgevers als werknemers geprikkeld worden
om die maatregelen te nemen, welke erop gericht

zijn de.w’erkloosheid, voor zooverre deze samenhangt

met de toestanden in den bedrijfstak zelf, niet boven
het voor het
bedrijf
noodige te doen uitgroeien.

Op deze ,,beperking van de werkloosheid” komen
wij straks nog terug.
De bëlangrijke vraag, of conjunctuurwerkloosheid
al of niet tot de normale gerekend moet worden, vindt
in het bovenstaande geen beantwoording, evenmin
trouwens als de vraag hoe men een conjunctureele
van een structureele werkloosheid zou kunnen ondei-

scheiden. –

De tweede maal, dat de Minister verplicht is zich
over het begrip normale werkloosheid uit te laten, is
bij de begrooting van de waarschijnlijke kosten. Hier
zegt de Minister, dat de’ kassen een zoodanigen ter-
mijn van uitkeering moeten stellen, als voor elk be-
drijf kan worden geacht overeen te komen met den
jaarlijkschen gemiddelden duur der werkloosheid van
alle arbeiders, die in het bedrijf werkzaam zijn. Dit
lijkt zeer exact, maar de vraag is over welke jaren
dat gemiddelde genomen moet worden. Waar vindt
de Minister tusschen 1917 en 1937 de ,,normale”
jaren? Dit alles is geen muggenzifterij, maar een

noodzakelijke critiek o5 de vaagheid van een der
grondslagen van het ontwerp. De Minister meent ni.,
dat een premie van 1Y2 tot 2 pOt. van het loon vol-
doende zal zijn om het risico te dekken. Dat wil

zeggen, dat ‘de Minister rekent op een gemiddelde
werkloosheid van ongeveer 3 pOt. Dit percentage is
zelfs voor de zuivere seizoenwerkloôsheid in Neder-

land te laag.
invoering ifan een op deze basis opgeti’okken ver-

zekering zal beteekenen, dat men in alle normale

jaren met een, geheel buiten het .verzekeringsgebied

vallende ‘sv.pernornzale werlclôosheid
heeft
te maken.

Wij behouden dan de toestand, dat wat uitzondering

nboet zijn en als uitzonderingsrecht geregeld is, nor-
maal wordt. Een hoogst bedenkelijk verschijnsel!

*
*

De opvatting, dat de norrisale werkloosheid :fot de

productiekosten moet worden gerekend, is als juist

te beschouwen. Per slot behdoren die kosten door de
consumenten te worden gedragen. Voor zooverre wij

dan ook met voor de binnenlandsche markt werkende
ondernemingen te maken hebben, is de oplôssing in

principe gezond. Maar hoe staat het met die bedrijfs-

takken, welke voor een grooter of kleiner deel hun

producten uitvoeren?

Zeker, indien de concurreerende landen eveneens
dit juiste principe huldigen, is er ook dan geen ge-

vaar. Maar, indien er concurrentie gevoerd moet wor-

den met landen, waar mcii dit deel van de productie-
kosten door de Overheid laat dragen, komt de Neder-

landsche industrie onnoodig en ongewenseht in het

gedrang. De ondernemers zullen in vele gevallen hun
aandeel in de premie niet op den consument kunnen

verhalen cii zoo zal een extra druk op de bonen

ontstaan. Formeel betalen dan de arbeiders de halve

premie, feitelijk wordt de heele premie op hen af-
gewenteld.
Of voorziet de Minister misschien, dat de Neder-

landsche uitvoer industrie binnenkort zulke extra-win-
sten zal maken, dat de premie daaruit betaald kan

worden? Indien dat zoo is, dan getuigt dat wel van

een heel uitzonderlijk optimisme.
Juist voor de uit-

voerindustrie is een bijdrage van de Overheid in het
werlcloozev,.fonds noodzakelijk. Doet men dit niet, dan
is cle kans groot, dat onze uitvoerindustrie een nog
grooter aantal werkloozen op gaat leveren dan thans
het geval is.

* *
*

Tenslotte willen wij nog iets zeggen over het prin-

cipe om de uitvoering van de wet in handen van de
hedrijfsgenooten zelve te leggen. Voor deze politiek
is in het algemeen veel te zeggen. Zij kweekt belang-

stelling en verantwoordelijkhéidsgevoel, zij doet zien,
dat er behalve belangen-tegenstellingen in het be-
drijfsleven ook belangen-gemeenschappen
zijn, zij

leidt tot persoonlijk contact en zoo vaak tot waar-
deering waar anders slechts plaats is voor achter-
docht. Maar er zijn gevaren aan deze ontwikkeling

verbonden.
Het groote gevaar is wel, dat men de belangen
van de bedrijfstak te zeer met die van het algemeen
gaat verwari-en. De fouten van het gildewezen liggen
nog, dicht genoeg hij ons om ze te kunnen herinneren,
al liggen zij helaas weer ver genoeg af, om ze te
kunnen vergeten. 3uist hij een werkloozenverzekering

en nog wel een werkloozenverzekering met een arbeids-
boekje, zooals’ de Minister wil, dreigen hier gevaren.
In plaats nu dat de Minister maatregelen tegen deze
gevaren neemt, wijst hij aan belanghebbenden nog den

weg tot het kwade. De Minister zegt immers zelf, dat een van de voor-
deelen van het zelfdoen gelegen is in het feit, dat
men er op die manier voor kan waken, dat het aantal bedri.jfsgenooten binnen redelijke grenzen blijft. Dit
kan zeer gemakkelijk gebeuren, door bij het aanne-
men van arbeiders aan hen den voorkeur te geven, die
reeds ,in den betreffenden bedrijfstak werkzaam zijn.
Hierdoor vermindert men automatisch de werk-
loosheid in den eigen bedrijfstak en draagt dus bij
tot verlaging van de premie en bovendien vermeer-
dert dan het aantal bedrijfsgenooten en dus het aan-
tal mogelijke i’erkloozen niet. Tegen deze methode
van vermindering van het aantal werkloozen, in den
eigen bedrijfstak wel te verstaan, niet in het alge-meen, helpt geen wettelijk recht van soiliciteeren

26 Januari 1938

ECONOMISCHSDATISTISCHE BTËRICHT.EN

57

in andere bedrijfstakken. Het is een gevolg van de
structuur van (Ie voorgestelde verzekering.
Het gevolg zal zijn, dat arbeiders in een kwijnenden

bedrijfstak moeilijk elders werk zuilen kunnen viii-
den. De juist in dat geval zoo noodzakelijke bewe-

gingsvrijheid zal worden belemmerd. Deze verstar-

ring moge in het tijdelijk belang zijn van hen, clie

in een voorspoedig werkenden bedrijfstak zijn opge-
nOfl1en, voor de maatschappij in het geheel en voor
de arbeiders in het bijzonder is het een gevaar. Ook
de positie van hen, die eerst op lateren
leeftijd
als

arbeider in het bedrijfsleven komen, bijv. wegens

tegenslag in eigen zaken, wordt er nog moeilijker
door
gemaakt.
De bouw van dit voorontwerp is dan
ook wel zeer geschikt om de arbeiders te verdeelen
in de ,,haves” en de ,,have-nots”. Van sommige groe-
pen zal inderdaad de bes taanszekerheid worden ver-
groot, maar dit zal gaan len koste van hen, de thans

reeds een mindere bestaanszekerheid genieten.
Wij leven snel tegenwoordig. Er waren vierhonderd
jaar noodig voor de fouten van het gildesysteem tot
(le Fransche revolutie leidden. Indien wij thans soort-
gelijke fouten maken zal de reactie daarop zeker geen
vierhonderd jaar wachten.
W.
J. VAN DE WOESTIJNE.

HET VRAAGSTUK VAN DE ORDENING.’)

Dankbaar voor de algemeene opleving, waarvan
Nederland en niet minder Nederlands Oost-Indië
hun deel hebben gehad, kunnen wij nog niet consta-teren, dat deze opleving een gevolg is van een doel-
bewuste richting in de handelingen van politieke en
economische machthebbers, terwijl deze toch, zelfs in
toenemende mate, voortgaan met maatregelen, clie
het verkeer, de handel, de productie in door hen uit-
gedachte banden verstikken. liet noodlot is, dat
iedere Regering cle overtuiging heeft dit tegen zijn
zin en tegen beter weten in te moeten doen als wapen
tegen de andeien, die dat om precies dezelfde reden
beweren te doen.

T
ajineer

ik dan daarbij cle een na den ander hoor
verzekeren, dat wij niet de weg van de protectie op-

gaan, dan denk ik aan de technische vooruitgang in
(le wegenhouw, die ons cle volmaakt geruisloze weg
heeft. gebracht.

De tijdelijke opleving in 1937 heeft duidelijk doen
zien, (lat zodra cle mogelijkheid om zaken te doen er
jnaar weer wras, handel, industrie en scheepvaart van
Nederland met succes op de wereldmarkt zijn werk-
zaam geweest. Paraat blijven is clan ook een eerste

plicht voor allen, die ondernemersverantwoordeljk-
heid dragen.

Een zeer sterk voorbeeld van industriële kracht

levert onze scheepsbouw. Van cle tonnage, die in de
hele wereld in aanbouw is, bouwt het klein.e Neder-
land 10 pot. en staat als No. 4 in de rij na Groot-
13 ri ttann ië, Duitsland en Japan, van welke landen
het eerste en tweede hun eigen. staal hebben, het
tweede met Zijn scheepsbouw op deviezenjacht is en
het derde een subsidierecord nastreeft. Met de
scheejismiichi nes maken we eenzelfde schitterend fi-
r. Zulk een van bekwaamheid, kracht en moed ge-
tuigende prestatie van een op de internationale markt
werkend bedrijf versterkt het vertrouwen in de toe-
komst van onze industrie.

* *

Van deze gelegenheid wil ik gebruik maken olil u
van mijn inzicht te doen blijken in liet veelomstreden
vraagstuk van (le
ordening,
waarove.r ook ouder u wel
uiteenlopende meningen zullen bestaan.
Onze samenleving is een alleringewikkeldst mecha-
n isnie, waaraan eeuwen is geordend door de meest
uiternlopende machten en natuurlijke krachten en

1)
i)it artikel
bovat e,’n groot gedeelte van cle Nieuw-
jaaisr’.ede. clie cle lieer 0. J…..Zaalberg Jn zijn functie
van voorzitter valt dn •NijvcrJmidsraad
01)
21 Januari Jl.
heeft gehouden. (Red. E.-S.B.).

wat
cl
ie niac:hten l)ctreft, niet (le iiieest uiteen101)ell-

tie bedoelingen. Zoals hij al wat leeft, is hij cle men-seil individueel en als geslacht de zucht naar zelfhe-
hocicl de alles-overheersende bron Van al het doen en

laten. Hieruit is rechtstreeks af te leiden de onmis-
baarheid van het winstmotief voor alle economische

werkzaamheid, zij het ook, dat het zich deel gevoelen

van een collectiviteit de individuén de behoefte in-

geeft zich te wijden na ii genienschappelijke belangen,

terwijl. daarnaast door gevoelens van hogere orde
velen in alle kringen zich een levenstaak weten op-
gelegd.

Winst als motief voor iedere economische hande-

ling heeft onsehatbare voordelen aan de mensheid als
geheel gebracht, niet alleen als primaire l)rikkel tot

werkzaamheid, maar ook en vooral als het altijd ‘er-
kende middel tot verhoging van de productiviteit
door het doen groeien van de best reuderencie bedrij-
ven en het doen afsterven van wat niet winstgevend,

dus economisch negatief werkt. Deze natuurlijke se-
lectie is een onmisbare kracht, die door geen uitge-
dacht surrogaat kan worden vervangen.

II
begrijpt
dan ook, dat ik geen bewonderaar ben
van vestigiugswetten, voor zover daarin Nieuw-Mal-

tusiaanse theorieën in praktijk worden gebracht, he-

vreescl als ik hen, dat het middel. erger is dan de zeer ernstige kwaal van een overhevoikt distributie-appa-
raat. Verbaasd heeft het mij, dat dezelfde Regering,
clie van deze wetten heil verwacht, de voor een bespa-
ring in distrihutiekosten hoog nodige opruiming

onder de overtollige sigarenwinkels heeft tegengehon-
den door een verbod van verkoop beneden de niet
een ander doel ingestelde banderolleprijs. De consu-
ment is hierdoor uitgeschakeld als w’erkzaam instru-
ment ter verlaging van de op het gehele volk zwaar

drukkeude kosten van een irrationele detailhandel.
De toestanden in de sigarenindustrie zouden voor
ondernemers en voor arbeicle rs belangrijk kunnen ver-
beteren, als de helft der sigarenwinkels verdween.
De consument zou er geen schade hij lijden, misschien
zou een deel van de besparing op ‘le clistributiekosten

besteed kunnen worden aan prijsverlaging, waardoor weer het gebruik zou kunnen toenemen, liet zou voor
Nederland geen maatschappelijk verlies zijn, als van
de 12.777 personen, werkzaam in sigarenwinkels (niet

meegerekend de cl u izeudemi andere verkoopgelegenhe-
den, waaronder hij’. 1.692
lcapperszaken) de helft als
productieve kracht werd ingeschakeld met een grote
kostenbesparing . voo t het gehele bedrijf.

* *
*

In de eeuw van snel toenemende toepassi itg van de
n atuurwet,emischap, begonnen met de uitvi mid ing van
cle stoommachine en voortschrijdcnd tot cle onbegrens-
de mogelijkheden, clie thans aan de wetenschappelijke
horizon opdoemen, is cle onderwerping van cle stof-
felijke wereld aan de behoeftevoorziening vami cle
mensheid niet grote snelheid vooruitgegaan, liet
kleine deel van de producti emogel ijkheden, (lat to t
nuttig gebruik komt, heeft reeds de algemene wel-vaart in enkele tientallen jaren omhooggestuwd tot
een peil, waarvan een vorig geslacht geen denkbeeld
had en heeft het Nederlandse volk in alle lagen een
levensverrijking doen deelaehtig worden, clie voor wie
niet ziende blind is, overal in de maatschappij in het
licht treedt. Dit had niet plaats in een tijd, gelijk
wij thans beleven, waarin in cle meeste landen sparen
en kapitaalvorming heeft plaats gemaakt voor con-
sumeren en interert hij pul)liek en overheid. Die ver-
hoging van de algemene levensstandaard ging ge-
paard met vermiindering der maatschappelijke tegen-
stellingen en had plaats in ccii tijd van uiterst spaar-
zame ordening van bovenaf, doch van grote vrijheid
van handel en bedrijf. Die zekerheid van tnemendc
productiecapaeitei t doet het l)egrip overbevolking alle
waarde verliezen. Te ernstiger wordt hierdoor de
plicht gevoeld de wereld te bevrijden van de dwaas-
lieden, die millioenen uitsluiten van nuttige arbeid

U58

iECO-NOMiSCHSTTIST1SCHEBERJCHTE-N

2.6 Januasi 1938

en;anclereirni1]ioerte zich doen inspariiien voor –de
voorbereiding ivivn eeru algeinenevernieling en ver-
nietiing.

n
.F,

,.

•.

.1

Te; miçicleti van die internationale wanorde streeft

Nederland een zo -g oct moe1ijke rendabele pro-
cluctie,,ten inde op de wereldmarkt te kunnen ver-
kopeni en kopen, wat voor de instandhouding cii
groei van zijn bedrijfsleven nodig is. Ik zeg kopen

en verkopen, omdat ik nog steeds oidank alle beto-

gen van protectionisten en van officiële onderhan-
delaars een reële koopovereenkomst beschouw als een

vrije handeling, waarvan beide partijen voordeel heb-
ben. Een .-onverhrekelijk verband tussen cle binnen-
landse en de buitenlandse markt voor een land van

de gesteldheid van Nederland, maakt de concurren-

tiemogelijkheid tot een. levenskwestie. -.

Daartoe is het zaak, dat -iniedere onderneming de
productiekosten op een peil staan, dat concurrentie

met het buitenland mogelijk maakt en dat betekent,
dat onvermoeicl gestreefd moet worden naar steeds

verdere verlaging van productiekosten. De winst-

noodzaak is voor den ondernemer daartoe de krach-
tigst werkendè prikkel.

Achter bijna iedere economische handeling in het

bedrijfsleven staan de bekwaamheid, het initiatief,
cle ondernemingslust, de moed van een ondernemer.
Dooft men die uit, hetzij door directe middelen of

door het kunstmatig scheipen van onzekerheden, dan

verlamt men het -bedrijfsleven. Iedere poging tot in-
dustrialisatie staat dan gelijk niet een streven naar
rasverhetering door de toepassing van de rijke vond-

sten van de genetische wetenschap op een kunstmatig
gesteriliseerde veestapel.

De grote mat van vrijheid van den ondernemer

in het verleden heeft in de eèrste plaats geleid tot
het opvÔeren van de rentabiliteit door liet overleven
van den sterke en de verdwijning van den zwakke.
De sterkste was niet hij, die alleen technisch het

hoogste rendement wist te bereiken, doch die tevens commercieel wist na te speuren, waar en hoe
hij
het
voordeligst kon kopen en verkopen. Zijn koopman-

schap drijft hem tot het opsporen of scheppen van
nieuwe behoeften, het ontwikkelen van bestaande, het

peilen van de smaak, ten einde nieuwe afzetmogeljk-
heden op te bouwen.

In de tweede plaats en dat vormt een hogere ont-
wikkeling in het bedrijfsleven, heeft de ondernemers-
vrijheid geleid tot talloze ordeningen van onder op
van allerlei aard, waaraan de behoefte juist door de
knapste – ondernemers werd gevoeld en waaraan zij

niet grote inspanning gewerkt hebben. Een inspan-
ning, waartoe zij weder gedreven werden door de ver-
wachting, dat hun bestaans- en winstkansen er meer
vastheid door zouden krijgen.

De opleiding en prac-
tische voi-ming van de leiders der onernemingen en
hun keïize hield gelijke fred met de steeds zwaar-
der eisen, door het
bedrijfsleven
gesteld. Het waren
teeds de hekwaamste en meest ervaren bedrijfslei-
ders, die bij- deze ordening de leiding hadden. Reeds

onze voorvaders van de Oost-Indische Compagnie zijn
daarin voorgegaan.

Wat kan in dit uit eigen kracht gegroeide en
-groeinde, uit ontelbare ondernemingen bestaande,
bedrijfsleven de taak van de overheid zijn?

*

Een groot deel van onze wetgeving is sedert on-
heugelijke
tijden
uitsluitend gewijd aan de handha-
ving van orde, recht en moraal in- handel- en verkeer.
Aân rechtstreekse bevordering van landbouw, han-
del – en nijyerheid is in de laatste. – halve eeuw niet
overdreven veel aandacht gewijd. De ernstige land-
bouwcrisis in het laitst van de vorige eeuw leidde
de Regering tot een –zeer nuttig werkende zorg vpor
landhouwvoorlichti ng en landbouwonderwijs. Het nij-
‘verheids- en haudelsonderwijs kwamen veel langaa-
mer tot hun recht én de voorlihting nog later.

Groter activiteit iwas merkbaar in die gedeelten van

de wetgevilig, -dlie de .nijerheidials een last voor

anderen beschouwen of kis een- hèlastingbron.
•In een periodé als wij thans beleven, waarin- een
economische oorlòg van -land tegen land woedt rust
op de overheid de

– veel moeilijker taak van te trach-
ten -het -bedrijfsleven nog zoveel -mogelijk in gag te
houden en het te beschermen tegen vernietiingspo-

gingen uit het buitenland. De incest voor de hand

liggende zorg is daarbij de vermindering van de werk-
loosheid, doch van even groot belang voor de toe-

komst en nam’ aan het voorafgaande verwant is, dat

de bedrijven niet achterblijven in technische en com-
nerciële kracht. Positief werkt de overheid daarin

langs vele wegen mede. Economische en technische

voorlichting, handels- en betalingsovereenkomsten

nemen daarbij oeii eerste plaats in. Zij effenen de
weg voor koopman, industriëel, boer en transporton-

dernemer. Daarnaast zijn vooi- de zwaarst getroffen

bedrijfstakken diep ingrijpende maatregelen geno-
men, vaak bestaande in het tijdelijk overnemen door

de overheid van dle commerciële en technische lei-
ding der bedrijven. Dan dreigt bij enige duur het

besef verloren te gaan,- dat de bestaansreden van den
ondlernemer berust in cle kunst zijn zaak rendabel te

doen zijn.
Vooral voor dit laatste is het behoud vati de onder-
nemingslust en ononderbroken marktstudie volstrekt

o ii misbaar. Iedere vrijhe idsbelemmering, iedere toe-

neming der onzekerheden doet die lust en die werk-
zaainheid verflauwen en zal ertoe bijdragen, dat zelfs

als de opleving daar is, geen nieuw kapitaal ge-

investeerd wordt.
Het is een waan te geloven, dat de overheid be-

schikt over cle wetenschap en de krachten, die in een
gebonden economie de taak kunnen overnemen van
wat in een vrij bedrijfsleven de ondernemer tot stand

brengt, dank kobpmanschap en ondernemingsgeest,

vrije prijsvorming,
vrijheid
van productie en vrij han-

delsverkeer.
Ik zal de laatste zijn om te betreuren, dat er over-
heidsbedrijven bestaan, doch de mogelijkheden van

liet welslagen daarvan bij een goede leiding en ver-
standige politieke heinoeiing zijn totaal andere dan
die, waar het betreft liet regelend ingrijpen door
buiten het bedrijfsleven staande èn gevormde amb-
tenaren in de hedrijfspolitiek van het eindeloos inge-
wikkelde en van een onafzienbare hoeveelheid invloe-
den afhankelijke geheel van de wereld- en volkshuis-
houding.
Niemand kan. voorspellen, hoe over 100 jaar de
saiiienievin.g eruit zal zien. Dat is nimmer mogelijk
geweest. Wellicht is dtn ook de economische weten-
schap zo ver gevorderd, dat alle vraagstukken zuiver wiskunstig zijn op te lossen. Thans hebben we reke-
ning te houden met het mensdom van 1938 en niet
een nog zeer primitieve wetenschappelijke uitrusting.

Een der noodlottigste verschijnselen van deze tijd
is, dat onder hen, die zich verplicht gevoelen de
leiding te nemen, er zijn, die -in bewondering voor
hun ,,plannen” bij ontstentenis van bouwmateriaal en
ingenieurswetenschap experimenten in het groot on-
dernemen, die tot even grote teleurstellingen leiden.
Het is alsof in het jaar 1800 iemand een Eiffeltoren
of een Maastunnel of een Panamakanaal zou gaan
bouwen.

Ook in ons in vele opzichten- gezegend land wordt

0
1)
zuiver- hinnenlands gebied ernstig tegen elemen-
taire economische grondwaarheden gezondigcl. Ads
zodanig beschouw ik de evenredige vrachtverdeling
in de binnenvaart, die onvooiwaardeljk tot een mis-
lukking moest leiden. De ,,ordening” heeft de vrach-
ten te water verhoogd, daardoor liet vervoer per
schip verminderd, de onecononiische tonnage gehand-
haafd en de technische verbetering geremd, want
voordeel leverde die toch zo goed als niet op. De rege-
ling ten aanzien der vaste relaties en van

het eigen

-vervoer heeft de wilde schippers benadeeld, doch ook

26 Jainuari 193B

ECONOMISCH
1
STAT1STISCHEBERICHTEN

de verschepers, clie noodgedwongen cl•ieibevoorrech-
ti tig te baat namen;• terwijl zij in vrijheid voordeliger
van (10 wilde vaart ‘zouderi hebben gehruik’gemaakt.

‘Dit typisch ‘voorbeeld van handhaving, wat niet
lcvcnsvatbaair meer is en verstikking van het’ opko-
inende levenskrachtige, past naar mijn mening ge-

heeL in de ,,plannen” van ve]e moderne orclenaars.

Nu ik toch over verkeersordening spreek, wil ik wel verklaren een sterk vermoeden te hebben, dat
wanneer cle wilde en helaas vaak zeer wilde autobus-

diensten er niet geweest waren, het spoorwegvervoer
thans niet op het peil zou staan, waarover het reizend
publiek tevreden. mag zijn.

Ik vrees zeer, dat wanneer op vervoergehied zo straf geordend wordt als het voornemen schijnt te

zijn, weldra de rationalisatie een lage maximum-snel-
heid zal krijgen, niet evenredig aan de toeneming
van de behoeften en technische mogelijk-heden. Het

onmisbare nut van coördinatie verkeert in zijn tegen-deel, wanneer de rationalisatie erdoor geremd wordt.
De vrije ondernemer zoekt en schept behoeften en
voorziet er zo gauw mogelijk in. De buiten het be-
drijf opgegroeide orde.naar, die een .vooru i tziende
geest behoort te zijn, loopt vaak achter de feiten, in

dit geval de behoeften en mogelijkheden, aan.

* *
*

II Let overheidsingrijpen in het
bedrijfsleven
b:rengt
ook- mccle, dat de ondernemer steeds bedreigd wordt
net verrassingen. Hij staat en stond onder alle om-
standigheden voor enkele onzekerheden, doch hier is
nu bijgevoegd, dat een logische ontwikkeling der
economische gebeurtenissen doorkruist wordt door de
ingreep van een machtig staatshoofd of ander macht-
hebber, die alle berekeningen omverwerpt. Ik denk
daarbij ook aan cie monetaire vrijheden, die in de
mode zijn gekomen en waarbij een eigenaardige toe-
passing van ,,het behoefte-element” niet eens als on-
behoorlijk, ik durf zeggen immoreel en op den duur

schadelijk wordt beschouwrd. Men gaat er zich geluk-
kig dan ook al een beetje voor generen.
Deze nieuwe onzekerheden werken verlammend op
alle initiatief en houden cle investeringen tegen, die
dringend nodig zijn om werkgelegenheid te scheppen
voor cie millioenen werklozen en om goederen te pro-

duceren voor de nog omvangrijker groepen nood-
hjdendcn.

Het gaat er zeer sterk op lijken, dat het nog aan-wezige kapitaal een sit-down staking is begonnen,
welke snel overgaat in een neutralisatie van het ka-
pitaal, dank de snel stijgende belastingen en staats-
leningen. Daar dit overheidsgeld in massa voor con-
sumptieve doeleinden gebruikt wordt, gaat die neu-
tralisatie
01)
zijn beurt weer over in evaporatie. De
strijd tussen kapitaal en arbeid houdt dan op faute
de combattants, want ook de arbeiders zullen met het
kapitaal zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt
voor werklozen. Dat eindpunt zal wel niet bereikt
worden, doch het is hoogste tijd om de lijn te ver-
laten, die in die richting wijst.

Hoe meer in enig land het werklustig kapitaal nog
risico durft nemen, hoe meer kans is er voor dat
land om de algemene verarming enigszins te be-
perken.

Sociaal verwacht ik allerminst heil van het in
stand houden van achterlijke bedrijven, welker ren-
clenient geen verbetering van arbeidsvoorwaarden zal
toelaten, die door de arheidersorganisaties veel eer-der te verwerven is in een bloeiend bedrijf.
Het moge vieemcl klinken, dat iemand, die in ver-
schillende functies steeds als buitenstaander met or-
denende hand in het bedrijfsleven heeft ingegrepen
en cle arbeidersbeweging met voldoening zich heeft
zien ontwikkelen en versterken, zich er bezorgd over
maakt, nu dat ingrijpen algemener en krachtiger ge-
schiedt. Het is dan ook niet de toeneming van de
overheidsbenioeiing, die mij afschrikt, doch de wijze;
waarop en de soort mensen, waardoor dit geschiedt.

59

ik verheeld: mij, dat vroeger voorihettoen,eenvou.cli-

ger ordeni.hgswerk hoger :eisei. .vnii .. eivkring en
levenswijsheid gesteld werden dan tegenwoordig;

Mijn beaehouwiig over.cle ,,orclening” zal ik hier
eindigen; Ik aehte ‘het nodig een. ernstigewaarschu-
ving te doen horen tegen de lichtvaardigheid; *aar-

mede grote en kleine machthebbers en vöorlichters
in het l)iflnen- en buitenland, zonder besef ‘van de
ontstentenis van de voo.r zulk constructief streven

onmisbare ervaring, kennis en wetenschap, de door
hen niet begrepen of m iskende natuurlijke nationale

en inte:rnationale economische ordening tegenhouden.
C. J. P.
ZAAT.8ERG.
BELEGGINGSPROBLEMEN IN VERBAND MET DE

DALING VAN DEN RENTESTAND.

Uoewrel de Nederlandsche heleggingsmarkt reeds
geruimen tijd werd gepeild voor de conversle der

4 pCt. Nederlandsche staatsleeningen kwam de aan-
kondiging dat
alle
vieren Nederland zouden worden
geconverteerd toch voor velen als een verrassing.

Me:n had verwacht – zooals in den koers tot uiting

lcwam – dat de 4 pOt. leening Nederland 1936 voor-loopig nog niet zou worden geconverteerd. Eveneens

kwam de keuze van een leening met zgn. gestaffelde
rente voor menigeen onverwacht.

De conversie laat voorloopig alle voordeelen aan
den Staat. De misiulcking van de 3 pOt. conversie-
leening Nederlandsch-Indië 1937 A leerde, dat de tijd

voor het aan de markt brengen van een 3 pOt. lee-
ning tegen een gunstigen emissiekoers nog niet rijp
was. Nu plaatst de Staat een leening, welke de eerste
10 jaren 3 pOt. rente zal dragen. Is over 10 jaren
de rentestand zoodanig, dat de voor de volgende 28
jaren te betalen rente voor den Staat geen nadeel he-
teekent, dan kan de leening voorloopig tegen de
hoogere sente blijven voortloopen. Het is niet te voor-
spellen hoe het toekomstig verloop der heleggings-
markt zal zijn. Mogelijk wordt den Staat reeds voor
het verstrijken van de eerste 10 jaren de gelegenheid
geboden om de conversieleening 1938 om te zetten in
een gewone 3 pOt. leening of misschien in een leeiiing
met een nog lagere rente.

De clausule, dat de rente na 10 jaren op
31%
pOt.
gebracht zal worden, beperkt het koersverlies van den
belegger
bij
een
stijgende
rente. De koers der nieuwe
leening zal overigens net als die der overige leenin-
gen met het schommelen in den rentestand op en
neer gaan. Mocht na verloop van 10 jaren de rente-
stand zoo hoog gestegen zijn dat een l. pari staande,
leening met 28-jarigen looptijd 5 l)Ot. rente geeft,

dan zou de koers der conversieleening rond 70 pOt.
zijn, terwijl deze, in geval de rente op 3 pOt. gehand-

haafd gebleven was, rond 60 pOt. zou hebben bedra-
gen. Het verlies zou dan wel beperkt, doch nog zeer aanzienlijk zijn. Naarmate de rentestand na 10 jaren
dichter hij de 336 pOt. ligt, is het voordeel van de ren-

teclausule grooter. Indien een 28-jarige leening dan•
4 pct. rente afwerpt zal de 31%’ pOt. rentende
conversieleening ca. 87.5 pOt. noteeren, terwijl•
het handhaven van een rente van 3 pOt. voor den
verderen looptijd een koers van, rond 75 pOt.- ou im-
pliceeren. Bij een rentestand na 10 jaren van 5 pOt.
verschaft de staffeling dus een voordeel van 10 pOt.,
hij een rentestand van 4 pOt. een voordeel van
12.5 pOt.

De conversiestroom maakt de positie van den be-

legger steeds moeilijker. Een blik in de Prijscourant
van de Vereeniging voor. den Effectenhandel doet
zien, dat de belegger t.a.v. het te behalen rendement
weinig keus meer heeft. De Nederlandsche Staat
heeft na de conversie der 4 pOt. leeningen .ter heurze
geen leeningen met een hoogere rente-dan 334 pOt.
uitstaan. Hetzelfde geldt voor Amsterdam, Gelder-
land, Noord- en Zuid-Holland, op een paar leeningen na voor ‘s-Gravenhage en Rotterdam, en voor tal van•

60

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

26. Januari. 1938

kleinere gemeenten en provincies. Van de goede hy-

potheekbanken staan de 3′ pOt. pandhrieven even-

als cle 34 pOt. overheicisleeningen boven pan: Zij
zouden hooger noteeren dan het geral is, indien men

er niet reeds rekening mee hield dat deze leeningen
mogelijk in 3 pOt. obligaties, zuilen worden gecon-

verteerd.

* *
*

Nu goed en courant heleggingsmateriaal slechts

een rente van iets meer dan 3 pOt. geeft, wordt de
drang om tenminste een deel van het kapitaal wat

meer rendeerend te beleggen steeds grooter. Verzeke-

riugmaatschappijen gaan er meer en meer toe over
om althans een deel van haar middelen te beleggen

in onroerende goederen. Op de hypotheekmarkt con-curreeren zij scherp met de hypotheekhanken. Ook is

bij de verzekeringmaatschappijen de tendens merkbaar
om meer gelden uit te zetten op onderhandsche

schuidhekentenis aan gemeenten en provinciën, veel-
al leeningen met een gestaffelde rente. Ook het ren-dement op deze leeningen is niet zoo hoog (meestal

3Y2 pOt. over de eerste periode), doch volgens de

gebruikelijke hoekingsmethoden wordt op deze leenin-
gen tenminste geen hoekverl.ies geleden, daar hij de

halanswaardeering de beu rsnoteeringen buiten spel

blijven.
Ook de grootere particuliere beleggers toonen meer

belangstelling voor onroerende goederen en hypothe-
ken, welke toch veelal meer dan 4 pOt. afwerpen, al

is de belegging op deze w’ijze dan ook minder liquide.

Bij de particuliere beleggers is de wensch om een

zoo hoog mogelijk rendement te handhaven nog groo-
ter dan hij de verzekeniugmaatschappijen, die door

verhooging van haar tarieven zich kunnen aanpassen
aan de gewijzigde omstandigheden. Deze maatschap-
pijen zijn hiertoe dan ook met ingang van 1 Januari
ji. voor de tweede maal gedurende de laatste jaren

overgegaan.
De particuliere belegger, wien.s levenskosten zijn
gestegen, tracht zijn levensstandaard zooveel mo-

gelijk te handhaven. Slechts een beperkt aantal aan-

cieeleii komt thans als min of meen’ veilig en wat hoo-
ger re.ndeereud heleggingsmater.iaal in aanmerking. Mochten de aandeelenkoersen. echter weder een op-
waartsche tendens gaan ve.rtoonen, dan zal de aan-
deelenmarkt meer cle aandacht van den belegger gaan
trekken.
Tevens ken verwacht worden, dat de emissies van
huitenlandsche obligaties, die een hooger rendement
verschaffen dan solide Nederl.andsche papieren, meer
belangstelling zull&i oiidervindet dan tot dusver het
geval is geweest. Het zal natuurlijk de vraag zijn
df de belegger in dit geval bij
zijn
streven naar een

hoogér rendement niet an den regen, in den drop
zal komen daar niet al deze huitenlandsche fondsen
tot het eerste klasse h’eleggingsniitteri’aal ‘gerekend

zullen kunnen worden. Nu dé irtestand éc’hter zoo
gedaald is, zal voo men igee@ cle verleiding om wat
meer buitenlandhe fbndsen in portefeuille te nemen
te groot blijken te zijn, hetgeen het veislagen Van
toekomstige huitenl an dsche emi ssi es ongetuijfeld zal
bevorderen, wellicht tot schade van den Nederland-
schen . belegger. Eên positieve wettelijke regeling der

prospectus-aansprakelijkheid’ van ’emittenten en in tro-
ducenten van huitenlandsche fondsen, zooals door ons
bepleit in E.-S.B. van 25 Augustus 1937, wordt dan

ook meer en meer urgent.

G. L. POPKEN.

EEN STATISTISCH ONDERZOEK NAAR DE JUIST-
HEID VAN PSYCHOTECHNISCHE PROGNOSE.

De vraag, die zich aai ieder belangstellende in de.
Psychotechniek opdringt, is deze: ,,In hoeverre klopt

een prognose met de practik?” m.a.w.: Hoe gedraagt
zich ‘cle gekeurde chauffeur, reiziger, bedrjfsçIf,

typiste enz. in zijn (haar) nieuwe werkkring en .is

dit gedrag ‘in overeen stemming met de gegevens in

het rapport, dat over de persoon in kwestie is uitge-

bracht, alsmede met de hierin uitgesproken verwach-

tingen?
Nu is het uitspreken van verwachtingen over de

onderzochte sollicitant moeilijker, naar mate de fac-

toren, welke in zijn toekomstige werkkring een rol

spelen, gecompliceerder zijn.

Over de manier, waarop de nieuweling zich aan

het bedrijf zal aanpassen en dus
01)
deze factoren
reageert, is gemakkelijker een prognose op te stellen,
naar mate de psychotechnicus meer vertrouwd is met

de toekomstige werkkring en naar mate deze werk-
kring eenvoudiger en dus duideijker omschreven is. Pas wanneer iemand gedurende een bepaalde pe-

riode in het bedrijf, waarvoor hij gekeurd werd, werk-

zaam is, wordt het psychotechnische rapport getoetst
aan de practische ervaring.
De Nederlandsche Stichting voor Psychotechniek

te Utrecht heeft een onderzoek ingesteld naar de in

de practijk gebleken geschiktheid van personen, om-
trent velke zij v66r hun aanstelling een advies had

uitgebracht.. Dit contrôle-onderzoek betrof voor het
grootste deel personen, die v(‘r Januari 1936 ge-

keurd waren, dus reeds Sôn ii twee jaar of langen, in

het
bedrijf
werkzaam zijn geweest en de tijd hebben

gehad, in hun bedrijf in te groeien. Over mensen, die
korter dan een jaar geleden gekeurd
zijn,
heeft de

chef gewoonlijk te weinig ervaring, om met voldoende
zekerheid een oordeel uit te spreken.
Bij de mondeling uitgevoerde contrôle wordt de

volgende werkwijze gevolgd. De werkgever of per-
soneelschef deelt zijn bevindingen over gekeurd en in
dienst genomen personeel aan de psychotechnicus
mede. Veivlgens wordt het rapport doorgelezen en

vergeleken met de ervaring, die de directe superieur
(de derde man in het gesprek dijs) met de gekeurde
persoon heeft opgedaan. Aangezien de laatstgenoem-
de niet op de hoogte is met het psychotechnisch rap-port, wordt voorkomen, dat zijn oordeel over de per-
soon in kwestie door het rapport wordt beïnvloed. Na
de bespreking wordt in onderling overleg uitgemaakt,
of in hoofdzaak een globale overeenstemming bestaat

tussen het rapport en de practijk en op welke pun-
ten afwijkingen worden geconstateerd.
Bij bedrijven, waarvoor slechts een klein aantal
mensen zijn gekeurd, werd een andere weg ingesla-

gen.
Zij
kregen zgn. contrôle-staten toegezonden, zo-
dat de gegevens schriftelijk werden ontvangen.
Toen het plan, om deze contrôle-gegevens statis-tisch in getallen te verwerken, teneinde het percen-
tage juiste en onjuiste ps,ychotechnische heoordeelin-
gen vast te’ stellen, ten uitvoer werd gebracht, deden
zich meerdere moeilijkheden voor.
De Stichting pleegt ni. haar oordeel te geven in

een gedetailleerd rapport, waarin
0e.
een uitvoerige

icanakterheschnijving voorkomt, die uiteraard in min
of meer psychologische termen is vervat. Moet nu

het rapport met de practijk worden vergeleken, dan
blijkt dat de chef (wiens oordeel ,,juist” of ,,onjuist”
in laatste instantie gewoonljk’de doorslag geeft) zijn mening doorgaans in andere, minder psychologische

term en weergeeft.
Behalve de hetenogeniteit der gebruikte termen,
bestond meermalen onzekerheid Över de betekenis van

een term als zodanig.
Bovendien kan de 1)ers000ljke instelling een rol
spelen. Een welwillend beoordelaar vindt gemakke-
lijker een globale overeenstemming dan een criticas-
ter, die allereerst de aandacht richt op punten van

verschil.’

26 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

61

Al deze factoren maakten vaak een zorgvuldig wik-
ken -en vegen nodig teneinde uiteindelijk vast te
kunnen stellen, in hoe verre het rapport over het
geheel met cle practijk klopte.

Soms bestonden er tussen het rapport en de uit de

practijk verkregen gegevens te weinig aan.rakiugs-
punten, om .tot een eindeonciusie omtrent de alge-
mcce overeenstemming te komen. Deze gevallen zijn

onder een apart hoofd gebracht, ni. ,,geen vergelij-

king mogelijk”. Bovendien zijn hier enkele gevallen

ondergebracht, waarbij de gekeurde sollicitant door
bepaalde omstandigheden een. andere betrekking in
het bedrijf kreeg, dan hem aanvankelijk was toege-
dacht.

De gegevens met de antwoorden op de vraag, in
hoeverre het rapport als geheel met de practijk klop-

te, zijn (in zover de genoemde heterogeniteit geen
overwegend bezwaar vormde) onder drie hoofden ge-
groepeerd, ni.: voldoende, halve en geen overeensteni-
ming. Wanneer het antwoord eenvoudig ,,Ja” luidde,

was dit niet moeilijk. De moeilijkheden ontstonden
pas, wanneer de antwoorden gecompliceerd waren. Enige voorbeelden hiervan zijn:
,,De slechte zowel als de goede eigenschappen zijn
o.i. enigszins te overdreven, voorgesteld”.
,,le. alinea van liet rapport is juist, 2e. alinea niet,

3e. niet, 4:e. wel, laatste alinea niet.”
i[ieruit moge blijken, dat er vaak zorgvuldig wik-
ken cii wegen nodig was, teneinde de graad van over-
eenstemming (lef initief vast te stellen. Hierbij was
de hulp van de bedrijfschef (bij persoonlijk contact)
van grote waarde.

Dank zij de belangstellende medewerking onzer

opdrachtgevers ontvingen wij voldoende materiaal, zodat in de statistiek een behoorlijk aantal gevallen
kon worden samengevat.
De resultaten zijn als volgt:

Onderzochte personen
50 55

o

nn
C4j–

2
S

Politieagenten …………….
.68
43
16
7
2
Ingenieurs, chefs, vertegenwoor-
digers,

enr.

…………….
56
42
3 3
8
Assistenten,

katoorbedienden,
.

..

47
1
1
2
Machinisten, stokers, chauffeurs
39
35
t
1
2

jongste bedienden, en
……..51
.

40
41
3
3

Verplegendpei-soneel……….
108
15
8
9
40
39
1

Chauffeurs
1)

……………..47

15
15



Laboranten ………………..
Algemeen onderzoek …………

..

63

1
49
7
2 5
Verpleegsters

)

…………….
Totaal ……….
..
519
10028
1
419
47
25
28
%
9%
5%
5%

Wanneer wij de gevallen elimineren, waar geen
vergelijking mogelijk was, dan wordt het percentage
,,voldoende overeenstemming” (met de in de practijk

opgedane ervaringen) 85 pOt., ,,halve overeenstem-
ming” 10 püt. en ,,geen overeenstemming” 5 pOt.
Het opvallend gunstige resultaat bij de groep der
laboranten vindt zijn oorzaak in verschillende facto-
ren. Zij waren ni. alle bestemd voor één maatschap-
pij en werkten onder nagenoeg gelijke omstandighe-
den, welke ons geheel bekend waren. Deze bekend-
heid was mede gegroeid door een langer persoonlijk
contact met de chefs en bovendien waren de gestelde
eisen zeer omlijnd.

Van deze 40 laboranten werden er vier afgekeurd,
maar toch werden alle veertig ongeveer tegelijkertijd aangenomen. De 36 goedgekeurde laboranten bleken
inderdaad geschikt, terwijl van de vier afgekeurden

1)
Dit betreft een groep chauffeurs, die ‘alle bij de Ge’-
niceirte Utrecht in dienst waren. Een ‘nadere bespreking
int beroepsanaiyse is gepubliceerd in
,,Arts
en
Auto”
21 Dec. 1935.
) ])eze verpleegsters werden alle voor één inrichting
gekeurd.

er drie moesten worden ontslagen wegens hun – in

de practijk – gebleken ongeschiktheid. De vierde
laborant bleek een dubieuze kracht te zijn.
De kans op overeenstemming stijgt dus, naarmate

de in de opdracht vervatte eisen omljuder zijn en

naarmate de onderzoeker vertrouwder is met de toe-
koinstige werkomgeving van de sollicitant.
Van een kleinere contrôle-groep bestaande uit acht-
tien personen, die tegelijkertijd in één bedrijf werden

tewerk gesteld, is nagegaan, in hoeverre de diagnose

van bepaalde eigenschappen der gekeurde personen
met de
practijk
klopte. Het streven was, om zoo-
doende de mate van trefzekerheid vast te stellen,
welke zich bij de diagnose van verschillende eigen-

schappen voordoet. Het bezwaar van deze methode is,

dat de eigenschap (of ,,vermogen”) geïsoleerd wordt uit zijn samenhang juet de totaliteit van de persoon-
lijkheid.

De resultaten zijn als volgt:

Organisatiev ermo gen

%

juiste

beoordelingen

……………
76
Administratie vermogen:

%

juiste

beoordelingen

……………
83
Verkoopicracht:

%

juiste beoordelingen

……………
86
Betrouwbaarheid:

%

juiste beoordelingen

……………
73
Accuratesse:
%

juiste beoordelingen

……………
95,5
Totaal percentage juiste beoordelingen
……
79.3

Hieruit blijkt, dat de betrouwbaarheid het moei-
lijkst was te waarderen, terwijl de graad van accura-
tesse het gemakkelijkst was te diagnostiseren (73 pOt.
tegenover 95.5 pOt.). Hierin liggen natuurlijk belang-
rijke aanwijzingen voor de manier, waarop in een
bepaald onderzoek de accenten verlegd moeten
worden.

Een gestatistiseerde contrôle over het gedrag en
de resultaten van leerlingen van middelbare scholen

alsmede niet adviezen aangaande beroepskeuze, leidde
tot een percentage juiste beoordelingen van 73.5 pOt.
Het verschil van dit percentage met de 85 pOt. bij
de industriële gevallen kan verklaard worden uit het
feit, dat het gemakkelijker is een prognose vast te

stellen van iemand, die reeds volwassen is, dan van een kind, dat in zijn ontwikkeling nog onvoorzien.e
veranderingen door kan maken.

Dr.
T. KUIPER.
DE SUIKERHANDEL IN 1937.

Het jaar 1937 zal in de geschiedenis van den sui-
kerhandel en de suikerindustrie een belangrijke rol
blijven spelen door het tot stand lcomen op 6 Mei
van de Internationale Suikerconventie. N?t moeilijke
onderhandelingen, die op 5 April te Londen begon-

nen en waaraan 22 staten deelnamen, kon het resul-
taat der conferentie in een conventie voor den duur
van 5 jaren worden vastgelegd, die door de ‘Regee-
ringen van de volgende landen geteekend werd:
Groot-Brittannië en Noord Ierland, Nederland
(tevens voor Ned.-Indië), Duitschiand, Frankrijk,
België, Tsjecho-Siowakije, Hongarije, Polen, Rus-

land, ,Toego Slavië, Portugal, de Vereenigde Staten,
Ouba, San Domingo, Haïti, Peru, Brazilië, China,

Britsch-Indië, Australië en Zuid-Afrika. Alhoewel
Canada niet geteekend heeft, werd door deze Regee-ring een sympathieverklaring met het doel der over-

eenkomst afgelegd en de belofte gedaan geen tegen-strjdige maatregelen te nemen.

De besluiten komen in het kort op het volgende
neer:

De exportianden naar de vrije markten worden
aan een maximum kwantum voor den jaarljkschen
uitvoer gebonden, te beginnen met 1 September 1937;
deze quota zijn als volgt vastgesteld in metrieke tons:

.4

62

20Jahuari’ 1938

België en Belgisch Congo 20.000

Brazilië,……..

……………

..-.i;i
60.000

C
uba

………………………;;.
.

940.000

TsjechoSlowakij’,’:…………’,

…..
.250.000

_Dorninicaansche.Republiek

………..
400.000

Duitsîhland

………………………
120.000

ELaïti-;………………………..
32
.
500

EEngarije

……………………….
40.000

Nederland (resp. Java)

…………..
1.050.000

Portugal
(mci.
Koloniën)

…………
30.000

Peru

…………………………
330.0
00

l’olen

.
………………………….
1
2
0.
000

Rusland (excl. exporten naar Mongolie,..
Tannu Tuva en Sin-Kiang)

………
230.000

Totaal

…………
3.622.500

Aan Tsjecho-Slowakije zijn voor de eerste 3 jaren

extra toewijzingen van resp. 90.000, 60.000 en 25.000
tons verleend. Daarentegen hebben verschillende an-
dere Bietsuiker landen toegezegd in het eerste jaar

totaal 126:500 tons minder dan hün quota te zullen

uitvoeren..
Aangezien het totale voor uitvoer toegestane kwan-

tuin de geraamde-behoefté van de vrije markten
eetiigszins overschrijdt, heeft de Internationale Sui-
kerraad de hevoedheid alle quota met 5 pOt. te ver-

lagen.
Engeland, dat het grootste afzetgébied voor deze
suiker is, beperkt zijn binneniandschen bietsuiker-

ogst tot 560.000 long tons cmi den import uit de

eigen koloniën tot .50.000 tons beneden het tot dus-

ver in een jaar ingevoerde maximum.
Britsch-ndië verplicht zich niet te zullen expor-

teeren behalve naar Burma

Verdere interessante details betreffende de con-

‘ferentie en de daaruit voortgesproten conventie vindt
men in ht.belahgrijke artikel vitn een der Neder-
landsche ‘gedelegeerden, Professor J. van Gelderen,

in Economisch-Statistische Berichten. No.. 1116 van

19 Mei a.p.
Het is verblijdend, dat het gelukt is de belangen
van het ‘groote aantal betrokken staten in deze con-

ventie te vereenigen en al kon bij het iets te hooge

totale exportquotum geen directe verhooging van
den ‘wereldskikerprijs volgen, zoo geeft de conventie
toch eenige zekerheid tegen vorming van groote on-
verkochte voorraden en dientengevolge daling der

prijzen, terwijl de handel geen nieuwe. belemmering
behoeft te dndervinden.

De
Londensche
markt was ook gedurende het afge-

loopen jaar de barometer voor het meerendeel der
oerige suikermarkten. Januari begon met veel ani-
mo en een oploopen der noteering voor Ruwsuiker,
Maart levering, van Sh. 517 tot Sh. 6/6, om daarna weer tot Sh. 6/2 terug te vallen, waarin in Februari
niet vel verandering kwam, doôh in Maart kon

ouder den invloed van de voorbereidingen voor de
Londensche conferentie en de gunstige stemming
op cle overige prodictenmarkten de noteering bij

goede kooplust tot Sh. 6/9 oploopen. De conferentie-
maand’ April, met de steeds heerschende onzekerheid omtrent den afloop der zeer moeilijke onderhandelin-
gen en verontrustende berichten over de Amerikaan-

sche. goudpolitiek, bracht een afbrokke].ing der prj-

ei1 voor Mei t/m..Deceinher levering tot Sh. 6/1Y.
Het resultaat der conferentie deed deze – noteering

weer tot Sh. 6/6′ stijgen en- in de zomnermaaden be-
woog zich de markt binnen de nauwe grenzen van
Sh. 6/6% tot Sh: 6/8%, totdat einde Augustus in

verband met de otigunstige ontwikkeling van andere
productenmarkten weer een daling te zien gaf tot

5h. 611%1. In.Septeiiiber steg denoteeringtotSh. 6/6,
doch einde. October daalde men weer tot Sh. 611% en
in November zelfs tot Sh. 5/7, December bracht
eenig herstel en het jaar sloot op Sh. 6/- voor prompt
en Sh.’ 6/3′ voor Maart. levering. De totale registra-

ties’ op’ de Londensche termijnmarkt bedroegen
3.930.000 tons tegen resp. 1.968.450 en 1.768.550 tons

in de beide voorafgaande jaren, maar van de onder-

neminl.iist, die
zih]i
het begin van liet jaar op de

Londdnsh1e markt ‘dnh’aei dê; is’iiet vel iiied over-

gebleeh

Engeland
impottecide in de due
Jastste
kalender

jaren :de volgende hoeveelheden suikerin tqns
.
van

1016 ‘lcg:

Ruwsuiker uit: –


1937

1935

Tsjecho-Slowakije ……….
1.240

679

408
België ………………..
827

519

1.578
Nederland ……………..’
10 .

110′

1.054

Polen ………………..
18.036

22.306

– 10.342

Denemarken …………..
1.713

400


Duitschiand. …………..

246
Java………………….
61.955

16.525
Cuba………………….
493.401 ‘ 707.827

550.394
Peru………………….
102.779

133.746

143.290
Brazilië ………. . …….

52.567

23,227
San Domningo ….. . ……..

162.175

212.804

318.407

U. S. A……………….18.493

15.776

‘ 12.280
Ned. Guiana ……………
936

910


Mauritius …………….
285.263

265.033

187.427

Natal ………………..
186.016

133.562

155.396
Australië ………………

399.895

316.496

239.666
Br. W.-Indië …………..
282.595

181.447

92.577

Br. Guiana …………….
84.206

70.941

55.813
Fiji Eilanden …………..
84.832

101.936

75.594
Kenya ………………..
6.699

6.867

2.135

Uganda ……………….
3.550

3.930

9.138

Tanganyika …………..
1.999


Haïti ………………..
26.612

24.522

28.874

Br.-Indië ………………
1.049

300

Andere landen …………
6.156

2.058

Totaal Ruwsuiker
2.230.437 2.254.736 1.930.377
Geraffineerdesuiker uit

diverse landen ……….
42.511

33.101

52.564

Totale suikeriinporten..
2.272.948 2.287.837 1.982.941

In de
Vereenigde Stalen van Amerika,
bleef de in-

voer gecontingenteerd en ‘wel als volgt in tons van

1016 leg:

1937
1938
(vOorl.)

Cuba …………….
1.918.706
1.752.474

I’Iawaï

…………..
878.759
859.954

Philippijnen ……….
891.517
944.121

Porto Rico

……….
800.949
731.557

Virginie Eilanden
8.949
8.174

Full Duty…………
102.358
24.215

Totaal..
4.601.238 4.320.495

De hinnenlandsche oogsten werden gelimiteerd op:

1937

1938

Bietsuiker ……..
1.265.187

1.420.884

Rietsuiker ……..
421.729

385.192

Totaal Generaal.

6.288.154

6.126.571

Zooals verwacht, werd op de
‘New-Yorkschè
ter-

mnijnmarkt het nieuwe contract No. 4, waaronder de prijzen voor ruwsuiker fob. Ouba genoteerd worden,
voor den .wereldhandel van veel grooter belang dan
het contract, dat de noteeringen c.. & fr. New-York
geeft. Voor het contract No. 4 waren de laagste en
hoogste prijzen in de verschillende maandeu ‘voor
spoedige levering in d.c. fob. Ouba:

Laagste Hoogste

Laagste Hoogste

Januari..
1.01

1.21

Juli ….

1.19

1.234

Februari

1.11

1.21

Augustus
1.02

1.21

Maart ..
1.18

1.314
Septembef
1.16

1.224

April….
1.15

1.334
October..
1.084

1.174
Mei ….’
1.15

1.224 November
1.09

1.17

Juni ….
1.16

1.224
December

1.144

1.18

De c. & fr. New-York noteering’ op de termijn-
markt bedroeg bij het begin van het jaar 3 dc. en
hij het einde 2.22 d.c., de Spot New-York iioteering
resp. 3.90 en 3.20 dc. Regeeringsmaatregelen van ver-

schiflenden aard veroorzaakten, veel onru’st op de

markt.
Cuba
leverde een oogst van 2.971000 tons tegen

2.554.113 tons in 1936 en exporteerde in de twee

laatste kalenderjaren in tons van 1016 kg:

26 Januari 1038

63

1937..
-1936
Vereenigcle Statn

1
798 898
.
1.570.85
Europa

………………
604.447
823.402
Canada

…………….
1 5.36
2.676
CentraalenLuid-Amerjka
9.813
38.861
Nieuw Zeeland …….. ..-.
.
7.773
Verre Oosten

1.021
Afrika

…………….
18.575
21.232

Totaal. ..
. 2.447.109

2.465.820

Een gedeelte van den voorraad op Cuba dient als
onderpand voor het nieuwe Contract No. 4 – van-
daar de grootere voorraad.
De
Arnsterda.msche
termijnmarkt, was van tijd tot

tijd zeer actief. Het jaar begon op een prijsbasis van

f
5% voor prompte levering witsuiker, steeg half Januari tbt
f
5% en daalde spoedig weer tot
f
5%;
in Februari schommelde cle noteering tusscheu
f
5%
ei’
f
5% en Maart bracht een stijging tot
f
6%; in
Maart fluctueerden prijzen tusschen
f
6
5
/s en
f
5%,
iii Mei omstreeks
f
6.-, terwijl Juni, Juli en Augus-
tus vrij stabiel varen op
f
6% en
f
6-it; einde Augus-
tus bracht den -prijs terug op
f
6% en in de volgende
maanden bleef de markt hij geregelde vraag zich
tussehen
f 6%
en
f
6%
voor spoedige ie’ie.ring be-
wegen., om einde van het jaar- op
f 6%
te sluiten. Aanvankelijk zag het er naar uit, dat vooral de De-cember termijn., waarop veel witte Javasuiker ver-
kocht was, een zwaren druk op de markt zou uit-
oefenen, doch door aanhoudende vraag naar Mid-
dellandsche Zeehavens kon het grootste gedeelte der
Decemherpositie te Amsterdam teruggekocht worden.
Het gevolg hiervan was, dat aan het einde van het jaar
de Amsterdamsche noteering voor witsuiker in een
veel gunstiger verhouding tot den ruwsuikerprijs

in Londen stond dn hij het begin van het jaar
Thans echter is de kooplust ook hier zeer beperkt.
De door de Nederlandsche Regeering voor den in-

voer hier te lande bestemde 80.000 tons ruwe Java-
suiker werden in den loop van het jaar in partijen
van telkens 8000 tons door de Nivas op Java per
inschrijving verkocht.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek puhlicèert
de volgende cijfers voor den invoer en uitvoer in
Nederland gedurende de 3 laatste jaren in to.ns van
1000 kg:

Invoer

1937

1936

1935
Ruwe Bietsviker.

Uit Polen en Dantzig ……..
246

331

Diverse landen ……….
20

20

93

Totaal …………….
266

351

93

Ruwe Rietsuiker.

Uit België en Luxemburg .

1.188


Ned.-Indië

…………
59.578

Cuba………………..
29.103

55.361

33.451

San Domingo …………
13.152

26.464

36.807
Brazilië

7.364
Haïti

……………….

5543

Peru ………………..
4.179

3.199

2.609

Suriname…………….
14.402

12.338

12.004

Diverse landen ……….- –
621

717

.

974

Totaal …………….
122.223

103.622

93.209

Kan ciii.
Uit

Duitsclulaud

…………
135 162
313
België eul Luxemburg …
. –
417 435 387
])iverse landeul
1
4

3

Totaal

…………..
553
601
703

Witsuiker.

Uit )3elgië en Luxemburg
393
8.298
6.470
Frankrijk

…………..
570
14.129
5.753
Duitschland

…………

19

Groot-Brittannië enz


261
Sovjet-Rusland

………..
5.609
758
182
Ned.-Incljë

…………..
24.227
15.933

6.065
Polen en Dantzig

426
-781
Diverse landen

……….
92
11

39
Totaal

……………..
30.891
39.574
19.551

Bas-tand.

Uit België en Luxemburg
.

..—
280
376
187
G-r)o°t-Brittannië-

……..
.

124
124

.
139
v: 8.
van Amerika

……
– –

3.728:

3:556.

3.474

Tcitaal

…………….
4.142
4.056-
3.800

Totale

invoer ……….
158.075
148.204 ..1l7.356

Uitvoer

Ruwe B iets-uiker.

Naar

Duitschiand

778

België en Luxemburg ..
– –

1.180
2.021

Groot-Brittannië en?
.


Zwitserland

……….
6.565 5.284
6.064 Diverse Iandpn
2
– –

Totaal

……………
6.567
7.242 8.085

Kandij

Naar diverse landen
602 624
517
Witsuiker.
Naar België en Luxembur
g

2.785 2.072
-root-Brittannjë

ez
Ü

uu
3.844
3.404 2.937
Frankrijk

………….
655


Finland

…………….
259

2.626
1.835 Noorwegen

……….
5.180
4.796
.3.810
Zweden

…………..
326


Griekenland

………..
10.041
450
italië

……………
219,
650

Spanje

…………..
7.512
– –
Turkije

…………..
2.736


Zwitserland

……….
..

1!6


Algerië

…………….

196
– –
Fr.

Marokko, Tanger
1.834
4.485
855
Fr. West Afrika
656


Sp. West Afrika
147
322 592
Sp. Marokko

……….
– –
1.040
402
Arabië en? …………..
3.260
4.097 5.200
Irak

…………….
16.873
8.191-
10.518
Syrië

…………….
290

I3ritsch-Indië ……….
1.236 1.391


2.705
New-Foundlauud enz
289

Uruguay …………..
1.050
2.776
1.850
V. S. van Amerika

.
…-
183
713

Diverse landen
320-
1.590
6.583

Totaal

….
60.007 38.153
37.737

Bast
erd.

Naar België en Luxemburg

764

720

725
Groot-Brittannië enz. .

1.063 – 4.747
lersche Vrijstaat

1.797

1.466

982
Diverse landen

156

49

– 40

Totaal….

2.717

31298

6.494

Totale Uitvoer ..

69.893 49.317

52833

Behalve liet feit van den belangrijken invoer van
ruwsuiker uit Neclerlanclsch-Indjë tengevolge-van het
bewuste Regeeringsbesluit, is het verblijdend te con-
stateeren, dat ook meer witsuike,- uit Java in Neder-
land geimporteerd werd dan in vorige jaren. Van een
totaleij invoer van 30.891 tons witsuiker kwamen
24.227
tons uit -Java.

Java
kon gedurende het afgeloopen jaar profitee-
ren van den gunstigen invloed, die de depreciatie
van den -Gulden op de verkoopprijzen gehad heeft.
In de eerste 5 maanden van het jaar vonden- belang-
rijke afdoeningen plaats tot stijgende prijzen, doch
nieuwe pnijsverhoogingen. door de Nivas in het begin
van Juni deden. de kooplust luwen. Gedurende de
zomermaanden was -de markt -op Java dan ook zeer
kalm, alleen tweedehands partijen wisselden van

eigenaar tot prijzen, die helangtijk heneden de ivas-
limites lagen; dit waren hoofdzakdlijk pirtijen, die
voor China bestemd waren en ná het uitbreken der
vijandelijkheden met Japan door de oorspronkelijke
koopers weer op Java aan-geboden werden. De afzet
naar China en Japan was gedurende de rest van liet
jaar van- geen .beteakenis. Voor andere afzetgehieden
kwamen echter- weer
.
– geregeld verkoopen -tot- stand

toen -cle Nivas de tijdelijk zeer opgeschroef.de limites
verlaagde..

;!
,

I.-‘.:u,

.

Zooals uit onderstaicude specificatie vvn cle .afsche-
piugen van Java blijkt
ging
in het afgeloopen jaar

een groot gedeelte van den Java-oogst naar Europa

en, Port-Said voor ‘orders. Herhaaldelijk wdrd dan

ook in. deze kolommen betoogd, dat Java in de toe-
komst aangewezen zal zijn op uitbreiding vaï den af-

zet naar het Westen. De afschepingen’ waren als

volgt in metrieke tons:

1937

1936

1935

Jan./Nov.

Europa, Suez en Port-Said v.o
357.014

70.259

5.044

Alrika
…………………
16.730

27.568

20.961
Britsch-Indië en Colombo .

88.259

107.179

386.528

Siam
………………….
21.164

29.688

34.981
Singapore etc. …………

100.185

94.989

85.042

H ongkong
…………….
119.989

184.294

142.837

China
………………..
45.102

40.415

54.307

Japan
………………..
224.845

273.438

185.217
Dairen
……………….
,

6.360


Australië en Nw

Zeeland

61.168

51.982

64.683

Ver. Staten
……………..

220

42
Zuid-Amerika
…………..

837

491

Perzische Golf
…………
3.166

Di verse landen
…………
6.326

1.051.145
December-afsclieep, waarvan

destinaties nog niet bekend

77.034

Totaal
…………..
1.128.179

8 80.523 1.026.61

– Van ht in 1937 onder Britsch-Indië en Colombo

opgegeven kwantum was het grootste gedeelte voor Colombo bestemd. Voor volgende jaren zullen deze
destinaties in de statistiek gesplitst worden.

De oogst van Java heeft in 1937 1.414.500 tons


opgeleverd. Voor 1938 werd het oorspronkelijk op

1.200.000 tons vastgesteldè kwantum nog tijdig tot
1.400.000 tons verhoogd, terwijl voor 1939 een aan-
plant van 1.550.000 tons door de Regeering goedge-
keurd is in verband met de vaarschijn1ijkheid van

een toenemend suikerverbruik. De voorraden op Java
zijn thans tot normale proporties teruggebracht.

Britsch-Indïë
produceerde 1.147.000 tons witte sui-
ker, tegen 962.000 tons in het voorafgaande jaar, en
is daarmede onafhankelijk vanden invber van vreem-
cle suiker. Intusschen bedraagt het invoerrecht Sh. 111-

per cwt., dut aanmerkelijk meer dan de kostprijs van

buitenlandsche suiker.

De
zichtbare voorraden
bedroegen op

1
Decem-

ber

ji.:


1937
1936 1935

tons
tons
tons

Duitschiand

…………
1.467.000
1.352.000
1.310.000
Tsjecho-Slowakije
643.000 599.000
499.000
Frankrijk

…………..
707.000 724.000
863.000
Nederland
…………..
240.000
265.000 292.000
België
………………
210.000
198.000
204.000
Hongarije

…………..
119.000 130.000′
115.000

Polen

………………
462.000
400.000
408.000

U.K.
Geïmp. Suiker 296.000
239.000 232.000
Binnen!.

,,
170.000
123.000
114.000

Europa
…………
4.314.000
4.030:000
4.037.000
Ver. Staten alle havens
192.000
223.000 352.000
(jubaansche havens
……
269.000
206.000
329.000
Cuba bitineriland
……..
539.000
348.000 532.000
Java

………………
667.000
724.000 1.272.000
Totaal
………….
5.981.000

5.531.000

6.522.000

De
Europeesche B-ietswikeroogsten
hebben volgens
de laatste ramin’g van F.O. Licht opgebracht in me-

trieke tons:

1937138

1936137

1935136

Duitseliland

…………
2.175.000:
0
1.803.784
1.692.369
Tsjecho-Slowakije

……
.
770.000
709.652 564.798
Oostenrijk
…………..
155.000
16743
205.870
Hongirije

…………..
120.000 143.783
116.960
Frankrijk

……………
930.000 870.283
925.211
België
………………
238.000
239.541
240.947
Nederland
…………..
235.000
237.141
239.224
Denemarken
…………
250.000 226.200
244.800
Zweden

……………..
325.000
299.196
294.501
Polen

……………….
560.000 458.479 449.461
Italië

………………
350.000 331.198 327.618
Spanje

…………….
205.000
242.000
200.094
Danzig

…………….
12.000
9.126

Joego Slavië
…………
38.000
100.746
89.816
Roemenië

…………..
82.000

7L842
134.573 Bulgarije

…………..
30.000
11.821
18.428
Zwitserland

…………
13.000
9.200
8.200
Groot-Brittannië
……..
430.000
571.975 522.691
lersche Vrijstaat
……..
95.700 97.330 92.007
Finland

…………….
10.000
10.997
8.655
Letland

…………….
48.000
42.700
50.300
Lithauen

…………..
30.000 30.439
24.465 Turkije

…………….
58.000 73.206
59.808

Europa zonder Rusland
..
7.159.700 6.737.382
6.510.796
Rusland
…………….
2.500.000 2.000.000
2.600.000

r
potaa1
9.659.700 8.737.382 9.110.796

De totale wereldsuikeroogsten in ruwsuiker uitge-
drukt worden door F.O. Licht voor 1937/’38 geraamd

op 29.691.544 metrieke tons tegen 28.895.829 en
27.070.384 tons in de beide vorige jaren. In deze
berekening is de productie van gur in Britsch-Indië

met 50 pOt. aangenomen.

Noode missen wij dit jaar de
cijfers
van Dr. Mi-

kusch betreffende de wereidsuikerproductie en het
wereldsuikerverbruik, die steeds in een afzonderlijk
artikel van dezen bekwamen statisticus in dit tijd-
schrift verschenen, doch thans door zijn vroegtijdig

overlijden niet meer beschikbaar zijn.

Het verbruik vertoonde in de meeste landen aan-
vankelijk een verblijdende toeneming, doch de laatste
maanden van het jaar gaven hier en daar een terug-
slag te zien. Dit mag in verband gebracht worden

met de algemeene economische inzinking, die zich in
de tweede helft van het jaar vertoonde. Intusschen
hebben zich de suikerprijzen daarbij veel beter ge-

houden dan die van andere producten; herstel van
vertrouwen op economisch en politiek gebied zal ver-
moedelijk ook aan de suikermarkt herleving brengen.
Het is zeer wenschelijk, dat de Regeeringen einde-
lijk inzien voor hoeveel uitbreiding het suikerver-
bruik nog vatbaar is, wanneer het artikel suiker niet
meer met krankzinnig hooge
accijns
en invoerrechten
belast wordt, waardoor een gezond en goedkoop voe-
dingsmiddel tot dusver voor vele menschen tot luxe
gestempeld wordt. Tijdens de zitting der Internatio-
nale Suik-erconferentie werden in deze richting eeni-
ge principieele besluiten genomen, die alsnog echter
van zuiver platonischen aard geb1een
zijn.
Men wacht
thans op ,,daden”. Het zou een dankbare taak zijn
voor den nieuw ingestelden internationalen Suiker-
raad om in dezen toestand verbetering te brengen.
A.V.

DE RIJKSMIDDELEN OVER DECEMBER 1937.

Het verloop der Rijksmiddelen heeft zich in de
laatste maanden van het afgeloopen jaar guhstig voor
‘s Rijks schatkist ontwikkeld. Na de kleine inzinking,
die October ji. te zien gaf, hebben November en De-
cember weer stijgende ontvangsten vertoond. In ver-
gelijking met dezelfde maand van 1936, toen de ge-
volgen van de depreciatie van den ‘Gulden zich reeds
deden gevoelen, heeft de maand December ji. zelfs
een flink surplus opgeleverd. De niet-directe heff in-

gen brachten tezamen
f
37.605.200 op tegen

f
33.684.900 in December 1936 en wijzen derhalve
een vooruitgang aan van
f
3.920.300. Door verreweg
de meeste middelen werd tot . dit, gunstig resultaat

26 Januari 1938

ECONOMISCWSTATISTTSCHE BERICHTEN

65′

bijgedragen; een uitzondering hierop maakten alleen

dc zoutaccijns, de couponhelasting en de zegelrechten.
Voorts brachten de gewone middelen gezamenlijk

f
6.461.500 meer op dan waarop bij de samenstel-
ling der begrooting blijkens de gemiddelde maand-

rarning is gerekend. De dividend- en tantièmebelas-
ting, de zoutaccijns en de couponbelasting konden
evenwel de raming niet halen.

Door de hoogeie ontvangsten van de laatste maan-
(IeR
maakt het Jaaroverzicht eveneens een goed fi-
guur. De totale opbrengst over de twaalf maanden

van 1937 bedraagt
f
436.835.900 tegen
f
370.925.400

in het daaraan voorafgaande jaar en bij een jaarra-

ming van
f
373.725.000. De vooruitgang bedraagt der-
halve
f
65.910.500. Alle middelen, met uitzondering
van den
accijns
op zout, brachten meer op. liet ge-
heel maakt een niet-onbevredigenden indruk en be-
wijst, dat de verbeterde conjunctuur een gunstigen
invloed op de Rijksinkomsten over vrijwel de geheele

linie heeft uitgeoefend.
De dividend- en tantièmehelasting gaf een voor de
maand December nog zeer belangrijke opbrengst (van

f
822.700), hetgeen een stijging, in vergelijking met
December 1936 heteekent van
f
130.900. Over het geheele jaar bedraagt de toeneming
f
8.482.600. Bo-
vendien kan met voldoening worden geconstateerd, dat de totale raming met
f
8.578.000 werd overschre-
den. Zooals reeds meermalen werd opgemerkt, komt
in deze stijging de verbetering va.n den economischen
toestand tot uitdrukking, al heeft ook de opcenten-
heffing invloed uitgeoefend.

De invoerrechten vertoonden ditmaal een accres
van
f
101.900. Daar ook de vorige inaandeti voort-
(lurend hoogere ontvangsten hebben gegeven, is in
totaal over 1937
f
11.014.300 meer in ‘s Rijks schat-
kist gevloeid dan in het daaraan voorafgaande jaar.
Veilig mag dit voor een goed deel op rekening wor-
den gesteld van de verhooing van den prijs van tal
van huitenlandsche artikelen; daarnaast is evenzeer
(le uitzetting van onzen import een factor van be-
teekenis. Ook het statistiekrecht beweegt zich nog
steeds in
stijgende
lijn; ditmaal bedroeg de toeneming

f
38.000, waardoor de vermeerdering van den om-
vang van onzen buitenlandschen handel wordt ge-
demonstreerd. Gerekend over twaalf maanden heeft
het statistiekrecht in 1937
f
955.700 meer opgeleverd,
een voor dit kleine middel, wraar
v
a
n
de totale raming
slechts
f
1.600.000 bedraagt, niet onaanzienlijk he-
cirag.

De
accijnzen
geven ditmaal vrij gunstige cijfers te
zien. Alleen de zoutaccijns verschaft den laatsten tijd
opvallend lage ontvangsten. Er kwam in de afgeloo-
pen maand ongeveer de helft binnen van wat in de-
zelfde maand van 1936 werd ontvangen (opbrengst

f
73.600, teruggang
f
73.700). Het is niet zeker,
waaraan deze inzinking (ook November was slecht)
is toe te schrijven; vermoedelijk hebben restituties
in verband met meerderen export een rol gespeeld,
of is er eenige wisselwerking met de vorige maan-
den, toen het hier besproken middel vrij ruime ba-
ten gaf. Hoe het zij, de
zoutaccijns
is de eenige hef-
fing, die over 1937 minder heeft opgebracht dan over
het daaraan voorafgaande jaar en die ook bij de ver-
wachting is ten achter gebleven. De overige accijn-
zen liepen in opbrengst vooruit. De geslachtaceijus
gaf een accres (van
f
30.400), tengevolge van de
stijging der veeprijzen, hoewel het verbruik schijnt af
te nemen. De wijnaccijus verschafte een surplus van

f
42.300, de gedistilleerdaccijns een van
f
182.600
en de bieraccijus een van
f
141.100. Al deze midde-
len, die langen tijd bij de algemeene stijging ten
achter bleven, vertoonen thans eenige kentering. De
suikeraccijns wees een hoogere opbrengst aan van

f
625.200 en bracht aldus
f
5.084.800 in ‘s Rijks schatkist, een voor dit middel niet onbelangrijk be-
drag. Eindelijk leverde de tabaksaccijns boven de ont-
vangst van December 1936 een bate van
f
397.200,
welke toeneming ook grootendeels aan de prijsstijging

zal zijn toe• te
schrijven,

liet volgende staatje geeft

een vergelijking van de opbrengsten der
accijnzen in
de jaren 1936 en 1937 en van. de voor laatstgenoemd

jaar geraamde opbrengstcijfe.rs:

Opbrengst
1936
Opbrengst
1937
Rarning
1937
Zout

……..f

1.818.200

f

1.812.100

f

2.000.000
Geslacht

……
6.335.800

7.359.900
,,

6.000.000
Wijn

.
… …
,

1.950.400

2.203.500
,,

1.800.000
Gedi:stilleerd

.
,, 27.774.100

,, 28.454.100 ,, 27.500.000
Bier

……….
7.166.700

,,

7.814.700
7.000.000
suiker

……..
53.189.300

,,
55.298.700
53.000.000
Tabak

…….,,
33.810.100

,, 35.336.100 ,, 32.500.000

De belasting op gouden en zilveren werken gaf

f
5.800 méér wegens de toenemende aanschaffing van

de betreffende artikelen in ‘erband met de opleving.
Wegens de grootere omzetten gepaard niet de stij-
ging van de Prijzen, bracht de omzetbelasting niet
minder dan
j.
6.864.100 op of
f
1.267.900 meer dan

in December 1936. Gerekend over twaalf maanden
werd in 1937
f
11.886.200 méér ontvangen. Uiter-

aard is hierin niet alleen een bewijs van stijgende
koopkracht van het publiek te zien, doch bewijst deze

stijging nog veel meer het duurder worden van ver-

schillende artikelen. De couponbelasting daalde dit-
maal met
f
135.600; dit middel geeft evenwel wis-selvallige ontvangsten. Gerekend over twaalf maan-den is 1937 nog
f
464.600 in het voordeel.

De zgn. conjuuctuurheffingen bieden een vrij gun-
stig aspect. Weliswaar gaven de zegelrechten een
lagere opbrengst (teruggang
j
137.500, dat geheel
aan het terugloopen der beursbelasting is te wijten,
immers laatstgenoemde heffing bracht
f
329.000 min-
der op), doch de raming werd nog overtroffen met

f
669.300; de vele conversieleeniugen oefenen nog
steeds een stiinuleerenden invloed op de zegelrechten

uit. Bepaald mooie cijfers laten de registratierech-
ten zien; het accres bedroeg ditmaal
f
695.100; de
opbrengst was f1.703.500 of f778.000 boven de

maandraming. De opleving van den handel in vast
goed komt hierin tot uitdrukking. Gerekend over

twaalf maanden hebben de zegel- en de registratie-
rechten resp.
f
12.716.800 en
f
6.886.500 méér opge-
leverd.

De successierechten gaven opnieuw een hoogere
opbrengst (de toeneming bedroeg
f
594.800), dank
zij de vermeerdering van de waarde van verschillen-
de vermogensbestanddeelen na de muntdepreciatie,
die in de ontvangst van December 1936 nog niet tot
uitdrukking kon komen. In totaal is in 1937
f 6.972.600 meer ontvangen dan in het daaraan voor-
afgaande jaar. De loodsgelden namen toe met

f
13.700, waardoor het surplus over 1937 steeg tot
j 224.900.
Over de directe belastingen valt weinig te zeggen,
daar de in de afgeloopen maand gekomen wijzigingen
in den stand per 30 November jl. uiterst gering wa-
ren. Alle heffingen staan op ultimo December 1937
hooger te boek dan het overeenkomstige boekjaar op
den laatsten December van 1936; het.voordeelig ver-
schil bedraagt in totaal
f
8.181.000. De toeneming
van de verdedigingsbelasting is, relatief genomen,
sneller dan die der andere directe belastingen. Gelet
op de omstandigheid, dat deze belasting vooral wordt
geheven van de groote vermogens, mag hieruit wel-
licht de conclusie worden getrokken, dat dc verbete-
rende conjunctuur vooral op den omvang der groote
vermogens een guustigen invloed heeft uitgeoefend.
Met name de gevolgen van de depreciatie van den
Gulden komen vooral aan de groote vermogens ten
goede. lIet totaal van de zuivere bedragen der kohie-
ren bedraagt per 31 December jl.
f
110.564.800 (la-
ming
f
110.300.000).

NÖMI9CHS11’ISTiSCHEEERICHTEN

26 .Jaouari
1938

‘°BUIÏENUANDSCHE ‘MEDEWERKING.
HË’r

NDÊ,IÏANI3ELSBAiANS DER
VERËENIGDE STATEN.

Di F. Piine’ e

-York

1
r
ljft ad’s:
De omslag van cie handelsbalans van passief naar
actief.

.

De buitenlandsche handel van de Vereenigde Sta-

teneef t zich gedurènde het afgeloopen jaar van een
passieve’ tot een actieve handelsbalans ontwikkeld.
Tjj
laten de cijfers’) voor cle maanden Januari tot
en met November
1937
volgen, en wel in een groe-
peering, welke deze verandering in de handelsbalans
inzonderheid clii iclelijk maakt.

Invoer

Uitvoer

Invoer (-)
Uitvoer(+) In $ 1000

overschot
Januari ………

.240.396

221.550

– 18846
Februari

277.805

232.504

– 45.301
Maar.t ………..

306.699

256.390

50.309
April ……….
287.252

269.170

– 18.082
Mei …………
285.038

289.928

+

4.890
Juni :
…………
285.946

265.363

– 20.583

Januari-Juni
1.683.136 1.534.905

148.231

Juli ………….
265.349
263185
+
2.836
Augustus
245.707
277.695
+
31.988
Septeniber ……
233.361
296.729
+
63.368
October

……..
224.391
333.136
+
108.745
November ……
223.226
314.682
.4-
91.456

Juli-Nov…….
1.192.034 1.490.427
+
298.393

Ja’n.-Nov …….
2.875.170 3.025.332
+
150.162

In de eerste helft van
1937
was de balans gedurende

alle maanden – behalve Mei, welke maand een klein
uitvoeroverschot van $
4.890.000
te zien gaf – pas-
sief. De grootste invoeroverschotten toonden Fe-
bruari met $
45.301.000
en Maart met $
50.309.000.
Sedert April zijn de invoeroverschotten evenwel steeds
sterker ingekrompen. Met Augustus begon de balans
zich duidelijk actief te ontwikkelen; in October was
een uitvoeroverschot bereikt van $
108.745.000.
Dit
is het grootste uitvoeroverschot sedert een reeks van
jaren, zelfs grooter dan in October
1930
met een
uitvoeroverschot van slechts $
79.528.000.
Gedurende de eerste helft van
1937,
toen de han-
delsbalans passief was, kon men duidelijk ongerust-
heid in bepaalde kringen van het economisch leven

bespeuren. Ook een deel van de pers voelde zich ge-

noopt critiek op deze ontikkeling uit te oefenen:
,,Onze handel met het buitenland is passief gewor-
den. Wij voeren meer in, clan wij uitvoeren. Iets moet
er in onzen handel met het buitenland niet kloppen.
De geheele ,,New Deal” in onze handelspolitiek, be-

lichaamd in de beroemde handelsverdragen van Mi-
nister E[ull met steeds meer landen, moet onhevredi-

genci worden genoemd, wanneer de gevolgen een steeds meer. passief worden van de handelsbalans
zijn.”

Een dergelijke critiek trof men geenszins in (Ie
geheele pers aan. Er waren ook. couranten, welke voor
deze ontwikkeling niet slechti een verklaring wisten,
doch hâar ook billijkten, en wel met de klassieke

argumenten van de Europeesche,. economische ziens-
w’ijze. Voor een groot crediteurlaiid, dat dé Ver-
eenigde Staten sedert den wereldoorlog waren gewor-
den – en wel na vele tientallen vooroorlogsjaren van
schuld t.o.v. cle Europeesche crecliteurlanden – be-
teekenen invoeroverschotten een natuurlijke en struc-

tureel’gezond toestand. De crediteurstaten van v56r
‘den borlog, de kleine zoowel als de groote, Engeland,
Frankrijk, Duitschlancl, Nederland, Zwitserland en
Belië hadden steeds invoCroverschotten. Zij war’nv er aan gewend en bereid, de rente of ten minste een
aanzienlijk gedeelte van de rente van hun buitenland-
sche vorderingen in den vorm van goederen of dien-

sten van de zijde hunner schuldenaren in betaling
te nemen.

) Survey of Current Business van het tJ. S. Depart-
meret of Commerce.

Alleen de’Vere’eixide Staten, alth.ns tenminste een
gedeelte ‘van de bevolking vanrAmerika, dat slehts

oppervlâkkig op de hoogte is .4’an economische vraag
stukken, is niet’in staat het vöoroordei.
;
dat nog uit
den .tijd van het mercantilisme . stamt, te. overwin: nen, ni. dat een u.itvoèroverschot steeds. een leek

en
van economische gezondheid en een invoerovèrschot

steeds een teeken van economische ziekte is. Klaar-

blijkelijk konden deze kringen zich nog steeds niet
van de denkbeelden eni.ancipeeren uit ccii tijd, waar-

in de Vereenigde Staten. gedurende vele tientallen van

jaren niet in de tradities van een crediteuriand, doch
in die van een dehiteurlanci groot werden.

In den loop van het tweede halfjaar van
1937
is de
handelsbalans van Amerika, zooals wij
rreeds
aantoon-
den, eerst hp bescheiden schaal,. daarna steeds in ster-
kere mate weder actief geworden. Weliswaar is het

actief saldo van de eerste elf maanden van
1937
met
$ 150 niill. nog betrekkelijk bescheiden, daar de uit-

voeroverschotten van de laatste maanden worden ge-

compenseerd door de in.voeroverschotten. van de eerste
maanden. Indien deze ontwikkeling echter in dezelf-
de mate blijft voortduren, welke door de groote uit-

voeroverschotten, in hoofdzaak gedurende de maan-

den October en November, wordt gekarakteriseerd,
dan zou de handelsbalans wederom een actief saldo
bereiken van 1 milliard Dollar per jaar.

Men zou tot de jaren van de laatste crisis
(1930)
en tot de jaren van de groote credietvërleening aan het buitenland moeten teruggaan, om weder derge-

lijke geprononceerd actieve handeisbalansen te vin-

den. Dit blijkt uit de volgende tabel, waarin de uit-

voeroverschotten voor de eerste elf maanden van de jaren sedert
1920
zijn gerangschikt.
De eerste
elf
.

U.itivoeroverschotten
maanden van :

in .$ 1.000
1920
.

……………………2.495.125
1921

……………………1.917.546
1922

……………………668.346
1.923

……………………23.5.960
1924

……………………868.464
1925

……………………610.335
1926

……………………271.864
1927

…………………….604.689
1928

……………………900.475
1929

……………………724.891
1930

……………………716.053
1931……………………..303.356
1932

……………………253.716
1933

……………………166.315
1934
.

…………………….439.349
1935

……………………198.888
1936

……………………48.747
1937

……………………150.162

Invloed van het conj’unctuurverloop.
Indien men wil’ onderzoeken, welke heteekenis
moet worden toegekend aan dezen opvallend krassen ommekeer van de Amerikaansche handelsbalans, dan
ziet

men zich in de eerste plaats voor de vraag ge-
steld, of het hier slechts een verschijnsel, verband
houdend met het conjunctuurvcrloop, betreft, dan
wel of de in de eerste helft van
1937 schijnbaar be-
gonnen structuurveranderi ng van de Amerikaansche
handelsbalans in de richting van die van een credi-
teurstaat reeds weder tot staan is gekomen, resp. een
principieele afwijking heeft ondergaan. Deze vraag is
niet geni akkelijk te beantwoorden.

Wat den invloed van het conjunctuurverloop be-treft, zou men erop kunnen wijzen, dat in vroegere
perioden van uitgesproken crises de Ii andelsbalans
van de Vereenigde Staten in het kader van de for-
male grootte in geenen deele een te.ndens tot uitge-
sproken activiteit vertoonde. Inzonderheid in de
moeilijkste crisisjaren
1931, 1932
en
1933
waren de
uitvoeroverschotten zelfs opvallend klein. Daarbij
dient er in elk geval rekening mede te worden ge-
houden, dat
destijds
niet alleen de Veree.nigde Sta-
ten, doch de geheele wereld in een crisis verkeerde. Ditmaal daarentegen is de depressie voorloopig een
speciaal verschijnsel voor de Vereenigde Staten, waar-

26 Januari 1938

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

07

uit vrij natuurlijk valt af te leiden, ‘dat in deze
crisIs – in verband’ met verminderencie invoeren en

stijgende uitvoeren – de typische reactie:ii het ver-

loop van den huitenlandschen handel zich conjunctureel
in den vorm van een activeermg van de handelsba-lans voordoet. Deze uitwerki:ng werd nog speciaal
versterkt door het feit, dat de prijzen van de grond-

stoffen sterker en sneller daalden dan de prijzen voor

halffabrikaten en eindproducten. Amerika voert wel-
iswaar ook grondstoffen uit en is niet in dezelfde
mate als hijv. Engeland een verwerkend land, maar

het voert in ieder geval meer grondstoffen in dan
uit en het zwaartepunt van zijn uitvoer ligt op het

gebied der afgewerkte fabrikaten.

Invloed Van den internationaien oogsttoestand.

Rekening dient nog te worden gehouden met een
anderen factor: den internationalen oogsttoestand,
welke van dien van vroegere jaren in zooverre af-

week, dat de Vereenigde Staten tengevolge van toe-
vallige omstandigheden bijna het eenige groote land-

bouwiand waren, dat overvloedige oogsten van tarwe, voedermiddelen enz. voortbracht. Dit had tengevolge,
dat het tav. deze producten sedert langen
tijd
weder

als exporteur kon optreden en anderzijds zijn invoer
van levensmiddelen aanzienlijk kon verminderen. De
landhouwbalans van de Vereenigde Staten is even-

ve1 nog steeds passief, maar haar passiviteit is be-
langrijk verminderd. Dit blijkt duidelijk uit de vol-

gende tabel:
Uitvoer (in $ 1000).
Oct.
1937
Sept.
1937
Oct.
1936

ToedingsnHdclelen (grondstoffen)
17.557

9.984

7.490

11

(verwerkt)
.. 21.270

16.791

17.433

38.827

26.775

24.923
invoer (iii $1000).

Voedi ugsmidclelon (grondstoffen)
23.610

28.516

33.802

11

(verwerkt)
. . 29.365

28.409

27.512

52.975

56.925

61.314

1.avoeroverschot ……….
14.148

30.150

36.391

De struct’ureele d’raagwi
.
jdte van den omslag.

Alhoewel men cle sterke activeering van de Amen-kaansche handelsbalans gedurende de laatste maanden zonder moeite uit cle conjunctureele reactie en de toe-
valligheden van den oogsttoestand kan verklaren, is
de vraag van de structureele draagwijdte van de tijde-
lijke en thans reeds weer geëinaigde trend naar pas-
siviteit van den buitcnlandschen handel der Ver-
eenigde Staten niet soo gemakkelijk te beantwoorden.
Buitenlandsche, maar ook ten deele Amerikaansche,
economen hadden in de eerste helft van 1037 uit deze
passiviteit afgeleid, dat cle Vereenigde Staten op het
plint stonden aan de omstandigheden van een credi-
teurland met een passieve handelsbalans te wen-
nen. Waarschijnlijk bestaat een dergelijke tendens,
maar zij komt voorloopig in den buitenlandschen han-
del van de Ve.reenigde Staten eigenlijk minder tot

uitdrukking dan in dien van de Europeesche credi-
teurstaten, die in alle verschillende conjunctuur

phasen, wat hun handel met het buitenland betreft,
passief zijn en passief blijven. In deze landen be-
staan de schommelingen slechts daaruit, dat de pas-
siviteit in tijden van opgaande conjunctuur toeneemt,
in tijden van depressie daarentegen vermindert.
Bij de Vereenigde Staten is de gang van zaken zoo,

dat de huiteulandsche handel ten hoogste in de top-
perioden van het conjunctuurverloop in vrij be-
scheiden mate passief wordt, terwijl in tijden van
cnises een omslag tot een actieve handelsbalans plaats

heeft.
Deze verschillen tusschen Amerika en de Europee-
sche crediteurstaten kunnen daaruit worden ver-
klaard, dat de Vereenigde Staten in veel mindere
mate een industrieel veredelingsiand zijn dan E:uge-
land en de Europeesche industnielander. Zij produ-
ceeren een belangrijk gedeelte van hun industnieele
grondstoffen en van hun iandbouwproducten in het
eigen land en zijn derhalve veel minder van invoer

afhankelijk dan deEuroieescheiin4,pstnielan4eu Deze

factor, werkt
e
h, bestaan .van.egn paieve haudls-
balans evezoo tedb, als dodclz&,ak tot exporteeren,
die voor vele Amerikaansehe in.dustrieön van massa-

en seniep roducten betaat.

De Dollar niet te hoog gewaardeerd.
Deze ontwikkeling van den buitenlandschen handel

van Amerika leert ons nog meer. Betrekkelijk kort geleden liepen in de internationale persorganen en

op de beurzen geruchten, dat een nieuwe waardever-
mindering van den Dollar verwacht mocht worden.

Een van de redenen, welke tot steun van deze ge-

ruchten werd aangevoerd, was de veronderstelling,

dat de Dollar te hoog gewaardeerd zou zijn. Stijgende
uitvoeren en dalende invoeren bewijzen echter, dat
deze veronderstelling ten minste voor den huidigen
tijd niet juist kan zijn. 1-let bedrijfsleven in de Ver-
eenigde Staten ontwikkelt zich ten minste sedert het

voorjaar van 1937 niet in een inflatonische doch in

een deflatorische richting. Dun & Bradstreet’s prijs

index, welke niet alleen grondstoffen en massafabri-
katen, doch ook fabrikaten bevat, daalde van Januari
tot en met December 1937 van 206.544 tot 176.824.
Onder dergelijke omstandigheden zou een nieuwe

devaluatie van den Dollar op het oogenblik een vol-
komen kunstmatige en onnatuurlijke maatregel betee-

kenen. Dit sluit echter niet uit, dat deze op een later

tijdstip wellicht toch weer zal worden toegepast en
dan als instrument van een politiek, die er op gericht
is de huidige deflatorische ontwikkeling met de mid-delen van een kunstmatige inflatorische dynamiek te
overwinnen. Voor een spoedige ontwikkeling in deze
richting zijn echter nog geen teekenen aanwezig.

AANTEEKENINGEN.

Hervormingen in het bank. en credietwezen in

België.

Het bankwezen in België heeft in de laatste jarèn
een ingrijpende wijziging ondergaan door den over-
gang van het z.g. gemengde stelsel naar het deposito-
bankwezen (bankwet van Juli 1935). De banken,
wier activa vroeger voor een groot deel uit effecten bestonden, moeten zich thans uitsluitend tot de ere-
dietverleening op korten termijn beperken. Vandaar
dat zij thans, in tegenstelling tot voor enkele jaren,
groote bedragen aan staatsobligaties bezitten. Het
spreekt vanzelf, dat de banken op deze wijze een be-
langrijke steun voor de markt van staatsobligaties
zijn geweest en dat zij daardoor ook hebben bijgedra-
gen tot een verlaging van den rentestand. Tengevolge
van de ruime middelen vdin de banken is de concur-
rentie op de markt voor schatkistpapier zeer groot.
De drang naar liquiditeit, waarop door de bankeom-
missie scherp wordt toegezien., begunstigde eveneens
de tendens naar lagere ±en.te voor ,,non hankable”
papier.
De financiering van de industrie, die tot voor
enkele jaren tot de werkzaamheden van de banken behoorde, is geheel overgedragen aan de contrôle-
maatschappijen, aan wie tevens de effectenporte-
feuilie, die de banken vroeger bezaten, zijn afge-
staan. Deze contrôlemaatschappijen hebben de indus-
tnieele concerns in cle laatste jaren ondersteund bij
cle conversie van hun obligatieleeningen, die voor een
belangrijk deel in het buitenland waren opgenomen.

Tengevolge van de ruimte op de kapitaalmarkt in
België zijn een deel van deze leeningen in Belgische
francs omgezet, aldus Prof. Lemoine iii een artikel
in The Banken, waaraan het bovenstaande is ontleend.
Dui niet alleen de Staat, maar ook de industrie,
heeft haar buitenlandsche schulden iii binnenlandsche
omgezet, hetgeen een versterking van de n.ionetaire
positie van België beteekent. Bovendien heeft de
Belgische industrie in de laatste jaren een deel van
haar winsten gebruikt tot aflossing van schulden, die
in de periode v66r 1029 en ook nog in cle crisis sterk

varen gestegen.

kN

68

ECONOMIHSHSTISCHE BERICHTEN

6 ai
1938

• Behalve inhet particuliere bankwezen hebben de

laatste jtren ‘oök op het gébied van°het pub1iekrech
telijke bankwezen veranderingen p1ats gevonden. Zoo

was reeds in 1934 de credietverleening aan den Mid-

denstand uitgebreid. In den laatsten tijd was ook
het streven er op gericht om den invloed van belang-

hebbende groepen (vooral de particuliere banken) op
de leiding van de verschillende (semi) publiekrech-
telijke credietinstellingen uit te schakelen. In Oc-

tober 1937 is tenslotte een centrale Organisatie voor

het geheele publiekrechtelijke bankwezen in het leven
geroepen, waarbij tevens de bevoegdheden van ver-
schillen cle instanties zijn ii itgebrei d.

Het zou ons te ver voeren om op de bijzonderheden

in te gaan. Voor zoover wij kunnen beoordeelen is door

het sarnenstel van maatregelen de beteekenis van het
publiekrechtelijke bankwezen in België sterk toege-

nomen. Belangrijk is het volgende verschijnsel. Ter-
wijl de credietverleening
0])
langen termijn thans aan
de particuliere banken is verboden, wordt de finan-

ciering van de industrie door de publiekrechtelijke
lichamen vergemakkelijkt, vooral indien het de finan-
ciering vaii een rationalisatieschema betreft of een
reorganisatie van de nationale industrie als een ge-
heel. Op dit gebied heeft cle Belgische regeering
reeds bepaalde maatregelen genomen, ten deele naar

het voorbeeld van de financieele reorganisatieme-
t,hoden in Engeland, waar o.a. twee instellingen, die

in nauwr contact met de Bank of England staan, voor
dj.doel werkzaam zijn.

der zijn de bevoegdheden van het Fonds voor
credii
aan den Middenstand uitgebreid,
wordNd.e creclietverleeniug aan den landbouw voor

modernise-igsdoe1einden vergemakkelijkt, wordt de
mogeiijkheid”t hypothecaire credietverstrekking op

industrieele ouderpanden geopend, worden de facili-
teiten ‘voor de garantie van exportcredieteu uitge-

breid, terwijl tenslotte de Ore (Officie de Rédresse-
ment Economique) in plaats van een tijdelijk karak-
ter, een blijvende plaats in het economisch leven zal
krijgen..

Prof. Lemoine meent in zijn genoemd artikel, dat
cle hervormingen vrijwel zeker een gunstig resultaat
zullen opleveren, omdat zij voortgekomen zijn uit een
realistischen kijk op de feiten. Hoe dit ook
zij,
in’ eik
geval heeft het bankwezen in België in de laatste.,
jaren een gronclige wijziging ondergaan, hoewel
zal môeten afwachten, of hij de absolute scheiding
tusschen cle financierings- en depositozaken wel vol-
doende rekening is gehouden met den historischen

groei -vau het financieele apparaat in België en met de
financieele behoeften, die het bedrijfsleven in de toe-
komst zal toonen.
V.

Het arbeidsvraagstuk in Duitschiand.

Een van de belangrijkste problemen, die tegen-
woordig in Duitschiand op den voorgrond staan, is
dat van de grens, die aan een verdere uitbreiding
der productie wordt getrokken door de beperktheid
van cle hoeveelheid arbeidskracht.

In het 3e Vierteljahrsbeft zur Wirtschaftsfor-

schung, uitgave van het Institut flir Konjunkturfor-
sehung, is hieraan een uitvoerige beschouwing gewijd.
De werkloosheid in Duitschland, aldus het Viertel-
jhrsheft, is gedaald tot omstreeks een half millioen.
Hiervan bestaat naar schatting 30 püt. uit onvol-
‘aardige arbeidskrachten, terwijl bij de rest ca. 20
pCt. ,,verplaatsiiigs”-werkloosheid is. Houdt men ver-

der rekening met de seizoensfluctuaties, dan blijft er
over een aantal volwaardige arbeiders, die weer in
het productieproces opgenomen zouden kunnen wor-
den, van ca. 240.000.

Dit aantal zou nog eenigszins verhoogd kunnen
worden, omdat een aantal volwaardige arbeidskrach-
ten plaatsen bezetten, die ook door onvolwaardigen
bezet zouden kunnen worden. Van veel beteekenjs is
dit echter niet.

Indien ihen nu al deze werkloozen in het produc-

tieproces zou opnemen – wat practisch onmogelijk
is -, zou het aantal areidskrachtn nog slechts met
ca. 16 pOt. vergroot worden. –

Een belangrijke ,stijging van de productie zal, men

dus slechts kunnen bereiken door. de hoev’eelheid
arbeidskracht langs andere wegen te vergroote. Dit
is reeds op vrij groote schaal geschied. Van eind Oc-

tober 1933—October 1937 werden in totaal
bijna
5.2
millioen personen in het productieproces opgenomen, waarvan 3.2 millioen werkloozen en 1.9 millioen an-

deren. Overwogen in de eerste jaren de weer aan
den arbeid gaande werkloozen, in de periode October

1936—October 1937 werd dit anders, en waren van
totaal 1.36 millioen in het productieproces opgeno-

men personen 575.000 werkloozen en 786.000 anderen.

Het is van belang te weten, hoe het contingent
dezer ,,nieuwe” arbeidskrachten is samengesteld, en
in hoeverre uitbreiding mogelijk is.

In cie eerste plaats hebben wij het aantal jeugdige

personen, die na hun schooltijd in het bedrijfsleven

treden. In verband met de daling der geboortecijfers
van 1921 tot en met 1933 moet hierbij de eerste jaren
met een daling rekening worden gehouden. Wel staat
deaL’ tegenover, dat het aantal jeugdige personen, dat

cladelijk na het verlaten der school zijn intrede in het

bedrijfsleven doet, de laatste jaren is toegenomen.
Dit zal misschien de daling door lagere geboortecij-
fers eenigszins kunnen compeuseeren.

Voorts was door de crisis het aantal kleine zelf-
standigen sterk toegenomen, ten koste van het aan-
tal arbeiders. Hier vindt een terugvloeiing plaats.

De vrouwenarbeid was in de crisisjaren zeer sterk

teruggeloopen, terwijl de nationaal-socialistische pro-
paganda voor: ,,de vrouw in het gezin” ook in deze
richting werkte. Thans neemt het aantal vrouwen in
de bedrijven weer aanmerkelijk toe.

Tenslotte is ook van belang, hoeveel personen om

verschillende redenen afvloeien. Voor zoover dit niet

geschiedt door overlijden op productieven leeftijd,
zijn de aantallen min of meer elastische grootheden.
Het aantal arbeidskrachten dat wegens hun leef-

tijd afvloeit, is sterk afhankelijk van werkgelegen-heid en,hoote van het loon, en naarmate beide gun-
stigei/ijn,
i4
afvloeiing geringer.

Een be]ngjke oorzk voor afvloeiing, speciaal
an vrouwelijke arhe’krachten, is het huwelijk. Ter-
e er huweljksle -n alleen verstrekt wer-
• en— vrouw zich na let huwelijk aan haar
huisgezin ging tijden, bepaalde de regeeriug in Octo-

her 1937, dat jij voortaan ook gegeven zouden wor-
den als de vrouw haar werkkring wilde behouden.
Dit is dus eigeiilijk een officieele bevordering van
den arbeid van de gehnde vrouw.

Het Vierteljahrsheft.conclijdeert, dat er nog een
reserve aan arbeidskrachtn aanwezig is, maar dat
het onwaarschijnlijk is, dat de toeneming van het
aantal arbeiders in hetzelfde tempo kan doorgaan.

* *
*

Men zal het dus hoofdzakelijk moeten zoeken in
een verhooging van de arbeidsprestaties.

Men overweegt thans, hoe het mogelijk zal zijn de
arbeid te richten op die productietakken, waar zij het
meest noodzakeijk.is. Hierbij heeft men vooral het
oog op den kleinhandel en sommige deelen van het
handwerk die overvuld zijn, en van waar men een
aantal personen zou kunnen overhevelen naar de
zwaarindustrie. Een klein begin is reeds gemaakt:

ventem’s en marskramers moeten voortaan voorzien
zijn van een vergunning, die alleen uitgereikt wordt
als het Arbeitsamnt hiertoe toestemming geeft. Deze wordt niet verleend, als een doelmatiger gebruik van
de arbeidskracht van den verzoeker uit ,,staat- oder
wirtschaftspolitischen Gründen” wenschelijk is, en
Ican steeds worden ingetrokken. De bedoeling hier-
van is, de marskramers en venters, die wat betreft
lichamelijke eigenschappen en opleiding geschikt zijn

26 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

69 :1

voor landbouw of industrie, naar deze bedrijfstak-
ken over te brengen.

Een volgend probleem, dat de aandacht trekt, is
dat van den landarbeid. Vroeger was het platteland

een arbeidsreservoir voor de industrie. De hieruit
voortvloeiende vlucht van het platteland wordt thans

met alle middelen bestreden. Daarbij spelen zoowel

1)rincipieele (de boer als ,,Blutquelle der Nation”) als practische overwegingen een rol. De landbouw
moet geïntensiveerd worden om de noodzakelijke
hoogere productie te krijgen. ilet aantal landarbei-

clers heeft sinds 1935 weinig verandering ondergaan.

De productie is echter aanzienlijk uitgebreid, en zoo

was het in 1937 noodzakelijk, de hulp van arheids-
dienst en leger in te roepen.

Eigenaardig doet het aan, dat het Vierteljahrsheft
geen melding van de buiteniandsche (o.a. Nederland-
sche) arbeiders maakt, die naar Duitschiand gehaald
zijn.

Verder is van belang of door verlenging van den
arbeidstijd nog iets te bereiken valt. Deze bedraagt

thans gemiddeld 7% uur, en zou dus zonder bezwaar
eenigszins verlengd kunnen worden, althans theore-
tisch. Een practisch bezwaar is echter, dat in de
kapitaalsgoederenindustrieën, waar de behoefte aan

moer arbeid het grootst is, reeds de maximale ar-
beidstijd gewerkt wordt. Alleen in enkele verbruiks-goederenindustrieën kan de arbeidstijd nog verlengd
worden. Indien men hiertoe overgaat, kan men de
daardoor vrijkomende arbeiders in de kapitaaisgoe-
derenindustrieën te werk stellen.
Men heeft in deze richting reeds maatregelen ge-
itomen onder het parool ,,Kampf der Kurzarheit”.
In Juni 1937 werd het recht op steun van korte
weken werkende arberders aanzienlijk beperkt. Dit bracht natuurlijk veranderingen in de bedrjfsbezet-
ting mccle. In de textielindustrie en de lederindustrie
moet het aantal arbeiders zoodanig zijn, dat een ge-
middelde werktijd van 40 uur per week gegaran-
deerd is.

Tenslotte is het noodzakelijk, de productiviteit van
den arbeid door technische rationalisatie te /ergroo-
ten. Op dit gebied bestaan groote mogelijkheden: ge-
durende de ratiotialisatieperiode van 1925-1931 steeg
de productiviteit met ca. 3 pCt. jaarlijks. Indien dit
thans mogelijk zou blijken met zelfs maar 2 POt. per
jaar, dan zou dat overeenkomen met dearheidspres-
taties van ca. 150.000 arbeiders bij ccii achturigen
werkdag. II. l. B. Sch.

BOEKAANKONDIGINGEN.

Deutschiand und der Wirtschaftsauf

bast des Vorderen Oriertts.
(Turkei,
.Âgypten, Iran, Irak, Syrien-Libanon,
Paiiistina) door Dr. Reinhard Hüher.
(Stuttgart 1938; Ferdinand Enke Ver-
lag. Prijs ing. R.M. 6.—, geb. R.M. 7.60).
De belangstelling van. Duitschiand voor cle landen
van het Nabije Oosten is bekend, en’daarom mag het
bevreeniding wekken, dat de Duitsche literatuur over
dit gebied vrij schaarsch is Behalve een halfmaan-
delijksch tijdschrift, ,,Orient Nachrichten”, zijn er
slechts enkele werken, hoofdzakelijk van den laatsten
tijd, die dit gebied van con, economisch gezichtspunt
beschouwen.
Dr. Hüber, de hoofdredacteur van bovengenoemd
tijdschrift, verrijicte deze collectie met een waardevol
overzicht over het complex van landen, dtit men in
het algemeen het Nabije Oosten pleegt te noemen.
Daar de irideeling zoodanig is, dat cle eerste drie
afdeelingen zich meer in het bijzonder met het gebied
als geheel en de landen afzonderlijk bezighouden,
waarna in een volgend hoofdstuk de economische be-trekkingen van Duitschland daarmee behandeld wor-
den, is dit werk ook van belang voor hen, die zich
uitsluitend over de landen van het Nabije Oosten zelf
willen oriënteeren.
Na een kort historisch overzicht toekent de schrij.
ver de plaats, die dit gebied thans in het economisch

wereidverband inneemt. De groote beteekenis van de
ontwikkeling van het verkeerswezen, en niet in de
laatste plaats de luchtvaart, voor dit gebied, wordt

duidelijk uiteengezet. Onder het lezen lcwam dan ook

dc vraag hij ons op, in hoeverre Engeland – wat haar
verbindingen niet het Verre Oosten betreft – gehol-
pen zou zijn met een omleiding van het scheepvaart-

vericeer met het Verre Oosten om de Kaap in geval
van nood (waarover in den laatsten
tijd
wel eens ge-
sproken wordt), wanneer de luchtweg, die eenige be-
langrijke steunpunten niet name in Palestina (Lydda)

en Egypte (Alexandrië) heeft, niet meer vrij is.

Kenmerkend voor de heteekenis van Lydda als in-
ternationaal knooppunt van luchtlijnen is, dat in den
zomer van 1037 deze luchthaven reeds door 36 vlieg-

tuigen van Europeesche luchtlijnen per week werd
aangedaan.

Samenhangend met het verkeersprobleem is ook

het olie-,,verkeer” per pijpleiding, waarvan in dit ge-
bied ,,trajecten” van duizenden kilometers te vin-
den zijn.

In de derde afdeeling worden de landen Turkije, Egypte, Iran, Irak, Syrië-Libanon en Palestina uit-
voerig beschreven. Het schema, dat door de schrijver
daarbij veelal gevolgd wordt, omvat: een korte econo-

misch-geografische e:n euitureele samenvatting, de

staatsvorm, het geld- en bankwezen, de overheids.
financiën en de economische politiek. De economische
politiek is niet het mi:nst interessante deel van deze

gebieden; vier- en vijfjarenplannen, industrialisatie-
programma’s en zelfs nationalisatie van bepaalde be-
drijfstakken komen in vele van deze landen voor. Voorts wordt bij ieder land eenig inzicht gegeven
in de speciale structuur en de moeilijkheden en mo-
gelijkheden, die er
01)
dit terrein liggen. liet spreekt vanzelf, dat, den omvang in aanmer-

king genomen, van een diepgaande, uitvoerige be-
handeling geen sprake kan zijn. Het werk wil dan

ook meer een algemeene oriënteering geven, terwijl
het een dieper ingaan op de stof mogelijk maakt, door
zooveel doenlijk literatuur over bepaalde vraagstuk-
ken te vermelden.

Tenslotte geeft de vierde afdeeling een overzicht
over het handelsverkeer tusschen Duitschland en de
Orient, en de relatieve heteek-enis daarvan voor heide
partijen.. De deviezen-regelingen en compensatie-
transacties, waarvan vooral de Duitsch-Turksche han-
delshetrekk-ingen een duidelijlc beeld geven, worden
hier uiteengezet.

Vooral dit laatste deel van het werk (verschenen

als No. 3 in de serie ‘,,Strömingen der Weitwirt-
schaft” onder redactie van Prof. Dr. Ernst Schuitze)
is ruim van cijfermateriaal in tahelvorm voorzien,
terwijl ook de conclusies in de overige afdeelingen
zooveel mogelijk met cijfers gestaaf
cl
zijn. GI.

ONTVANGEN BOEKEN.

Das Kapital, Kritik der politischen Ökonoirtie
door
Dr. Franz Oppenheimer, Dr. Med. et Phil., Ord.
Professor i. R. an der Universitht Frankfurt a.
M. (Leiden z.j.; A. W. Sijthoff’s Uitgeversmij.
N.V. Prijs ingen.
f
6.—, geb.
f
7.50).
1)it boek zegt te culmineeren in de stoutste aller be-
weringen. Het zegt de volkomen oplossing tegeven van alle
vraagstukicen, welke aan de theoretische staathuishoud-
ku’nde zijn gesteld en daarmede ook den veiigen weg te
wijzen aan de practische oplossing van het sociale vraag-
stuk, welke tussehen de Scylla van het kapitalistisch un-
peiialisznc en du Charybdis van het Bolsjewisine 1idt
tot redding van ‘onze cultuur, ja van ons leven.
Beschouwin gen over het beroep van belastingconsu-
lent
door Mr. J. H. van Doorne, advocaat en
belastingconsulent te Utrecht. (Utrecht z.j.;
N.V. A. Oosthoek’s Uitg. Mij.).
i)it gcsehrittje bevat
do
rode, welke de schrijver voor
de Vereeniging van llclastingconsulc’nten in de algemeene
ledenvergadering van 30
.
October 1937 heeft gehouden,
echter in uitgebreider vorm.

10.125.000
74.600.000
18.375.000
8.000.000 2.000.000 13.800.000 84.000.000
1.600.000
2.500.000 5.000.000 2.000.000 28.250.000 7.000.000 53.000.000 35.000.000 475.000 60.000.000
5.000.000
18.600.000 14.000.000

10.160.354
69.040.816
18.566.460 8.425.951
1.737.632
13.813.) 56
86.243.265
1.814.263 1.774.052
6.335.825
1.950.395
27.774.046
7.166.667
53.189.230
33.810.11!
499.568 62.273.765
5.7 78.104
19.844.629
9.760.351

40.800.000

38.136.446

500.000

655.677

484.625.000

1
478.750.763

70

ECONOMISCHtST’R.TISTISCI4WBERICHTEN

26
Jannari
1938

MAANDCIJFE1S.

OVERZIÔHT VAN DENTA4D DEÏJSMIDDELEN.

Uit. December 1937 (in Guldens)

Ä_
FDEELING
ja
Dir belostin gen.
Kohieren voor
den dienst
1937
1
)

Bedragen,
welke zijn
terugge-
1.O


Benaming der
Totaal
geven of
Zuiver
middelen
bedrag
anders dan
bedrag
no
wegens –

0
betaling
opdekoh.
0

afgeschr.
.0

ENKOMSTEN TEWBATE

VAN HET GEMEENTEFONDS.

Dienst 193 /937
Zuiver bedrag der ko-
Zuivr bedrag dbr hieren voor den dienst
-kohieren tot en met
1935/36 tot en met de-
de maand Dec, 1937
zelfde maand van 1936

Gemeente.f.belast..
.
56.711.615
60.220866

Opc. verm. t. get. v. 50
5203.960
5.318.168.

AFDEELING II. DIENSTJAAR 1936.

Zuivere op-
brengstoverhet
Bedrag van de

tijdvak van t
Benaming der middelen

raming

1 Jan. 1936 tot en
met de maand
Dec. 1937

Grondbelast. a)

1
10.398.900

44.081 10.354.819 10.211.745

Inkomst.bel. b)

71.372.618 2.002.222 69.370.395 65.581.214

Vermogensbel. c)
1
18.850.082 161.646 18.688.436 16.717.550

Verdedig.bel.
T

1
10.384.201
1
127.824 10.256.377 8.267.965
Bel. v. d. doodehd.

1.919.1951

24.374 1.894.821 1.605.346

Totalen. 1112.924.99612.360.
14
71 1105648481i0
2
3
83820

a) Y
4
hoofdsom
-f-
20 opcenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen. b) Hoofdsom + 60-78 opcenten. c) Hoofdsom + 75 opeenten.

‘) Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit % gedeelte van het belas-
tingdienstjaar 1937/1938 en
.4
gedeelte van het belasting-dienstjaar 1936/1937. ) Voor de belastingen naar inkomen
en vermogen bestaan de vermelde bedeagen uit % gedeelte
van het belastingdienstjaar 1936/1937 en
Y
3
gedeelte van
het belastingdienstjaar 193511936.

AFDEELING
To


Overe.ge muldelen.
December
1937

Sedert
1Jan.
1937

Overeen-
komstige
periode
1936

Benaming der middelen
Divid.- en tantikmebel.
.
822.746
22.378.009
13.895.444

Rechten op den invoer
.
7.768.611
97.257.563
86.243.266
228.844
2.769-178 1.813.472 1.812.089 1.818.251
Statistiekrecht

…………

Accijns op geslacht

– .
-.
615.136 7.359.919 6.335.828
411.260
2.203.476
1.950.395

Accijns op zout ………..73.684

Accijns op gedistili.

.
..
3.220.819
28.454.092
27.774.081
.
7.814.709
7.166.667

Accijns op wijn

……….

Accijns op suiker
.
. ….
5084.845
55.298.709 53.189.265
Accijns op bier

………617.753

2.926.121
.
35.336.082
33.810.110
Accijns op tabak

…….
Bel. op gouden en zilverw.
54.040 571.390 499.568

Omzetbelasting

……….
6.864.061
74.159.914
62.273.730

Couponbelasting

…….428.894
6.321.637
5.856.991

Recht. en boeten v. zegel
1
2.035.938
932.561.391
19.844.542

Recht. en boet. v. registr.
1.703.518
16.646.764
9.760.293

Recht, en boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden

en

v.

schenking
4.660.848 45.030.185 38.057.595

Opbrengst d. loodsgelden
88.113 860.794
635.890

Totalen….
37.605.231
436.835.901 370.925.388

9
Hieronder begrepen
wegens zegelrecht
van
nota’s van
makelaars en commissionnairs
in
effecten, enz.
f
866.671

(Beursbel.).
2)
Id.
f
8.963.139.

(3′
hoofdsom
+ 20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw

de eigendommen.)
Inkomstenbelasting
Verinogensbelasting
Verdedigingsbel. 1 ………
Belasting v. d. doode hand
Divid.- en tantièmebelasting.
Rechten op den invoer ……
Statistiekrecht
Accijns op zout …………
Accijns op geslacht ……..
Accijns op wijn
Accijns op gedistilleerd .
Accijns op bier …………
Accijns op suiker ……….
Accijns op tabak ………..
Belast, op gouden en zilverw.
Omzetbelasting …………
Couponbelasting ………..
Rechten en boeten van zegel Rechten en boeten v. registr.
Rechten en boeten v. succes- sie, v. overgang bij overlij-
den en v. schenking …..
Opbrengst der loodsgelden

Totalen….

Grondbelasting (veertig ten hon-
derd van de hoofdsom wegens
gebouwde eigendommen en vijf
en twintig ten honderd van de
hoofdsom wegens ongebouwde
eigendommen)
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsom naar
den eersten, tweeden en derden
grondslag) ……………..
Gemeentefondsbelasting (vijf en
twintig opcenten op de hoofd-

10.000.0001

9.370.121

21.000.0001 19.148.805

OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSSUBSIDIEFONDS.

Zuiver bedrag
Dienst 1937

Bedrag van kohieren tot en
raming

met de maand
Dec. 1937

1
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.
1
Vermogensbelasting

(twee

en
14.000.000 13.953.805


Dec- 1937
1937
1936

1 1

som)

…………………….

twintig opeenten op de hoofd-
2.025.000 2.316.596
Motorrijtuigenbelasting
1.243.6961
21.923.0091
20.983.122

1
[nkomstenbelasting

(tien opcen-
13725I
7.728.458 7.632.455

1

som)

…………………….

4.500.000 4.314.735
Rijwielbelasting ……….

Totalen ……….
l.257.42ij
29.651.4671
28.615.577

ten op de hoofdsom)

……….

Totalen ……
.
51.525.000
49.104.062

AANVOER VAN.GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

Rotterdam
II

Amsterdam
II

Totaal
Artikelen

16-22Jan.

1938
Sedert
1Jan.
1938
Overeenk.
tijdvak
1
937
16-22 Jan.


1938
Sedert
1Jan.
1938
Overeenk.
tijdvak
I937
1
38
1937

Tarwe

…………….
10.542 60.202
70.505-


292 60.202
70.797
2.730 9.514
29.164


47
9.514 29.211
550
1.000
1.053

.



1.000
1.053

Maïs………………
113.971
68.285
7.961
13.182 13.688 127.153
81.973

Rogge

……………….

19.229
35.732 510
1.490
2.834 20.719 38.566

Boekweit ……………….

Haver

……………..

39.
.001

11.027
24.411
14.561

1.036
2.090 25.447
16.651
Gerst

………………6.935

3.550 8.790
11.851
2.508
10.131
10.464 18.921
22.315.
Lijnzaad

……………
Lijokoek

……………
400 3.850 3.100



3.850
3.100
Tarwemeel

………….
775
3.543
2.855
411
1.511
425
5.054
3.280
Andere meelsoorten ..
1.260 2.925
3:653
113
338

3.263
3.653

26 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

71

STATISTIEKEN;

BAN 1D1SCONT(Y.

NedD15CW1858Z

3Dec.’36
Lissabon

. . .
.411 Aug.’37
Londen ……2
30Juni’32
BkBel.Bm11ff.
jVrsch.inR.C.
24

3Dec.’36
Madrid

5

9Juli’35
24

3Dec.’36
……
Athene ……….
6

4 Jan.’37
N.-YorkF.R.B.1
26Aug.’37
Batavia

……..
3
14 Jan. ’37
Oslo

……..
34
5Jan.’38
Belgrado ……..
5

1Febr.’35
Parijs

……
3
12Nov.’37
Berlijn ……….
4
22Sept.’32
Praag

……
3

1Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria
.. .34
15Mei’33
Brussel ……….
2

16 Mei
’35
Rome ……..
44
18Mei’36
Boedapest

……
4
28Aug.’35
Stockholm
.
.24

1Dec.’33
Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig

……..
4

2Jan.’37
Weenen ……
34
10Juli’35
aelsingfors ……
4

3Dec.’34
Warschau
….44
18Dec.’37
Kopenhagen

….
4

19Nov.’36
Zwits. Nat. Bk.14 25Nov.’36

OPEN MARKT.

1938

2217122

10115

318
Jan.

Jan.

Jan.

Jan.

1937

18123
Jan.

1936

20/25
Jan.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
11
4

114

11
4

11
4
11
3
_9(
5

171
S
_211
4

3
1
1
3
1
Prolong.
’12
‘h
113
1
12
1
2
1
14
2114-31’4

Londen
Dageld.
.
1
12-1
1
121
1
12_1
1
13..1
112-1
1121
1
3
14-2
Partic. disc.
171
33
.91
35
17 31118
132

116
17133_O1’19
171
33
_91
35

17131_9115

411
4
_31
4

Berlijn

Daggeld
.
2
5
18-
7
18
2
5
js-3’I
23(
4
31/5
211-351
2
1
12
2-3

Maandgeld
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
/4-3
2
3
14-3
2
3
14-3

Part, disc.
2
7
19
2
7
/8
2
7
18
2
7
/8
3 3
2
1
18-
1
12
Warenw…
4_11
411
2

4_11
4_11
4..11
4.11
4

New York
Daggeld
1)
1 1
1 1
1
3/
4

Partic.dlsc.
112
11
1/
3

1
12
51

1
5
116

1)
Koers van 21 Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vn dag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
)
*)
*)
)
6)
1)

18 Jan. 1938
1.79%
8.97%
72.32
6.03
30.37
100%
19

,,

1938
1.79%
8.97%
72.30
6.03%
30.37
100%
20

,,

1938
1.79y
16
8.97%
72.30
6.04
30.41
100%
21

,,

1938
1.7934
8.97
72.29 5.94
30.34
100% 22

1938
1.79%
8.97
72.30
5.97
30.35
1003.(
24

1938
1.79%
8.963.1
72.27
5.98%
30.33
100%
Laagste d.w
1
)
1.79%
8.96%
72.25
5.90 30.30
100
hoogste d.wl)
1.79%
8.97%
72.40
6.10
30.41
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100

D ata
Zwit-
ser
land
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
6)
1
rest
1)
6*) 6*)

18 Jan. 1938
41.48

6.30



19

,,

1938
41.46%

6.30



20

,,

1938
41.48%

6.30



21

1938
41.46

6.30
– –

22

1938
41.47

6.30



24

1938
41.46%
34._
6.30
1.34 9.47

Laagste d.wl)
41.44

6.28

9.40

Hoogste d.wl)
41.50
34.-
6.33
1.34
9.50
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52

D a
‘2
Stock-
Kopen-
1


s

)
Hel-
Buenos-
Mon-
holm*)
hagen)
fors
Aires’)
treal’)

18 Jan. 1938
46.25
40.074
45.10
3.97
52% 1.79%
19

,,

1938
46.25
40.074 45.10
3.97
52%
1.79%
20

,,

1938
46.25
40.074 45.10
3.97 52%
1.79%
21

,,

1938
46.25 40.05
45.074
3.97
52%
1.79%
22

,,

1938
46.25
40.05 45.07
3.97
52%
1.79%
24

,,

1938
46.25
40.05
45.074
3.97 52%
1.79%
Laagste d.w’)
46.15
40.- 45.-
3.95
52%
1.79%
Hoogste d.w
1
1
46.30
40.10
45.124
4.-
53
1.79%
Muntpariteit
66.671 66.671 66.871
6.266/
95%

1
2.1878
S)
Noteering te Amsterdam. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
Iii ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
Londen
($
per

)
Parijs
($
p.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
1
Amsterdam
($ p. 100 gld.)

18 Jan.

19381
4,99% 3,34%
40,27%
55,71
19

,,

1938
4,99%
3,36%
40,29
55,73
20

,,

1938
4,99%
3,33%
.40,2834
55,71%
21

,,

1938
4
,
9
9
j1
3,31%
40,28
55,72
22

,,

1938
4,99%
3,32%
40,28
55,74
24

,,

1938
4,99′
3,32%
40,28 55,74

25 Jan.

1937
4,911/2
4,67
40,23 54,76
Muntpariteit..
4,86 3,90% 23,81%
40%

KOERSEN ,TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
8Jan.
1938
15ja,.
1938
l7i2
2

Jan.
1938
LaagsteHoogsfe

22Jan.
1938

Alexandrië..
Piast. p.
97%
97%
97%
97%
97%
Athene

….
Dr. p. £
547% 547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1/10k
1110k
1110
T
9

1110
Budapest

..
Pen. p. £
95% 25%
24%
25%
253.
BuenosAires’
p.pesop.
17.05
17.044
17.01
17.08
17.04
Calcutta
. .
..
Sh. p. rup.
116%
1/6%
116
2
1
116
5
133

1/6%
Istanbul

..
Piast.p.c
619
619 619 610
619
Hongkong ..
Sh,
p. $
113
113
112%
1/334
113
Sh.
p.
yen
112 112
1/1s’/,,
112
11
32

112
Lissabon….
Escu. p. £
110%
110%
110 110%
11094′
Mexico

….
$per
18
18
17% 18%
18
Montevideo .
d.perA
25
24%
24
25% 24%

Kobe

…….

Montreal

..
$
per £
5.00%
4.99%
4.99%
5.00%
4.99%
Rio d. Janeiro
d. per Mil.
2171
33
3)
2% 2%
2%
2%
Shanghai

..
Sh. p. $
112%
1/2%
112
112%
112%
Singapore ..
id. p. $
214
6
1
33

2/4
5
1
33

2/4% 2/4%
214
5
1
3

Valparaiso
2).
$
per £
125
125
125
125 125
Warschau
..
Zl. p. £
26% 26%
26%
26% 26%
1)
Offic. not.

15
laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936 16.12.
2)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste

export” noteering.
3) 7 Jan.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York
2
)
Londen
18 Jan. 1938.. 20%
44%
18 Jan. 1938….

139174
19

,,

1938..

20% 44%
19

,,

1938….

139174
20

,,

1938.. 20%
44%
20

,,

1938….

139174
21

,,

1938..

20
44%
21

,,

1938….

13918
22

1938.. 20

22

,,

1938….

139174
21

1938..

20
44%
24

,,

1938….

139174

25 Jan. 1937..
20K8

44%
25 Jan.

1937….

141194

27 Juli

1914.. 24
1
%
59
27 Juli

1914….

84110%
I)in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silverin

c.p.oz.fine.
3)
in sh.p.oz.fine

STAND VAN ‘e
RIJKS KAS.
Vorderingen.

1
15Jan.1938

1
22Jan.1938 Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
fl81.283.665,66
f186.109.684,08
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

39.353,63
,,

157.790,32
derlandsche Bank ……………….

Voorschotten op uIt. December 1937
a(d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem. fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting


,,

35.236.302,36
Idem aan Suriname………………,
12.548247,49
.
,,

12.586.438,26
Kasvord.weg. credietverst. ajh. bultenl.
,,

01.740.555,07
,,
101.864 983,42

Voorschotten aan Ned.-lndië ………..33.234.189,86

Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen

,,

44.930.380,51

.

46.810.155,34
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.’)…


Vord. op andere Staatsbedrijven 1)….
,,

5.963.904,95 6.551.552,23
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooI verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in Omloop ………
f234.764.000,- f234.389.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……
91.700.000.-
,,

91.700.000,-
1.098.991.50
,,

1.098.301,50
Schuld op ultimo December 1937 a(d.

.

gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.

Zllverbons in Omloop ……………….

pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die

bel, en op de vermogensbelasting ..
,

7.530.074,79
,,

7.530.074,79
,,

1.370.574,70
,,

1.310.796,69
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf. 1)
,,

27.036.234,52

27.050.265,88
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) …
,,
163.834.992,20
,,
166.916.417,80

Schuld aan Curaçao’) ……………..


,,

19.500.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
1) ……..

255.169.561,19
251.687.938,22
Id. aan diverse inste1linen
1)
………..
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1

IS
Jan. 1938
1

22 Jan. 1938
Vorderingen
1)

f

1.861.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
f

200.000,-

118.000,-
Verplichtingen:

Saldo Javasche Bank ………………..

Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell
,,

33.234.000,-

35.236.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
13.500.000,-
,,

13.500.000,-
,,

5.000.000,-

5.000.000,-
.-1
Schuld aan het Nednd. Muntfonds.

540.000,-
,,

552.000,-
Schatkistbiljetten in omloop
……….

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
871.000,-

..

1.033.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
,,

730.000,-
,,

730.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

,,

1.648.000,-

1) Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas f 27.207.000,-.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
‘f/
,”

t
Andere
1
oiselschb.
schulden
Discont.

24 Dec.

1937..
1

844
1

1.113
501
606
1.328
18

,,

1937..
1

840
1.023
545 609 1.402
11

1937..
1

843
1

1.064
610
607
1.422
4

1937..
1

841
1.226
600
606 1.438
27
Nov.

1937..
1

842
1

1.223
571
614
1.436

1 Juli

1914..
645
1.100
560
735 396
1) Sluitp. der activa.

72

GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN’GENO


GERST
6516 kg

MAIS
ROGGE
.TARWE
-:BIJRMA RIJST
BOTER per kg.
KAAS
Edammer
EIEREN
.
Russische
Rotterdam per2000 kg.
l4kgRussi

Rotterdam
per 100 kg.

Loonzein maar
Gem. noi
.
.
e

ing
1

J5
1
t
1
SC
e
,
oco

T
Rottrdam
e

c

t

t
0
b
.

0
RangoonlBassein
eeuwar-
der Comm.
c


zJ-
F b k a
termijr
T
Plata
PIat

1)
E.-S. B.
V.
5
Jan. f1.
Rotterdam
per2000 kg.
noeer.op
1 of 2 mnd.

ocoprijs
per. 00

g.

i
c
2 mnd.
ocoprijs

HerhNed.Ct.j

Not.
°
eering
Centr.
gn
per 50 kg.

RoefoT
S

f
%
f
%
f
%
f
%

f
%
f
%
1
%
sh.
f
%
f
f
%•J
%
1927 1928
237,-
110,2
171,50
89,3

176,-
87,1
12,475
102,5

13,825
110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
111311
4

2,03 98,4

43,30
95,0
7,96
99 228,50
106,2
208,50
108,6 226,-
111,9
3,15
108,1

12,575
100,1
13,475
99,9
6,43
98,4
10!714

2,11
1023

48,05
105,4
7,99
99
1929 179,75
83,6
196,-
102,1

204,-
101,0
10,87
5

89,4

11,27
5

89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
1016
2,05 99,4

45,40
99,6
8,11
101
1930 111,75
52,0
118,50
61,7

136,75
67,7
6,22
5

51,2

8,27
5

65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
815
1,66
80,5

38,45
84,4 6,72
83
1931
z
107,25
49.9
78,25
40,8
84,50
41,8
4,55 37,4

4,65 37,0 5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9

31,30
68,7 5,35
66
1932
u
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2
4,62
5

38,0

4,70
37,4
5225
38,7 2,59
39,6
51 l’I
0,94
45,6

22,70
49,8
4,14
51
1933

70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9 3,55
29,3

3,75 29,9 5,02
5

37,2
1,84
28,2
4151/2

0,61
29,6 0,96
20,20
44,3
3,71
46
1934
75,75 35,2
6475
33,7
70,75 35,0
3,32
5

27,3

3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
417314

0,45
21,8
1,-
18,70
41,0
3,45
43
1935
Ln
68,-
31,6
56,-
29,2
61,25
303
3,07
5

25,3

3,87
5

30,9
4,12
5

30,6
2,07 31,7
518
1
12
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20
39 1936
86,-
40,0 74,50
38,8
74,-
36,6
4,27
5

35,1

5,75
‘45,8
6,275
46,5 2,19
335
517
1
12
0,58
28,1
0,885
17,55
38,5 3,50
43
1937
137,75
640
105,75
55,1

1
1 1,-
55,0
8,95
‘73,6

8,02
5

63,9 8,92
5

66,2
2,70
41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19,75
43,3
3,96
49
0

Jan.

1937
Febr
Z
132,-
61,4 99,75
52,0
9750
48,3
7,975

65,5

8,07
5

64,3
8,40
62,3
2,74 41,9
61111
2

0,66
32,0
0,85
17,075
37,5 3,45
43
,
ç
129,-
60,0
102,-
53,1

100,50
49,8.
8,72
5

71,7

7,925
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1
5110’14
0,69 33,4
0,80
18,75
41,1
3,81 47
Maart 133,-
61,8
104,25
54,3

106,-
525
9,02
5

74,2

8,725
69,5
9,15 67,8
2,57
39,3
519
0,68 33,0
0,80
18,82
5

41,3 3,86
48
April
IL1
149,75
69,6
110,75
57,7

115,-
56,9
10,-
82,2

9,40
749
10,175
75,4 2,72 41,6
6(-
3
14
0,69
33,4
0,80
16,45
36,1
3,05
38
Mei
14450
67,2
107,-
55,7

110,-
54,5
10,-
82,2

8,925
71,1
9,72
5

72,1
2,64
40,4
5110
112
0,71
34,5
0,72
5
17,32
5

38,0
2,89
36
((1)
148,75
69,2
99,-1
51,6

105,-
52,0
10,15
83,4

7,525
Juni

,,

59,9
8,95 66,3
263
40,3 5110/4
0,74 35,9
0,70
19,82
5

43,5
2,98
37
Juli


149,25
69,4
108,25
56,4

lii,-
55,0 9,85
81,0
.

8,57
5

68,3
9,975

73,9
2,68 41,0
5(11
1
14
0,77
37,4
068
20,15
44,2
3,74
46
Aug.
13650
63,5
106,50
55,5

1
12,-
55,4 9,30
76,4

7,82
5

62,3
9225
68,4
2,86
43,8
614
0,78 37,9
0,64
21,50
47,2
3,84
47
Sept.
iu
129,50
60,2
107
,-
55,7

122,-
60,4
9,225
75,8

7,55
60,1
8,52
5

63,2 2,96
45,3
6j7
0,85
41,3
0,52
5

21,-
46,1
469
58
Oct.

,,
0
13625
63,3
109,–
56,8

114,75
56,8 8,57
5

70,5

7,62
5

60,7
8,50 63,0
2,96 45,3
6j7
1
14
1,-
48,5
0,42
23,

50,5 4,99
62
Nov.
>
133,50
62,1
106,25
55,3

1
16,-
57,4
7,225
59,4

7,10
56,5 8,125
60,2 2,53
38,7
51712
0,96 46,6 0,46 22,20
48,7
.
4,99
62
Dec.
130,25
60,6
1 10,-
57,3

120,75
59,8
7,30
60,0

7,05
56,1
8,025
59,5 2,43 37,2
515
0,84
40,8
0,60 20,80 45,6 5,24
65
28 Dec.-4Jan.
133,50
62,1
116,25
60,5

132,-
65,4
7,42
5

61,0

7,25
57,7
8,10
60,0
2,41
36,9
5/4
1
(2
083
40,3
0,60
20,50 45,0
5,15
64
4-11 Jan. ’38
13850
64,4
116-
60,4

137-
67,8
7,67
5

63,1

7,475

59,5 8,60 63,8
2,36
36,1
513
0,80 38,8
0,60
21,25 46,6
4,40
54
11-18

.,
138,50
64,4
114,25
59,5

134,50
66,6
7,775

63,9

7,55
1

60,1
8,60
63,8
2,30
35,2
511112
0,81
39,3
0,60
21,50
47,2
4,25
53
18-25

•,

,,
137,50
63,9
113,-1
58,9

133,-
65,8
7,72
5
1
63,5

7,57
5
1
603
8,50
63,0.

2,35 36,0
513
0,81
39,3
0,60
21,50
47,2
3,45
43

,-

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,First Marks”
olie gekamd;Ioco Bradford perlb.
13/14 Dernier
Stand. Ribbed Middling Upland
SuperFinP
c.i.f. Londen
loco
Oomra
wit Or. D. te
Smoked Sheet:
Crossbred Colonial
.
per Eng. ton
New York per Ib.
Liverpool per Ib.
Carded 50’s Av.
Merino 64
,

v.
New York per Ib.
loco Londen p.l

Herl.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.

Herl.Ned.Ct.I
Not.
f1erl.Nd.Ct.
Not.
HerI.NedCt.
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Nc
1
%
f
ctS.
%

$ctS.
cts.
%

pence
cts.
%
pence
cts.
%
pence
f
%
$
cts.
%
per
1927
442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1 17,60
36,7
102,1
7,27 133,8
96,8
26,50 244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
544
93
140,2
18,
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20.-
37,9
105,5
7,51
153,8

111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,
929
395.49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2
92,4 6,59
1272
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9 4,93
52
78,4
10,
1930
257,97
603
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8 3,92
81,9
59,2
16,25
134,8
57,7 26,75
8,50 66,4
3,42
30
45,2
5)
1931
<
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9
4,28
60,9
44,0
13,-
109,0
46,6
23,25
5,97 46,6 2,40
15
22,6
3,
1932
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3 5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,
1933
Z
123,3
30,1
15.1212 17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9 35,4
14,25
96,9
41,5 28,25
3,21
25,1
1,61
11
16,6
3,
1934
115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8 4,37
514
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92
15,0 1,29
19
28,6
6,
1935
ci
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3 5,87 42,2 30,5
14,
84,5
36,2
28,
2,41
18,8 1,63
18
27,1
5,
1936
Ln
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7 5,60
54,3
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
7,’
1931
183,46
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
39,0
55,7 5,34
89,0
64,4
23,75
132,7
56,8 35,50
3,30 25,8
1,865
36 54,3
9,

Jan.

1937
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0
61,2
5,88
88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38, 3,92
30,6
2,14
5

38 57,3
10,
rebr.
169,23
39,5
18.1812
24,0 51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2
35,75
3,53 27,6
1,93
40
60,3
10,
Maart
Z
174,86
40,9
19.911
26,6 56,5
14,45
23,3 64,8
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4 37,25
3,59
28,0
1,96
44
66,3
12,
April

,,
Mei
>
189,96
44,4
21.313
26,0 55,2
14,35
23,1
64,3
6,16 96,5
69,8
25,75
144,9
62,0
38,75
3,56 27,8
1,95
44
66,3
II)
201,20
47,0
22.716
24,3
51,6
13,35
22,7
63,2
6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25
3,25
25,4
1,78
5

38
57,3
10,
Juni
u
86,90
43,7
20.1617
22,9
48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0 37,50
3,28
25,6
1,805
36 54,3
9,
Juli

,,
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8 69,3
25,50
142,2
60,8 37,75
3,42 26,7
1,88
5

34
51,3
9,
Aug.
Sept.

,,
1-

km

188,67
186,01
44,1
43,5
20.1716 20.1413
18,8
16,3
39,9
34,6
10,35
9,-
19,6
17,4
54,5
48,4
5,19
4,64
98,9
94,1
71,5
68,1
26,25 25,25
145,0

131,3
62,0 56,2
38,50
35,-
3,30 3,19
25,8 24,9
1,82
1,76
33 34
49,7
51,3
8)
9
Oct.,
188,16
44,0
20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5 22,50
117,7
50,4
31,50
3,02 23,6
1,67
30
45,2
8,
Nov.
C>
185,91
43,4
20.12110
14,4
30,6 7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5
27,75
2,86
22,3
1,585
27
40,7
7,
Dec.
173,86
40,6
19.7(-
14,9
31,6 8,28
15,5 43,1
4,15
69,5
50,3
18,50
140,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,50
5

28
42,2
7,
28 Dec.-4Jan.
167,23
39,1
18.1216
15,1
32,1
8,38
15,4
42,9
4,12
71,1
51,4
19,-
112,3
48,1
30,-
2,69
21,0
1,49
5

26
39,2
6)
4-11 Jan. ’38
166,18
38,8
18.10/-
15,6
33,1
8,69
15,9
44,2
4,25
69,2
50,0
18,50
105,7
45,2
28,25
2,60
20,3
1,45
26
39,2
7,-
11-18,,
170,55
39,9
19.-j-
15,5
329
8,60
16,2
45,1
4,34
67,3
48,7
18,-
100,0
42,8
26,75
2,73
21,3
1,52
27
40,7
7,
18-25
169,33
39,6
18.1716

15,4
32,7
8,60
15,8
44,0
4,22
67,3
48,7
18,-
100,0
42,8
26,75
2,71
21,2
1,505
27
40,7
7,

KOPER
LOOD
TIN IJZER
GIETERIJ-IJZER
ZINK
ZILVER
Standaard
gem. prompt en
1.

nd

ii
Cleveland No. 3
(Lux
III)
gem. prompt en
cash Londen
Loco Londen 1ev. 3 maanden
°
En
°

P
r

g. tn
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
per Eng. ton
Londen per Eng.ton
per
s
Eng, ton
f.o.b. Antwerpen
Londen
p.
Eng. ton
Ounce
Herl.Ned.Ct.
Not.
H
Not.
FIerl.Ned.Ct.I

Not.
I

ierl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.

Not.
Herl.Ned.Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct.
Nc
%
£
/
%
£
f
%
£
f
%
r
%
/
%
£
ds.
%
1peil
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416
345,40
108,8
28.9111
132
101,5
26′
1928
1929
771,20
98,1
63.1419
256,15 92,2
21.314
2749,50 94,6
227.418 39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135
103,8
26
3

.
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4111
2465,65 84,8
2O3.18!lO
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80 94,8
24.1718
123
94,6
24′
1930
.
661,10
84,1
54.13
1
7
218,70 78,8
18.1
1
5
1716,20
59,1
141.19
1
1
40,50
96,1
67
1

35,95
91,0
59
1
6
203,55
64,
1

16.16
1
9
89
68,5
17′
1931
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-/7
1332,55
45,9
118.9/1
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
145
1932
275,75
35,1
31.14/8
104,60
37,7 12.-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
51/1
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17
1933
Q
268,40
34,1
32.11
1
4
97,25
35,0
11.16/1
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62
1

21,-
53,1
51
1

129,80
40,9
15.14/11
62
47,7
18′
1934
226,80 28,8
30.615
82,65
29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66
50,8
21′
1935
230,95 29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
561- 102,65
32,3
14.316
87
66,9
28′
1936
tz
298,75
38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
731-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.19/7
65
50,0
20′
1937
0
488,55
62,1
54.813
208,95
75,3
23.516
2176,70 74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75
57,7
20′

Jan.

1937
461,70
58,7
51.10
1
8
244,05
87,9
27.4
1
10
2060,25 70,9
229.18
1
9 36,30
86,2
81
1

34,20
86,5 76
1
4
188,60
59,4
21.-/1
1

78
60,0
20′
Febr.
,,
Maart

Z
522,10
66,4
58.7
1
2
248,-
89,3 27.14
1
4
2080,65 71,6
232.11
1
3
36,25
86,0
8
1
/-
34,75
87,9
77
1
6
219,45 69,2
24.10
1
8
75
57,7
20′
638,40
81,2
71.9
1
6
292,95
105,5
32.16
1

2498,25
86,0
279.14
1

36,15
85,8
81
1

48,20
122,0
108
1
1
289,65 91,3
32.8
1
8
77
59,2
20′
April

,,
z
559,70
71,2 62.716
235,50
84,8
26.4110
2404,95
82,8
268.-/-
36,35
86,3
811-
54,25
137,3
120111
238,65
75,2
26.615
78
60,0
20′
Mei

545,95
69,4 60.151-
214,95
77,4
23.1815
2256,45 77,6
251.21-
36,40
86,4
811-
59,65
150,9
13219
209,35
66,0
23.5111
76
58,5
20
5

Juni

,,
>
499,70
63,6
55.13
1
5
205,40
74,0
22.17
1
8
2245,10
77,3
250.2
1
6
36,35
86,3
81
1

60,60
153,3
135
1


194,55
61,3
21.13
1
5
75
57,7 20
Juli

,,
Z
510,10
64,9
56.11
1
3
213,70
77,0
23.13/11 2365,20
81,4
262.5
1

45,55
108,1
101

59,60
150,8
132
1
6
205,75
64,8
22.13
1
6
75
57,7
20
Aug.

,,
517,55
65,8
57.6
1

205,25
73,9
22.14
1
6
2388,50 82,2
264.9
1

45,60
108,2
101
1

48,60
123,0 109
1

215,35
67,9
23.16
1
8
75 57,7
19′
Sept.

,,
D.
474,25
60,3
52.15(11 187,55
67,5
20.17/8
2323,10 79,9
258.12/6
45,35
107,6
1011-
44,65
113,0
99
1
5
191,80
60,4 21.7/1
74
56,9
19
7

Oct.

,,
Nov.
413,15
52,5
46.1
1
11
164,80
59,4
18.7
1
8
2036,85
70,1
227.5
1

45,25
107,4
101/-
42,30
107,0
94/5
162,05
51,1
18.1/7 75
57,7
20
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,80
59,4
191.141-
46,85
111,2
1041-
39,85
100,8
8815
143,20
45,1
15.17111
74
56,9
19′
Dec.

,,
362,70
46,1
40.712
144,90
52,2
16.216
1734,45
59,7
193.-/-
49,-
116,3
109
1

38,80
98,2
86
1
4
139,-
43,8
15.9
1
5
70
53,8
18
5

28 Dec.-4 Jan.
Z

354,30
45,1
39.8
1
9
136,75
49,2
15.4/5


1628,30
56,0
181.5/-
48,95
116,2
109
1

38,40 97,2
85
1
6
131,40
41,4
14.12
1
6
72 55,4 19′
4
11
Jan.’
38

382,75
48,7
42.12
1
6
149,05
53,7
16.11/11
1668,05
57,4
185.15/-
48,95
116,2
109-
35,90
90.8 801-
138,65
43,7
15.8,9
73
56,2
19
9

11-18

.,

,,
393,70
50,1
43.17
1
6
152,30
54,8
16.19i5
1691,55
58,2
188.10
1

48,90
116,1
109
1

35,90
90,8 80
1

139,65
44,0 15.11/3
75
57,7
19′ 18-25

,,

,,
359,30
45,7
40.113
139,90
50,4
15.11/11 1621,10
55,8
180.151-
48,90
116,1
1091-
35,90
90,8
80-
130,05
41,0
14.101-
75 57,7 20

)DELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 = 100).

73

GE-
SLACHT.E
RUNDEREN
(versch)
oer 100 kg

GE-
SLACHTE
VARKENS
(versch)
oer 100kg

DEENSCH
BACON
middelgew. No. 1
Londen per cwt.

.
BEVROREN
ARG. RUND-
VLEESCH
Londen per 8 lbs.


CACAO G.F.
Accra per 50 kg
c.ï.f.
Nederland
_______________

KOFFIE
Loc6 R’dam(A’dam
per
1
12
kg.

SUIKER
Witte krist.- suiker loco
Rotterdam/
Amsterdam

THEE
N.-Ind thee-
veilino A’dam
Gem.Tava-
en
Sumatrathee

11

2
Robusta
Superior Rotterdam
Rotterdam
HerI. Ned.Ct.I Not.
HerI. Ned.Ct.I Not. HerI. Ned.Ct.I Not.
Santos
per 100 kg.
per’!s kg.
7.f%f%sh.f.
%
sh.
%
sh.
cts.
%
ets.
%
/
%
ets.
%
1927




65,15
97,8
1(Y716
2,73
92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5

95,5
54,10
91,4
19,12
5

119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
5/-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3
15,85
99,1
75,25
99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5
109,2 67,81
101,8 112/2
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
.813
69,25
91,4
94,1
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
94/7
2,97
100,3 4/11
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4 9,60
60:0

60,75
80:2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
82,4
414
13,84
40,1 2417
25
50,9 27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4
37,50
44,0
25,46
38,2
5811
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,325
39,6
28,25 37,3
43,0
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
2110
43,0
22,83 38,6
5,325
34,5
32,75
43,2
37,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7
32,94
49,5
8811
1,42
48,0
319112
8,15 23,6
21110 16:80

34,2 28,7
18,40
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8 34,9
1935 1936
48,125 53,425 50,8
56,4
51,62
5

48,60
60,5 57,0
32,-
36,37
48,1
54,6
8815
9316 1,19 1,48
40,2
50,0
3131
3/9
1
(
8,15
12,05
23,6
34,9
2216
3014
14,10
13,62
5

27,8
15,21
16,87
5

25,7
28,5
3,85 4,02
5

24,1
25,2
34,50
40
45,5 52,8
32,5 39,2
1937
71,275
75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
94/1
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9 22,375 37,8
6,225
38,9
53,50
70,6 53,6

1fl.

1937
64,60 68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
611
4/-
1
/2
24,50
71,0
5418
16,75
34,1
22,12
5

37,4
5,575

34,9
50,50
6,7
52,0
ebr,
64,175
67,8
53,32
5

62,5
38,49
57,8
86/-
1,80
60,8
41
1
14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2
24
40,6 5,72
5

35,8
53,50
70,6 52,4
Laart

,,
66,15
69,9
54,825
64,3
39,83
59,8
8912 1,67
56,4
318314
23,-
66,7
5116
18
36,7
23,80
40,2
6,10
38,1
55
72,6 53,7
pril

,,
71,-
75,0
56,25
65,9
42,32
63.6
9413
1,72
58,1
3110
20,83
60,3
4615
17,87
5

36,4 23,375 39,5 6,125
38,3 54,25
7.1,6
54,4
Lei

,,
73,325
77,4 56,75
66,5
42,71
64,1
95f-

1,90
64,2
4(2
3
(4
17,30
50,1
38/6
17,50
35,7
23
38,9 6,07
5

38,0 55
72,6
53,6
mi

,,
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88110
2,04
68,9
4/6
1
/
15,66
45,4
34111
17,50
35,7
23
38,9
6,52
5

40,8 50,50 66,7
52,1
, li

,
78,45 82,8
60,85
71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
414
1
/2
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23
38,9
6,57
5

41,1
55
72,6
55,1
ug.

,,

.
77,87
5

82,2
67,87
5

79,6
46,32
69,6
10216
2,13 72,0
4/8
1
(
17,61
51,0
39/-
17
34,6
23
38,9 6,50 40,6 54,75 72,3
55,3
ept.

,,
72,42
5

76,5
69,20
81,1
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4(4
1
(
15,97
46,3
3517
16,75
34,1
23
38,9
6,325 39,6 56 73,9
55,1
et.
69,97
5

73,7
70,20 82,3
43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
28/-
15,75
32,1
22,875
38,7
6,40
40,0
55,25
72,9 55,0
0v.
68,17
5

72,0 72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016 1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20
33,8
6,42
5

40,2 53,75
71,0
52,2
ee.

,,
68,95 72,8
72,15
84,6
43,23
64,9
96/2
1,92
64,9
4/3
1
/
11,07
32,1
2418
13.
26,5
17,25
29,2
6;40
40,0
47,75
63,0
51,0
ec.-4Jan.
68,-
71,8
72,-
84,4
44,92
67,5
1001- 1,87
63,2
412
10,90
31,6
2413
13
26,5
16,50
27,9
6,375

39,9 47,50
62,7
51,4
1Jan.’38
73,30
77,4
72,-
84,4
44,92
67,5
100/-
1,95
65,9 4,4
11,46
33,2
2516
13
26,5
16
27,0 6,25
39,1
47,50
62,7 51,3
8

,,

,,
70,-
73,9
71,-
83,2
43,09
64,7
96/-
1,91
64,5
413
13,02
37,7
29!-
13
.
26,5
16
27,0 6,25
39,1
50,-
66,0
1
51,5
5

,,
70,-
73,9 69,50 81,5
43,07
64,7
96j-
1,94
65,5
414
12,45
36,1
2719
13
26,5
16
27,0 6,125
38,3
50,-
66,0
50,1

GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
teerd 2
1
/s X 7
per standaard

VUREN-
HOUT
basis 7″
f.o.b.
Zweden(Finh.
perstandaard
van 4.672 M.

KOE- HUIDEN
Gaaf,openkop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam

COPRA
Ned.-Ind.
t. m.s.
per 100kg
Amsterdam

GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
eLf.
Londen
________________
_____________________

L1JNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1000 kg.
1)

GOUD


cash Londen
per ounce line
______

__________________

HerI.Ned.Ct.I

Not.

I.
I

I

a.o
a

.

u

Hen. Ned. Ct.

Not,
HerI. Ned. Ct.

Not,

7

T

%
T
%
T
%
T

X
ƒ
%.
5h.
1927
230,28
100,1
19.-/-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5

106,5
266,03
1105,4
21.18111
185,-
95,0 51,50
100,1
85/-
105,3
104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10 1101,6
21..!-
185,25
95,1
51,45
100,0
85/-
102,0 100,2
94.6
1929 229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5

89,4 230,16
1

92,0
19.-19
214,-
109,9
51,40 99,9
85/-
92,1
95,4
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3 22,625
73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
85/-
69,6
75,3
60,0
1931
187,88
81,7
16.141-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
92/5
47,6
54,2
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-/4
70,-
35,9 51,25
99,6
1181- 35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30 30,4
90,39
36,1
10.1914
75,50
38,8
51,35 99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.18(4
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75 37,3 51,50
100,1 13718
31,8 31,4
36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3 9,15 29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1
142(2
32,2 31,3
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6 54,60
106,1 14014
39,0
42,3
40,7
1937
205,35
89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,22
5

49,7
127,81
51,1
14.4/8
110,50
56,8
63,20
122,8
14019
53,4 57,9
58,3

in.

1937
181,-
78,7 20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5

67,3
145,04
58,0
16.319
102,75
52,8 63,45
123,3
14118
55,1
56,3
58,5
ebr.

,,
187,95
81,7
21.-(-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151-
99,25
51,0
63,60
123,6
14211
54,1 51,1
59,5
Laart
201,94
87,8
22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.81-
106,75
54,8 63,60
123,6
14214
57,5
61,6
64,8
pril

,,
208,79
90,8
23.51-
135,-
88,4
28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
114,50
58,8
63,45
123,3
14115
59,3
60,5
63,6
ei

.
211,29 91,9 23.101-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
‘48,8
127,60
51,0
14.41-
112,50
57,8
63,15
122,7
14018
56,7
60,3
58,2
mi

,,
211,01
91,8
2310f-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,32
5

46,8
130,85
52,3
14.1117
110,50
56,7 63,10
122,6
140174
54,8
59,1
56,1
ili

,,
212,-
92,2 23.101-
136,25
89,5

59,9
14,52
5

47,4
137,65
55,0
15.514
113,-
58,1
63,15
122,7 1401-
55,2 60,3
56,3
ug.,,
212,40
92,4
23.10/-
135,-
88,4

62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14.-/6
115,-
59,1
63,05
122,5
13917
53,1 59,2
55,3
ept.

,,
211,08
91,8
23.10/-
135,–
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,4
51,9
55,3
210,65
91,6 23.101-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122,4
140(6
50,4
58,2
51,2
0v.


209,46
91,1
23.51-
132,50
86,8

44,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7
53,3
46,7
cc.

,,
206,69
89,9
23.-!-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,37
5

40,4
105,31
.42,1
11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
51,9
46,3
ee.-4Jan.
206,63
89,9
23.-!-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,125
39,6
103,31
41,3
11.101- 107,50
55,2
62,60
121,7
139,5
44,3
51,8
44,2
1Jan.’38
204,38
88,9
22.15!-
122,50
80,2

47,4
12,50
40,8
103,27
41,3
11.101-
113,-
58,0
62,75
122,0
13919
44,9
52,1
44,5
8
204,24
88,8
22151-
122,50
80,2
19,-
47,4
12,-
39,2
102,08
40,8 11.7,6
110,-
56,5
62,70
121,9
139184
44,8
52,3
45,5
5

,,

,,
204,12
88,8
22.151-
122,50
80,2
19,-
47,4
11,375
37,1
96,41
38,5
10.151- 109,25
56,1

1
62,60 121,7
139174
1

44,2
51,4
44,8

STEENKOLEN
Westf./Holl.
PETROLEUM
Mid. Contin, Crude
BENZINE
Gulf Exp. 64166
1
KALK-


SALPETER
ZWAVELZURE
CEMENT
levering bij
ST E EN EN

af fabriek
bunkerk. ongez.
33

33.9° Bé
S.
g.
per
franco schip
AMMONIAK
groote part.
E
binnenmuuni
per
buitenmuur
f.o.b. R’dam/
A’dam
pen
te N.-York p. barrel

1Herl.Ned.Ct.1

U.S. gallon
Ned. per 100kg
franco Schip
Ned. per 100 kg
franco wal
o..i,
0 0
,o’a
0
1000
kg.
bruto
.
Ned. per ton,’)
1000
stuks
100(uks

,
E
Not.
Uerl. Ned.Ct.I

Not.

T

%
“T
“3v”
“ï”

ets.
-‘
-;-
iï;.
“j
“7”
‘5f”
7_
‘T
“5”
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0
14,86
11,48
102,6
11,44
102,5
18,-
99,1
14,50
107,4 18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9
9,98
11,48
102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3
96,5 99,0
1929 11,40
104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50
101,8
’14,-
103,7
21,25
109,4
98,4
95,8
1930 11,35
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
19,50 107,3
12,50
92,6
20,75
106,9
83,7 77,3
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7 54,7
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5 4,83 6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,1
9,25 68,5

15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1 1,14
37,0
0,57 9,24 32,0
4,63
6,18
55,2
.4,63
41,5
12,-
66,1

74,1
12,75
65,7 46,8
40,6
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0,94 7,18
24,8 4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50 63,0
10,50 54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39 45,1
0,94 7,65 26,5
5,18
5,89
52,7
4,81
43,1
12,50
68,8
7,25
53,7
8,75
45,1 47,1
40,3
1936
6,60 60,5
1,63
52,9
1,04
8,86 30,6
5,65
5,70
51,0
4,82
43,2.

60,5 7,50
55,6 9,50 48,9
48,7
44,3
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
38,3
6,10
5,75
51,4
4,97
44,5
11,80
65,0 8,25
61,1
9,75
50,2
66,6 60,6

in.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65
50,5
4,85
43,5
II,-
60,5 7,50
55,6
9,-
46,4 82,5
59,1
ebr.
8,25
75,6
2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70
51,0
.

4,90
43,9
11,85
65,2
7,50
55,6
9,-
46,4
65,0
60,1
aart
8,30
76,0
2,12
68,8
1,16
11,16
38,6 6,10 5,75 51,4 4,95
44,4
11,85
65,2
8,-
59,3 9,25 47,6
14,1
68,6
pnil

,,
8,55
78,3
2,12
68,8
1,16
11,30
39,1
6,18
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
68,6 64,4
ei

,,

82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85
52,3 5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
71,1
64,5
mi
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16 11,48
39,7
6,31
5,85
52,3 5,05
45,3
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50 48,9
70,1
63,1
mli

,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0
6,38
,

5,60
50,1
4,80
43,0
11,85
65,2 8,50
63,0 9,75
50,2 10,5
63,5
ug.
9,-
82,4 2,10
68,0
1,16
11,57
40,0
6,38
5,70
51,0
4,90
43,9
11,85
65,2 8,50
63,0
,

9,75
50,2 68,4
61,7
ept.

,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0
6,38
5,75
51,4
4,95
44,4
11,85
65,2 8,50
63,0
9,75
50,2 65,8 59,7
et.

,,
8,95 82,0 2,10
68,0
1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85′
65,2 8,50
63,0
10,25
52,8
62,4
56,9
0v.

,,
9,.-
82,4
2,09
67,7
1,16
10,49
36,3
5,82
5,85
52,3 5,05
45,3
11,85
65,2 8,75 64,8
10,50
54,1
.

59,3
54,0
ee.

,,
9,35
85,6
2,09
67,7
1,16
9,60
33,2
5,34
5,95
“53,2
5,15
46,1
11,85
65,2
‘8,75
64,8
10,75
55,4 58,1 52,4
ec.-4 Jan.
9,90 90,7 2,08 67,4
1,16
9,55 33,0
5,31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85
65,2 8,75
64,8
10,75
55,4
58,5
52,0
1Jan.’38
9,90
90,7
.
2,08
67,4
1,16
9,52
32,9
5,31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85
65,2 8,75
64,8
10,75
55,4
59,0 52,6
B

9,90
90,7
,

2,09 67,7
1,16
9,53 33,0
5,31
6,05
54,1
.

5,25
47,0
11,85
65,2 8,75
64,8
10,75
55,4
59,4
52,8
5

,,

,,
9,90
90,7
2,08
67,4
1,16
9,53 33,0
5,31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85
65,2

8,75
64,8
10,75 55,4 58,2

1
51,9

74

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
Januari
1938

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte
Balans
op 24 Januari
1938

Activa.

Binnen!. Wis- (Hfdbk.
f

4.258.272,78

sels, Prom., Bijbnk.
,,

95.333.10
euz.1u ulsC.(
,
.tïg.SCfl.
,,

319.061,1

f
4.672.667,-
Papier o. h. Buiten!, in
disconto

……

Idem eigen portef.

f

5.190.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


Beleeningen

Hfdbk. fl8l.878.789,l7′)
nc1. vrsch.
in rek.-crt.
Bijbnk.

2.764.925,11

op onderp.
Ag.sch.

26.500.354,44

f
211.144.068,72

Op
Effecten ……
f
209.233.026,01
1
)
OpGoederen en Spec.
,,

1.911.042,71

211.144.068,721)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,

Munt, Goud ……
f

1 3.607.470,-
Muntmat., Goud
..
,,1.287.211.445,21

f
1
.
400
.
818
.
915,21

Munt, Zilver, enz.

,,

18.009.324,61
Muntmat., Zilver,,


1.418.828.239,82
2
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,
40.652.995,05
Gebouwen en Meub. der Bank ……..

Diverse

rekeningen ………………
,,
7.354.504,88
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,
10.193.915,19

Passiva

fl.7O2.636.39O,66

Kapitaal ……………………….

f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere

reserve

………………
,,
0.600.000,-
Pensioenfonds

…………………..
,,
11.093.702,94
Bankbiljetten

in omloop …………..

,,
850.778.595,_
Bankassignatiën in

omloop

……….
,,
62 220,50
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
192.568403,20
saldo’s:

Anderen

,,
612.474.977,02

,,
805.043.380,22
Diverse

rekeningen ………………

..

4.719.784,18

f
1.702.636.390,66

Beschikbaar metaalsaldo

….. . ……

f
756.847.945,61
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

1.892.119.865,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
o
ndergebracht

………………..,,

i)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
f
65.883.125,-
2)

Waarvan

in

het buitenland

…………….
………
..65.360.958,11

Voornaamste postcn in duizenden guldens.

Goud
Data
Munt

Muntn,at,

Andere

Beschikb.

Circula (le opeischb.

Metaal-
Dek-
kings
schulden
saldo
perc.

24 Jan.

38 113607
1.287.211
850.779 805 106
756 818
86
17

,,

’38 113607
.1.272.226
860 035 768.549 751.896
86
25 Juli

’14 65.703
96.410 310.437

6.198
43.521
54

Data
bedrag
promessen
B



e ee
rupier
op het
LJ1VCSC
reke-
disconto’s
_
rechtstreeks
_
nin
g
en

buiteni.
ningen
1
)

24 Jan. 1938

4.672

211.144

5.190

7.355
17

,,

1938

2.785

201.384

5.190

7.517
25 Juli

1914

67.947

61.686

20.188

509
1)
Onder de activa.

JAVASCHEBANK.

Andere
Beschikb
Data
Goud
Zilver
Circulatle
opelschb.
metaal-
____________

schulden
saldo

22 Jan.’38
2
)
134.710
184.850
83.630
27.318
15

,,

‘382)
134.450

.
188.400
81.710
.26.406

25 Dec. 1937
116.574

16.834
184.783 84.057
25.872
18

,,

1937
116.574

15.448
188.070 82.871
23.646

25 Juli 1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

Data
buln
N.-Id.
Lbetci
a
`
1
,
b.
,

Dis-
conto’s
1
1

1

Belee-
ningen
1

1

Diverse
reke-
1

ningen
)
kings-
Percen-
tage

22 Jan.’38
2
)
3.640
73890
71.230
50
15

,,

’38
2
)
3.210
77.770
69.650
50

25 Dec. 1937
3.943 68.061
50
10.266

51.771′
18

,,

1937
3.966
10.326
1

52.354 73.723
49
21 Juli1914
6.395
7.259

75.541
2.228
44
1)
Sluitpost acliva.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.

1
Bankbilj.

1,

OtherSecuritles
Data
Metaal
1

In
In Bankingl
Disc.and ISecurities
circa latie
1
Departm.
1
Advances
1
19 Jan. 1938
326.991
475
.
6
7
1

50.736
1

12.967

1

21.766
12

,,

1938
i
327.064
482.133
j

64.274
15.795

20.508
22

Juli

19141
40.1641
29.317
1

33.633

Data
Gov.
Sec.
1

Public
Depos.
Bankers
t

Other
Accountsl

1

Reservel
1

Dek-
kings-
1
perc.’) 19Jan. ’38 1
104
.
388

11.051
1
124.358
1

36.938
1 51.3191 29,8
12

,,

’38

90.168

13.190 1123.368

36.780

64.93ij 37,4
22 Juli ’14

11.005
j

14.736

42.185

29
.
297
1 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposlt8.

BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver
1
Te%M
~

int
Wis-
I
Waarv.
op het
1
Belee-lRenteloo1
voorschot
buitenl.
sels
buitenl.,
ningen
1v.
d. Staat

Ii Jan.’ô
j
1
IS
12.0481
8751
4.827
3.200
6

,,

’38
58.93
3421
20
110.0271
875!
4.632
1

3.200
23Juli’14
4.104 _
6401

_
1,5411
81
769 _

Bonsv.d.I
1
Diver-
1
1

Rekg.
1
Courant
Data
zelfst.
amort. k.
)
Circulatie
Staat
Zelfst.
1
Parti-
lamort.k.I
culieren
13 Jan.’38

5.580
1

2.922
1
92.557
721
1

2.439
21.567
6

,,

’38

5.580
1

2.971
1
93.474
808
1

2.409
1
18.405
23 Juli’14


1

1
5.912
401

1

948

Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
1

uvissels
Belee-
tent. circ.
dekking

1
en
ningen
banken
1
)
geldende
1
cheques

15 Jan.

1938
70,7
20,3
5,6
5.031,3
1
44,7
7

,,

1938
70,7
20,3
5,8
5.298,6
1

47,8

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
J

50,2

Data Effec-
1

Diverse
1

Circu-
1

Rekg.-
Diverse
ten
Activa2)
latie
Crt.
Passiva

15 Jan.

1938
107,3
1

877,5
1

4.857,4
1

826,6
1

335,2
7

,,

1938
107,0
1

800,7
5.117,6
1

723,1
1

330,6
0 Juli

1914
330,8
1

200,4

1

1.890,9
1
40,0
‘)
unoelast..) wo. KentenOankscheine
15, 7Jan. resp. 21,21 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË (in Belga’s).

Goud


0
rz


Rekg. Crt.

Data

1938

•’2

o,


2

20 Jan. 13.5501 52 1.3301 “1’i
T”

5.
T’i

“r
13

,,

3
.
567
1
49
1.2731
33
1152

40 4.324
1
17

765

FEDERALRESERVEBANKS.

Goudvoorraad

Wissels

Data

1
Goud-

,,Other

In her-
1
In de
Totaal

certifi-

cash”
2)

disc. v. d.
1

open
member
1
markt
bedrag

caten
1)

banks
1
gekocht

5Jan.
‘381
9.129,3
1
9.119,9
1
362,6

11,1
1
5,4
29
Dec.’37! 9.130,3
1
9.120,4

330,5

12,8
1
2,8

Belegd
1

1’otaal

1
Goud-
1
Al”em.
Gestort
1
Dek-
1
15’e/c-

Data

in


un
circui

.p?

Kapitaal
1
kings-
1
kings-
Gov.Sec.
1___
latie1
s

1
perc.S)
1
perc.4)

5 Jan.’38
2
.
564
,
0
1
4
.
257
,
8
1
7
.
601
,
9
132,9
1
80,0
1


29 Dec.
‘i
2.564,0 4.283,4 7.535,0 132,7
1
80,1
1


t)
Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de
$
op 31Jan. ’34 van
100
op 59.06 cents werd gedevalueerd.

‘)
,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own
Federal Reserve
bank
notes.
3)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiachbare schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem,

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Aantal’
Dis-
conto’s
t
l

Beleg-
1
Reserve
de

1
Totaal
1
1
Waarvan
Data
Ileenin.
en
1
gingen
depo-
1

time
beleen.
1
banks
sito’s
I
1
deposits
29Dec.
‘371
9
I

9.387
[‘2 015
1
5.427

1
25.859
1

5.205
22

,,

‘371
7
9.418

1
12
,062
1
5.335
1
25.799

1

5.201
eens en uc eens ei
•ng-
land zijn In duizenden, alle overige posten In millioenon van de be-
treffende valuta.

Auteur