19 AUGUSTUS 1986
AUTEURSRECHT VOORBEETOUD FIN.
Economisch~Stalistische
Beri*chten
‘
ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
2lE
JAARGANO
WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1936
No. 1077
COMMISSIE V(N HEDACTIE:
P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries es
S. M.
17. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Assistent-Redacteur: L.
R. W.
Boutendijk.
Iledactie-adres: Pieter de Floochweg 122, Rctterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties voorpagina
f
0,50 per regel. Andere pagi-
na’s
f
0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh
d
van Ditmar N.V.,. Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. Postohèque- en giro-rekening
No. 145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
16,—. A.bonnements prijs Economisch-St atis-
tich Maandbericht
f,S,—
per jaar.
Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp.
f
18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. .Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut
ontvangen het weekblad en
–
het Maand bericht gratis en
genieten een reductie op de verdere
publicaties.
INHOUD.
BIz.
DE PEROENTAGEREGELING UIr DE STEUNREGEL1NG VOOR
WÉRKLOOZEN
door
A. N. van MiU . ……………592
De ôrdening van de woningmarkt door
Ch. Glass……593
Het economisch herstel van Chili door
Dr. Ir. P. Cohen
Henriquez ………………………………..595
AANTEEKENINGEN:
De percentageregeling
uit
de steunregeling voor
werkloozen…………………………….
597
INGEZONDEN STUKKEN:
De roep om terugkeer van den vrijen internatio-
nalen handel door
J.
G. Suurhoff
met Naschrift
door
J. Groot …………………………..599
O
NTVANGEN BOEKEN …………………………..601
Statistieken:
Groottiandeisprijzen
………………………………
600-601
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten
………………
5, 602
ROTTERDAM, 17 AUGUSTUS.
Een schitterend monument voor den vrede en de
sociaal-economische vriendschap is de grens, welke de
Vereenigde Staten en Canada scheidt, aldus Presi-
dent Roosevelt (die kortgeleden een reis in Canada
heeft gemaakt) in een rede, waarin hij zich meer
bezorgd toonde over de internationale situatie dan
over den binnenlandschen toestand van zijn land.
Hoewel President Roosevelt niet wilde beweren, dat
een meer vrije internationale handel een einde aan
den oorlog zou maken, vreest hij toch, dat zonder dit
de oorlog een vanzelfspmkend gevolg zal zijn. Aan de
goede bedoelingen van President Roosevelt kan niet
worden getwijfeld, doch ondanks het beëindigen van den
handelspolitieken strijd tusschen de Vereenigde Sta-
ten en Duitschland wordt van Duitsche zijde ver-
wacht, dat de handel tussehen beide landen zal af-
nemen, totdat een nieuwe overeenkomst tot stand
is gekomen.
• Intusschen woedt in Spanje de burgeroorlog ver-
der, waardoor ook de internationaal-politieke verhou-
dingen ingewikkelder worden.
In de afgeloopen week heeft men weer kunnen
lezen over de uitbreiding van de vloten van Engeland
en Italië; over de schepping van een nieuwe infan-
terie-reserve in Engeland, over het bewapeings-
vraagstuk in Japan, waar de Minister van Oorlog
onvoorwaardelijke uitvoering van het bewapenings-
program heeft geëischt als antwoord aan de voor-
standers van een sluitende begrooting; en tenslotte
over de vergrooting van de Russische weermacht.
Vooral-dit laatste bericht is zeei- merkwaardig. Rus-
land, dat thans reeds de grootste militaire staat van
de wereld is met een vredesleger van 1.75 millioen
soldaten, wil in 1939 over een aantal van 13 tot 15
millioen geoefende manschappen beschikken. Zoo wij-
zen de verschijnselen wel op het tegendeel van vrede-
lievende bedoelingen.
Van groote beteekenis is de overeenkomst tusschen
Engeland en Egypte, die niet alleen uit militair,
maar tevens uit economisch oogpunt van belang is.
Engeland stemt toe in een uitbreiding van het Egyp-tische leger en verheft Egypte feitelijk van protecto-
iaat tot formeel bondgenoot; het zal ook lid van den
VQlkenbond worden. De Duitsch-Oostenrijksche onder-
handelingen zijn beëindigd. Zooals te verwachten was,
zijn de resultaten bevredigend.
Verschillende berichten hebben de luchtvaart weer
in hët centrum van de belangstelling geplaatst. De
K.L.M. heeft 8 nieuwe Douglas machines besteld en
daarmede bewezen nieuwe perspectieven in haar lucht-
lijnen aanwezig te achten. Twee Engelsche luchtvaart-
lijnen hebben besloten samen te gaan werken; yoor-
al de verbinding met Zuid-Amerika zal door deze
combinatie worden bevorderd. Hoogst belangrijk is het
manifest van drie gezagvoerder.s van de KLM., waar-
in zij erop wijzen, dat het hart van Nederland door
een luchtaanval in 20 minuten doodelijk is -te treffen.
,,,Gij en de Uwen vormt met onze cultuur den bij voor-
–
baat verloren inzet van dit spel, als ons land zich in een oorlog zou laten meeslepen.” In .eenige bladen is tegen dit standpunt stelling genomen.
592
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1936
DE PERCENTAGEREGELING UIT DE
STEUNREGELING VOOR WERKLOOZEN.
1)
In de steunregeling voor werkloozen, zooals deze
thans geldt, komt de bepaling voor, dat het steun-
bedrag niet meer mag bedragen dan een bepaald per-
ceutage van het loon, hetwelk de betrokkene bij 48-
urige arbeidsweek in het bedrijf, waartoe hij behoort,
zou kunnen verdienen.
Was dit percentage v65r de steunverlaging van
Juli 1934 betrekkelijk weinig gedifferentieerd, bij die gelegenheid werd een uitvoerige differentiatie
ingevoerd, welke in eerste instantie afhankelijk is
van de steunklasse, waarin de betrokken gemeente is
ingedeeld en van den aard van de werkloosheid (ge-
heel of gedeeltelijk).
Vervolgens is in elk der steunklassen naar gelang
van den aard van de werkloosheid het steunpercen-
tage sterk gedifferentieerd naar de sterkte van het
gezin, waartoe de gesteunde behoort en naar het peil van het geldende loon bij 48-urige werkweek. Daar-
toe zijn er 11 verschillende groepen in het leven ge-
roepen, welke het verschil in gezinssterkte weer-
geven, t.w. een groep voor gezinnen zonder kinde-
ren, een tweede groep voor gezinnen met 1 kind,
een derde groep voor gezinnen met 2 kinderen…..
en een elfde groep voor gezinnen met 10 kinderen
eu meer. Voor elk van deze groepen geldt een spe-
ciale percentagereeks, terwijl in deze reeks het per-
centage afhankelijk is gesteld van de hoogte van het
loon, waartoe, te beginnen met een loon van
f 10
en te eindigen met een loon van
f
36, voor elk der
tusschengelegen, uit volle guldens bestaande loon-
bedragen, volgens een afnemende schaal een zeker
percentage is aangegeven.
Als wordt getracht te doorgronden, hoe deze af-
nernende schaal is ontstaan, dan blijkt, dat deze schaal uiteenvalt in drie onderdeelen en wel het
eerste onderdeel,
waarin het percentae constant
blijft – en de uitkeering bij opklimmend loonpeil
dus volgens een regelmatige rechtlijnige stijging om-
hoog gaat -, het
tweede onderdeel,
waarin het per-
centage van dit constante hooge peil daalt tot het
punt, waarop het absolute steunmaximum wordt be-
reikt – en de uitkeering bij opklimmend loonpeil
volgens een regelmatige rechtlijnige
stijging,
welke
geringer, is dan bij het eerste deel, omhoog gaat – en het
derde onderdeel,
waarin het percentage van
het punt, waarop het absolute steunniveau’ is be-
reikt, steeds verder daalt – en de uitkeering bij ver-
der stijgend loonpeil constant blijft.
Als nu alleen op den loop van de uitkeering bij
opklimmend loonpeil acht wordt geslagen, dan heeft
het er den
schijn
van, dat een alleszins logische op-
zet is verkregen, hetgeen bevestigd wordt door
graphiek 1, waarop voor de le steuniclasse en bij ge-
heele werkloosheid voor de groep gezinnen zonder
kinderen en de groep gezinnen met 10 kinderen met
een ononderbroken zwarte lijn de loop van de uit-
keering is aangegeven.
Als echter op den loop van het percentage bij
opklimmend loonpeil wordt gelet, dan blijkt het,
dat geenszins van een zoo logischen opzet mag
worden gesproken, als de loop der uitkeering zou
doen vermoeden. Immers blijkens graphiek II, waar-
op de loop der percentages voor de gevallen, bedoeld
in graphiek 1, zijn weergegeven, blijkt, dat de loop
der percentages voor het eerste deel wordt gevormd
door een horizontale lijn, voor het tweede onderdeel
door een kromme lijn en voor het derde onderdeel
door een soortgelijke kromme lijn, zij het ook, dat de kromming daarvan minder sterk is, als bij het tweede onderdeel het geval is.
Een dergelijke loop der percentages nu moet be-
paaldeljk’ onlogisch worden geacht. Als nl. voor het
1)
Een analytisohe uitwerking van de in dit artikel
gegeven uiteenzetting is opgenomen onder de ,,Aantee-
keningen”
op Ns. 597.
PUL
1662
1410
1
,01,
eerste deel der percentagelijn (voor de bonen t/m.
f 15)
een horizontale in plaats van een dalende loop
noodig wordt geoordeeld, blijkbaar met het doel, het
steunbedrag bij deze lage bonen zoo hoog mogelijk
te houden, dan is het niet zeer consecluent, als
voor de direct op
f 15
volgende bonen de percentage-
lijn een zoo scherpen val naar beneden maakt, als de graphiek aangeeft. Evenmin is het logisch, dat
het tweede deel der percentagelijn niet vloeiend aan-
sluit aan het derde gedeelte, daar op dit punt de
boonhoogte en daarmede het steunpeil reeds zoodanig
is, dat voor een abrupten overgang van het tweede
deel der percentagelju (met een rechtljnigen doch
langzaam stjgenden loop der uitkeering) naar het
derde deel (met een gelijkblijvende uitkeering) geen
enkele reden is.
In dit geval zou de logische oplossing
zijn
geweest,
voor het tweede deel van de percentageljn een
kromme lijn te kiezen, welke op een vloeiende wijze
aansluit aan het horizontale eerste deel en aan het
lichtgekromde derde deel. Deze kromme
lijn
zou dan haar bolle zijde niet naar beneden, doch naar boven
moeten keeren, op de wijze, als met een gestippelde lijn op graphiek II is aangegeven. Bij een dusdanige
kromme lijn wordt het voordeel verkregen, dat, ter-
wijl bij een loon van
f 15
elke percentagedaling nog
ongewenscht wordt geacht,
bij
een loon van
f 16
in
plaats van een scherpe, een betrekkelijk flauwe per-
centagedaling optreedt, terwijl daarnaast bij den
overgang van het tweede naar het derde onderdeel
van de percentagelijn een vloeiende loop wordt ver-
kregen.
Het is duidelijk, dat door een wijziging van den
ioop van de percentagelijn, ook de
lijn,
welke den
loop der uitkeeringen weergeeft, verandering onder-
gaat. De wijze, waarop dit geschiedt, is in graphiek 1
met een gestippelde lijn aangegeven. Ook uit deze
graphiek blijkt, dat op deze wijze de gebroken loop
van de uitkeeringsbijn volgens het thans geldende
stelsel aanmerkelijk wordt verbeterd, daar nu het
rechtlijnig stijgende eerste deel van de uitkeerings-
lijn door een vloeiend aânsluitende kromme lijn wordt
verbonden met het horizontaal verloopende derde deel.
Terwille van de duidelijkheid zijn in bovenbedoelde
£lDOflO GRAFIEK ii
LOOP DER PERCENTAGELIJEIEN Dli STIJGEND I.00NPEIL
90
83
8.1
75
9325
7
,1
,
76
2
‘111
11 13
9
39
69
.92
70
69
61
60
56
36
is
ID 11 2 13 14 Ii
1
6 17 IS 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 93 34 35 36
19 Augustus 1938
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
593
graphieken alleen de lijnen van de twee uiterste groe-
pen (gezin zonder kinderen en gezin met 10 kinde-
ren) opgenomen, doch het is duidelijk, dat voor de
tusschenliggende groepen van gezinnen met 1 t/m. 9 kinderen, overeenkomstige lijnen worden verkregen,
welke tusschen de lijnen van de beide uiterste groe-
pen zijn gelegen.
Uit den loop
•
der percentage- en uitkeeringslijnen
blijkt, dat op deze wijze de uitkeeriugen voor alle groepen – voor zooverre de uitkeeringen vallen in
het loongebied, beheerscht door het tweede deel der
lijnen – worden verhoogd, doch dat deze verhooging
relatief grooter is, naarmate de gezinssterkte toe-
neemt. Hoewel de in Juli 1934 plaats gehad hebben-
de steunherziening mede ten doel had, de steunverle.e-
nirig aan groote gezinnen zooveel mogelijk te verbe-
teren, blijkt het derhalve mogelijk, de ondersteuning
van deze gezinnen, met behoud van de grondslagen
der steunregeling, nog eenigermate te verruimen. Een verdergaande verruiming zou desgewenscht nog kun-
nen worden verkregen, door het maximum-percentage.
geldende voor het eerste deel der percentagelijn, te
verhoogen. Voor de hoogst liggende lijn (gezin met 10
kinderen) zou dit percentage bijv. op 95, inplaats van
op 90 kunnen worden gesteld, in welk geval dit per-
centage voor de volgende lijnen evenredig, nl. met
zou dienen te worden vermeerderd. Hiertegen
90
bestaat niet het bezwaar, dat dan arbeidsschuwheid
in de hand zal worden gewerkt, aangezien de be-
staansmogelijkheid van het groote gezin niet uitslui-
tend is gebaseerd op het loon van het gezinshoofd,
doch evenzeer op de inkomsten der inwonende kin-
deren.
In de beide onderstaande tabellen zijn voor de beide
beschouwde gevallen (gezin zonder kinderen en gezin
met 10 kinderen) de verschillende waarden van het
loonpercentage bij opklimmend loonpeil, berekend vol-
gens de op hlz. 597 aangegeven analytische uitwer-
king, zoomede de daarmede correspondeerende waar-
den van de uitkeering aangegeven, terwijl daarin
tevens
zijn
vermeld de thans geldende loonpercenta-
ges en uitkeeringen.
Tabel A voor gezinnen zonder kinderen.
.-.
I-
bk
E-
Opmerkingen
16
76.4
12.20
75.25 12.04
1)
In de graphiek II
17
75.2
12.80 73.29
12.46
zijn
deze percenta.
18
73.9
13.30
71.56
12.88
ges voor de gebro-
19
72.5.
13.80
70.-
13.30
kenlijnaangebouclen
20
70.9
14.20
68.60
13.72
2)
In de graphiek 1
21
69.2
14.55 67.33 14.14
zijn
deze
uitkee-
22
67.2
14.80
66.18
14.56
ringen voor de ge-
23
65.-
14.95
65.–
14.95
broken
lijn
aange-
24
62.5
15.-.
62.50
15.-
houden.
Tabel B voor gezinnen met 10 kinderen.
bb
j0J
.
0)0
Q_
85
‘0Z°
•=0)
800)
00C4,
=0).05
Opmerkingen
16
89.2
14.25
87.63
14.02
1)
Als
voorgaande
17
88.4
15.00
85.53
14.54
tabel.
18
87.5
15.75
83.67
15.06
2)
Als
voorgaande
19
86.6
16.45
82.-
15.58
tabel.
20
85.6 17.10
80.50
16.10
21
t84.5
17.75
79.14
1662
22
83.3
18.35
77.91 17.10
23
82.1
18.90
76.78
17.66
24
80.7
19.40 75.75
18.18
25
79.3 19.80
74.80
18.70 26
77.7
20.20
73.92
19.22
27
76.-
20.50
73.11
19.74
28 74.2
20.80
72.36
20.26
29 72.2
20.95
71.65
20.78
30
70.-
21.-
70.-
21.-
Het spreekt welhaast vanzelf, dat bij een verbete-
ring van de percentageregeling, als hierboven ont-
wikkeld, een vermeerdering van de kosten der steun-
verleening ontstaat. Wordt een dergelijke kostenver-
meerdering niet gewenscht en kan zij niet worden
gecompenseerd door een herziening van de uit veler-lei oogpunt aanvechtbare grondslagen der steunrege-
ling, dan zouden deze meerdere kosten nog kunnen
worden gevonden door de niveaux der percentage-
lijnen iets lager te stellen.
A. N. VAN MILL.
N a s c h r i f t. Na de samenstelling van dit arti-
kel heeft de Regeering door mededeelingen in de pers haar voornemen te kennen gegeven, in de percentage-regeling voor de middelgroote en groote gezinnen een
verbetering aan te brengen. Daar echter
bij
het ter
perse gaan van deze beschouwingen nog niet bekend is, hoe deze wijziging zal luiden, was het niet moge-
lijk, hiermede in het gehouden betoog rekening te
houden.
DE ORDENING VAN DE WONINGMARKT.
De gebreken, die de voorziening van woonruimte
voor onze bevolking aankleven, hebben in de laatste
anderhalf jaar aanleiding gegeven tot verscheidene
publicaties, die ter zake voorstellen tot verbetering
doen. In deze beschouwing wordt getracht het essen-
tieele dezer voorstellen schematisch weer te geven
alsmede tot het bepalen van een standpunt in deze
materie te geraken. Aan de publicaties
1)
ontbreekt
tot ons leedwezen het rapport over de ordening in
het bouwbedrijf van directeuren der Publieke Wer-
ken, het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en
den Gemeeuteljken Woningdienst te Amsterdam.
Omtrent dit rapport is wel een perscommuniqué ver-
strekt, doch het is niet aan de openbaarheid prijs-
gegeven.
De bestaande moeilijkheden zijn te evident dan dat
het noodig zou zijn deze uitvoerig te signaleeren.
Allereerst is de groote werkloosheid onder de bouw-
ondernemers en de werknemers in de bouwbedrijven,
alsmede onder de architecten, ten deele te wijten aan
den stilstand in den woningbouw. De verhoudingen
op de onderscheidene woningmarkten zijn al even-
min verheugend; vele huiseigenaren verkeeren in
moeilijkheden en vele huurders, inzonderheid zij met
de laagste inkomens, moeten een onevenredig groot
deel van hun inkomens aan huur betalen. Bedenkt
men dan nog, welke teleurste1ligen een aanzienlijk
aantal hypothecaire geldgevers ervaren, dan blijkt
voldoende welke problemen van groote beteekenis zich
hier aan ons voordoen.
Wil men nu tot een eenigszins vruchtdragende
beschouwing over de verschillende voorstellen tot be-
strijding der hierboven genoemde euvelen komen,
dan zal men naar ons gevoelen een splitsing moeten
maken in dien zin, dat men zich afvraagt:
1. Wat beoogt men tot stand te brengen op korten
1)
a. Het Plan van de Arbeid, Rapport van de Commissie
uit N.V.V. en S.D.A.P., Amsterdam
1935,
inzonderheid
Hoofdstuk
2,
afdeel.ing ,,Vaste Lasten” en Hoofdstuk
9,
,,Bouwbedrijf en Volkshuisvesting”.
b
Rapport betreffende Ordening van de woningpro-
ductie, uitgebracht door den Directeur van den dienst van Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting te ‘s-Gravenhage,
Ir. P. Bakker Schat, d.d.
14
Mei
1935,
gepubliceerd
Januari
1936.
Rapport van de Commissie voor de goedkoope woning,
ingesteld door de besturen van den Nationalen Woning-
rand en het Nederlaudsch Instituut voor Volkshuisvesting
en Stedebouw, uitgebracht
5
Mei
1936.
Jaarverslag van den Hoofdinspecteur van den dienst
belast mt het toezicht op de handhaving van de wette-
lijke bepalingen betreffende de Volkshuisvesting over
1935,
uitgebracht April
1936.
e.
,,Ordening in het Bouwbedrijf”, artikelen van Prof.
Mr. P. A. Diepenhorst in ,,De Standaard” van 19 en
25
Juni, alsmede
2, 10
en
24
Juli
1936.
594
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1936
termijn, laat ons zeggen in een tijdvak van bijv. drie
tot vijf jaar?
2. Wat beoogt men op langen termijn tot stand te
brengen?
Deze onderscheiding wordt in het meerendeel der
publicaties niet bewust gemaakt en toch is zij naar
ons gevoelen voor een practisch aanpakken der on-
derhavige vraagstukken – wat toch het doel is van de schrijvers – onontbeerlijk. Wij leven in een tijd waarin wij weinig ver vporuit kunnen zien en dat-
gene wat wij in een koit aantal jaren tot stand zou-
den kunnen brengen moet ons evenzeer bezig houden
als wat ons voor een verdere toekomst als doel voor
oogen staat. Bovendien bestaat het gevaar, dat wij,
al naar mate wij verder vooruit trachten te zien en
richtlijnen voor een verdere toekomst aangeven, meer
met hetgeen wij wenschen en minder met hetgeen
mogelijk is, rekening gaan houden.
Wij zullen thans trachten uit dezen gezichtshoek
de verschillende publicaties summier zoo zuiver mo-
gelijk te interpreteeren.
1.
Het Plan van de Arbeid.
Op korten termijn beoogt het Plan:
Het bewerken van een huurdaling van circa
f 30
millioen. Daarbij komen het instellen van huurcom-
missies en maatregelen tegen huurwoeker; deze laat-
ste maatregelen vooral met het oog op de huren van
winkelhuizen.
Een verlaging van hypotheekrenten met onge-
veer 1 pOt., uitmakende ‘s jaars circa
f 40
millioen.
Voorts mogelijkheden tot verlaging van verplichte
aflossingen en beperking van het executierecht. Daar-enboven zouden als plannen op korten termijn moeten
worden beschouwd:
Een voortzetting van den woningbouw in het
tempo zooals in Nederland in
1934
werd bereikt, in
welk jaar onze woningvoorraad met bijna 50.000 wo-
ningen toenam, evenwel met dien verstande, dat deze
woningbouw zal zijn gericht op die categorieën
wo-
ningen, waaraan werkelijk
behoefte
bestaat, wat in de
laatste jaren niet het geval is geweest. Het Plan ver-
langt de bouw van
45.000 â 55.000
woningen per jaar.
Een verbetering van de Onteigeningswet in dien
zin, dat onteigening van gronden, bestemd voor bouw-
doeleinden, kan geschieden tegen de waarde, welke
deze als landelijke grond bezit. Deze maatregel be-
oogt de bedrijvigheid der grondspeculanten, die het
onvermijdelijk gevolg zou zijn van het bekend worden
van groote plannen t.a.v. de toekomstige volkshuis-
vesting, onmogelijk te maken.
Beperking van den woningbouw voor huurklas-
sen, waarin aan woningen geen behoefte bestaat.
Uiteraard zal het totaal der bedragen onder
a.
en
b.
genoemd ad
f
70 millioen niet een directe koop-
krachtvermeerdering vertegenwoordigen, daar immers
anderen deze
f
70 millioen derven. Het Plan meent,
dat
f 30
millioen hiervan directe koopkrachtverhoo-
ging zal blijken te zijn. Hoe zij, die de inkomsten uit huren en hypotheekrenten derven, hun verlies
zullen moeten dragen vinden wij niet vermeld, slechts
t.a.v. kleine bezitters en rentetrekkers wordt noodig
geoordeeld een behandeling in den zin van art. 6 van
de Orisispachtwet
1932,
waarin bepaald wordt, dat
door de pachtvermindering de belangen van den ver-
pachter niet meer mogen worden geschaad dan de
billijkheid toelaat.
1)
De voorgestelde maatregelen op langen termijn te
verwezenlijken zijn legio. Gemeenschapsorganen zor-
gen, dat gebouwd wordt voor de behoefte en dat niet
gebouwd wordt als er geen behoefte bestaat; bepaald
wordt waar en hoe moet worden gebouwd, terwijl het
bouwbedrijf, thans geheel versnipperd, tot een orga-
1)
Hier geeft het Plan een wel wat Vrije lezing van dit
wetsartikel, waarvan het tweede lid luidt. ,,In geen geval
wordt een ontheffing verleend, waardoor de verpachter in
zijn belangen moer zou worden benadeeld dan de pachter
bij het niet verleenen van deze ontheffing.”
nische eenheid wordt. De exploitatie van de bestaande
woningen zal meer en meer door de gemeenschap
moeten worden verzorgd. Landelijke-, districts- en
plaatselijke ,,bouwschappen” zorgen voor regelmaat
in de werkgelegenheid in de bouwbedrijven. Deze
maatregelen zijn bij lange na niet zoo concreet ge-
steld als de onmiddellijk te treffen maatregelen, hier-
boven genoemd.
Het rapport Bakker Schut. Het is begrijpelijk, dat dit rapport een geheel ander
karakter heeft dan het Plan van de Arbeid. Het be-
treft hier immers een rapport van een Hoofdambte-
naar eener Gemeente aan het Gemeentebestuur over
de mogelijkheid van ordening in den woningbouw en
uiteraard komen hier in de allereerste plaats in het
geding de mogelijkheden, die de Gemeente heeft, of
dient te hebben, om invloed uit te oefenen op den gang
van zaken op de woningmarkt, die, meestentijds be-
grensd wordende door het gebied der Gemeente, zich voor gemeentelijke ‘zorg zou leenen. De heer Bakker
Schut is zeer onder den indruk van het onstabiel
karakter van de woningmarkt en de groote onregel-matigheden in de woningproductie en de werkgele-
genheid
1)
in de bouwbedrijven. Wetende dat in den
woningovervloed van heden de kiem van den woning-
nood van morgen ligt, bepleit hij, dat de Gemeente niet genoeg heeft aan haar bevoegdheid om bij ge-
brek aan woonruimte de bouw van woningen te be-
vorderen, doch dat de haar door de Woningwet op-
gedragen bemoeienis met de Volkshuisvesting dient
te worden uitgebreid met de bevoegdheid eventueel
de bouw van woningen te kunnen
beperken.
Behoor-
lijke waarborgen dienen te worden gegeven, dat de
Gemeente haar bevoegdheid niet misbruikt; zoo zal
de Kroon hebben uit te maken, of de toestand op wo-
uinggebied in een bepaalde Gemeente dusdanig is,
dat voldoende aanleiding bestaat om aan het Gemeen-
tebestuur de bevoegdheid tot bouwbeperking te ver-
leenen.
Voorts zal het Gemeentebestuur, geen bouwver-
gunningen kunnen weigeren, alvorens een commissie
van advies, bestaande uit vertegenwoordigers van be-
langhebbenden (huiseigenaren, bouwondernemers,
hypothecaire geldgevers, werknemers in bouwbedrij-
ven, woningbouwcorporaties) om haar oordeel te heb-
ben gevraagd. Wanneer een woongemeenschap zich
over een grooter gebied dan een Gemeente uitstrekt
– hier denke men aan de groote steden waar stede-
lijke bebouwing buiten de grenzen der centraal ge-
legen Gemeente treedt – zouden bijzondere voorzie-
ningen noodig zijn.
Men mag aannemen, dat de voorzieningen, die de
heer Bakker Schut bepleit door hem bedoeld zijn om
tot stand te .komen op korten termijn. Als overgangs-
maatregel propageert hij reeds aanstonds tot het
samenstellen van adviescommissies over te gaan.
Rapport van de Coinniissie voor de goedkoope
woning.
Na kennisname van het Plan van de Arbeid en
het. Rapport Bakker Schut opent, voor zoover onze
momenteele belangstelling gaat, dit rapport weinig
nieuwe gezichtspunten. Voor de op korten termijn
te treffen maatregelen neemt het rapport zelfs de door
ons geschetste voorstellen van den heer Bakker Schut
over. Het bepleit een spoedige verwezenlijking daar-
van. ,,Van het grootste belang is: spoedig maatregelen
nemen, ook al zijn zij min of meer incidenteel. Door
te wachten met het nemen van maatregelen wordt
de wanorde steeds grooter.”
e
1)
])eze
worden op treffende wijze geïllustreerd door een
serie fraaie en instructieve grafieken in het Mei-nummer
van het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw,
in welk nummer een toelichting ‘van ‘den heer Bakker
Schut op zijn ambtelijk rapport voorkomt, gegeven in de
Jaarvergadering van ht Nederlandsch Instituut voor
Volkshuisvesting en Stedebouw, ‘op 23 April 1936 te ‘s-Gra-
veuhage gehouden.
19 Augustus 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
595
Wat de maatregelen op langen termijn betreft ver-
dient de aandacht de voorgestelde stichting van
grootbedrijven in den vorm van semi-overheidsbedrij-
ven, die zich uitsluitend met den bouw van goedkoope
woningen zullen belasten. T.a.v. de ordening van het
bouwbedrijf
gaat dit rapport veel minder ver dan
het Plan van de Arbeid.
Het verslag van den Hoofdinspecteur van de
Volkshuisvesting.
Een geheel andere zienswijze dan uit de hierboven
besproken rapporten viel af te leiden, komt tot uit-
drukking in het jongste jaarverslag van Ir. H. van
der Kaa. Diens aandacht wordt vooral getrokken door
cle omstandigheid, dat voor het eerst na langen tijd
een kennelijke toeneming van het aantal leegstaande
huizen, in de laagste huurklassen valt te constateeren.
Oppervlakkig schijnt het een verheugend verschijn-
sel
1),
dat er in deze categorieën woningen een rui-
mer aanbod komt, doch in werkelijkheid zal het hier
– althans nu nog – wel gaan om verouderde of te
kleine woningen of om woningen liggende in gede-
classeerde straten e.d.
In verband evenwel met het voortdurend toenemen
van het aantal woningen van lage huur – een ver-
schijnsel, dat inderdaad zeer belangrijk is en waarbij
wij in ons volgend artikel wat uitvoeriger stil moeten
blijven staan – acht Ir. Van der Kaa thans een
grootscheepsche voorziening van Overheidswege niet
gewettigd. Wel acht hij het verleenen van rjksvoor-
schotten gerechtvaardigd, wanneer de plannen, waar-voor voorschotten worden gevraagd, inderdaad strek-
ken tot opheffing van slechte woningtoestanden.
Daarbij zal er bovendien op moeten worden gelet, dat de te bouwen woningen sober zijn en uitsluitend wor-
deL verhuurd aan hen, die zulke geringe inkomsten
hebben, dat zij op de vrije markt geen aan redelijke
eischen voldoende woning kunnen vinden. Slechts dus
daar waar het verbetering der woniugtoestanden en
de huisvesting der armsten betreft, ziet Ir. Van der
Kaa thans een taak voor de Overheid; deze taak is
uiteraard een, die in de nabije toekomst op de Over-
heid rust. Beschouwingen over de mogelijkheden van
verbeteringen in de woningvoorziening in de verdere toekomst komen in het jaarverslag niet voor.
De beschouwingen van Prof. Diepenhorst.
Waar deze slechts het vraagstuk van de ordening
in het
bouwbedrijf
betreffen hebben zij voor ons
slechts zijdelings belang. Prof. Diepenhorst verzet
zich tegen een ordening van het bouwbedrijf van
boven af (Plan van de Arbeid, Rapport van de Com-
missie voor de goedkoope woning) en bepleit een
ordening van onder op, door de organisaties der be-
drijfsgenooten in de bouwvakken, die uiteindelijk
steun zullen kunnen vinden bij hun pogen van de
wet tot het algemeen verbindeud en onverbindend
verklaren van ondernemingsovereeukomsten. Waar
Prof. Diepenhorst volkomen doordrongen blijkt te
zijn van de ontzagljke moeilijkheden, die zullen moe-
ten worden overwonnen, voor het welslagen verzekerd
is, mogen wij aannemen, dat zijn advies niet beoogt
mogelijkheden, om op korten termijn verbetering van
de toestanden in de bouwvakken te verwezenlijken, aan te geven. Wie bekend is met de nog zeer onvol-
komen organisatie der ondernemers in de bouwbedrij-
ven en de verscheidenheid der belangen, die zich hier voordoen, weet dat jaren zullen moeten verloopen al-
vorens de samenwerking tusschen de bedrjfsgenooten
zoodanig is toegenomen, dat van een algemeen bin-
dend verklaren van de vrijwillig onderling aangegane
verplichtingen sprake kan zijn.
In het volgend artikel zullen wij zien in hoeverre
de suggesties van de verschillende schrijvers bruik-
baar lijken voor het doel: de ordening van de woning-
markt.
CH. GLASZ
i)
Zie
omtrent deze aangelegenheid de discussie tusschen
den heer A. J. A. Rikkert en Mr. J. Wilkens in Econo-
enisch-Statistisohe Berichten van 20 Mei 1936.
HET ECONOMISCH HERSTEL VAN CHILI.
De economische crisis, die in Nederland nog geen
uitgesproken keer heeft genomen, had in enkele
landen reeds in 1932 haar maximale intensiteit be-
reikt. Chili is een dezer landen, en de opleving sinds
1932 kan als zeer markant worden gekenschetst.
Chili, slechts een zeer dunne landstrook (gem. 175
km), beklemd tusschen de Stille Oceaan en de Andes-
keten, beslaat een oppervlakte grooter dan Frankrijk.
Het strekt zich uit over een lengte van 4500 km, van
17.5° tot 56° Z.B. (afstand Moskou-Madrid), en her-
bergt slechts 4.3 millioen inwoners (5.8 per km
2
tegen
242
per k-m
2
in Nederland). Het noordelijk deel is
een woestenij, waarvan de kurkdroge bodem schier
onuitputtelijke schatten bevat aan kopererts, salpeter,
goud en een ontelbaar aantal andere mineralen. Het
niiddendeel bevat vruchtbare valleien, waar granen,
druiven en een groote verscheidenheid van het aller-
fijnste fruit wordt voortgebracht. Het Zuidelijk deel
wordt overdekt door maagdeljke wouden met waarde-volle houtsoorten en door vette weiden, waar schapen-
en runderteelt op groote schaal mogelijk is, en waar ook de minerale rijkdom (steenkool) niet ontbreekt.
Méér dan de andere Zuid-Amerikaansche staten heeft
Chili West-Europeesche allures aangenomen. Pers,
sociale voorzorg, onderwijs, statistiekwezen, voorlich-
tingsdiensten staan op hoog peil.
Voor het rijke land ligt ongetwijfeld een tijdperk
van snelle ontwikkeling in het verschiet. En dat
Chili mannen bezit, die deze ontwikkeling met vaste
hand zullen kunnen leiden is aan geen twijfel onder-
hevig. De tegenwoordige regeering onder president
Alessandri heeft dergelijke mannen weten te vinden;
ieder, die in studie neemt wat er gedurende de crisis
alzoo tot stand gekomen is, zal dat moeten beamen.
Van groote doorwrochtheid geeft het jaaroverzicht
blijk, dat bij de opening van het Pariementsjaar op
22 Mei door den president werd voorgelezen. Deze rede, in extenso afgedrukt, neemt 10 heele kranten-
pagina’s in beslag. Wie er politiek in zoekt, zal be-
drogen uitkomen; hij zal niets vinden dan zakelijke
vertoogen, statistische beschouwingen, op glasheldere,
overzichtelijke wijze voorgedragen, gevolgd door een
scherp-omljnd practisch regeeringsprogramma, dat
voor vaagheid niet de minste marge laat.
De export van Chili dreef, en drijft nog, op Chili-
salpeter en koper; samen vormen zij meer dan % van den totalen uitvoer (in waarde). In 1929 zette
een scherpe daling in, een daling, die méér nog dan
hij andere landen, het karakter had van een volkomen
catastrophe. Tabel 1, waarbij vergelijkingen zijn ge-
troffen met den wereidhandel en met den Nederland-
schen uitvoer, toont dit op voldoende wijze aan.
Tabel
1
lndiccs van den Uitvoer
Wereld
Chili
Nederland
Jaar
Volume
Volume
Volume
waarde
waarde
199
100
100
100
100
100
100
1930
81
93
63
65
88
102
1931
58
85
36
59
66
103
1932
39
74
13
29
42
85
1933
35
75
15
40
36
78
1934
34
77
20
65
36
81,5
1935
35
79
20,5
64
34
76
Het land reageerde op den chaos met een regee-
ringswisseling. Alessandri kwam in 1932 aan het be-
wind. De hersteltactiek was in de eerste plaats de
export, coûte que coûte, te herstellen. Z66’n omvang
had de catastrophe aangenomen, dat aan den langen
weg der ,,aanpassing” niet te denken viel; devaluatie was onvermijdelijk. In twee etappes werd deze afge-
legd; in 1933 daalde de Peso van pan-waarde (31
cent) op 18 cent. In 1935 volgde een tweede daling
tot 7.7 cent, op het moment geldt de Peso 7.5 cent.
596
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1936
Inderdaad gelukte de manoeuvre en wel omdat de
voorthrenging der uitvoerproducten zoo weinig af-
hankelijk is van buiteulandsche huipstoffen. De
grondstof levert Chili zelf, evenals de steenkool, de
waterkracht en de arbeidskracht.
Een strenge contrôle op den buitenlandschen han-
del was onvermijdelijk; compensatiehandel nam de
plaats in van het vrije verkeer. Tabel II geeft het
verloop van den in- en uitvoer vanaf 1928.
De tabellen III en IV geven een overzicht van den
aard van dezen uitvoer en invoer.
T
b e
ii
a
Waarde
in
guldens
1.000.000
Indices waarde
1929= 100
Indices volume
1929=100
Jaar
Expoit
Import
Export
Import
Export
Import
1928..
600
366
86
74
93 87
1929..
700
495
100
100 100 100
1930..
410 430
63 88 65 71
1931..
250 220
36
44
59
40
1932..
86
66
13 14
29
21
1933..
106
56
15
11
40
25
1934..
138 66
20
14
65
32
1935..
134 89
20,5
18,5
64
47
Tabel
III
Uitvoer Chili in
1934.
(In millioenen guldens).
Mineralen
Agrarische producten
53
10
Chilisalpeter
……..
43,5
H uiden
……..
.
…
2,2
Goud en gouderts 3,3
Bevroren vleesch
.
1,7
3
0,13 2,8
Erwten, boonen, fruit,
Kopermetaal
………
Wol ……………..
7,0
Steenkool …………
.
Granen, klaver, enz
.
5,0
Jodium
………….
IJzererts
………….
0,5
Coudensmelk ………
0,7
Kopersulfaat
………1
0
.,8
0,5
enz
……………
0,5
Zilver
……………
Zwavel
……………
0,3
Wijnen
………….
Hout
……………
0,4
Guano
……………
Was en honing …….
Diversen …………
.
3
Tabel
IV.
Invoer Chili in
1934
(in millioenen guldens).
12
Voorn. chemicaliën…
2
Petroleumproducten
.
8
Papier en cellulose…
1,5
Platen,Staven,Buizen,
1,2
Textiel
……………
Draad v. ijzer en zinkj
Thee
…………….
1,1
Suiker
…………..
.4
Rijst
……………..
Automobielen ……..
..
Machines en motoren
2,7
Vee
……………..
0
.,8
0,7
Glas, glas- en aardewerk
2
Banden ……………
0,6
Appar. en instrumenteni
2
Diversen
………….
23
Het tweede deel van het programma van Alessan-
dri borg in zich de omvangrijke taak de goederen,
welke Chili moest missen, uit onvermogen deze in
het buitenland te koopen, in Chili zelf te doen pro-
duceeren. ,,Actieve welvaarts-politiek” in den meest
uitgebreiden zin des woords werd geëischt. Latent
waren de mogelijkheden zeker aanwezig.
Ter stimuleering, intensiveering en rationalisee-
ring van de productie werden een geheele reeks off i-
cieele en semi-officieele -lichamen in het leven ge-
roepen en de bestaande gereorganiseerd.
Deze instellingen hebben tot taak 1) de productie
zelf ter hand te nemen, 2) het entameeren van econo-
mische, technische en wetenschappelijke onderzoekin-
gen, 3) de productie van particulieren te stimuleeren
door a) het geven van crediet, b) het verschaffen
van voorlichting en daadwerkelijke technische hulp, c) de vergemakkelijking van het vervoer, d) het op-
koopen der particuliere productie, e) het voeren van
propaganda.
In het kapitaal van het algemeene ,,Instituut voor
Industrieel Crediet” neemt de staat voor 30 pCt.
deel. De ,,Credietkas voor den Mijnbouw” geeft niet
alleen crediet aan kleine ontginners, maar koopt even-
eens hun ertsen op. Bovendien voert het instituut
technisch onderzoek uit; het bezit een flotatie-inrich-
ting voor de scheiding van ertsen en exploiteert de
grootste zwavelraffinaderij van het land.
Het ,,Fonds tot Bevordering van de Steenkool-
productie” spreidt eveneens een veelzijdige activi-
teit ten toon. Het entameert wetenschappelijke onder-
zoekingen omtrent droge destillatie en hydrogenatie
van steenkool, experimenteert met poederkoolstook-inrichtingen en propageert hun gebruik, geeft credie-
ten aan industrieën, die nationale steenkool verbrui-
ken en aan weinig kapitaaikrachtige ontginners, ver-
leent premies op den uitvoer.
Ook provinciale lichamen werden gecreëerd: Het
,,Instituut tot Bevordering van Mijnbouw en Indus-
trie van Antofagasta”
i)
en zijn pendant voor Tara-
pac.
i).
Deze instituten bezitten chemische en metal-
lurgische laboratoria (ook op semi-technische schaal),
bestudeeren problemen van vervoer, geven advies en
daadwerkelijke hulp aan ondernemers en ontginners,
66k in den vorm van crediet en hebben enkele ont-
ginningen in eigen handen. Aan de visscherj- en
vischconservenindustrie wordt bijzondere aandacht
gewijd. De visscherj en alles wat eraan annex is,
wordt buitendien bestudeerd door de Visscherij-Stich-
ting. De Staat opende ook nog de Visscherij-School
te Talcahuana en een proefstation voor de oester-
teelt te Ancud, terwijl het Nationaal Comité voor
Visscherjbelangen alle visscherj-aangelegenheden
coördineert.
Ook landbouw- en veeteelt ontvingen het volle
pond. De landbouwcredietkas vergemakkelijkt de finan-
ciering van agrarische ondernemingen. Regionaal
werden vele proefstations, voorlichtingsdiensten en
landbouwscholen geïnstalleerd.
De ,,Quinta Normal de Agricultura” maakt op
origineele wijze reclame voor verbetering der cultuur-
methodes. Het boerenpubliek op de markten wordt
vergast op muziek- en tooneelopvoeringen in de open
lucht; in elk dier voorstellingen is een ,,moraal” ver-
werkt, die den boer op zijn fouten wijst en de midde-
len ter verbetering aan de hand doet.
De Regeering verleent premies
OP
het invoeren
van rasvee en maakt de installatie van koelhuizen
tot voorwerp van haar bijzondere zorg teneinde het
vleesch der zuidelijke proviriciën op effectieve wijze
over het geheele land te distribueeren. De ,,Servicio
Genética Vegetative” verzorgt de verspreiding van
zuiver zaad van hoogwaardige plantenrassen. Het
Kolonisatiefonds heeft tot taak meer land in ciii-
tuur te brengen, bevordert dus de vestiging op het land van stedeliugen. Het fonds geeft crediet voor
den aankoop van gronden, materiaal, vee.
Ter bevordering van het vreemdelingenverkeer ver-
schaft de regeering leeningen op langen termijn aan
particulieren voor liet oprichten en verbeteren van
hotels langs de kust.
De Commissie voor Werkloozenzorg gaf geldelijken
steun aan werkloozen, die kleine industrieën of han-
delsondernemingen wilden vestigen.
De bovengenoemde maatregelen ter bestrijding van
de crisis, devaluatie en ,,actieve” welvaartspolitiek,
hebben niet nagelaten vruchten af te werpen. Welis-
waar was de exportstijging in goud uitgedrukt van 1932 t/m. 1935 ,,slechts” 50 pCt., echter in tonnen
uitgedrukt was dit 120 pCt. en in papierpesos
500 pCt. Onderwijl stegen de kosten van levenson-
derhoud (in papierpesos) slechts pl.m. 32 pCt.
De werkloosheid, die in 1932 schrikbarende afme-
tingen had aangenomen is nu zoo goed als geheel ver-
dwenen. Het aantal door den Staat ondersteunden
daalde van 282.000 in 1932 tot 13.000 eind 1935; het
aantal ingeschrevenen aan de arbeidsbeurzen van 102.000 tot 5.000 (totaal aantal inwoners 4.3 mil-
lioen).
De productie van mineralen steeg zeer sterk van
1932 tot 1935, zooals tabel V laat zien. Ook was dit
het geval met de productie voor zuiver binnenlandsch gebruik. In tabel V zijn tevens aangegeven de indices
voor de productie van textielgoederen, gas en elec-
triciteit.
1)
Noordelijke provunciëa.
19 Augustus 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
597
Het meest frappant is de stijging in de goudpro-
ductie. In Chileensche goederen uitgedrukt was door
de devaluatie de goudwaarde meer dan vier maal zoo
groot geworden. Geen wonder, dat het productie-
cijfer met geweldige sprongen naar boven is gegaan,
zeer veel sneller nog dan de wereldgoudproductie, die
om gelijksoortige redenen steeg. Voor vergelijking zie
tabel V. In 1935 bedroeg de goudophrengst 8345 kg
ter waarde van pim. 15 millioen gulden.
De werkloonen zijn sinds 1932 vrij sterk gestegen,
sterker dan de kosten van levensonderhoud in papier-
pesos (zie tabel V); zij zijn echter nog zeer laag.
Tabel V
1
Productie
mineralen
1
Productie
text., gas, J eleclr.
Productie goud
__________
1
1 Werk-
1
bonen
Jaar
__________
Wereld
__________
___________
Chili
1927—’29
100
100
100
100
1
100
1930
….
83
1
–
110
60
1
–
1931
…
57
1
–
118 62
1
81
1932
….
31
1
–
127 110
1
70
1933
….
38
112
132
425
86
1934
.
.. .
63
123 145
690
105
1935
…
71.
140
1
160
770
128
Uit de cijfers van zes instellingen voor ongevlleu-
verzekering laat zich voor den arbeiders een gemid-
deld dagloon van 4.8 Peso (= 37 cent) berekenen.
Ook wanneer men in aanmerking neemt, dat het leven
2 k 3 maal zoo goedkoop is als in Nederland, is dat
weinig. Het gemiddelde dagloon van arbeiders en
employé’s door elkaar bedraagt bij de Staatsspoorwe-
gen 15 Peso (ruim
f
1.—).
De zeer sterke devaluatie in aanmerking genomen,
mag het geen verwondering baren, dat de dienst der
buitenlandsche schulden opgeschort moest worden. In
1935 kwam een wet tot stand, waarbij voorzieningen
werden getroffen om, zooveel doenlijk, dezen dienst
weder te hervatten. Om de particuliere debiteuren te-
gemoet te komen, werd bepaald, dat de salpeter-
exporteurs, die door de devaluatie weer heel goed op
de wereldmarkt konden mededingen, een gedeelte der
buitenlandsche deviezen, die zij in handen kregen,
tegen lage koers af moestOn staan aan diegenen, die
in het buitenland schulden moesten aflossen. Voor de
aflossing van de coupons der staatsleeningen en het
opkoopen dezer obligaties op de vrije markt werd de helft gereserveerd van de belastingen op de salpeter-
en koperindustrie. Veel heeft dit nog niet te betee-
kene.n; de opbrengst in 1935 was nauwelijks voldoen-
de om de buitenlandsche houders van Staats-, Ge-
meente- en Spoorwegleeningen
K1
pCt. rente uit te
keeren, zoodat de .koers dezer papieren om en nabij
de 9 (Amst. not.) bleef schommelen.
lIet is begrijpelijk, dat de devaluatie een tendens
tot prijsstijging heeft medegebracht. De regeering
heeft hiertegen stelling genomen door depôts van
levensmiddelen op te richten, die, als het noodig is,
hun voorraden spuien om den marktprijs te drukken.
Bovendien werden voor vele artikelen maximum-prij-
zen voorgeschreven.
liet kan niet worden geloochend, dat de toenemende
welvaart in Chili nog consolidatie behoeft en de toe-komst zal moeten leeren, of na geleidelijke liquidatie
der belemmerende maatregelen het evenwicht gehand-
haafcl blijft. In ieder geval echter komt Chili uit de
crisis veel onafhankelijker van het buitenland dan
het erin ging. Maar weinig noodzakelijke artikelen
zijn er nog, waarvoor Chili het buitenland per se non-
clig heeft. Hoogovens zijn in aanbouw, de textielnij-
verheid wint steeds meer veld (men hoopt bijv. bin-
nenkort een fabriek te openen, die geheel Chili van
katoenen garens kan voorzien), de machinebouw
maakt flinke vorderingen. De toekomst’ houdt voor
Chili schoone beloften in. Laten wij, in ons overbe-
volkte Nederland, met ons steeds geweldig aantal
werkloozen, ons wanhopig teveel aan intellectueelen,
dit groote, rijke, vruchtbare, moderne en vooruitstre-
vende land, met een klimaat, waar de West-Euro-
peaan zich geheel thuis kan voelen, niet uit het oog
verliezen.
Het inwonertal van het dunbevoikte land nam
sinds 1910 slechts met 25 pCt. toe tegen Neder-
land met 50 pCt., Argentinië met 46 pCt., Brazilië
met 67 pCt. Chili heeft menschen noodig, en de
regeering heeft nog onlangs te kennen gegeven im-
migratie van waardevolle elementen gaarne in de
hand te werken. En 66k, laten wij ons hoeden voor
het misverstand, dat de industrialisatie van Chili in
zou houden een vermindering van zijn beteekenis als
afzetgebied voor Nederland. Het algemeene beeld,
dat de geschiedenis ons te zien geeft is een verleven-
diging van den buitenlandschen handel naarmate de
industrialisatie van een land voortschrjdt.
Dr.
Ir. P.
COHEN
HENR1QUEZ.
AANTEEKENINGEN.
De percentageregeling uit de steunregeling voor
werkloozen.
1)
Wanneer het loon door x, het percentage door y
en de uitkeering door a wordt aangegeven, dan be-
staat tusschen deze factoren in het algemeen de
betrekking:
xy = a
Deze betrekking is een bijzondere vorm van de
algemeene vergelijking van een hyperbool, waarvan
de asymptoten evenwijdig loopen met de assen van
het coördinatenstelsel, luidende:
waarin m en n de coördinaten van het middelpunt
der hyperbool en
ci
de som van de kwadraten van
hoofd- en rievenas voorstellen.
Bij de
thans bestaande percentage-verdeeling
geldt
voor de beide beschouwde gevallen het volgende:
Geval A. (Gezin zonder kinderen).
Het
eerste deel der percentagelijn
(het horizontale
gedeelte) beantwoordt aan de vergelijking:
y
0.775
Deze lijn is een bijzonder geval van de algemeene
lijn, waarin de coördinaten in en n gelijk 0 zijn (het
middelpunt valt samen met den oorsprong van het
coördinatenstelsel) en waarin de ordinaat y constant is (de ‘hyperbool degenereert tot een rechte lijn).
Het
tweede deel der percentage-lijn
wordt bepaald
door de betrekking:
xy = a of y =
Uit de bestaande uitkeeringstabel volgt, dat met x
15 correspondeert a = 11.62 en met x = 23 een waar-
de a = 14.95. Daar de stijging van de uitkeering recht
evenredig verloopt met die van het loon, volgt hier-
uit, dat een vermeerdering van x met 1, de uitkee-
14.95 – 11.62
ring doet verhoogen met
8
= 0.41625.
De bovenbedoelde vergelijking y
wordt dan y
11.62
4-
(x – 15) 0.41625
of uitgewerkt:
x
x (y – 0.41625) = 5.37625.
De coördinaten van het middelpunt van deze hy-
perbool zijn dus 0 en 0.41625, m.a.w. de eene asymp-
toot wordt gevormd door de Y-as en de andere door
een horizontale lijn, welke op een afstand van 0.41625
boven de X-as ligt.
Het
derde deel der percentage-lijn
wordt bepaald
door de betrekking xy = a. Daar de uitkeering in dit
deel steeds
f
15 bedraagt, luidt de vergelijking van
deze lijn dus:
xy = 15
De coördinaten van het middelpunt van deze
1)
A.nalytische uitwerking van het artikel, dat elders
in dit nummer is opgenomen.
598
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1936
hyperbool zijn 0, zoodat het middelpunt samenvalt
met den oorsprong van het assenstelsel en de asymp-
toten met de X- en de .Y-as.
Geval B. (Gezin met 10 kinderen).
Het
eerste deel der percentage-lijn
beantwoordt aan
de vergelijking:
y=0.90
Het tweede deel der percentage-lijn
beantwoord
aan de vergelijking:
x (y – 0.52) = 5.70,
hetgeen op de onder geval A. omschreven
•
beschou-
wingswijze zonder moeite kan worden afgeleid.
Het derde deel der percentage-lijn
volgt de formule
ïy = 21.
Ten opzichte van beide gevallen A. en B. kan nog
worden opgemerkt, dat het tweede en het derde ge-
deelte der percentage-lijnen niet aaneensluiten; de
onderbreking hiertusschen is op grafiek II door een
stippelljn aangeduid.
Bij den hierv oren ontwikkelden gedachtegang
be-
treffende de percentageverdeeling blijven het eerste
en het derde deel van de percentage-lijn onveranderd,
zoodat alleen het tweede deel in de gevallen A. en B.
nader moet worden bepaald.
Geval A. (Gezin zonder kinderen).
Van deze percentage-lijn (hyperbool) zijn reeds
twee voorwaarden bekend, nl. dat zij moet gaan door
de punten x = 15 en y = 0.775, zoomede x = 24 en
y = 0.625. Als derde voorwaarde wordt thans inge.
voerd, dat de hyperbool vloeiend moet aansluiten aan
het derde deel van de percentagelijn, waarvan de for-
mule luidt: xy = 15. Dit zal het geval zijn, als deze
hyperbool gaat door het punt x = 23 en y = 65.
Daar de algemeene vergelijking van de hyperbool
luidt:
(x_m)
2
(y_
n) = ± (),
kunnen uit bovenbedoelde 3 voorwaarden de volgende vergelijkingen worden opgesteld:
(15 – m) (0.775 – n) = ± (__)
2
(1)
(23
.-m) (0.65
_fl) = ± ()2
(2)
(24-in) (0.625 – n) = ± (__)
2
(3)
Uit (1) en (2) volgt:
(15-m)
(0.775-»)
=
(23-m)
(0.65-11)
of
uitgewerkt:
8»
–
0.125m
–
3.325
=
0
…………….
(a)
Uit (1) en (3) volgt:
(15-m)
(0.775-»)
=
‘(24-m)
(0.625-»)
of
uitgewerkt:
9»
–
0.15m
–
3.375
=
0
…………….
(h)
Uit 9 X (a) -8 X (b) volgt:
0.075m
–
2.025
=
0 of
m
=
39.
Deze waarde van m, ingevuld in (a)
of (b), levert:
n
=
1.025.
De gevonden waarden van m en
n, ingevuld in
(1),
(2)
of -(3), leveren:
–
±
()=6
De formule voor de gevraagde hyperbool luidt dus:
(x-39) (y-1.025) = 6.
De coördinaten van het middelpunt van deze hy-
perbool zijh dus 39 en 1.025, m.a.w. de eene asymp-
toot ligt op een afstand 39 van de Y-as en de andere
op een afstand 1.025 boven de X-as.
Uit deze formule volgt:
–
y1.025-
6
39
Als nu aan x (het loonpeil) achtereenvolgens de
waarde .16 t/m. 24 wordt gegeven, kan uit deze for-
mule de waarde voor y en daarmede het toepasselijke
loonpercentage worden berekend en wel door de ge-
vonden waarden voor y met 100 te vermenigvuldigen.
Aldus handelende, worden bij opklimmend loonpeil de waarden voor het percentage gevonden, welke in
Tabel A op blz. 593 zijn opgenomen.
Geval B. (Gezin met 10 kinderen).
Op dezelfde wijze als voor geval A. werd omschre-
ven, worden voor dit geval de navolgende vergelij-
kingen gevonden: –
.(15 – m) (0.90 – n) = ±(__)
5
(29 – m) (0.722 – n) = ± (_)
2
(2)
(30- m) (0.70 –
ii) =
-±
(_-) ……..
(
3)
Uit (1) en (3) kan worden afgeleid:
15n-0.2m-7.5 = 0
…………………..
(a)
Uit (2) en (3) kan worden afgeleid:
u
–
0.022m – 0.062 = 0 ………………(b)
–
Uit (a)
–
15 X (b) volgt:
0.13m – 6.57 = 0 of
m=50.54
–
Deze waarde van m, gesuhstitueerd in (a) of (b),
levert:
n_1.1737.
Deze waarden van m en n, gesubstitueerd in (1),
(2) of (3), leveren:
±
(.)2 =
0.9729.
De formule van de gevraagde hyperbool luidt dus:
(x-50.54) (y-1.1737) = 0.9729.
De coördinaten van het middelpunt zijn dus 50.54 en 1.1737, m.a.w. de eene asymptoot ligt op een af-
stand 50.54 van de Y-as en de andere op een afstand
1.1737 boven de X-as.
Uit deze formule volgt:
y = 1.1737 – __ 0.9729
50.54 – x
Worden nu aan x (het loonpeil) achtereenvolgens
de waarden 16 t/m. 30 gegeven, dan wordt op over-
eenkomstige wijze als voor geval A de tabel B van
blz. 593 verkregen.
Daar de berekeningen van de formules en van de
tabellen op blz. 593 ten deele zijn uitgevoerd met
een rekenliniaal; is het niet uitgesloten, dat in de
becijferde bedragen kleine onjuistheden zijn opge-
treden; op het algemeene beeld hebben dergelijke
geringe onjuistheden uiteraard geen invloed.
–
–
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons
van 1000
kg.)
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
9115 Aug.
Sedert
Overeenk.
9115 Aug.
Sedert
Overeenk.
1936 1935
–
1936
1jan. 1936
tijdvak 1935
1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935
4.508 612.061
556.197
–
8.311 13.842
620.372 570.039
3.801
147.941
129.916
–
1.976
281
149.917 130.197
Tarwe
………………
Rogge
………………
–
19.245
13.902
–
350
–
19.595
–
13.902
Boekweit ………………..
faïs ……………….
36.2 54
477.668
481.415
6.369
98.714
78.238
576.382
559.653
.
191.317
192.986
–
12.807
23.023
204.124
216.009
Haver
…………….
3.616 62.371
87.360
–
680
1.660
63.051
89.020
9.820
146.458 119.354 17.102 141.256
247.283
287.714
366.637
Gerst
……………..3.229
–
.
33.917 29.093
–
175
–
34.092 29.093
Lijnzaad
……………
Lijnkoek ……………..
Tarwemeel
…………
23.115
12.919
270 5.826 4.168 28.941
17.087
Andere meelsoorten
•
99
.
5
222
,.
20.211
17.719
–
1.076
2.051
1
21.287
19.770
19 Augustus 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
599
Tot slot van deze analytische beschouwing moge
nog worden opgemerkt, dat de ontwikkelde bereke-
ningsmethode uiteraard ook kan worden toegepast
voor de tusschenliggende groepen van gezinnen van
1 t/m. 9 kinderen, terwijl tevens nog kan worden op-
gemerkt, dat de kromming van de hyperbool van het
tweede gedeelte van de percentage-lijn uiteraard kan
worden verflauwd, dan wel versterkt, al naar zulks
wordt gewenscht, ni. door de derde voorwaarde (de
coördinaten van het derde punt) op passende wijze
te veranderen.
A.
N.
VAN MILL.
INGEZONDEN STUKKEN.
DE ROEP OM TERUGKEER VAN DEN VRIJEN
INTERNATIONALEN HANDEL.
De ‘heer J. G. Suur/hoff schrijft ons:
Het door den heer J. Groot in E.-S.B. van 15
Juli 1.1. onder bovenstaande titel aangesneden onder-
werp is voor ‘de economische politiek van ons land
van zeer ‘grote Ibeteekenis. Is de conclusie, waartoe
de ‘heer Groot komt, juist, ‘dan mag zelfs beweerd
worden, ‘dat ‘daarmee ‘de
basis van
‘de thans in ‘ons
land gevoerde crisispolitiek is ondermijnd. Klaar-
blijkelijk heeft ‘de schrijver zich ‘daarvan niet vol-
doende rekenschap ‘gegeven. Wij herinneren ‘ons na-melijk, ‘dat ‘door hem tezamen met ‘den ‘heer Drs. A.
M. Groot in Juli 1935 een brochure werd uitgegeven
onder ‘de titel ,,Aanpassing of Welvaartspol’itiek”,
waarin de crisis-politiek, zoals deze thans nog wordt
gevolgd, met kracht werd verdedigd. Sta ons toe, dat
wij dit met een enkel citaat nader uitwerken. Op
blz. 29 van de genoemde brochure staat om.:
,,Verlaging van
het
algemeen kostenpeil eist ‘thans
zware offers, maar deze offers zullen ons tenslotte leiden tot een gezond economisch evenwicht, waardoor ook in-
ternationaai onze positie belangrijk
zal worden versterkt.
Hoe de internationale handel op de duur weer in nor-
male banen ‘zal worden geleid, ‘is thans nog niet ‘te over-
zien, maar het is
onaannemelijk,
dat de internationale goe-
derenbeweging
duurzaam zal worden beheerst door de
resultaten van de onderhandelingen, die tussen de ver-
tegenwoordigers van de verschillende landen worden be-
reikt.”
Op
het laatste door ons gecursiveerde gedeelte van
de zinsnede komt het aan. De heren Groot zagen dus
in
.
1935 de Ihandelsovereenkomsten zeer beslist als
ci’isis-uitwassen, gedoemd om met het wijken van ‘de
crisis weer te verdwijnen. Op één voorwaarde: ons
prijspeil moest ,,aangepast” zijn aan de wereldmarkt-
prijzen.
De thans door den heer J. Groot geponeerde op-
vatting
wijkt in sterke ‘mate van ‘de hierboven weer-
gegeven mening af.
Wij
citeren o.a.:
,,Zecr
zeker
zal
men in de toekomst weer
meer dan
thans het geval is, gebruik gaan
maken van de voordelen
der
internationale arbeidsverdeling,
maar dat zal dan
alleen kunnen geschieden door gereglementeerde ruilrege-lingen tussen de verschillende landen.”
De heer Groot is ‘dus niet alleen van zijn ongeloof
aan de mogelijkheid van een gereglementeerde buiten-
landse handel genezen, ‘hij ziet nu zelfs als enige mo-
gelijkheid tot uithreiding van ons handeisverkeer de
van overheidswege .gelei’de en beheerste ruil.
Dat wij op ‘deze voorspoedige bekering van den
heer J. Groot ‘de aandacht vestigen geschiedt slechts
om er onze verwondering over uit te sprekén, dat hij
niet
.
tegelijkertijd ook ‘de consequenties uit zijn ge-wijzigd standpunt heeft getrokken. De heer J. Groot
toch heeft, zoals gezegd, verleden jaar in samenwer-
king met den heer A. M. Groot de economische zege-
riugspolitiek uitvoerig verdedigd, daarbij waarschu-
vende tegen allen, die meenden andere plannen tegen-
over het door de ‘regering gevolgde beleid te kunnen stellen. Die, mede door den heer J. Groot met zoveel
lisrtstocht verdedigde crisispolitiek echter, wordt be-
heerst door de ,,aanpassing” aan het buitenlandse
(Vervolg zie blz. 600.)
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
Disc.Wissels. 3
7
Juli
’36 Ned
Lissabon
….
44
5Mei’36
Bk
Be1.Binn.E
ff
.34 7
Juli
’36
1Vrsch.
Londen ……
2
3i) Juni’82
inR.C. 34 7
Juli ’36
Madrid ……
5
9Juli ’35
Athene ……….7
14 Oct.’33
N.-York F.R.B.
141
Feb.’34
Batavia……….
4
1
Juli’35
Oslo
……..
3422
Mei’33
Belgrado
……..5
lFebr. ’35
Parijs
……
3
9
Juli’36
Berlijn ……….
4
22 Sept.’82
Praag
……
3.
1 Jan.’36
Boekarest …….. 44
15Dec.’34
Pretoria
. .. .
3415Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome……..
44
18Mei’86
Boedapest
……
4
28 Aug.’35
Stockholm
. –
24
1 Dec.’33
Calcutta
……..3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig……….5
21 Oct.’35
Weenen ……
34
10Juli’85
Helsingfors ……
4
3 Dec.’34
Warschau….
5
260ct.’88
Kopenhagen
….
3422Aug.’35
Zwits.Nat. Bk.
24
3Mei’85
OPEN MARKT.
1936
1935
4
15
10
1
15
3
1
8
27Juli!
~l3~!’1
18~20
1’2
4
Aug.
Aug.
Aug.
1 Aug.
u.
uli
Amsterdam
Partic.disc.
I1
1
1
3
/8_I12
1
5
116
7
153
13/5
–
518
47/_511
8
5
18
3
1
1
–
1i,
Prolong.
–
1
1
14
Iu14h12
1ij4
–
Iu/2
431
4
_5
1
214-
1
14
Londen
Daggd
..
112’1
1
21
‘/,..I
1
2-1
‘/,-I
1
4
1
I
1
1
4
2
Partic. disc.
132
0
1I6
‘/s,/is
17j37_91,5
17
/32
-9
116
116’1°.
1
3116
4
1
1e
1
14
Berlijn
Daggeld
2
7
18
–
3
1
18
218
–
3
1
1q
2314
–
3114
2
1
1,
–
3
1
12
2
7
–
3
1
/
4
–
512
–
Maandeld
2
Is_/s
2
3
14
–
7
18
2
1
1a-
15
116
23/
4
-31/
4
23/_31/
s
4ij2 6
–
Part, disc.
2
7
18
271
27
18
2
1
/
3
33/
4
2’/
–
‘/,
Warenw.
– .
411
4_I
4
4_11
4
4_1/
4I1
4_11
–
Nea, York
Daggeld
t)
1
1
1
1
11
4
1
1
2
142
1
1,
Partic.disc.
114
11
4
11
4
114
1I6
116
–
t) Koers van 14
Aug.
en daaraan voorafgaande weken
t/m.
Vrijdag
WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.
D a a
New
York’)
Londen
‘)
Berlijn
1
Parijs
1
Brussel
1
Batavia
1)
ii Aug. 1936
1.47%
7.39%
59.24 9.70
24.811
100%
12
,,
1936 1.47%
7.39%
59.24
9.70%
24.824
100%
13
,,
1936
1.47%
7.40%
59.234
9.70
24.815
100%
14
1936
1.47%
8
7.40%
59.234
9.70
24.824
100%
15
1936
1.47%
7.40%
59.234
9.70
24.82 100%
17
1936
1.47%
7.40
39.234
9.70
24.815
100%
Laagste
d.wl)
1.47
7.39
59.20
9.69%
24.79
100%
Hoogste d.w’)
1.47%
.7.41
59.274
9.70%
24.84
100%
Muntpariteit 11.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100
serland
11 Aug. 1936
48.01
–
6.094
1.10
–
12
,,
1936
48.02
–
6.094
1.10
–
–
13
,,
1936
48.02
–
6.094
1.10
– –
14
1936
48.02
–
6.09
1.10
– –
15
1936
48.02
–
6.07 1.10
–
–
17
1936
48.-
–
6.09
1.10
–
–
Laagste d.wi)
47.97%
27.80
6.07
1.05
11.65
–
Hoogste
d.wl)
48.05
27.85
6.13
1.15
11.70
–
Muntpariteit
48.003 35.007
7.371
1.488 13.094
48.52
Data
Slock-
holm
)
Kopen-
hagen’)
S0
*
”
fç
Buenos-
Aires’)
Mon-
freali)
11 Aug. 1936 38.15
33.-
37.174
3.27
41%
1.47%
12
,,
1936 38.15
33.024 37.174
3.27
41%
147%
13
,,
1936 38.174 33.05
37.20
3.27
41
1.47%
14
,,
1936 3.174 33.05
37.20
3.27
41
1.47%
15
1936 38.174 33.05
37.20
3.27
41
1.47%
17
1936 38.15
33.024 37.174
3.264
41
1.47%
Laagste
d.w’) 38.024 32.90
37.05 3.24
40%
1.47
Hoogste d.w’) 38.274 33.15
37.30
3.29
41%
1.47%
Muntpariteït
66.671 66.671
66.671 6.266
95%
2.1878 ‘) Noteering te Amsterdam.
“)
Not, te Rotterdam.
t)
Part. opgave.
In ‘t Iste of 2de No. van ieder maand
komt
een overzicht
vitor van
en.aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
ata
Londen
Parijs
($ per £)
($ p. IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100 gld.)
11 Aug.
1936!
3,02
13
/
32
6,58′
40,23
67,93
12
,,
1936
5,02
15
/
32
6,59
,
40,25
67,93
13
,,
1936
5,02
25
/
32
6,58′,
40,23
67,89%
ii
1936
5,02
23
/82
6,58%
40,24
67,91
15
1936
5,02
23
6,58%
40.23
67,91
17
1936
5,02
21
32
6,58%
40,23
67,94
19 Aug.
1935
4,98
6,63%
40,40
67,88
hiuntpariteit..
4,$6
3,90% 23.81%
‘
40%
Data
Weenen Praag Boeka- Milaan Madrid
S)
1)
rest
1)
*5)
5*)
600
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1936
prijspeil om zodoende een vergroting van onze export
te bereiken.
Zelfs de verlaging van de prijzen op de binnen-
landse markt wordt aan dit doel dienstbaar geacht.
Dat men hier en daar de ,,aanpassing” wat remt,
geschiedt slechts om al te erge sociale wrijvingen te
voorkomen, aldus werd herhaaldelijk van regerings-
zijde verklaard.
Wanneer nu de mogelijkheid van een herleving
van het
vrije
internationale ruilverkeer, zoals de heer
Groot meent (en zoals ook wij. menen), uitgesloten
of minstens zeer twijfelachtig kan worden geacht,
dan is het toch duidelijk, dat daarmee de grondslag
van de ,,aanpassingsjolitiek” komt te vervallen. De
heer Groot, die zich in het openbaar zulk een krach-
tig verdediger van de aanpassing heeft betoond, had
niet mogen schromen, nu hij van opinie veranderd
is, ook de consequenties daarvan in het openbaar te
trekken.
Die consequentie •is naar onze meening, dat de prijs van onze export-artikelen, hoewel natuurlijk
niet onverschillig, toch niet meer primair is voor de beoordeeling van de exportkan’sen. Primair is veel-
eer, wat men het buitenland ter compensatie van onze
export aan invoermogelijkheden kan bieden. Krach-
tige stimulering van de binnenlandse markt door
het uitvoeren van openbare werken en het vrijmaken van consumptieve koopkradht door drastische verla-
ging van nog-niet- of onvoldoende-verlaagde vaste
lasten e.d., dat is de weg, die gegaan moet worden
om op de duur ‘ook voor onze export-industrie veer
wat levensmogelijkheden te scheppen. Daarenboven
dient de overheid, voorzover dat nog nodig is, zich
de organen te scheppen, die voor het zo moeilijke
werk van de afsluiting van ,,ruilregelirugen” ge-
schikt zijn.
heid van de hier te lande gevoerde aanpassingspoli-
tiek, thans een ander standpunt zou innemen da)i
een jaar geleden en ik geloof ook niet, dat de beide
door hem naar voren gebrachte citaten een bewijs van
zijn stelling inhouden. De fout, welke de heer S.
maakt, schuilt’ in het feit, dat hij het begrip ,,ge-
reglementeerde ruilregelingen” te beperkt opvat. In
de thans bestaande verhoudingen moet de Regeering
zoeken naar invoertransacties om den uitvoer te sti-
muleeren of op peil te kunnen houden. Dit geldt
speciaal voor die landen, die door middel van clearing
verrekenen, maar verder ook, zij het dan in mindere
mate, voor alle andere landen. Tegenover elke uit-
voertransactie moet ter compensatie een invoertrans-
actie worden gesteld en dit is een zeer ongezonde
toestand, welke op den duur niet kan blijven voort-
bestaan.
Het was hierop dat wij doelden, toen wij ver-
leden jaar in het boekje ,,Met of zonder Coljn;
aanpassing of welvaartspolitiek” schreven, dat het
onaannemelijk was, dat de internationale goederenbe-
weging duurzaam zou worden beheerscht door de
resultaten van de onderhandelingen, welke tusschen
de vertegenwoordigers van de verschillende landen worden bereikt. Wij voegden daar onmiddellijk aan
toe, dat eenmaal weer de tijd zou komen, waarop alle
landen van de wereld hun kostenpeil weer met elkan-
der zouden moeten meten en dat dan de goedkoopste
producent weer wereldleverancier zou worden. Dat
een herstel van de wereldwelvaart niet is te verwach-ten alvorens dit doel is bereikt, alvorens dus de voor-
deelen van de internationale arbeidsverdeeling weer
ten volle worden uitgenut, lijkt mij een stelling welke
moeilijk voor bestrijding vatbaar is. Daarmede is ech-
ter nog geenszins gezegd, dat het noodzakelijk zou
zijn daarvoor weer tot de oude ,,laissez faire politiek”
unrug ue Keuren. reujn arniei in
.n.-o.x. van
10 Juli
N a s c h r i f t. De heer Suurhoff vergist zich wan- 11, had uitsluitend ten doel aan te toonen, dat die
11
neer hij meent dat ik, ten aanzien van de deugdelijk- terugkeer, zelfs in de verre toekomst, onmogelijk zou 11
STATISTISCH OVERZIC
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
ROGGE
MAIS
GERST
LIJNZAAD
KOM-
KOMMERS
TOMATEN
VROEGE
AARD RUND VARKENS
Manitoba
loco
74 kg Bahia
La Plata
64165 kg
La Plata
La Plata
Ie soort
A
APPELEN
VLEESCH
VLEESCH
Rotterdam!
Amsterdam
Blanca loco
R’dam!A’dam
loco
R’dam;A’dam
loco Rotter-
dam(A’dam
loco
R’dam!A’dam
per 100 St.
‘
‘per
loo
K.G.
P.
00 K.G.
(versch)
per 100 kg
(versch)
per 100 k
per 100 kg.
per 100 kg.
per 2000 kg.
per 2000 kg.
r 1960 k
peg.
Berkel!
Rodenrijs
Westland
Groote-
broek
Rotterdam
Rotterdani
1)
3)
4)
fl.%
f1.
%ÎL%fL%
fi.
Ijfl.
%
f1.
% f1. %
fl.
%
f1
1925
17,20 100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50 1100,0
7,495)
100,0
20,-5)
100,0
4,935)
100,0
93,
5
)
100,-
77,50
5
)
101
lan.
1936
5,45
31,7
3,525
27,0
56,00
24,2
63,50
27,0
153,50
33,1
44-
47,3
50,87
5
6!
lebr.
,,
5,225
30,4
3,40
26,0
55,25
23,9
64,50
27,3
152,50
1
33,0
43,775
47,1
48,25
E
Maart
•
5,225
30,4
3,50
26,8
59,50
25,7
69,75
29,6
150,00
3A
4
45,75
49,2
46,57
5
6)
April
,,
5,175
30,1
3,45 26,4
64,00
27,6
70,00
29,7
147,25
31,8
48,50
52,1
45,376
51
Mei
• 5,126
29,8
3,175
26,6
63,75
27,5
72,25
30,6
147,75
31,9
—
–
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
–
—
51,60
55,5
44,30
5′
Juni
,,
5,05
29,4 3,45
26,4
66,00 28,5 71,50
30,3
1
154,00
33,3
1
—
—–
–
—
–
—
–
–
–
—
–
–
–
54,15
58,2 46,25
5.
Juli
5,625
32,7
3,65.
27,9
71,75
31,0
74,75
31,7
1
162,50
35,1
1
2,49
33,2
7,47
—-
–
—
–
—
–
–
–
—
–
—
—-
–
—
–
—
–
–
–
—
–
—
—-
–
—
–
—
–
–
–
—
–
–
–
37,4
2,06 41,8
57,35 61,7
47,75
6
3 Aug.
,,
6,45
37,5 3,80
29,1
85,50 36,9 84,50
35,8
1
171,00
37,0
58-
6
)
62,4
48,25
6
)
6
10
»
,,
6,60
38,4 4,10 31,4
80,50
34,8
89,50
37,9
1
174,00
37,6
1
59,70
7
)
64,2 49,50
7
)
6
17
,,
6,35
36,9 4,10
31,4
82,50
35,6
89,50
37,9
1
172,50
37,3
1
58,-S)
62,4
48,75
8
)
6 1)
Men zie voor de toelichting
Op
dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en IS Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931
tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van 16Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74kg Zuid-Russische; van 23Mei Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3. Van 19 Sept. ’32 tot 24 Juli ’33 62163 kg Z.-Russ. Van 24 Juli ’33-7 Oct. ’35 64165 kg La Plata. Van 7 Oct. ’35-18 Mei ’36 62j6
Vervolg STATISTISCH OVERZIC
MINERALEN
TEXTÏELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche!
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Flollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
_____________ __________ __________
gekamde
Australische,
Australische,
HUIDEN
SALPET!
Middling
.
F. G. F.
1
F. No. 1
bunkerkolen,
tm 33.9°
64166°
Merino. 64’s Av.
CrossbredColo-
Gaat, open
GId. per
onezeefd f.o.b.
B
s. g.
$cts. per
locopriizen
Sakella-
J.
1
Oomra
loco Bradtord
nial Carded,
kop
100 kg
R dam!A’darn
per barrel
U.S. gallon
New-York
rides
Liverpool
per Ib.
50’s Av. loco
57-6! pnd.
netto
per 1000 kg.
per lb.
Liverpool
Bradtord per Ib.
‘j
j
–
%
Scts.
%
$cts.
%
pence
pence
%
pence
I
pence
II
1925
10,80 100,0
1.68
100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00 1100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
101
Jan.
1936
6,15 56,9 0.618
36,6
3,39 22,8 7,05
30,3
5,82
19,9
2,91
31,1
19,25
1
35,0
9.00
30,5
15,-
43,2 5,80
41
Febr.
,,
6,15 56,9
0.61
36,3
3,45 23,2
6,80
29,2
5,49
18,8
2,74 29,3
19,25
1
35,0 9,25
31,4
15,-
43,2 5,85
41
Maart
6,15
56,9
0.61
5
36,6
3,47 23,4 6,75
29,0
5,57
19,0
2,79
29,8
19,75
35,9
9,50 32,2
14,25
411
5,90
41
April
,,
6,20 57,4
0.61
5
36,6
3,43
23,1
6,90
29,7
5,47
18,7
2,73
29,2
19,75
35,9 9,50 32,2
14,-
403
5,95
4
Mei
,,
6,25
57,9 0.616
36,6
3,43
23,1
6,90
29,7
5,42
18,5
2,67 28,6
20,00
36,4
9,50
32,2
13,75
39,6
6,-
S
luni
6,30
58,3 0.615
36,6
3,36
22,6
7,10
30,5
5,43
18,6
3,34
35,7
19,25
35,0
9,25
31,4
113,-
37,5
1
6,-
S
juli
6,25
57,9
0.61
5
36,6
3,25
21,9
7,80
33,5
6,24
21,3
3,60 38,5
19,25
35,0
1
9,25
31,4
113,-
37,5
1
6,-
51
3 Aug.
»
1
6,25
57,9
0.618
36,6 3,25
2
)
21,9
7,55
32,5 6,80°) 23,2
3,495)
37,3 19,757)
35.9
9,25
7
)
31,4
1
6,-
S
6,30
i8,3
0,615
36,6
3,023)
20,3
7,25 31,2
6,750)
23,1
3,446)
36,8
19,75
8
)
35,9
1
9,25
8
)
31,4
1
1
6,-
S
6,30
58,3
0.61
5
36,6
3,25
4
)
21,9
7,35
1
31,6
1
1
1
1
6,-
S
‘)Jaar- en maandgem. afger. op lIs pence. 2)1 Aug.
3
)8 Aug.
4
)15 Aug.
5)5
Aug. 6)12 Aug.
7)
6Aug.
8)
13 Aug.
9
)11 Aug.
10)
4Aug.
1
19 Augustus
1938
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
601
zijn, omdat onbeperkte handelsvrijheid steeds weer
moet leiden tot prijsdiscriminatie van de importee-
rende landen en daardoor tot afdrukking van de prij-
zen in elk land tot een niveau, dat ligt beneden den
kostprijs van de productie.
Even zeker als het nu is, dat de wereld op den
duur de voordeelen van de internationale arbeidsver-
deeling niet kan missen, even zeker is het ook dat
middelen moeten worden beraamd om de internatio-
nale dumping te voorkomen en dat zal alleen kunnen
geschieden wanneer de internationale handel wordt
geordend.
Nog zij vermeld, dat het mij in hooge mate heeft verwonderd, dat de heer
S.
zegt, dat wanneer een herleving van het vrije internationale ruilverkeer is
uitgesloten, daarmede tevens de grondslag van de
aanpassingspolitiek komt te vervallen. Ik wijs er den
heer
S.
op, dat de verbetering van de exportmogelijk-
heid zeker niet de eerste doelstelling van de aanpas-
singspolitiek mag worden geacht. Ik kan op deze
materie in dit bestek niet verder ingaan; mijn stand-
punt te dezer zake is echter uitvoerig beschreven in
de hoofdstukken
3
en 4 van het boekje waaruit de
heer
S.
citeert. J.
GROOT.
ONTVANGEN BOEKEN.
Historisch-Kritisch 0v erzicht van cle Credietlheorieën
(in het bijzonder van Dr. L. A. Hahn’s hankcre-
diettheorie) door Dr. P. B. Wind. (Groningen,
Batavia
1936; J.
B. Wolters’ Uitgevers-Maat-
schappij NV.).
Dit proefschrift, waarmede schrijver den graad van doc-
tor in de rechtsgeleerdhcid aan de Rijksuniversiteit te
Groningen verkreeg, heeft ten doel de verschillende kwes-
ties op het gebied van het bankcrediet na te gaan naar
aanleiding van Dr. Hahn’s ,,Volkswirtschaftliche Theorie
des Bankkrodits”. Na een historisch overzicht, waarin ge-
tracht wordt het meest typeerende van wat in vroegere
eeuwen over erediet en banken is geschreven, naar voren
2OOTHANDELSPRIJZEN1)
(De volledige statistiek werd het laatst
te brengen, volgen een samenvat1ing en critische besahou-
iving van de theorie van Hahn, waarna tenslotte gewezen
wordt op verwante literatuur uit den laatsten tijd.
Oorlog om Ethiopië
door kuton E. Zischka. (Tilburg
1935;
N.V. Het Nederiandsche Boekhuis. Prijs
ingen.
f
2.50;
geb.
f
3.50).
Het boek wil systematisch dertig jaren koloniale ge-
schiedenis beschrijven en een karakteristiek geven van het
land, dat voor Europa van zoo •groote ‘beteekenis kan wor-
den. Hoewel het geen geheimen omtrent Ethiopië wil ont-
hullen, bevat het veel iwetenswaardigs omtrent het land,
dat den laatsten tijd zooveel aandacht op zich gevestigd
heeft gezien.
Weltr’üstung. Geschichte der Umwïilzun gen des Wehr-
wesens der Nationen ini Jahre 193411935 in Do-
icumenten.
Bewerkt door Michael Freund. (Essen
1936;
Essener Verlagsanstalt).
1)e verzameling documenten, betrekking hebbende op de
bewapening van dc verschillende landen in de laatste ja-
ren, is ovel’geuomell uit ,,Weltgeschiohte der Gegenwart
in Dokumenten”, 1.934/1935, Deel T. Het geeft na een inlei-
ding en een chronologische lijst van hierop betrekking
hebbende gebeurtenissen een behandeling van de bewape-
ning in Engeland, Italië, Frankrijk, Rusland, Japan, de
Vereenigde Staten, Polen, België, Tsjecho-Slowakije en
Duitschland.
Planwirtschaf t of liberaal economische richtlijnen?
Een beschouwing over huidige economische
vraagstukken, door Mr. W. Wentholt. (Amster-
dam
1936;
N.V. Drukkerij en Uitgeverij J. H. de
Bussy. Prijs
f
1.50).
])e schrijver, die als commissionnair in effecten den gang
van zaken op de effectenbeurs van meer nabij in oogen-
.schouw heeft kunnen nemen, heeft, van de groots waarde
van de beurs als kapitaalmarkt overtuigd, getracht de
oorzaken te vinden van het zieloteproees, dat de effecten-
beurs nu medemaakt. Behalve critiek op ‘bepaalde ver-
houdingen heeft hij zich gewaagd aan de suggestie van enkele richtlijnen, welke z.i. tot een verbetering van de
bestaande verhoudingen en tot herstel van gerechtvaar-
digd vertrouwen moeten leiden.
pgenornen in E..S. B.van 29 Jvli j.l.)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD ZILVER
per kg
Leeuwar-
Htfig
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not. Eierniijn
Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen
Locoprijzen
Foundry
IJZER
(Lux
III)
p.
Locoprijzen Londen
cash
Londen cash
Londen per
derComm.
Crisis
Zuivel
kaas
Roermond
Londen
Londen
per Eng, ton
Londen per
Eng. ton
No. 3 f.o.b.
Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce Standard
Noteering
Centr.
ki. mfmerk
p. 100 St.
per Eng, ton
per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton
fine
Ounce
per 50kg.
—
f1.!
%
“IE
“IE
‘3″
ii.
%
“T”
“3”i
£
%ij’
%
sh.
‘3i”
£
%
sh.
%
pencel
%
1925
2,31
1100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116 100,0 36.816
100,0
1261.171-
mooi
731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
8516
100,- 32
1
18
1100,0
Jan.’36
0,57 24,7 0,95
16,80
30,0 4,04
44,0 20.1616
33,5
9.61-
25,5
125.616
48,0
411-
56,2
3316
50,0
8.1516
24,3
140111
164,8
12
37,4
`eb..
0,61
26,4
0,92′
17,37
5
31.0
3,375
36,8
21.3/6
34,1
9.131-
26,5
1
123.816
47,1
1
41/-
56,2
3316
50,0
9.316
25,4
140110
164,7
11″,’i,
1
36,8
Mr!., fl,45
19,9 1,04
17,70
31,6 2,69 29,3
21.1216
34,8
9.196
27,3
127.1216
48,7
41/-
56,2
3316
50,0
9.131-
26,7
1411-
164,9
11
13
1,
36,8
Apr.,,
0,44
19,0 1,02
16,82
5
30,0
2,49
27,1
22.516
35,9
9.141-
26,6
125.171-
48,1
411-
56,2
3316
50,0 9.31-
25,3
140194
164,7
12
1
18
37,7
Mei
0,47 20,3 0,99
18,75
33,5 2,52 27,5
22.616
36,0
9.916
26,0
123.121-
47,2
4116
56,8
3316
50,0
8.18/6
24,7
140114
163,9
12
3
/8
38,5
Juni.
0,57
24,7
0,8 20,20
36,1
2,69
29,3
22.41-
35,8
9.216
25,1
112,51-
42,9
41/6
56,8
336
50,0
8.1416
24,1
138/114
162,5
12
1
/16 37,5
Juli
0,60
26,0
0,815
19,35
34,6
2,91
31,7
22.151-
36,6 9.1416
26,7
114.416
43,6
4416
61,0
33/6
50,0 8.71-
23,1
138/94
162,3
12
37,4
kug.
0,60
9
)
26,0
0,80
18,75
1,
33,5
3,25 35,4
23.4/6″
37,4
10-1-0
27,5
113.-/-
1
3
43,2
4416
13
61,0
33/6″
50,0
8.1
I/
13
23,6
138/74″
162,1 11
7
/s”)
37,0
0,6210
26,8
0,80
18,75
33,5 3,30
35.9
23.91-
37,8
10.616
28,3
111.36
42,5
4416
61,0
3316
50,0 8.51-
22,8
138154
113815
161,9
II”!,,
37,2
0,80
1
3,57
5
1
38,9
23.8/-
37,7
10.41-
28,0
110.81-
422
4416
61,0
3316
50,0
8.61-
22,9
161,9
11
7
/8
37,0
ept. 193279 K.G. La Plata; van 26Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 193580kg La Plata.
3
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928
2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische.
ussische.
5
)1928.
6)
1.Aug.
7
)8 Aug.
8)
15 Aug.
9)
6 Aug.
10)
13 Aug.
11)7
Aug.
12)
14Aug.
13)
4Aug.
‘l
GROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER SUIKER
THEE
INDEXCUFER
basis 7″ f.o.b.
Zweden/
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
1
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Afi. N.-I. theev.
Kolo-
Finland
per
f.m.s.
1
Locoprijzen
suiker loco
A’dam gem. pr.
Grond
nlale per standaard
4.672 M’.
van
per
per
per 1000 stuks per 1000 stuks
so
kg cJ.f.
Nederland
per 100 kg
Amsterdan,
1
Rotterdam per
11
kg.
loco
e
len
R’dam/A’dam
per 100 kg.
Java- en Suma-
trathee
P. 1/
5
kg.
stoffen
pro.
per Ib.
ducten
%
f
%
sh.
%
t
%
cts.
“iT
Sh.
‘7i”
“1E’
“3i’
cts.
TiiT
.1925
159,75
100,-
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,875
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
(an.’36
63,00
39,4
8,25 53,2
10,-
52,6
141-
32,9
11,12
5
31,0
1
13
21,2
-14,125
11,6
4,325
23,1
39,50
46,7
35.5
30.9
eb.,,
63,00
39,4
8,-
51,6
9,50
50,0
1413
33,5
10,62
5
29,6
/
13
21,2
-14,375
12,3
4,12′
21,3
38,50
45,5
35.6
30.6
‘4rt.,,
64,25
40,2
8,-
51,6
10,25
54,0
14
–
32,9
9,775
27,2
13
21,2
-14,5
12,6
3,925 20,9 37,25
44,1
35.8
29.9
pr.,,
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0
1414
33,7 9,725
27,1
13
21,2
-14,5
12,6
3,975 21,2
36,50
43,2
35.6
29.8
Mei
,,
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0
1513
35,9 9,525
26,6
13
21,2
-14,5
12,6
3,65
19,5
37
43,8
35.2
29.9
uni,,
68,00
42,6
7,75
50,0
10,-
52,6
17/1
40,2 9,90
27,6
13
21,2
-/4,5
12,6
3,85
1
20,5 36,50
43,2
1
35.3
31.0
III!
,,
71,25
44,6
7,-
45,2
9,25 48,7
17/1
40,2
10,475
29,2
13,125
21,4
-/4,75
13,3
3,70
1
19,7
36,25
42,9
1
35.9
31.1
ug.,
72,00
45,1
17/3
1
)
40,6
10,75
30,0
13
21,2 _/4,6875
10
)
13,2
3,625
1
19,3
36,75
7
)
‘f3,5
1
36.2
30.8
72,00
45,1 10,625
29,6
13
21,2 -14,625
13,0
3,625
t
19,3
1
36.2
31.0
72,00
45,1
10,875
30,3
13
21,2
-/4,625
13,0
3,50
1
18,7
36.2
31.0
Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op
goudbasla
omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20April ’33 ziln In verhouding van de depreciatie
den Dolle, t.o.v. d.n Gulden verlaagd.
602
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
Augustus
1936
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatstn en
Landen
Noteerings-
eenheden
1 Aug.
1936
8Aug.
1936
10115
Aug.
1936
Laagste
l
Hoogstel
15Aug.
1936
Alexandrië..
Piast.
p.0
9734 9734
97%
97%
9734
Athene
….
Dr. p.
£
528 529 528 529
529
Bangkok….
Sh. p. tical 1I10
TBv
1110 1110
5
.
1110
1110T
Budapest
1)..
Pen. p.
£
27
27
26
28
27
BuenosAires
2
p.pesop.
18.05
18.10
18.00
18.15
18.05
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1/634
1/6%
1/63/82
116
5
1
33
1/634
Constantin.
.
Piast. p.
£
625 627
627 627
627
Hongkong
. .
Sh. p.
$
112194
6
1
1
2%
1/28% 113
12
25
1
Sh. p. yen
1/2
1
1
32
1 2
1
/
32
12
112
8
1
33
1
/
2
346
Lissabon….
Escu.p.c
110%
110%
109%
110%
110%,
Mexico
.
..
.
$
per
£
17.90
17.90
17.40
18.40
17.90
Montevideo
3)
d.perg
2434 2434
24 2434
2434
Montreal
. .
$
per
£
5.0134
5.02%
5.02
5.03
5.0234
Kobe
…….
Riod.Janeiro
d. per Mil.
2
25
/
32
2
51
/
2
25
/
3
2
2
1
6
2
51
/
64
Shanghai
. .
Sh. p.
$
1/2
13
/
35
1/2
18
/
82
1/294
e
112%
1/2
13
1
32
Singapore
. .
id. p.
$
214
5
1
35
2,45182
2,4y,
6
2/434
2/4
5
1
35
ValparaisoS).
$perC
130 130 130 130 130
Warschau
. . Zl.
p.
£
26%
2634
2634
27
1
2634
‘) Unie. not.
0
JUli
1b014;
5
Aug.
ie
7
6:
21
UItte,
not.
15
laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen, 2 Juli 17.08.
8)
Offic. not.
1
Aug. 38
15
11; 5
Aug. 38
7
1; 8 Aug. 38
13
116;
14 Aug. 38314.
4)
Id. II Mrt. 1935 411
4
. 5)
90 dg.
Vanaf 28 Aug. laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)
Londen’) N.York
2
)
Londen
11 Aug. 1936,. 1994, 44%
11 Aug. 1936..,. 1386
12 ,,
1936..
44%
12 ,,
1936…. 13815
13 ,,
1936., 199.
44%
13 ,,
1936…. 1384
14 ,,
1936.. 1934
44%
14 ,,
1936…. 13814
15 ,,
1936.. 1934
–
15 ,,
1936…. 13814
17 ,,
1936.. 1934
44%
17
1936…. 13815
19 Aug. 1935.. 29
65%
19 Aug. 1935…. 140121
27 Juli 1914.. 24% 59
27 Juli 1914…. 84110%
1)
in pence p.oz.stand.
8)
Foreign silver In c. p. oz. line.
3)
in sh. p. oz. line
STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
Vorderingen.
1 7Aue 1936 1 15Aug. 1936
Saldo van s I
f
59.807.822,97
derlandsche Bank ……………….
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
1.030.706,14
97.886,44
Voorschotten
op
ultimo
Juli
1936
a/d.
ge.neent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der geic.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
•
5.887.202,10
•
1.114.030,86
,,
95625.757,02
,,
96.148.522,29
Voorschotten aan Ned.-lndië ……….
Idem aan
Suriname ………… . …..
12.378.365,62
,,
12.388.059,84
Kasvord weg. credietverst. a/h. buitenl.
…
,, 116.435508,52
,, 116.877.550,69
Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der
Rijkscomptabelen
postrek. v.
,,
6.500.000,-
31.640.262,28
–
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
….
.
,,
5.113.429,57 27.013 315,99
•
,,
3.417.498,95
Verstr. ten laste derRijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…
,.
37.077.006,80
1
•
36.788.806,80
Verplichtingen
voorscnot aoor ve 1’tea. nanic lngev.
art.
16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schuld a.d.BankvoorNed.Gemeenten
–
–
Schatkietbiljetten in Omloop ………
1435.042.000.-
f435.012.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……
98.290.000.-
,,
98.290.000,- 1.169.643,-
.
1.168.913,-
Schuld
op
ultimo
Juli 1936 aan de
gein, weg. a.h.uittekeeren hoofds.d.
pers, bel., aand.
t.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. ope. op die
…
Zilverbons in omloop …………. ……..
bel, en op de vermogensbelasting
–
–
,,
875.834,97 •
905.187,12
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1)
,,
20.724.299,26
,,
651.364,68
Schuld aan Curaçao’)
……………..
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
,,
75.644.335,20
,,
88.915.718,31
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
– –
Id. aan diverse instellingen
1)
……….
,, 104.058.336,51
,, 104.827.981,9C
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
S An., IQ’S
1
IÇ
An.
GZA
–
f
3.795.000,-
Saldo Jaasche Bank
.
………………..
Saldo b. d.. Postchèque- en Girodienst
/
241.000,-
,,
507.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell.
,,
95.627.000,-
,,
96.149.000,-
Schatkislpromessen in Omloop …….
,,
4.250.000,-
,
4.250.000,-
Schatkisibiljetten in Omloop ………
2.000.000,-
,,
2.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
•
1.264.000.-
,,
1.264.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
738.000,-
.
..
960.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
,.
880.000,-
1
880.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
…
,,
50.000,-
–
1)
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas op 15 Aug. 1936
/
48.696.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Ç/’
Andere
opeischb.
Discont.
ID
n
7
rg
r
e
e
n
Ç
11
Juli
1936..
739
1.165
515 608
1.438
4
,,
1936..
738
1.198
512 608
1.461
27 Juni
1936..
759
1.209
461
607 1.417 20
,,
1936..
759
996 473
604
1.387
13
,,
1936..
759
1.072 524 605
1.394
1Juli
1914..
645
1.100
560 735 396
., ,)IUILp. UCI CILLIVd.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 Augustus 1936.
Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
22.472.520,60
se1s,Prom..
Bijbnk.
,,
417.958,91
enz. in disc.
1
Ag.sch.
,,
2.551.316,21
f
25.441.795,72
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto
……,,
–
Idem eigen portef.
f
2.192.000,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.
–
Beleeningen
mcl. vrsch.
Hfdbk.
f
82.529.490,40)
in rek.-crt.
Bijbnk.
5.736.367,28
Ag.sch.
;,
33.965.673,48
op
onderp.
f
122.231.531,20
Op
Effecten
……
f
118.141.387,09
1
)
Op Goederen en Spec. ,,
4.090.144,11
122.231.531,201)
Voorschotten a. h. Rijk
…………..,,
–
51unt, Goud
……
f
124.603.210,_
Muntmat., Goud
.. ,,
538.346.321,87
f
662.949.531,87
Munt, Zilver, enz.
22.778.827,30
Muntnmat., Zilver..
–
11
685.728.359,17e)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
39.541.272,13
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
4.610.812,40
Staat d.Nederl. (Wetv. 27,5/’32, S. No. 221) ,,
11.958.329,12
f
896.304.099,74
Pasaiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
3.105.769,04
Bijzondere
reserve
………………,,
6.300.000,-
Pensioenfonds
…………………..,,
10.261.919,74
Bankbiljetten in omloop …………..
744.386.980,-
Bankassignatiën in omloop
……
….
22.925,61
Rek.’Cour.
f
Het Rijk
f
56.270.892,89
saldo’s:
Anderen,,54.095.390,77
110.366.283,66
Diverse
rekeningen ………………
,,
1.860.221,69
f
896.304.099,74
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
344.244.700,19
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
860.611.750,48
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..,,
–
1)
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van 15Maart 1933, Staatsblad No, 99)………..
f
68.518.450,-
8)
Waarvan in het buitenland ……………….
. …….
35.433.111,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
Munt
1
Munt
maf
.
Circulatie
Andere
opeischb.
Beschikb,
Metaal-
Dek-
kings
schulden
saldo
perc.
17 Aug. ’36 124603
538.346
744.387
110.389
344.245
80.2
•10
,,
’36 124603
534.195 750.284
104.179
339.345
79,7
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
54
Data
bedrag
1
pro
messen
1
Belee-
1
rujner
op het
uiverse
reke-
disconto’s_
rechtstreeks
1
ningen
buitenl.
ningeni)
17 Aug. 19361
25.442
1
–
1
122.23
2
2.192
4.611
10
,,
19361
26.985
–
1125.318
2.185
4.675
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
20.188
509
‘)Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikt,.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
15Aug.’36 2)
107.730 159.770
25.030 33.810
8
,,
1
36
5
)
108.120 161.410
22.130 34.704
18 Juli1936
88.062
1
19.456
158.395 22.237
35.264
11
,,
1936
88.061
19.682
160.873
23.684
33.920
5 Juli1914
22.057
31.907 110.172 12.634
4.842
Wissels,
1
‘
Diverse
1
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
1
reke-
1
kings- N.-lnd.
conto’s
ningen
ningenl)
oercen
betaalt,.
1
tage
15Aug.’36
2
)
2.370
75b70
10.400
58
S
,,
1
362)
2.660 73.940
10.430
59
18Juli1936
2.664 10.284
60
‘10.958
1
51.855
11
,,
1936
2.582
11.546
1
54.524
10.726
58
25
Juli
1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1
1
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.