Ga direct naar de content

Jrg. 21, editie 1069

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 24 1936

4 JUNI 1936

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Eco no

m

isch~Statistische

Ber
‘whten.

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER


ORGAAN VOOR DE MEbEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

21E JAARGANG

WOENSDAG 24 JUNI 1936

No. 10691

COMMISSIE
VAN REDACTIE:

P. Lief tinck; N. J. Polok; J. Tinbergen; F. 6e. Vries es

H. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Assistent-Redacteur. L. R. W. Soutendijk.

Redactie-adres: Pieter de H000hweg 122, Rctterda.m.

.4angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s.
f
0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh
t
van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam,. ‘s-Gravenhage. Postchèque. en giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-

tisch Maandbericht f5,— per jaar. Beide organen samen

f
20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp.
f
18,—,

f 6,—
en
f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch Ecnomisch Intituut

ontvangen het wekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD.

Bir.

Ds
REOTiGANISATIE VAN. DE NEDERLANDSOHE. SPOOR-

WEGEN
door
A. M. Groot ……………………
462

Een diagnose der wereldconjuncttiur door
H. Iiuys….
464

Het ontwerp voor een nieuwe grondwet vail de U.S.S.R.

door Mr. J. J. Boasson ……………………..466

Paardenmiddelenen kleine correcties door
Dr. W.L. Vaik
469

De Rijksmiddelen over Mei 1936 ………………..470

AANTEEKENINGEN:

Conversie der spoorwegleeningen …………….471

MAADOIJFERS:

.

Emissies in Mei 1936 ……………………….472

Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..472

ONTVANGEN
BOEffEN
…………………………….473

22 JUNI— 936.

In de geldruimute op onze •geldmarkt is deze week wel
geen verandering van beteekenii.s gekomen. Toch is de
noteering voor bankaccepten beduidend teeu:ggeloopen.
Het schijnt wel, of het zoo la.ugzanenhand doordringt, dat
een noteering boven het of finieele disconto in een tijd,
waar er voorloopig i’e1 geen-gebeurtenissen van ‘belang ‘te
wachten zijn, tooh eigenlijk overdreven is. Er kwaini
clan ook geregeld vraag naar wissels, waardoor de koers
tot 3
3
/
4
_3
7
/ pOt. kon teruggaan. Cail rente blijft 1%
pct. Prolongatie 4%—–4% PCt.
De uitslag van de heden gehouden inschrijving op
f
25
niillioen sohatkistpapier ias als volgt:

ingesohr.

toegow. Pl

ijs

reiidem.

disc.
in miii. Gid.

CM.

basis
3-niaands 13.1

3.12

991.32

3
3
/8
%


6-

,,

4.2

1.21

982.50

371%

4
%
1-j. 22.551

16.046

1.002.60

3%
%

3%
%
4
%
5-j.

5.723

4.528

1.000

4
%
bijiui 3
9
f16%

* *
*

W’aar er meer afgelost dan er nieuw geld gevraagd
wordt, zal ook hierdoor de geldmarlct verder verruimd
worden.
Op dc wisselmarkt trad gisteren, nadat de koersen hijua
de geheele week op een ongeveer gelijk peil waren ge-
bleven, over de geheele linie ccii teruggang in. Hadden
een vom-ige maal politieke redevoeringen hier een hausse
voor de leidende deviezen uitgelokt, op hetgeen tha.ns ge-
sproken is, heeft de wisselmarkt in het geheel niet ge-
reageerd, integendeel, de daling is verder doorgegaan.
Poiiden, clie tot 7.4634 wareil oj)geloopdn, zakten in tot
7.3834, waitrop tenslotte weder een kleine stijging tot
7.39% volgde. Ook voor dcii i)ollar werden lagere koersen
genoteerd; de slotnoteering was 1.4734. De $/ koei-s kwam van 5.04 op 5.01%.
Fransche Franes, die op het hoogste punt van deze
week 9.74
1
/
2
noteerden, sloten
01)
9.73. De Fransohe finan-
cieele plannen vinden maar imiatige ivaardeering, terwijl
ook het steeds doorgaande goulveriies -v an de Banque de
Fraiico geen goeden indruk maakt. De
£/FrS.
koers blijft
hoog, niettegenstaande de conirôle zoo nu en dan regelend
optreedt.. -waardoor het gelukt is de ./Frs. koers van
75.55 op 75 terug te brengen.
Belga’s liepen. tot 24.94% terug. Gi-oote schommelingen
vielen te noteeren :bij den Zwiitsersuhen Franc, die
van 47.80 tot 48.05 opliep; slot wederom 47.97%. In Zwit-
serland zijn thans strenge strafbepalingen afgekondigd
tegen ihet doen van transaoties in goud en deviezen, die
de Zrivi.Lsersche valuta in gevaar kunnen brengen. Over de speculatie in effecten en goederen wordt, •zoover be-
kend, niet gerept. Marken waren een weinig lager: 59.43.
Credtietsperrmarken, . die de geiieele week aangeboden wa-
ren geweest, ivaren heden plotseling weder gezooht, wat
een beduidende koers-verbetering tengevolge •had. Cana-
deesehe Dollars 1.47%. Argentijnsehe Pesos
cit.
41.

Op de termijnmarkt iis het agio vooi Ponden beduidend
kleiner geworden, 1- en 3-maands levering noteerde 2%
resp. 1034

c., Dollars daarentegen bleven onveranderd 7/8
en 3% c. boven contant. Termijn. Franos doen *ihans

15
resp. 40 p. onder kassa, hoewel het doen van termijnizaken
in Francs zeer moeilijk gaat.

…- •

.

. Op de goudmarkt valt eveneens een algemeene terug-
Statistieken:

.

gang vnu de prijzen te constateeren. Baren, levering Am-

Groothandeisprijzen ………………………………

sterdarn, waren tenslolte op
f
1.652 aangeboden; Eagles
– GeIdkoer&en-WisseIkoersenBankstaten ………………473, 476

op 2.5234, Sovereigns 12.53 en Gouden Tientjes op 10.26.

462

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

DE REORGANISATIE VAN DE NEDER-

LANDSCHE SPOORWEGEN.

Het wetsontwerp, hetwelk eenigen tijd geleden
door de Regeering ‘is ingediend en ‘dat tot doel
heeft, ‘te komen tot een financieele reorganisatie
van de Nederlandsche Spoorwegen, heeft een voorge.

sc’hiedenis, ‘die ‘zich over tientallen van jaren uit-
strkt. Eigenlijk moet men teruggaan tot het jaar
1890 ‘Om de beteekenis van dit ‘wetsontwerp te kun-
nen beoordeelen, want in dat jaar werd ‘de verh’ou-
ding tu’sschen den Staat en ‘de spoorwegen hier te
lande op geheel nieuwe ‘basis gesteld. De z.’g. naas-
tin’gsbepal’ing, ‘die ‘in die ‘overeenkomst wa’s •opgen’o-
men, verleende aan den Staat :het recht om de Spoor-
wegen ‘op bepaalde voorwaarden te naasten, maar

gaf anderzijds aan de spo’orwegmaa’tsdhappijen even-
eens ‘het recht den Staat tot naa’sting ‘te ‘dwingen,
.ind:ien ‘de rentabiliteit ‘van het ‘bedrijf gedurende twee
achtereenvolgende jaren ‘beneden bepaalde minimum-
grenzen zou blijven. In deze u’aastin’gebepalinrg lag
voor ‘de aandeelhouders der spoorwegmaatsehappijen
een ibelangrijke garantie, zij hadden zekerheid, dat
zij den Staat ‘tot naas’t’ing zouden kunnen verplich-
ten, indien de ren’dalbi’li’teit eeni’ge jaren ‘bleef bene-
den ‘de gestelde normen. In geval van n’aa’s’ting aou
‘de integrale terug’betal’ing van het gestorte kapitaal
verzekerd zijn. In feite nam ‘dus ‘de Staat in ‘die over-
eenkomst een kapi’taal’gar’antie op zich. Van een
winst- of ‘divi’dend’gar’antie v’an ‘de zijde van den
Staat was in ‘die jaren nog geen sprake.

De bedoelde naasting kon op drieërlei wijze ge-
sdhieden, nl. le ‘door overneming van het geheele
bedrijf, 2e door overneming van l’iet ‘bedrijf, met
uitsluiting van enkele activa, voor welke activa ‘dan
80 pOt. van de ‘balanswaarde ‘in aftrek zou komen
van de ‘bétaling, waartoe de Staat verplicht was, 3e
door •’de z.g. •koopn’aastiug, d.w.z. ‘door ‘overneming

van al ‘datgene, ‘dat door de maatsdhappijen zou ‘zijn
geïnvesteerd in ‘de ‘Spoorwegen, het rolleud mate-
rieel, de exploitatie-inrichtingen en enkele andere,
met na’me genoemde, rechten en verplichtingen.

De prijs, die ‘de Staat ‘hij deze koopnaa’stin’g zou
hebben te ‘betalen werd tevoren vastgesteld. Alle in gebruik zijnde activa zouden w’orden ‘overgenomen
tegen de balanswaarde, met dien verstande echter, dat
de waarde van ‘het rollend materieel zou worden ver-
minderd met 1Y2
1
pCt. afsohrijvin’g per jaar. Voor de balanspolitiek van de Spoorwegen ‘had die ‘bepaling
zeer verreikeude consequenties. Indien ‘de Spoorwegen op rollend materieel 1Y2
1
pCt. per jaar afsohreven en
op ‘de andere activa ‘in gebruik in ‘het geheel geen af-
schrijving toepasten, bestond zekerheid, ‘dat het aan-
cieelen’kapitaal in tact bleef. Werd één van ‘de ‘beide
eerste naastingsvormen gekozen, ‘dan was ‘de inte-
grale teru’ghetaling van het aan’deelen’kapitaal in ie’dei
geval verzekerd; ‘zou ‘de vorm van ‘koopnaasting
worden gekozen, ook dan zouden de aandeelhou
ders voor verlies gevrijwaard ‘zijn, indien de mi-
n’imum-afschrijvin,g van 1Y2
1
pOt. op rollen’d mate-
rieel jaarlijks ‘zou zijn toegepast. In dat geval zouden
immers alle activa tegen ‘de fbalanswaarde worden
overgenomen en ‘die ‘overdracht ‘zou dus ‘geen verlies
voor aandeelhouders tot gevolg kunnen hebben. Dat
de ‘afschrijving op ‘het rollen,’d materieel te laag was
en ‘dat het nalaten van elke afschrij’vin’g ‘op ‘de overige
activa ‘bedrjfseconom’isch geheel onverded’ig’baar was,
had voor aandeelhouders geen verdere consequenties.
Als ‘de uitkomsten van het bedrijf ongunstig zouden
zijn, zou ‘de Staat tot naasting verplicht worden; ‘dan
g’ingen alle activa over aan den Staat tegen ‘de balans-
waarde en of ‘die ‘balan’swaarde nu wellicht ook veel

te hoog wa’s, deed in ‘dit verband niet ter ‘zake.

In verband met deze k’oopnaasting moest vanzelf-
sprekend ‘ook een regeling worden getroffen ter zake
van ‘de ‘bij’boeking op ‘de verschillend activa. Bepaald
moest worden met welke bedragen ‘de balanswaarde
modht worden verhoogd in veeban’d met uitbreiding,

vernieuwing en verbetering van de spoorwegen en ‘de
installaties. De regeling, ‘die te ‘dien aanzien getrof-
fen werd, was al zeer weinig gelukkig. Bepaald werd
nl., ‘d’at alle ‘kosten voor verbetering, wijziging of
uitbreiding der ‘Spoorwegen m’ohten w’orden ‘bijge-
boekt en ‘dit ‘had tot merkwaardig gevolg, dat ‘bij af-
braak en wederopbouw van een station de balans-
waarde ‘van het ou’de ‘stati’on gehandhaafd ‘bleef, d’at
de dbraa’kkosten en ook ‘de kosten van het nieuwe
station werden ‘opgevoerd als actief, dat ‘dus de ‘ba-
lanswaarde met die kosten werd verhoogd.
Het ‘ontbreken van regeimatige afschrijvingen ‘op
de ‘diverse actFva en ‘het opvoeren van kosten en ver
hazen als ‘bezittingen, m’oest uit ‘den aard ‘der zaak leiden tot een ern’stige overkapitalisatie. En dat ge-
beurde dan ‘ook in’derd’aa’d. Na eenilge tientallen van
jaren was de spoorwegbalans volkomen vervaterd. De
balan’swaarde der diverse activa steeg van jaar tot
jaar en reed’s in 1910 was ‘het zeker, dat de Staat
in geval van naasting geen v’oordee1ige transactie
zou afsluiten. In de oorlogsjaren en na-ooil’ogsjaren,
in de periode ‘dus van abn’ormaal ‘hooge constructie-
bonen en materiaalprijzen, werd ‘de verhouding tus-
schen de
werkelijke
waarde en de vastes’telde over-nemingsprjs steeds ongunstiger. De, balans van de
Spoorwegen werd in ern’stige mate topzwaar en ‘het
gevaar, ‘dat ‘de Staat tot naa’sting ‘zou worden ver-
plicht werd juist in ‘die jaren acuut. In verband
met dep ‘oorlogstoestan’d was ‘tussdhen ‘den Stiat en

‘de ‘Spoorwegen een tijdelijke ‘bijzondere regeling ge-
troffen. De Staat ‘garan’deerde aan ‘de spoorwegen
gedurende ‘die jaren een bepaalde winst, maar had anderzijds een zeer ruim kosteloos gebruik van de
spoorwegen. Die regeling duurde voort bot einde

1919 en ‘ofschoon ‘du’s de spoorwegen ‘d’oor ‘die spe-ciale regeling formeel over 1919 nog een winst maak-
ten, moest ‘de Staat over dat jaar ruim
f
16 mil-
lioen bijbetalen, een vergoeding, •die ‘geenszins in ver-
houding stond tot de waarde van ‘de diensten, ‘die ‘de
Spoorwegen in •dat jaar aan ‘den Staat ‘zon’der ver-goeding bewezen ‘hadden. Er was over ‘dat jaar een
ernstig verlies geleden en de verschijnselen wezen er
op, dat ook ‘in ‘de volgende jaren een verlies te ‘duch-
ten was. In 1920 werd ook ‘inderdaad een verlies
geleden ‘van
f
2.4 milli’oen, welk verlies uit de reser-
ve werd gedekt. De spoorwegen ‘kon’den den Staat
na “dit eene verliesjaar nog niet tot naastin’g ‘dwin-
gen, maar ‘het was toch meer dan waarschijnlijk, dat
reeds in 1921 aan den Staat ‘de verplichting van
naasting zou kunnen w’orden opgelegd. In die jaren
gold een zeer fh’ooge rentevoet en de gelden, ‘di’e de
Staat nou moeten ‘opnemen om de ‘koopsom te be-
talen ‘zouden ‘dus ook nog tegen ‘hooge rente moeten
worden opgenomen. Onder die omstandigheden achtte
de Regeering zich genoodzaakt, maatregelen te ne-
men, ‘cm zich te bevrijden’ van ‘deze zeer zwaarwegen-
‘de verplichting en onder ‘den drang van die om-
‘stan’d’ig’heden kwam ‘de ‘overeenkomst van 1920 tot
stand.

Door ‘die ‘overeenkomst werd ‘de Staat ontheven
van de verplichting tot naasting, maar ‘daartegen-over aanvaard’de de Staat de verplichting ‘de ver-
liezen van ‘de Spoorwegen bij te ‘betalen en ‘bovendien
een ‘bepaald ‘dividend op de aan’deelen te garan’dec,-
ren. Wel niemand zal ‘in die jaren voorzien ‘hebben,
dat die verplichting ‘den Staat in ‘den loop van 15
jaar ruim
f
200 millioen zou ‘kosten. In de jaren
van 1921-1923 werden reeds ‘dadelijk groote ver-
liezen geleden en het spo’orwegtekort ‘drukte als een
boden last op ‘die toch reeds ongunstige ‘begroo’tings-
jaren .Het ‘is begrijpelijk, ‘dat ‘onder ‘die omstandig-

‘heden niet kon worden gedacht aan een ‘daadwerke-
‘lijke Saneerin’g van ‘de spoorweghalansen en ‘het ge-
volg was, dat ‘die zoo dringen’d noodzakelijke sanee-
ring van jaar tot jaar werd uitgesteld. In ‘die jaren
was ‘het reeds van algemeene ‘bekendheid, ‘dat het
spoorwegbedrijf voor ‘honderden mihlioenen overge-
kapitaliseerd was. Voor die overkapitahisatie ‘had de

24 Juni 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

463

Staat de verantwoordelijkheid te dragen, de Staat
had nioh immers verplicht de – veel te li’ooge – be-

dragen, die op ‘de balans voorkwamen, te zullen be-
talen bij naasing en nu waren de aandeelhouders
door •de overeenkomst van 1920 weliswaar gevrij-
waard voor onaangename consequenties van die over-
kapitalisatie, maar daarmee was de balanspositie nog
niet gezuiverd. Tegenover ‘de veel te hoo’ge balans-
waarde ‘der activa stond een evenredige schuld. Over
‘die sdhuld moest jaarlijks rente worden betaald, on-
danks ‘het feit, •dat de activa, die met ‘die leenings-
‘gelden waren betaald, reeds lang verdwenen waren,
of zelfs nooit ‘hadden bestaan. Op ‘het
bedrijf
van

‘de spoorwegen ‘drukte ‘dus een veel te ‘hoogen rente-
last, die voor ‘die jaren wel zeker op een bedrag van

f 10
millioen te begrooten is.

In 1925 verscheen een rapport van de Oommissie
van Doorninck en in ‘dat rapport werd b
ec
ijf
er
d, ‘dat

de ‘diverse act’iva niet minder dan
f
229 millioen te

h’oog te boek stonden. In 1928 werd een regeling ge-
troffen, waarbij de Staat ‘zich verplichte tot een
jaarlijksohe storting van
f
5Y21 millioen om ‘het be-

drag ‘der •overkapitalisatie te amortiseeren, maar die
verplichting werd aan zooveel voorwaarden gebon-
den, ‘dat ‘het bedrag alleen ‘over 1928 ten volle werd
nitgekeerd en voor ‘dit doel werd gebruikt. In de
daaropvolgende jaren 1929-1931 werd n’og

f
1.183.500 voor dit ‘doel aangewend en nadien werd
deze betaling opgesch’ort tot beter tijden. De over-
kapitali’satie wa’s ‘dus vastgesteld, maar zij werd niet
opgeheven en in de volgende jaren bleef het bedrijf
gcbukt gaan onder ‘den ‘druk van de veel te hooge
rentelasten. Om een verdere ver’hooging van ‘het be-
drag ‘der ‘overkapitalisatie te voorkomen werd een
nieuwe en betere regeling ter zake van de afschrij-
ving getroffen, maar ‘de bedoelde
f
229 mill’ioen
‘bleef zwevende, totdat ‘dan iii ‘het nieuwe wetsont-
werp, betreffende ‘de reorganisatie van de spoorwe-
gen, de koe bij de hoorns werd gegrepen. Eindelijk in
1936 voldoet ‘de staat aan ‘de verplichting, die in ‘de
jaren na 1890 ‘geleidelijk is toegenomen, de verplich-
ting namelijk om ‘de spoorwegen te bevrijden van
den last der ‘overkapitalisatie, die ‘de Staat ‘door de
eigenaardi’ge regeling van 1890 ‘heeft d’oen ontstaan
en ‘die verplichting ‘komt ‘de Staat nu na op ‘de vol-
gende wijze.

Er wordt een nieuwe naamlooze vennootschap op-
gericht, waarvan het geheele aan’deelenkapitaal ad

f 10
mil’lioen komt in handen van ‘den Staat. De
Staat (brengt ‘daartegenover in, ‘de Spoorwegen, die
‘het eigendom zijn van den Staat en ‘die
f 100
mil-
li’oen hchben gekost, tegen een bedrag van
f 10
mil-
lioen. Dat ‘is ‘dan •het eerste offer, dat de Staat
Ibrengt, door ‘dit verlies van
f
90 milli’oen te aan-
vaarden. De balans ‘der spoorwegen wordt ‘daardoor
natuurlijk niet ‘gezuiverd, maar wel verminderen
‘daardoor de lasten, ‘die op dit ‘bedrijf ‘drukken. De
spoorwegen betaalden jaarlijks
f 4.4
millioen huur
voor ihet gobruik van ‘die spoorwegen en die betaling komt ‘door den inbreng vanzelfsprekend te vervallen.
Ter
,
der wordt ‘het aan’deelenbezit van den Staat tot
een nominaal ‘bedrag van bijna
f
5 millioen bij ‘de
liquidatie der beide ou’de vennootschappen afgeboekt.
Bovendien neemt dan de Staat nog
f
130 mill’i’oen
van ‘de spoorwegsohuid over en ‘door ‘de ‘daaruit voort-
vloeiende sohuldverlaging van ‘de spoorwegen komt
dit bedrag vrij voor extra afschrijvin.g. Daarmee heeft
‘dan de Staat een offer gebracht, dat ongeveer over-
een’komt met ‘de ‘onvervul’de verplichting tot bijbe-
taling van ‘het (bedrag van ‘de overkapitalisatie ad

f
229 millioen. Aan ‘de obligatiehou’ders en houders
van ‘sdhuldbekentenissen wordt ‘het aanbod ‘gedaan
‘hunne vorderingen om te ruilen tegen 3 pOt. Staats-
obligaties. Daarbij. zal ‘het nominaal bedrag van de in ruil aangeboden obligaties zoodanig worden ver-
hoogd, ‘dat ‘de contante waarde ‘der vorderingen aoo-
veel mogelijk gelijk zal zijn. Aan de ‘hand van uit-
voerige en’ vrij gecompliceerde ‘berekeningen ‘heeft de
Regeering de omruilver’hou’ding voor de verschillende
soorten van obligaties vastgesteld.
Het ‘bedoelde reorganisatievoorstel is in wezen een-
vou’dig en duidelijk. De Staat ‘heeft ‘de consequenties
van de ‘overeenkomst van 1890 aanvaard en heeft in
deze reorganisatie geen offer, in den zin van een
financieel verlies, van obFigatiehouders willen vergen,
in veiban’d met de verstrekkende garantieverplich-
tin’geu, die de Staat in feite ‘ook ten opzichte van ‘de
obl’igatiehouders in 1920 had aanvaard.
Toch ‘draagt dit reorganisatievoorstel een eenigs-
zins idepartementaal cachet. Het voorstel is niet ver-
ankerd aan ‘de beurskoersen der spoorwegobligaties.
Naar ‘onze meening hadden de obligatiehouders vol-
komen tevreden moeten zijn met een regeling, waar-
bij de ‘beurswaarde van het bezit, dat zij in ruil ont-
vinigen, gelijk was aan ‘de beurswaarde van het be-
zit, dat zij prjsgaven. In ‘de publicatie ,,De Spoor-
wegtekorten”
1)
bepleitte ik een financieele reorga-
nisatie, waarbij aan houders van spoorwegobligaties
‘de gelegenheid zou worden geboden hunne obligaties
om te ruilen tegen Staatsobligaties in een verhou-
ding, ‘die nou overeenkomen met ‘de beurskoersen, ‘die
voor ‘beide soorten van obligaties zou gelden v6ôr de
publicatie van het reorganisatievoorstel. Daarbij ha’d
ik het oog op een omzetting in
4
pOt. ‘obligaties van

den Staat. De weg, die de Regeering koos, waarbij
‘de höofdsommen niet worden aangetast, is ongetwij-
feld eleganter, maar heeft anderzijds het bezwaar,
‘dat tlheoretisc9ae berekeningen nu eenmaal niet ge-
‘schikt zijn om toekomstige beurskoersen te calculee-
ren. De gevolgen ‘daarvan mnanifesteerden zich dan
‘ook zeer
duidelijk;
op den ‘dag van ‘de publicatie van

‘het wetsontwerp stegen de koersen der spoorwegobli-
gaties over de geheele linie. Wij kunnen ons niet be-
vrijden van ‘de gedachte, ‘dat het voordeel, ‘dat de
gezamenlijke spoorwegohl’i gatiehouders ‘daardoor ge-
noten, juist gelijk is aan ‘het nadeel, ‘dat de Staat
heeft geleden door deze reorganisatie niet te veran-
keren ‘aan de beurskoersen, die v66r de publicatie van
het ontwerp golden. Dat ‘de Staat er zich voor wilde
‘hoeden ‘o’bligatiehou’ders te ‘benadeelen is reghtvaar-
‘dig en juist en van deze Regeering was te ‘dien aan-
zien ook niets an!ders te verwachten, maar dat nu
bij de noodlijdende positie van ‘het spoorweglbedrij’f
aan de obli’gatiehouders nog een voordeel in de schoot
geworpen wordt, is toch wel een zeer merkwaardige
consequentie van het zuiver theoretische en theore-
tisch zuivere stan’dpunt, dat de Regeerin’g in deze
‘heeft aanvaard.
Zoowel voor den Staat ‘als voor de spoorwegen zelf
‘heeft ‘deze reorganisatie verreiken’de consequenties.
De spoorwegen zullen ‘de vaste lasten zien vermin-
deren met ‘bijna
f 11341
millioen door vermindering
van rente en ‘door het wegvallen van den ‘huur van
de spoorwegen. De Rijkebegrooting zal ‘door deze vermindering van ‘het tekort worden ‘ontlast, maar
daartegenover staat, ‘dat ‘het bedrag van
f 4.4
nijl-

lioen wegvalt als bate, ‘die de Staat in den vorm
van ‘huur genoot. Bovendien moet de Staat ‘de rente
en ‘de aflossing van ‘de overgenomen schuld ad
f
130
millioen dragen. In ieder geval wordt met deze
reorganisatie een ‘stap gedaan in ‘de richting van
zuivering van ‘de ‘balans en ‘van ‘de rekening van
baten en lasten van ‘de spoorwegen.
Zij,
‘die met ‘de
voorgeschiedenis van ‘dit ‘ontwerp niet ‘bekend zijn,
zuilen wellicht meenen, dat ‘de Staat door ‘deze reor-
gamm.isatie onverplicht steun verleent aan dit bedrijf;
velen zullen
waarschijnlijk
‘de geheele transactie wil-len uitleggen als een ongerech’tvaardigde ‘bevoordee-
ling van ‘dit
‘bedrijf
in ‘den concurrentiestrijd. Zij, ‘die
‘deze meening ‘hebben, zullen verstandig doen ‘het rap-
port van de Oonimissie van Doorninck van 1925 eens
te bestudeeren. Zij zullen dan
begrijpen,
dat deze
geheele reorganisatie niet anders is dan een logische

1)
De Spoor’wegtekor’ten, een bedrijfseconomisohe analyse
van het spoorwegbedrijf in Nederland, Nijgil & van Dit-
mar N.V., Rotterdam 1936.

464

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

consequentie van de overeenkomsten van 1890 en
1920. In de jaren, die sindsdien
zijn
verloopen, is cle
verplichting herhaaldelijk vastgesteld en erkend,
thans wordt die verplichting nagekomen. ilet spreek-
woord zegt: Wie zijn schulden betaalt, verarmt niet. Als de Regeering thans in deze reorganisatie in feite
een kwart illiar’d ‘betaalt, is dat ‘de betaling ‘van de
schuld, die feitelijk in 1890 reeds is aangegaan en
die nooit werd afgelost.
A. M. GROOT.

EEN DIAGNOSE DER WERELDCONJUNCTUUR

Belemmerende politieke invloeden.

Wanneer men van plan is, een analyse te maken
van de economi’sdhe werel’dconjunctuur en haar ver-
moedelijke t
oe
k
oms
ti
ge
ontwikkeling, dan sehijnt ‘deze
taak thans moeilijker •dan het vorig jaar, moeilijker
zelfs dan enkele maanden geleden. In den ioop van
ihe’t jaar 1935 was bij ‘geprononceerd tegenovergestelde
ontwikkelingsri’dhting ‘in versdhillen’de’ groepen van landen de ‘diagnose nog betrekkelijk eenvoudig. Men
kon haar ongeveer tot de volgende formule terug-
‘brengen: voortgaande economische verbetering in de
landen van de waardevermindering en ‘de actieve con-
juuctuurpolitiek, niet overwonnen ‘stagnatie en ten
‘dee’le ‘voortgezette inkrimping ‘in cle go u,dlanden.
Daar echter het quan’ti’tatieve aandeel van ‘de eerste
groep landen aan ‘het economisch volume ‘der wereld
en eveneens aan ‘het goederenruilvolume van de we-
reldeconomie aanmerkelijk groo’ter i’s ‘dan dat van de
tweecl e groep landen, resulteerde ‘bij een quan’titatieve
optell.ing van ‘de ‘diverse plus en minus in ‘de ver-
schillende landen een ‘duidelijke toeneming zoowel
van cle werel’dprod’uctie als van den, werel’d’handel. De
index ‘der werel’dproductie lag in ‘het jaar 1935 meer
‘dan 10 pOt. ‘hoven idien van ‘het jaar dat v’oorafgiug. In liet laatste kwartaal van 1935 was ook een. stij’ging
van 6.6 pOt. in den werel’d’handel bereikt, waarvan
echter 3.5 pOt. aan ‘ver’hoogin’g ‘der goudprijzen viel
toe te sdhrijven.
Bij ccii ‘dergelijkè diagnose scheen ‘de therapie van
de verdere behandeling ‘der crisis in ‘het bijzonder de
economen ‘iii ‘de de’valuatieianden tamelijk eenvoudig.
Indien het de ‘devaluatielan’den zooveel ‘beter gaat
dan de gou’cllanden, wat ligt ‘clan meer voor cle ‘hand,
‘clan dat cle gou’dlan’deu de ‘d’ooi,’de ‘devaluatielanden
gehrn ik te
recepten
eveneens in ‘toepassing ‘brengen?
Dat zal niet alicen voor hen zelf ‘voorcieelig zijn maar
tevens voor ‘de ‘werel’clhuis’hou’d’in’g in haar geheel.
Dan ‘heh’oe&len slechts deze haarden van deflatie en
onzekerheid geëli’m’ir&eer’cl te worden, o’pclat ‘de we-
reldhuieh’ou’ding eensgezind en met grootere kracht
,’len weg van ‘liet herstel zou ‘kunnen voortzetten.
Ya.t ‘de
goudilanden
betreft vareu weliswaar min-
‘derhezl.en, maar toch toenemende ‘minderheden aan
‘den eenvoud van ‘deze argwnentatie onderhevig. Maar
‘de ‘meerderheden volgden evenals ‘tevoren ‘de leiders
der officieele valuta- en economische politiek van
‘hun landen, ‘d’ie de dingen toch als aanmerkelijk ge-
cosnpliceerder beschouwden en bovendien tot het
resultaat kwamen, dat voor hen ‘de nadeelen van de waardevermindering ‘der valuta ‘de voordeelen aan-
‘merkelijk. o’vertrôffen.
De ‘goudlan’den bleven ziek voeden met de hoop,
dat uit een ontmoeting van stijgende wereldmarkt-
prijzen en een daling ‘of aFthans ‘het ‘gelijkblijven van
‘hun, eigen prijzen ‘de aanpassing zou kunnen voort-
vloeien, die ‘hen in ‘de gelegenheid zou stellen, z’onder
wij’zi’ging van ‘hun valutapari’tei’ten ‘den evenwihts-
toestand ten opzichte van de ‘devalua’tielan’den te ‘be-
reiken. In deze opvatting werden zij versterkt ‘door
de waarneming, ‘da’t ‘de beweging der internationale
g root’ha.ndelsprijzen in ihet jaar 1935 eerst ‘langzaam,
‘daarna iets sneller naar ‘boven was gericht. Tenslotte
vond een soort stii’zwij’gende ‘overeenstemming plaats
op de basis, ‘dat een waardevermindering der goud-
valuta’s, ‘indien, mogelijk, clan toch slechts in inter-
nationaal ,,geregeldeu vorm” diende te geschieden en

deze tactische weg werd ook nu en dan door een-be-
paalde samenwerking ‘der circulatiebanken verdedigd. De periode van ‘dezen tusscihentjoestan’d, dien men
als een soort feitelijken valu’ta-wapenstilstand ‘kan
aanduiden, heliben de goudlan’den nu evenwel, ieder
op zijn wijze, zich ‘ten nutte trachten te maken.
N-
derla.nd,
‘doordat ‘het den ‘gun’stigen invloed van de
stijging der grondstoffenprijzen op zijn ‘koloniale ‘be-
langen in het kader van een strenge en zuinige uit-
gavenpoli tiek als tegenwicht tegen ‘de verzwakkingen
van ‘den deflationi stischen versdhrompelingscirkel
zich ten nutte trachtte te maken.
Zwitserland,
‘door-
‘dat ihet na succesrijke
afwijzing
der in het crisi’sini-
tiatief belichaa.m’de ‘ko’opkracihtexperimenten ‘den weg
naar
geleidelijke
aanpassing trachtte te openen.
Frankrijk
tenslotte, doordat ‘het na ‘beëindiging van
de ;bezuiniingadecreten van Laval .de
nog ongbruik-
te potentieele credietreserves van zijn circulaticbank
voor doeleinden van actieve conjunctuurpolitiek aan-
wendde.

Het experiment Flandin ,,acht erom”.

Het Fransohe experiment is van al ‘deze aan’pas-
s’inlgspogingen aan ‘de zijde der ‘gou’dlan.den zonder
twijfel niet alleen wat ‘den omvang betreft ‘het be-
langrij’kste, maar ook uit een oogpunt van conjunc-
tuurecon’omie ‘het interessantste. Men kan er een ge-
wijzigde, ‘d’oor het ‘gewicht der ‘omstandigheden in
zekeren zin ,,adhterom” geforceerde uitvoering van
liet experiment Flan’din in zien. Hetgeen Fland’in
ongeveer een jaar geleden voor oogen heeft ‘gestaan,
was ongeveer ‘het volgende geweest: Voortzetting der
cle flalie
d’oor evenwiöht van de staatabegrootin’g,
‘cl’aaredboven tegelijkertijd aanwending van de ‘in Frankrijk nog lang niet uitgeputte credietcapaciteit
der circulatie’bank met ‘het ‘doel een volumeconjuuc-
tuur te forceeren. Bei’de ‘bewegingen zouden zoo in
elkaar grijpen, ‘dat ‘de Ibucdgetaire deflatiepoii’tiek den
prijsveiihoogenden invloed van ‘de cre’d’ietcreatie zou p aralyseeren, ‘de volumeconj unctuur ondanks stabiel
blijvende en zelfs nog gedaalde
prijzen
‘de winsten ‘der
ondernemingen opvoeren en ‘het gemis aan evenwidht
tusschen ‘kosten en prijzen elimineeren. Flan’din is
over dit, ‘zijn iets te theoretisch opgezette plan,. ge-
s’truikeld; Laval ‘beproefde cle aanpassing door zui-
vere ‘defla’tie, maar ‘cle’omstanid’ig’heden ‘hebben in
Frankrijk een situatie te’weeggdbrach’t, ‘clie van elk
1e’zer ‘heide plannen iets, maar todh streng genomen
haar eigen wezen en haar eigen problematiek had.

Om terstond ‘het resultaat te noemen: Frankrijk
heeft
zich
uit den
verschrompelingscirkel
sedert on-
geveer een lhal, jaar
losgemaakt.
De productie is ‘ge-
stegen en ‘had in Februari 1936 een st’an’cl’ van 99 ‘bereikt ‘tegen 93 in Februari 1935. In ‘de ij’zer- en
staalindustrie (84 tegen 76), in de textielin’dustrie
(71 tegen
62),
in de auto- en in ‘de ‘han’denin’dustrie
was ‘de ‘stijging nog grooter, alleen de activiteit in
de ‘bouwnijverheid ‘is van 76 tot 69 gedaald. Ook ‘de
getallen van ‘cle werkl’oozen liggen’ met ongeveer
20.000 ‘of 4 pOt. ‘beneden ‘het ni’veau van ‘het vorig
jaar, hetgeen echter ten ‘dccle ‘ook aan de verdere
verwijdering vuil ibuitenlairdsehe werkkrac’hten toege-
schreven zal moeten worden. Maar – en ‘dat was in
den geest van ‘het plan-Flandin in strijd ‘met ‘het
programma – ‘deze economische veikwi’kkinig i’s, on-
danks ‘de scherpe uitgavendeflatie van Laval, niet
op de basis van ‘de v’olumeeonjunctuur, ‘d.w.’z. zonder
prijsverhooging bereikt, maar ide Fran’sdhe
groo than-
delsprijzen
‘zijn in ‘den loop van ‘deze ontwikkeling
tamelijk sterk
gestegen.
Een bepaalde prjsverhoo-
gin’g, in ‘het
bijzonder
een zoodani’ge, ‘die ‘de klein-‘handeisprjzen ternauwernood volgden, zou op zich-
zelf n’og niet bedenkelijk
‘zijn
‘geweest. Misschien
is jist zij het, ‘die ‘de grootste moeilijkheden in ‘de
economie heeft ‘opgelost en het ‘zakenleven e’en snel-leren polsslag heeft gegeven. Maar ‘de Fransdhe prijs-
verhooging, in Ihet bijzonder van ‘den herfst van 1935
af, is sterker geweest dan ‘in de gou’dlan’den en d’at

24 Juni 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

465

moet als in strijd met het programma worden be-
schouwd in den zin van een politiek, die werkt in de
richting van vermijding der waardevermindering en
de aanpassing hierop baseert, dat de stijgende wereld-
marktprizen de Fransehe prijzen tegemoet zouden
komen. Een vergelijking der
prijzen
maakt de vol-
gende statistiek mogelijk:

Groobhandelsprjzen
(1913 = 100).

Frankrijk
Engeland Nederland Zwitserland U.S.A.
Maart
1935

335

86.9

60.8

86.4

113.6
Aug.
1935

330

88.4

61.0

91.4

115.3
i’Jaart
1936

376

91.7

61.7

90.3

115.1

Frankrijk’s open wonde.

Uit het bovenstaande blijkt, dat de Fransche prijs-
stijging van meer dan 12 pOt. niet alleen veel grooter
was dan in de overige goudianden maar ook in de
devaluatielanden. Ten deele heeft men hi.er te maken
met invloeden van de steunpolitiek in den landbouw en de stijging van de koopkracht van den landbouw,
die daarvan is uitgegaan (de tarweprijzen zijn met
ongeveer 30 pOt., de wijnprijzen met ongeveer 20 pOt.
gestegen sedert het vorig jaar).
In sterkeren omvang echter schijnt de politiek der
credietexpansie, die weer in dienst stond van de com-
pensatie der buitengewone staatsbegrooting, dus voor-
namelijk van de financiering der bewapening, de
prijseonjunctuur samen met de productieconjunctaur
in beweging te hebben gebracht. Immers van April
1935 tot April 1936 zijn de door de Banque de France
verdisconteerde credietpapieren – voornamelijk
.schatkistbons van den staat – met ongeveer 10 mi)-
hard tot ruim 14 inilliard Fransche Franes gestegen,
terwijl omgekeerd de goudvoorraad van de Bank met
18 milliard Fransche Francs is verminderd. Ook met
deze inspanning van de circulatiebank, die absoluut
beschouwd, in het bijzonder ten aanzien van de niet
verhoogde bankbiljettencirculatie, zoomin valutatech-
nisch als wat de credietpolitiek een gevaarlijken
graad heeft bereikt, is het niet gelukt, de behoeften
van den staat zonder moeite te bevredigen, maar de
schatkist moest ‘tot leeningoperaties in het ‘buiten-land haar toevlucht nemen. Deze problematiek der
staatsfinanciering is het dan ook, die de Fransche
credietexpansiepolitiek en haar gevolg, de betrekkelijk
snelle en sterke prijsstijging in het
bijzonder
na de
verkiezingsoverwinning van het front populaire met
zijn krachtige credietcreatietendenzeu een moerassi-
gen bodem geeft.

Dat in het raam van de conjunctuurprikkeling in
Frankrijk sedert eenigen tijd de invoeren kradhtig zijn
gestegen,
terwijl
de uitvoer nog verder daalt, zou op
zichzelf niet verontrustend behoeven te zijn. Dat zou
slechts een tusschenstadium zijn, dat iedere aanvan-
kelij k als binnenlandsche activeering optredende
volumeconjunctuur moet passeeren en waarvan het
effect op de deviezenpohitiek een land met zoo rijke
goudreserves en buiteulandsche beleggingen zonder be-
zwaar gedurende een overgangsperiode op zich kon
nemen. Hetgeen echter in Frankrijk de richting der ontwikkeling bedenkelijk laat schijnen, is de over-
-spanning van de passief geworden handelsbalans door
de voortdurende verdwijning der valutareserves uit
vrees voor de veiligheid, die zich met de chronische
.financieringszwakte van den Staat in een toestand
van wisselwerking bevindt. Prof. Gustav Cassel heeft
dit gevaar onlangs geformuleerd met de woorden:
De buitengewone militaire uitgaven dreigen iedere
contrôle op de Fransche valuta onmogelijk te maken.

De volgende weken zullen reeds een beslissing bren-
• gen over de vraag, of
Frankrijk
den uitweg uit deze
• situatie zal vinden dôor een mechanische beheer-
sching van zijn valuta in den vorm van een deviezen-
contrôle of door een uitwijken in de richting van
devaluatie. (De recente mededeelingen van Minister
Auri-ol wi.jzen zelfs in de richting van inflatie.)

Het is deze Frausche ontwikkeling in de eerste
plaats, die het geschetste beeld van de economische
conjunctuursitnatie van het jaar 1935 fundamenteel
heeft veranderd en de diagnose-van de richting, waar-
in de ontwikkeling gaat, zoozeer bemoeilijkt.
0p per-

vlakkig beschouwd is
het aspect van de economische
omstandigheden in Frankrijk en in mindere mate
ook in andere goudlanden gunstiger dan het vorig
jaar. De voor de wereldhuishouding storende factoren
van de nog overgebleven deflatiehaarden zijn niet
meer zoo sterk merkbaar. De
tendenzen der productie-
en prijsontwikkeling
zijn thans in beide kampen, dat
van de devaluatie- en van de goudlanden, fundamen-
teel gelijk geworden
en voor zoover tempoverschillen
bestaan, worden zij niet meer zoozeer door de tegen-
stelling credietexpansie-deflatie, maar door de grond-
slagen en de mate van de credietexpansic bepaald.

Engeland’s bedreigde vredesconjunctuur.

De problematiek der ontwikkeling wordt echter niet
slechts van de Frarische zijde, maar eigenlijk van alle
zijden af gevoed en den laatsten tijd op bijzonder
markante wijze van de
Engelsche.
Daarvan levert het
nieuwe budget van den kanselier van de schatkist .c-
vuile Ohamberlain en nog meer het effect, dat liet op
dc Engelsche openbare meening heeft gehad, een duj-
dclijk bewijs. De Engelsche conjunctuur van de Laat

ste jaren was een uitgesproken
conjunctuur van
b’,2rgerlijke econontie
geweest. De Staat was niet zijn
eischen aan de kapitaalmarkt, ja zelfs van de belas-
tingcapaciteit van het land op den achtergrond ge-
treden, om voor het particuliere bouwbedrijf en de
industrieën, ‘die behoefte hadden aan reorganisatie,
den weg om weer op gang te komen zooveel mogelijk
vrij te maken. Het was geheel en al een vredescon-junctuur, waarop men zich in Engeland had gecon-
centreerd. En daar, waar men aan de draagkracht
van de opleving van de binnenlandsche economie
twijfel had gekoesterd en zijn grenzen had voelen na-
deren, was de verwachting ontstaan, dat d radius
der conjunctuur van de zijde der ‘wereldeconomie af
de noodzakelijke verlenging moest en zou krijgen.
Daarom
heeft men cle agitatie voor het elimineeren
voor de nog achtergebleven deflatiehaarden gevoerd,
daarom had men zich zoo sterk in de ideologie van de
internationale pacificatie en ontwapening ingespon-
nen, omdat anders het Engelsche voorbeeld van het
uitmonden der eigen binnenlandsche conjunctuur in
den grooten stroom van vredige activeering van de
wereldhuishouding niet kon opgaan.
Uit deze ideologie moet het dan ook worden be-
grepen, waarom de verscherping der spanning van de
wereldpolitiek zoo zware schaduwen heeft geworpen
op het conjunctureele superioriteitsgevocl van het
Engelsche economische leven, waarom het gedeëltelijk
terugnemen der eenige jaren geleden toegestane be-
lastingreducties en de aankondiging, dat ondanks de
voorgenomen belastingverhoogingen in de toekomst
het sluiten van groote bewapeningsieeningen onver-mijdelijk zal zijn, de wortels van het Engelsche con-
junctuu$besef zoo gevoelig :hebb en geraakt. Men ziet
dat hier verscheidene der bronnen, die men in Enge-
land terecht aan de conjunctuarsuccessen toeschrijf t,
weer worden dichtgemaakt. Men voorspelt, dat dit in
de toekomst nog meer het geval zal
zijn.
Want de be-
lastingpolitiek bedreigt de rentabiliteitstoeneming
der ondernemingen en de toekomstige groote leenin-
gen bedreigen de politiek van het goedkoope geld, waarvan de lange adem toch reeds van vele zijden
werd betwijfeld.

In plaats van wereldconjun,ctuur nationale bewa-
peningscon.jun,ct uren?

Het kan zijn, dat de wereldeconomie nietteniin een
tijdperk van stijgende conjunctuur, groeiende natio-
nale productie tegemoet gaat. Maar de ‘basis iran deze
activeering, voor welke zich vele voorteekenen aan-
kondigen, zal niet de gezonde ontwikkeling
-der vre-

466

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

desin’dustrieën, de betere ibevrediging van de burger-
lijke consumptie’behoeften zijn, maar de steeds meer
landen aangrijpende en overal groeiende
voortbren-

ging voor bewapeningsdoeleinden,
die de massacon-

surnptie beperkt en het kapitaal leidt naar investee-ringen, waarvan de kapitaalproductiviteit gelijk nul
is. Het gevaar, dat dergelijke beleggingen, verre van
nieuw ‘kapitaal ‘te vormen, opnieuw in een proces
van radicale
kapitaalvernietiging
kunnen geraken, is
de wereld zidh zeer goed bevurt.
De angst voor een ‘dergelijken gang van zaken
grijpt ‘daarom •ook landen en werel’d’deelen aan, die
vastbesloten sehijnen, in een toekomstigen oorlog
neutraal te blijven en welke weer het vooruitzicht
uit oorlo’gsleveranties voordeelen te behalen.
In de
Vereenigde Staten,
die van de groote oorlogs-
leveringen gedurende iden wereldoorlog niet in ieder
opzicht nut hebben gehad, ‘heeft de stijgende bewe-
ging ter ‘beurze onlangs een scherpen terugslag on-
dervonden, ‘ofschoon de economie nog steeds met het
hoogst bereikbare t’oerental werkt en de berichten uit
bijna alle ‘industrieën onveranderd gunstig luiden.
Want ‘hoewel ‘de verwarring in de problematieke com-
plexen ider Europeesdhe huishouding tot op zekere
‘hoogte vermeden kon worden, belooft de ,,’splen’di’d
isolation” met een acute verscherping van den belas-
tingdruk en de vooruitzichten van nieuwe New deal experimenten na een verkiezingssucces van Roose-
velt op den ‘duur ook geen ‘on’gestoorde ,,prosperity”
voor Amerika. Ook hier verlangt de binnenlan’dsdhe
conjunctuur binnen korten ‘of langen tijd interna-
tionale fundeerin’g. Zoo gaat de economische wereld,
waarin, na een crisis van zes jaren de meeste, in
ieder geval de ernstigste restanten ‘van de crisis in
zuiver economisch
‘opticht geliquideerd zijn, een toe-
komst tegemoet, •die weer eens ‘door ‘de
politiek
zal
worden beheersc’ht. H. Buys.

HET ONTWERP VOOR EEN NIEUWE GRONDWET

VAN DE U.S.S.R.

De eerste Russische grondwet werd in 1918 vast-
gesteld voor ‘het ‘stuk des lands, ‘dat men Groot-Rus-
land noemt. Zij bevatte een verklaring van ,,rechten
van ‘het axbeiden’de en geëzploiteerde volk”, waarin
het toenmalige Bolsjewistisch streven een ‘staa’tsreh-
telijke forinuleering verkreeg. Toen na ‘den ‘burger-
oorlog het land zich consolideerde en de niet-afgeval-
len gebiedsdeelen weder -vereeniging wensc’hten, ont-
stond op den juridisch volkenrechtelijken grondslag
van een overeenkomst van vrije staten de nieuwe Rus-

sische Bondsstaat, bekend als de USSR, die ondanks de erkenning van vrije uittreding der samenstellende
landen als een echte Bondsstaat bedoeld en georga-

niseerd werd. Thans acht men ‘de ‘cons’olidatie van ‘de sedert 1927
met volle kracht aangevangen strijd voor het socialis-
me zoover gevorderd, dat men een geheel nieuwe
grondwet voor den Bond noodig oordeelt.
Zij werd ontworpen door een in 1935 benoemde
grondwetscommissie, waarvan Stalin de voorzitter
was. Het presidium ‘van ‘het Centraal uitvoerend comité besloot op 11 Juni jl. het ontwerp goed te
keuren en te publiceeren, •op’dat ,,gansdh het ‘volk” ‘het
zou kunnen beoordeeleu. Tegelijk werd het algemeen

Bondscongres bijeengeroepen tegen 25 November van
dit jaar om over het ontwerp te beslissen.
Het ontwerp is gepubliceerd in de couranten, die
op 12 Juni verschenen, en wordt sedert in de pers
druk besproken met zware klemtonen op zijn ,,demo-
cratisch” karakter. Volgens een mededeeling in de
Econ’omitsjeskaja Zjizn van 14 Juli zou Stalin •zelf
de hand in de redactie hebben gehad. De constructie van het ontwerp vertoont een merk-
waardige synthese van logische stâatsorganisatie, vol-
doening aan de klassieke eisohen van wat een grond-
wet zooal kan inhouden, verbonden met een veel ver-
dere specialiseering ten aanzien van het economische

en sociale leven dan ‘de staatsreohts-dogmatiek in een grondwet toelaatbaar acht. Wat dit laatste be-
treft vindt men er de vastlegging van de aan zuiver
communisme vreemde beginselen als arbeidsloon naar
prestatie, de erkenning van de coöperatie als belang-
rijk economisch element naast ‘de staaitsexpioitatie en,
evenals in de ‘bestaan’de grondwet, de erkenning van
de noodzakelijkheid van een geldstelsel en een crediet-
stelsel. Dit ontwerp wil blijkbaar dat, wat men in Rus-
land ‘den ,,ov’ergangstoestand” na’ar het nog in verre
toekomst gedachte echte communisme pleegt te noe-
men, ‘voorloopig consolideeren.

Het eerste artikel verklaart ‘de USSR tot een
socialistischen Staat van arbeiders en boeren en wijst
‘daarmede implicitevoorloopi’g ‘den term ,,communisme”
af. 1-let tweede artikel noemt als ‘den
staatkv,ndigen
grondslag van ‘de USSR de ,,Ra’den van afgevaar-
digden ‘van de arbei’denden” en vermeldt ‘daaibij,
dat die sterk geworden
zijn
als resultaat van de om-
verwerping van de macht van de Landheeren en kapi-
talisten en van den triomf van de ‘dictatuur van het
proletariaat. Hier wordt dus ondanks de democra-
tische allure volle eeehied betuigd ‘aan de ‘dictatuur,
welk woord in de geldende grondwet der Unie niet
voorkomt. Het derde artikel constateert, wat men de georganiseerde volkssouvereiniteit zou kunnen noe-
men. Het bepaalt nl., dat alle macht behoort aan de
,,arbeidenden” van de stad en het dorp in de persoon van de ,,Raden” van vertegenwoordigers der ,,arbei-
denden”.

Dan volgt in artikel 4 tot 12 het sociaal economi-
sche element. Als tegenhanger van artikel 2, ‘dat ‘den
staatkundigen
grondslag van ‘de USSR ‘aanwijst, be-
paalt artikel 4, dat de
economische
grondslag wordt
gevormd door het socialistische stelsel der volkshuis-
houding en den socialistischen eigendom van de werk-
tui’gen en middelen der productie. De socialistische
eigendom in de USSR heeft, zoo zegt artikel 5, twee
vormen nl., die van staatseigendom of die van coö-
peratieven resp. Kolchoz-eigendom. Als staatseigen-
dom, ,,volksvermogen”, worden genoemd: het land,
al wat onder de aarde is, water, bosschen, fabrieken,

schachten, ertsmijnen, het verkeer per spoorweg, te
water en in de lucht, de banken, de telegraaf, tele-
foon en radio, de groote staatslandbouwondernemin-
gen, de huizen in de steden en in nijverheidscentra.

Daartegenover worden als ‘s’ocialistishe eigendom van
de Kolchozen en de coöperaties aangewezen hun on-
dernemingen met de levende en doode inventaris en
al hetgeen daarin geproduceerd wordt, evenals de ge-
bouwen, die zij oprichten.
Tegelijk
wordt een persoon-
lijk eigendom erkend van ieder boerenhof, die lid is
van de Kolchoz, op een stukje moestuin, op een woon-
huis, op vee, gevogelte en een kleine agrarische in-
ventaris overeenkomstig bet reglement ‘van ‘de Kol-
c,hoz. Hierdoor krijgt dus het nieuwe Koldhoz-‘regle.
ment een rechtstreeksche sanctie van het ontwerp,
dat trouwen’s in ‘de ‘hier besproken artikelen ‘belang-
rijke zinsd’eelen van ‘het reglement tot ‘de zijne
maakt. Tevens treft het, dat de grondwet niet dien in-
tensen agrarischen gemeensehapsvorm erkent, welken
men in de eerste felle -vleug van de Kolehorbewe-
ging als ideaal beschouwde, nl. de z.g. Kommune. Het
land, dat de Kolchoz bezit, wordt haar in ,,eeuwig”
gebruik toegewezen. Van belang is, dat een afzonder-
lijk artikel naast het stelsel van Kolchozen en van
staatslandbouw, die het als heerschende vormen van
de volkshuishouding aanduidt, ook uitdrukkelijk toe-
laat de ,,kleine particuliere huishouding van één-per-
,,soons
boerenbedrijven
en van huiswerkers, mits ge-
,,grond op persoonlijken arbeid en zonder gebruik van
,,vreemden arbeid”. Het persoonlijk eigendomsrecht van de burgers op hun inkomsten en besparingen uit
arbeid moet door de wet worden beschermd, evenals
het hierboven genoemde eigendom op een woon.huisje
en moestuin en als de eigendom van voorwerpen van
persoonlijk gebruik en gemak. Het planstelsel zal

24 Juni 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

467

thans erkenning vinden in de grondwet door de for-
mule, dat ,,!het, eoonom’isdhe leven bepaald wordt en
,,gelei’d wordt door het ‘staats-volks’huishou’delijk plan
,,in het belang van de vermeerdering van den maat-
,,schappelijken eigendom, van de onophoudelijke ver-
,,heffing van het materieele en cultureele peil van
,,de arbeidenden, van de versterking van de onafhan-
,,kelijkheid van de USSR en van de versterking van
,,haar verdedigingsvermogen.”

Artikel 10 wijst het communistische beginsel, van
belooning naar behoefte af door te verklaren, dat in
de USSR voor ieder tot arbeid geschikten burger
arbeid een plicht is naar het beginsél: ,,Wie niet
arbeidt, die zal niet eten”, terwijl als beginsel, dat
het ‘socialisme ‘verwerke’lijkt, genoemd wordt ,,Ieder
werkt naar zijn vermogen, ieder ontvangt naar zijn
aibeid”.

Aan deze beginselen van hoofdstuk 1 sluiten zich
aan wat in hoofdstuk 10 genoemd wordt ,,grondrech-
ten en grondplichten der burgers”. Hier wordt als
eerste recht vermeld het recht van arbeid met beta-
ling in overeenstemming met de hoeveelheid en de
hoedanigheid van dien arbeid, waarin de staatsrech-
telijke sanctie ook van het veel voorkomende stuk-
loon ligt. Ook een grondrecht op ontspanning wordt
genoemd naast een zeven-urigen ar’bei’dsdag ‘voor
de groote meerderheid der arbeiders en een redht op
jaarlijksche verloven met behoud van loon en ee.n
verblijf in sanatoria, ontspanningshuizen en clubs.

Een uitvoerig systeem van sociale verzekering bij
ziekte, invaliditeit en ouderdom, medische hulp, met
een ,,breed net” van badplaatsen wordt evenzeer er-
kend. Artikel 121 legt vast een recht op kosteloos
onderwijs, zelfs op hooger onderwijs en op ‘tech-nisch- en landbouwonderwijs, met een stelsel van
staatsbeurzen. Artikel 122 spreekt de volkomen ge-
lijkheid van alle vrouwen en mannen uit o.a. ook ten
opzichte van het arbeidsloon en artikel 123 noemt de
gelijkheid van alle burgers onafhankelijk van nationa-
litei’t ‘en ras een onverbrekelijke wet en zelfs verbied’t
dit artikel elke prediking van voortreffelijkhid van
ras of nationaliteit of verkondiging van haat en ver-
waarloozing.

Eenigermate innerlijk tegenstrijdig is de bepaling,
die terwille van ,,de vrijheid van geweten der bur-
gers” de scheiding van Staat en kerk en van school
en kerk uitspreekt en tegelijk de vrijheid van gods-
dienst-oefening erkent, maar tevens ‘ook de vrijheid
van anti-religieuze propaganda, doch niet een Vrij-
heid van religieuze propaganda. Trouwens met dit
artikel van de grondrechten beginnen eenige bepa-
lingen, waar allerlei vrijheden worden uitgesproken,
terwijl het zonder tw•fei niet de bedoeling is, dat
deze vrijheden ook zullen mogen worden gebruikt
(buy, door Trotski!) om andere beginselen te ver-
kondigen dan aan de communistische partij welgeval-
lig zijn: zoo de vrijheid van het woord, de vrijheid
van idrukpers, ‘de vrijheid van vergadering en de ‘vrij-
heid van optochten en demonstraties. Deze vrijheden
worden trouwens alleen erkend ,,in overeenstemming
met de belangen van de arbeidenden en met het doel
van versterking van de socialistische structuur”.

Curieus i’s artikel 126 ‘betreffende ‘het recht van
allerlei vereenigingen. Dit wordt erkend, maar be-
perkt tot vakbonden, “coöperatieve vereenigingen,
jeugdorgan’isaties, sport- en militaireorgani’saties,
cultureele, ‘tedhni.sc’he en wetenschappelijke vereeni
gingen, ,,maar”, zegt het desbetreffende artikel: ,,de ,,meest actieve en ‘bewuste ‘burgers uit ‘de rijen van
,,de arbeiderskiasse en an.dere la’gen van ‘de arbei’den-
,,’den vereeni’gen zich in de communisti’sehe partijen
,,van de USSR, ‘die ‘de voorhoede is van ‘de ar:bei,den-
,,’den in ‘hun ‘strijd voor versterking en ‘ontwikkeling
,,van ‘de s6cial’istische ‘structuur en ‘die ‘de leidende
,,krn i’s van alle Organisatie van arbeiden’den, zoo-
,,wel maatschappelijke als staatsorganisaties.” Het is
niet moeilijk ‘te voorspellen, hoe in verband met ‘dit

artikel ‘de vrijheden ider ‘burgers zullen ‘worden ge-
in.’terpreteer.d. Hier wordt ‘ook voor het eerst de Com-
munistische partij in de Russisahe grondwet ge-
noemd, wat tot ‘dusver niet ‘het geval was.
Een soort van ,,Ha’bea’s Corpus” is ‘de Ibepaling, die
‘d’e onschendbaarheid ‘van ‘den persoon uitspreekt en
een verbod ‘om iemand ‘te arresteeren anders ‘dan
‘krachtens uitspraak ‘van ‘den redh’ter of met de sanc-
tie van ‘den procureur. In dit laatste ligt ‘de moge-
lijkheid voor een verder leven van ‘de GEPEOE-
methode. De onaantastbaar’hei’d van de woning en ‘het
briefgcheim bepaalt een ander artikel. Artilkel 129
erkent een asy.lrecht voor ‘buitenlandsohe burgers, die
vervolgd worden ,,wegens verdediging van de ‘belan-
,,’gen van de arbei’den’den of wegen’s wetensdhappelij-

,,ken arbeid of wegen’s arbeid ‘tot ibevrij!din’g van na-
,,tionali’teiten.” Vier artikelen bevatten bur.gerpli’ch-
ten; in ‘de eerste plaats die om ‘de wetten ‘te gehoor-
zamen,
‘ort
sociale plichten goed te vervullen, verder
om den sociali’stisohen eigendom te verdedigen, die
,,een ‘heilige ‘en onaantastbare
i)
grondslag is van de
,,Sovjet-structuur en een bron is van ‘den rijkdom en
,,de macht ‘van het
Vaderland
en ‘van ‘het welvarende
,,eu cultureele leven van alle arbei’denden.” De krij’gs-
dienst wordt als een eerepli’ch’t ‘van ‘de, burgers der
USSR aangewezen en ‘de verdediging van het
Va-
derland
w’ordt een heiliige plicht genoemd van ieder
iburger. Met alle ,,streng4aeid van ‘de wet als ‘de aller-
zwaarste misdaad” wordt gestraft ‘de schending van
den eed, ‘het o’verioopen naar den vijand, het bena’dee-
len van ‘do oorl’ogskracht van den Staat, en spion-
nage ten bate van een vreem’den Staat.
Misschien is uit een oogpunt van ‘de tegenwoo’r-
di’ge ontwikkeling van d’e nationale verhoudingen en
voor een inzidht in ‘de ontwikkeling van het ‘bolsje-wisme het opnemen van den term ,,Vaderlan’d” wel
een van .de allerbelangrijkste verschijnselen van ‘het
ontwerp.

En thans de
staatsorganisatie.

Eerst worden de verschillende repu’blieken ve±-
meld, waaruit ‘de Unie •is samengesteld, en ‘hier is de
‘bepaling van vrije uittreding uit d’e Unie voor
elke Republiek gchandhaafd. Evenals in ‘de ‘grond-
wetten ‘van an’dere Bon’dsstaten vindt men opsomming
van de onderwerpen, ‘die tot de ‘taak ‘van ‘het cen-
traal ‘hond’sgezag ‘bcho’oren. In ‘dit opzicht is er weinig
verandering met vroeger, ‘het ‘planstel’sel vindt nu
ook erkenning, de leiding van ‘het ‘gelid- en crediet-
systeem ‘blijft zeer uitdrukkelijk een •zaak van ‘dan
Bond. Evenals thans wordt ‘de buitenlandshe ‘handel
tot ‘hondstaak verklaard, maar nu met ‘de in over-

eenstemming met ‘den ibestaanden toestand opgenomen
‘bijvoeging, ‘dat zij ‘geschiedt ,,op ‘den grondslag van
‘het staats’m,onopolie”. De versdhillen’de onderdeelen
met nationale zelfstandigheid worden veel meer ge-
differentieerd ‘dan vroeger.

In ‘het ‘h’ooMstuk over ‘de Organisatie ‘van het ‘hoog-
ste etaatsgezag wordt een belangrijke verandering
aangewezen. Het ‘hoogste ‘orgaan van de staatsmachrt
zal niet meer zijn ‘het Radencongres, maar is nu de
,,Hooge Raad der USSR”. Deze is uitsluitend met de wetgeven’de macht ‘belast. Zij zal zijn ‘samengesteld ui’t twee Kamers: ‘de Bondsraad en de Nationalitei-
‘ten-raad. Volgens de bestaande organisatie is er
naast het Raden’aongres ‘het ‘daardoor gekozen Oen-
traal uitvoerend comité van pl.m. 500 leden, ‘dat be-
staat uit een ,,bon’dsraa’d” en een kleinen nationalitei-

tenraa’d. Dit centraal uitvoerend comité zal volgens
de nieuwe grondwet vervallen. Daartegenover zal de
nieuwe Bondsraad een veel kleiner aantal leden ‘heb-
ben ‘dan het vroegere Radencongres, ‘dat er ongeveer
2000 telde. Immers de Bondsraad zal worden gekozen
op den grondslag van één vertegenwoordiger op

‘) Dit zijn de woorden in nrtikel 17 der Fransohe ver-
klai’ing van
de rechten ‘van den mensch en den ‘burger
(1791),
gebezigd voor den particulieren eigendom: ,,in’vio
lable et sacré”.

468

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

300.000 inwoners, hetgeen, bij een bevolking van on-
geveer 170 milli-oen, neerkomt- op circa 560 leden.
Een zeer belangrijke verandering is, dat deze Bonds-
raad zal worden gekozen door directe verkiezingen en
da-t ‘daarbij, anders dan -thans, geen ‘onderscheid wordt
gemaakt tusseïhen platteland en steden; hmners thans
is de constructie -van het kiesrecht zoo, dat het Ra-
deneongres word’t gekozen -door ‘de ra.dencongressen
‘der repuiblieken of autonome geb-iedsdeelen en dat
elk vertegenwoordiger van ‘de -steden in. het -bou’ds-
rajdencougres veel minder inwoners vertegenwoordigt
dan elk vertegenwoordiger van het platteland. Van

belang -is ook, dat d

e Hooge Raad zal worden ge-

kozen voor vier jaar, ‘dat -deze ten minste twee keer
per jaar moet -bijeenkomen en niet -z’ooals het Raden-congres eenmael in de twee jaar. De H-ooge Raad ver-
kiest in een gemeensdhappelij-ke ‘bijeenkomst van de
beide Kamers het Hooge-Raadpresid-ium, dat moet be-
staan uit ‘den voorzitter van den Hooge-n Raad, vier
plaatsvervangende voorzitters, een secretaris en 31
leden. Dit pres-idiurn is -het -hoogste uitvoerend orgaan
en heeft toezicht op de Raden -der v-olkseommissaris-
sen van ‘den Bond en van -de Repnbiiken. Heel in-
teressant is, dat in -de omscihrijv-ing van zij ii taak nu
ineens ‘de ‘ou-çle tsaristisohe term ,,Oeka’z” terugkeert;
er wordt al. gezegd, ‘dat tot ‘de taak van ‘het presi-
dium -om. behoort de uitlegging van -de – geldende
wetten, waarvoor dienovereenkoms’ti’ge ,,Oekazen”
worden uitgegeven. Het woord scheen na de revolu-
tie taboe; het werd nooit -meer gebruikt. Volgen’s een
commentaar van B’oedh-a-rin in de 1-zwesti a van 15 Juni
ji. ‘hangt zijn wederinvoering samen met de behoefte
aan scherpere onderscheiding van termen en compe-
teuties in ‘het nieuwe -s-taatsreoht; nu gaat men
differentieeren: wet-ten, -oekazen, besluiten, en-z. –
Het presi’dium is ‘ook bevoegd ‘om een
referendum
te houden op eigen ‘initiatief of op verlangen van

een der Repu’blieken.
De verkiezingen voor den Hoogen Bon’dsraad en
voor Rad-en van allerlei andere soort zullen moeten
geschieden vlgens algemeen -gelijk en reohtstreeksc’h
stemreclht bij geheime stemming. Dit la-at-ste is iets
nieuw-s, want vroeger besdh-ouw-de men deze als een
,,’bu-rgerlijk vooroordeel” en een onwaaradhti-ge -demo
cra’tie. Kiezers -zijn alle burgers, die achttien jaar zijn,
‘niet uitzondering van minderjarigen en d-oor rechter-
lijke uitspraak van ‘het kiesrecht uitgeslotenen; de in
de tegenwoordige oonstitutie nog voorkomende uit-
sluitin’gen van kooplieden, personen, die arbeider-s in
dienst ‘heb’ben om winst te maken, van -gewezen gen-
darmen, van priesters, en’z. ver’valt -dus. Het recht-
streeksdhe van ‘de verkiezingen en ‘het geheime van
‘de keuze worden in een afzonderlijk artikel nog eens
uitdrukkelijk vastgelegd. He-t redht om candidaten te
stellen wordt georganiseerd en toegekend: aan oom-
inunistishe partij-organisaties, aan vakbonden, aan
coöperaties, aan organisaties -van ‘de je
u
gd: en aan
cultureele vereenigingen. De kiezers kunnen ‘hun af-
gevaardigden ten alle tijde afzetten, volgens door
de wet te stellen regelen (dit is dus het redht van
recall).

Naast den H-oogen Raad en zijn pres’i’diuim is het
hoogste orgaan ‘der regeering allereerst de Raad van
v’olksconzmi ssarissen, die thans uitdrukkelijk verant-
woordelijk wordt gesteld aan den Hoo’gen Bondsraad
en aan hem rekenplichti’g verklaard wordt. Hij ‘heeft
het recht -om veroriden.ingen vast te stellen en ‘beslui-
ten. De volkscommissarissen worden gekozen door
den Hoogen Bondsraad (thans nog -door het centraal
uitvoerend comité). In ‘den Raad van volksoommis-
sarissen heeft o.a. ook zitting ‘de voorzitter van de
staatsplannencommiss-ie. De leden -van den H’oogen
Bondsraad hebben ‘het recht van interpellatie van de
regeering -of van een -volkscommissaris afzonderlijk en deze is verplicht binnen drie da-gen mondeling -of
schriftelijk te antwoorden, althans tijdens ‘de zitting.
Een afzonderlijk ‘hoofd-stuk is ‘gewijd aan de rech-
terlijke organisatie en aan ‘het O.M.; ‘hierin vindt

men uitgesproken, ‘dat de rechters onafhankelijk zijn
en ,,sleohts aan •de wet ‘onderworpen”.
De tegeuwoordi-ge grondwet bevatte vroeger een
afzonderlijk hoofdstuk over de GEPEOE, dat reeds
in Fdbruari 1935 vervallen is, ‘doordat-de GEPEOE
toen ‘haar naam verl-oor en an’d-ers georganiseerd
werd. In – ‘het nieuwe ontwerp is er ook niets meer
van ‘te vinden. Het -zou te naïef ‘zijn om te meeneu,
dat ‘de ‘door ‘den -vroeger-en naam -gedekte s’baa-tsfunctie
Vhans is opgabeven.
Het -ontwerp geef-t verder nog ‘bepalingen – betref-

fende ‘de hoofd-lijnen van de Organisatie van de Re-
publieken, van ‘de autonome gebieden en van provin-
ciën, -steden en dorpen. De organisatie van deze alle
komt mutatis -mu’tandis met die van -den Bond -over-
een. Aan het wapen, de beschrijving van -de vlag en
de aanwijzing van Mo’s’kou al’s hoofdstad is het voor-
laatste ‘hoofdstuk gewijd en het sl’othoofdstuk -be-
-paalt, ten spijt van theoriën over ‘de wenschelijkheid
van een ,,flex-i:hle constituti-on”, -dat -de grondwet
slechts ‘ge’wijzi;gd kan worden door een meerderheid
van ten minste twee derden der stemmen in elk d

er

Kamers. Is Nederland als -voorbeeld genomen?

Men moet bij de Ibeoordeeling van ‘den invloed, dien
de nieuwe -Grondwet zal kunnen hebben, wel in -liet
oog houden, -dat -de ‘bepalingen van eeonomisdhen en
socialen aard niet meer als ‘beloften -bedoeld zijn,
maar dat ‘zij ‘het op elk -gebied reeds in ‘belangrijke mate ‘bereikte weergeven met de -bed’oeling, dat dit
nog verder zal worden -doorgezet. Van uitsluitend
normatieve strekking – d.w.z. -aangeven-de wat er
n
og niet is, maar nog -moet komen, – zijn de artike-
len -betreffende de nieuwe hoogste staatsorganen en
liet kiesrecht, benevens ide aanwijzing van eenige
nieuwe zelfstandige republieken.

E-en afzonderlijk woord mag nog worden -gewij’d
aan ‘de ‘beteekeni-s van ‘het woord ,,de
moc
r
atie” in ‘het

Sowjet-spraalogebruik. L-aat ons, ter voorkoming van
verwarring, vasthouden aan ‘de kerobeteekenis, •die -het woord ‘bij ons ‘heeft: een vorm -van overheid’s-
organisatie, waarbij elk ‘burger boven ‘zekeren leef-
tijd (-die niet .geestesgestoord en niet strafrechtelijk uitgesloten is) ‘door e-en uitdrukkelijke wils-verkla-
ring invloed -kan -oefenen op ‘de samenstelling van de overtheid en op ‘haar -arbeid, nadat ‘hij in -de gelegen-
heid is gesteld zijn oordeel in vrijhei-d te vormen en
ter ‘overreding van anderen bekend te ma-ken. ,,Dem’o-
cratie” omvat -dus gra-daties, met vrj’hei’d van druk-
pers, vereeniging en vergadering en vo’lkskeu-ze van
‘belangrijke ‘overheidsorganen als essentieel -minimum.

Nu moet men in aanmerking nemen, dat de term
democratie -op ‘zichzelf in Sowjet-Rusland nimmer
d

ien ‘haat ‘heeft -ontmoet, -dien men in ‘den regel -daar-
tegen hij Fascisme en. Nationaal-Socialisme koestert,
al vindt men ook hier nu en ‘dan verklaringen, dat
het Fascisme ‘of het Nationaal-Socialisme -de ,,ware”
democratie vertegenwoordigen. De af-keer rih-tte zich in Rusland tegen de ‘democratie op ,,kapitalist-isehen”
– grondslag -of tegen de ,,bungerlijke -democratie”. Men
hoopte ‘de ,,ware” democratie te vestigen in ‘de toe-‘kom-st na verwezenlijking van ‘het communi’stisdh
programma in uitwendige structuur en in ‘de mentali-
teit ‘der mensohen. Da-arnev-ens -ging men ‘het woord
gdbruiken in de ver-binding van ,,Sowjet-‘democratie”
ter aanduiding van allerlei vormen van contact tus-
schen ‘overheid -en burgerij -onder ‘het ‘bestaan-de stelsel
van -dictatuur, ‘hoewel ‘dictatuur en ‘democratie natuur-
lijk onderling volmaakt tegenstrijdig zijn. In 1929 is
zelfs een boek gepubliceerd -onder -den titel ,,S-owjet-
democratie”, met uiteenzetting van een lheele reeks
van ‘zulke vormen en met aan-hal-ing van twaalf cita

ten
uit Lenin’s werk ‘over deze ‘democratie. 0-ok in het
programma ‘der communistische partij van 1919 wordt
in allerlei termen over sowjet-4democratie in heden
en toekomst gesproken. Het partijprogramma zelf
bepaalt, zoowel in zijn nieuwe redactie van 1934 als
in zijn ou’de redactie, -d-at ,,het leiden’d beginsel van

24 Juni 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

469

,4e organisatorische structuur der partij is het de-
,,mocratisdh centralisme”. De redactie van 1934 voegt
hieraan toe, dat dit heteekent: ,,verkiebaarheid van
,,alle leidende organen, periodieke rekenschap van de
,,partijLorganen aan de partij-organisaties, echerpe
,,partijtudht en ondergesohiktheid van cle minderheid ,,aan de meerdeiheid, onvoorwaardelijke verbindend-
,,held van de beslissingen van de hoogere organen
,,voor de lagere en voor alle partijleden.”
Het is duidelijk, dat het in een land, waar men aan zulk een terminologie gewoon is, niet als onoprecht-
heid moet worden beschouwd, wanneer een grondwets-
wijziging als ‘bieiboven is uiteengezet, die nog ‘begint
met een hulde aan de dictatuur, in een luide poly-
fonie van persbeschouwingen wordt aangekondigd als
een van democratische strekking. En het is misschien
zelfs mogelijk, dat men nu een volkomen zuivere
proef met geheim stemrecht en vrije discussies kan
wagen, nadat men in de laatste jaren allen, die de
tegenwoordige partij- en regeeringspolitiek niet wel
gezind zijn, heeft verbannen, gedood, van vrijheid be-
roofd of met schrik vervuld heeft, terwijl geen andere
staatkundige vereenigirigen worden toegelaten dan
de conimunistische partij en terwijl de drukpers
enz. door interpretatie aan dezeifde beperkingen zal
blijven gebonden als er thans zijn. Wanneer men ech-
ter als kenmerk van de democratie neemt wat hier-
boven als het juiste is aangegeven, dan moet men
erkennen, dat er geen democratie kan zijn in een door
zeer ondemocratische maatregelen in een zekere mate
van eenheid van oordeel gebrachte en gehouden
samenleving, waar het dictatuur-beginsel door de
grondwet als triomfeerend wordt begroet.
Mr. J. J. BoAssoN.

PAARDENMIDDELEN EN KLEINE CORRECTIES.

Er schijnt in het kamp der voorstanders van een
actieve geidpolitiek ter versnelling van het econo-
misch herstel een zekere mate van pessimisme te
heerschen, welke vooral daaraan toegeschreven moet
worden, dat zij de actieve geidpolitiek niet kunnen
denken zonder devaluatie.
Eenige jaren geleden was dat dan ook zoo; het
prijsniveau was snel en hevig gedaald en de reflatie,
welke toen uoodig geweest zou zijn om rentabiliteit
te waarborgen, had een zeer omvangrijke moeten zijn.
Het is bewezen, dat een dergelijke politiek inderdaad
den toestand verbeterd zou hebben, doch de Neder-landsche pers, voor zooverre zij tegen devaluatie is,
is er in geslaagd, door een onjuiste berichtgeving,
waarvan vele interessante staaltjes te geven zouden
zijn, het publiek een zoodanige vrees voor het genees-
middel in te boezemen, dat de meerderheid vrij dui-
delijk te kennen gegeven heeft, de voorkeur te geven aan het systeem van bidden en afwachten.
Onder dat systeem heeft ons volk jaren lang bitter
geleden; veel te lang heeft het aanpassingsproces ge-
duurd en men heeft de zaak laten ,,uitzieken” en nu
eindelijk, jaren nadat dat in andere landen het geval
geweest is, geeft ook ons land teekenen van, zij het
dan ook partiele, opleving. De. beurskoersen toonen,
dat de opleving in het buitenland niet zonder effect
gebleven is, zoodat wij ten slotte van de maatregelen
van anderen (die ons ook veel schade deden, omdat
wij er niet aan meededen) eenig voordeel verkregen hebben. De opleving, voor zoover van eenige betee-
kenis, is nog maar partieel, doch, gelijk ik reeds
einde 1.934 schreef., jaren van verbetering van tech-
niek en organisatie, zoowel als van loonsdaling moe-
ten veel verlichting gebracht hebben.
Vele voorstanders der actieve geldpolitiek begaan
nu de fout, nog te redeneeren, alsof er sedert 1931
niets veranderd was. Dat is natuurlijk onjuist: het
aaupassiiigsproces, dat weliswaar beter langs anderen
weg had kunnen plaats grijpen, doch natuurlijk ook
langs den moeilijken, ]angzamen en pijnljken weg
der deflatie tot stand kon komen, is nu zonder twijfel

een heel eind gevorderd. Het toegepaste middel moge
een paardenm’iddel zijn, dit is geen reden om de ge-
volgen er van, zoover zij gunstig zijn, niet te consta-
teeren en zich er niet over te verheugen.

Er is nog een achterstand, en zij moet, blijkens
verschillende indices, nog aanzienlijk zijn; doch zij is
lang niet ‘zoo groot als zij eeniige jaren geleden was.
Dientengevolge is het een open vraag geworden, of
het nog wel n!oodig is te devalueeren, om eên
kleine
prijsstijging te’ kunnen’ financieren.

Sommige voorstand ers der actieve geldpol i ti ek zijn
zoo waihopig geworden, dat zij nu een ander paarden-
middel aanpri,jzen, of zonder aanprjzing willen toe-
passen. liet is de methode-Blum: begin alvast maar met het financieren van publieke werken of andere
zaken, verhoog de bonen, anticipeer op alle mogelijke
wijze een inflatie, z66, dat zij onontkoombaar wordt.
Dan zal de munt op den duur vanzelf vallen, en liet
euvel der inflatie langs dezen weg compenseeren.

Ik beschouw dezen gedachtengang als een zccr
groot gevaar. in de eerste plaats beteekent dat een
nieuwe crisis, al is het mogelijk, dat deze van voorbij-
gaanden aard is. In de tweede plaats kan men op deze
wijze niet bepalen, hoeveel een munt valt, want men zet krachten in werking, die moeilijk te controleeren
zijn.
Misschien is ook dit niet zoo erg, omdat uien op
het critieke moment toch met een vast percentage
zou devalueeren. Doch het ernstigste gevaar tegen
deze methode is, dat het vrij lang kan duren, voorditt

de munt valt., en in die periode wordt de uitvoerin-
dustrie gehandicapt door het, nog aan het goud vast-
zittend, stijgend prijsniveau, hetgeen een reïneering
beteekent van ‘het laatste beetje export, dat er nog is.
taatslieden en helaas ook vele economen voelen zich tot paardenmiddelen aangetrokken, en ‘zulks omdat zij
in den regel weinig inzicht hebben in het quanti.ta-
tief effect van bepaalde handelingen. Zelfs de beste economen kunnen thans, voornamelijk door gebrek aan materiaal, doch ook door andere oorzaken, nog
niet precies berekenen hoe groot het quantitatief
effect van een maatregel zal zijn. Desniettemin kan
men op vele gebieden reeds
vrij
aardige schattingen
maken, die de politieke discussie een reëele basis
kunnen geven, welke zij maar al te vaak mist.

En nu is de vraag: is bij den tegenwoordigen toe-
stand van zaken de devaluatie nog noodig, althans in
.den omvang, waarin zij in den regel voorgestaan

wordt? Ik meen dit te moeten betwijfelen; ik acht
een geringe devaluatie nog altijd wenscheljk, doch
het is geen conditio sine qua non meer.
Bezien wij de ontwikkeling van de prjsniveanx in
cle verschillende landen, dan blijkt, dat het prijs-
niveau in de niet-goudlanden de laatste jaren lang-
zaam gestegen is (in Duitschland ook). Het is onge-
veer tot 108 pOt. van de laagst bereikte waarde opga-

loopen, hoewel dit in de verschillende landen wat’
uiteenloopt en de stijging in de Vereenigde Staten
grooter is. Sommigen noemen dit inflatie, en zij ver-
geten, dat bij het tegenwoordig heerscheiide stelsel
een hoogconjnnctuur in den regel met een stijgend
prijsniveau samengaat.

Dat beteekent dus,
dat ook hier te lande het prijs-
niveau met eenige procenten mag stijgen, zonder dat
er gevaar voor de munt is.
De leek, de politicus en velè
economen zullen nu zeggen, dat dat niet genoeg is,
doch de zakenman weet, dat op bepaalde momenten
een
stijging
der omzetten met eenige procenten een
on.evenre.digen invloed op zijn vinstci.jfer heeft. ,,The
last five procent are the velvet,” zeide mij eens een
Amerikaanseh zakenman; de theoretische econoom
zal hierin aanleiding kunnen vinden tot het werken
met marginale eenheden, wetten van toenemende op-
brengst, vaste kosten, enz., doch wij zullen hier dit
feit maar als gegeven aannemen, zonder precies uit te
pluizen, hoe dit komt, ook al is het
bewijs
makkelijk
te leveren.

Bovendien kan men er mede rekenen, dat het

470

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

prijsniveau in )hetbuitenland, voor zoover het ‘de crisis
reeds ontsnapt is, nog vevder zal stijgen, uoo’dat het
alleszins redelijk schijnt, aan te nemen, dat de Regee-
ring een weinig stimuleerend zal kunnen optreden.
Er moeten vele bedrijven zijn, die op de grens der
winstmogelijkheid zijn en eveneens zeer vele, die door

een kleine assistentie weer tot een
behoorlijke
winst

zouden kunnen komen.
Waar het echter een paar jaar geleden er om ging.

er
voor te zorgen., dat men niet begon met de nieuwe
politiek, voordat men de waarborgen had, dat er niet

te weinig
geld ingespoten werd (immers toen ging

het er om, de
prijsdaling
tot staan te brengen), zoo

men
deze methode
thans volgt, al men er voor moeten

zorgen, ‘dat er niet
te veel
geld wordt ingespoten. Het

moet een zeer geleidelijk proces zijn; uitvoering van
het plan van de arbeid zonder wijziging der, cijfers

moet thans worden afgeraden.
En in het licht van deze waarheid wordt zelfs het
zoozeer gesmade werkfonds een belangrijk, hoewel
nog niet geheel voldoende, instrument. Wacht men
nog een jaar, dan zal het waarschijnlijk voldoende
zijn; doch dan zijn er intusschen weer vele bedrijven
gesneuveld en zal veel ellende geleden zijn, die te

vermijden is.
Om
duidelijk
te maken, hoeveel men
thans
(nu er

vrij veel aangepast is) kan doen met een klein be-
drag, is de volgende berekening noodig. Het totaal
bedrag aan bankbiljetten, zilverbons en zilvergeld
zal ongeveer 948 milli’oen bedragen.
i)
De deposito’s

van res groote banken bedragen ongeveer 200 millioen,
doch aan dat c••fer heeft men weinig, aangezien in
dit bedrag ook tijddeposito’s aanwezig zijn, en wel-
licht anderszijds onmiddellijk opyraagbare deposito’s

onder andere posten zijn ondergebracht.
De effectiviteit van dit geld is zoodanig, dat het
nationaal inkomen op 3 milliard geschat kan worded.
En, hoewel wij nu niet precies weten, hoe groot de geldhoeveelheid is, die daarmede vergeleken moet

worden (immers
wij
kennen het bedrag der onmiddel-

lijk opvraagbare deposito’s, die ook geld zijn, niet),
lijkt de conclusie, dat het geld 2 tot 3 maal per jaar
rondloopt, gerechtvaardigd. Dat .beteekent, dat het
vermoedelijk koopkracht-effect van het werkfonds,
gerekend met een omloopssnelheid (effectiviteit moet
men het feitelijk in dit geval noemen) van twee maal
per jaar, ongeveer 120 millioen zou moeten zijn. .Dat
is niet te versmaden; want, is de schatting van het
nationaal inkomen juist, dan zal het inkomen der
consumenten na volledige uitgave van het werkfonds

met 4 pût. toegenomen kunnen zijn.
Dat is al een aardig bedrag; weliswaar zal het niet
geheel uitgegeven worden, doch eenigermate voor be-
sparingen aangewend worden, doch, mocht het koop-
krachteffect onvoldoende zijn, dan kan men het werk-
fonds wat verruimen. Natuurlijk moet men er reke-ning mede houden, dat men belastinggeld ten deele
aan andere bestemmingen onttrekt, wanneer het ge-
heven wordt, en dientengevolge moet men zich geen
overdreven voorstellingen van dit middel maken. Om
die redenen heb ik dan ook altijd aan verruiming van
de geldeirculatie als financieringswijze de voorkeur

gegeven.
Feitelijk zou men, om precies het bedrag te kunnen
bepalen, een goede index van de
kleinhandels prijzen

in de verschillende landen moeten gebruiken. De
index van de kosten van levensonderhoud is voor dit
doel weinig bruikbaar, aangezien de meerdere ver-
dienste voor een groot deel aan andere dingen be-
steed zal worden. Die index zou trouwens bij deze
methode niet in korten tijd met 4 pOt. mogen stijgen, aangezien de stijging van de kosten van levensonder-
houd in het buitenland nog geen 4 pOt. bedraagt, nog
afgezien van andere redenen. Dr.
W. L. VALK.
t)
I)it bedrag is samengesteld uit gegevens per 31 De-
cember
1935,
behalve wat betreft de opgaven van het
Muntverslag, hetwelk over
1935
nog niet is verschenen,
zoodat hier gegevens van uit.
1934
zijn genomen.

DE RIJKSMIDDELEN OVER MEI 1936.

Opnieuw doet zich het geval voor, dat de niet-
directe belastingen méér hebben opgebracht dan in dezelfde maand van het vorige jaar. Blijkens het in
dit nummer voorkomende Overzicht heeft de maand
Mei ditmaal
f
30.708.600 voor de schatkist opgeleverd
tegen
f
30.537.900 in 1935. Bij nadere beschouwing
blijkt intusschen, ‘dat deze onderbreking nog aller-
minst als een keer ten goede in den loop van ‘s Rijks
middelen mag worden opgevat. Immers, vooreerst
moet worden geconstateerd, dat alleen de dividend-
en ‘tautièmebelasting, de gesiadhtaccijns, de suiker-
accijns en de successierechten een hooger opbrengst-
cijfer te zien geven. Eigenlijk is de vooruitgang alleen
aan de beide laatste middelen toe te schrijven, die
be:ide evenwel in de maand Mei 1935 abeormaal lage
ontvangsten opleverden, terwijl de stijging van de
successierechten in de afgeloopen maand blijkbaar een incidenteel karakter draagt. Al de overige nijd-
delen liepen min of meer in opbrengst terug. En
voorts moet worden vastgesteld, dat de gemiddelde
maandraming niet werd gehaald (nadeelig verschil

f
251.000). Genoeg om te doen zien, dat de fiscale
resultaten van de afgeloopen maand per saldo nog
verre van fraai zijn.
De totale opbrengst van de eerste vijf maanden van
dit jaar bedraagt
f
145.726.300 tegen
f
150.528.500 in
hetzelfde tijdvak van 1935 en bij een evenredige
raming van
f
154.802.100. Vier middelen, t.w. de in-
voerrechten, het statistiekrecht, de geslachtaccijns en
de omzetbelasting, brachten meer op dan in 1935 tot
een totaal-bedrag van
f
2.247.100. De raming werd
bij vijf middelen overschreden met een totaal-bedrag
van
f
2.236.400.

De dividend- en tantièmebelasting verschafte dit-
maal een klein surplus (van
f
5.200), waardoor het
nadeelig saldo over de reeds verstreken maanden
evenwel niet kon worden gecompenseerd. Tot dusver
is 228.800 minder ontvangen dan in het tijdvak
Januari tfm Mei 1935. De
belangrijke
maanden voor
dit middel moeten evenwel nog komen en een be-
paalde conclusie kan derhalve nog niet worden ge-
trokken.

In tegenstelling met de drie voorafgaande maanden
lieten de invoerrechten thans een daling in opbrengst
zien (van
f
53.900). Er kwam
f
824.600 minder bin-
nen dan in April jl. Toch was de ontvangst op zich-
zelf beschouwd nog volstrekt niet gering; immers

f
540.700 meer dan de gemiddelde maandraming. Wèl
moet uit het terugloopen der ontvangsten worden
afgeleid, dat de opleving in den buitenlandschen
handel slechts van tijdelijken aard is geweest en aan
een
bijzondere
oorzaak (vermoedelijk extra benzine-
invoer) moest worden toegeschreven. Het statistiek-
recht liep eveneens eenigszins terug (met
f
6.100),
waardoor de voorsprong, in de verstreken maanden
van het jaar verkregen, daalde tot
f
13.000.

De opbrengstcijfers, die de accijnzen te zien geven,
zijn over het algemeen minder gunstig. Het zout gaf
f48.200 minder; ook op zichzelf beschouwd was de ontvangst gering
(f
149.900 bij een maandraming
van
f
208.300). Reeds geruimen tijd beweegt dit mid-
del zich in dalende richting. Wellicht is het verbruik
van binnenlandsch zout afgenomen door het toen e-
mend gebruik van ingevoerd zout. Daarentegen ver-
toonde de geslachtaccijns opnieuw een accres (van

f
69.700), terwijl
f
104.500 meer binnenkwam dan de
gemiddelde maandraming. Het toenemend verbruik
en de betere prijzen vormen de oorzaken van dit gun-stig resultaat. De wijnaccijns leverde
f
76.300 minder
op door de verlaging der opcenten bij de wet van 13
September 1935 (Staatsblad No. 548). Gerekend over
vijf maanden heeft deze heffing reeds f236.400
minder opgebracht dan in het vorige jaar. De gedis-
tilleerdaccijns wees, door het verminderd verbruik,
een verlaging aan van
f
233.200,
terwijl
de bier-

accijns
f
20.300 minder opleverde. Toch kwam de out-

24 Juni 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

471

vangst van de afgeloopen maand nog
f
31.900 uit
boven de maandraming; er is de laatste maanden bij
dit middel eenige verbetering te constateeren. De
suikeraccijns vertoonde een stijging van
f
492.700,
doch de ontvangst van Mei 1935 was bijzonder laag.
Veel gewicht mag aan deze toeneming dan ook niet
worden gehecht; het blijkt zelfs, dat de suikeraccijns
in deze en de voorafgaande maand belangrijk minder
heeft opgebracht dan in de eerste drie maanden van
liet jaar. Evenals in de voorafgaande maanden liet d
tabaksaccijns opnieuw een daling in opbrengst zien
(ditmaal van
f
143.900); toch was de opbrengst weer

iets hooger dan in de drie vorige maanden. De oor-
zaak van de daling moet vooral in een verschuiving van het verbruik naar lagere
prijsklassen
worden ge-
zocht.

De belasting op gouden en zilveren werken gaf
f2.200 minder; toch was de opbrengst ditmaal niet
ongunstig. De omzetbelasting bleef slechts f 53.700
bij de ontvangst van Mei 1935 ten achter. Zooals be-
kend levert de laatste maand van het kwartaal door-
gaans de ruimste batën; de raming werd ditmaal met

f
565.600 overtroffen. Gerekend over vijf maanden is
het loopende jaar nog met f 463.000 in het voordeel
en werd f 56.100 boven 5112 der raming geïnd. De
couponbelasting leverde
f
13.700 minder op dan in
Mei 1935, doch gaf f4.300 meer dan de raming. Het
blijft met dit middel Vrij goed gaan; er kwam in de
eerste vijf maanden f 227.900 meer binnen dan waar-
op
blijkens
de raming was gerekend.
De z.g. conjunctuurheffingen vertoonen reeds ge-
ruimen tijd een diepe inzinking. De zegelrechten ver-
schaften f 209.400 minder dan in Mei 1935, waarvan
f 26.800 te wijten is aan een trager vloeien van de
beursbelasting. Ook de registratierechten gingen op-
nieuw achteruit (met f 219.600). Bij beide heffingen werd de maandraming evenmin bereikt. Er is weinig
bedrijvigheid in de geldwereld en de handel in vast
goed ondervindt ernstige stagnatie. De successierechten, grillig als altijd, maakten dit-
maal plotseling een sprong naar boven en brachten
f 3.572.100 in de schatkist of f 873.800 meer dan in
Mei 1935 en beduidend meer dan in de voorafgaande
maanden. De maandraming werd overschreden met

f
172.100. Doordat de vorige maanden echter vrij
ongunstig waren, is de achterstand over het tijdvak
Januari t/m Mei nog vrij groot
(f
915.300). Het te-
kort bij de raming bedraagt zelfs
f
2.329.200, doch
zooals bekend is de jaarraming voor 1936
f
7.800.000
hooger gesteld in verband met de opcenten ingevolge
de wet van 20 December 1935 (Staatsblad No. 725),
die practisch nog niet veel invloed hebben kunnen
uitoefenen. De loodsgelden leverden
f
190.300 minder
op wegens de sterke verlaging van het tarief. De
ramirig werd evenwel in de eerste vijf maanden met

f
15.000 overschreden.
Tenslotte de Directe Belastingen van Afdeeling la. T-let blijkt, dat de stand per 31 Mei 196 maar weinig
verschilt van dien per ultimo April ji. Het wadhten
is ‘hier op de aanslagen van het nieuwe ‘belastingjaar

193611937. Aan grondbelasting is thans een bedrag
van
f
10.130.300 voor het Rijk op kohier gebracht,
wat een voo±uitgang beteekent van f 269.900 bij den
stand van den overeenkomstigen dienst op 31 Mei

1935. Het is echter niet onmogelijk, dat dit voor een
deel aan een vlugger totstandkomen der aanslagen is
toe te schrijven. Het voor 1936 in totaal geraamde
opbrengstcijfer is reeds met
f
5.300 overschreden.
Aan inkomstenbelasting vermeldt de middelenstaat
thans een kohierbedrag van
f
24.762.000 of f 4.494.700
meer dan op 31 Mei 1935. Dit verschil is te danken

aan de verhooging der opcenten, evenals de toeneming
van het bedrag der opgelegde aanslagen in de ver-
mogensbelasting (van f 439.800). Daarentegen is de
stand der Verdedigingsbelasting 1 nog steeds lager dan op hetzelfde tijdstip van het vorige jaar (terug-
gaiig f122.900).

AANTEEKENINGEN.

Con’versie der spoorwegleeningen.

Uit de oonver.siestaat, gevoegd hij de Memonie van
Toelichting tot ‘het wetsontwerp ter reorganisatie van
het ‘spoorwegbednijf – een dagblad ontieende dien
staat aan een weekberi•ht van een bank! – hebben
wij doen berchenen, welke lastenverlaging in de na-
(bije en welke lastenverzwaring in de verdere toekomst
de dienst der leeningen voor spoorwegbedrijf en Rijk
samen ondergaat.
Bij ‘deze ‘berekening hbbeu wij ‘buiten beschouwing
gelaten ‘de :leenin,gen der spoorwegmaatsohappijen,
waarvoor geen ‘bepaa’lide ‘aflossingsverplidhting bestond
of waarvoor ‘deze ons niet bekend was. Dat ‘zijn de
4 pOt. leeningen 193111 ten laste der beide speor-
wegmaatsohappijen, de 4, pOt. leenin’g 1923 van ‘de
Staatsspoor, ‘de leenin’gen Almelo-S alzhergen en
Egmond-Alkmaar-Bergen en de leeningen op
sohuld’bekentenis.
Zonder dze leeningen mede te rekenen von,deu wij
de volgende totaalcijfers voor rente en aflossing
samen, in milli’oenen Guldens:

Oude leeningen
Nieuwe
der gezamenlijke
geunificeerde
Vermindering

maatschappijen
staatsleening
Vermeerdering
+
1937 19,3
14,1

5,2
1942
18,6
14,1
-4,5
1947
18,6
14,1
-4,5
1952
17,7
14,1
-3,6
1957 14,5
14,1
-0,4
1962
13,1
14,1
+
1,0
1967
10,8
14,1
+
3,3
1972
8,3
14,1
+
5,8
1977
5,4
14,1
+
8,7
1982
5,1
14,1
+
9,0
1987
2,0

-2,0
1992
0,3

-0,3

De cijfers
rzijn
berekend op grondslag van de ge-
gevens van ‘den Gids Ebij de Prijscourant ‘der Vereeni-
‘ging voor den Effectenihandel en kunnen ‘dus eenige
‘onnauwkeurigheden bevatten. Aan’zienlij k zullen ‘de verschillen vermoedelijk niet zijn.

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van
1000
kg.)

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
14(20 Juni
Sedert
Overeenk.
14120 Juni Sedert
Overeenk.
1936
1935 1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935
1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935

32.506
508.869
447.360

6.461 7.837
515.330
455.197
7.719
127.756 115.621

1.700 281
129.456
115.902
505.
12.443
11.163

100

12.543 11.163
Boekweit ………………
MaIs ………………
354.468 364.209

73.467
68.181
427.935
432.390
22.964 144.520
147.998
._
11.157

.
18.154 155.677
166.152

Tarwe

……………..
Rogge

………………

7.124
39.184 66.049

580
1.660
39.764
67.709

20.
.320

6.603
90.302
70.321

109.881
230.833 200.183 301.154
Gerst

……………..
Haver

……………..
Lijnzaad

……………
1.300
29.642
19.448

175

29.817
19.448
Lijnkoek ……………
Tarwemeel

………….
535 17.168
9.070
300
4.762 3.329
21.930
12.399
Andere meelsoorten
602
16.691
13.893

753 1.339
17.444 15.232

472

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24
Juni 1936

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN
I
~
EI
.
1936.

Kerkelijke Leeningeh …………….
f
120.000,-
Tederland ………….
.
…..
f
120.000

f
120.000,-
i)e Kerkelijke Leeningeii
zijn
als volgt
onderverdeeld:

Rente- Emissie-
Guldens voet

koers
pOt.

pCt.
‘ereeniging ,,Eudoki,a” Rotterdam 150.000 4

100
(waarvan voor conversie
f
50.000).
Gereformeerde Kerk v. Rozenhurg 20.000 5

100

Voorts werd in de afgeloopeii maand de i.nsc.hrjvii’ng
opengesteld op een beperkt bedrag:
• 4
%
10-jar.ige kaabons Aciér,ies Réunies de Burbaeh-
Eieh-Dudelange (A.R.B.E.D.) S.A. ter con-versie van een
5
%
obi. leeiiing 1930.
Bovendien:

disc.
Schatkistpromessen:

Rendem.

basis

f
14.310.000 3-in.

1f
993.95 2
5
/
+
1
/32%
4.800.000 6-m.

,. .,
987.93 2
3
/8
%
SchaAkiabbiljetten:

f
7.290.000 1-j. 3
%

i
f
1.004.66
2
341
%

27/%
2.895.0005-j.
334%
,,,,1.000,- 334
%

en. 3

%
Emissies in 1936.
(in Guldens.)
Nieuw kapitaal:

Conversies:
Obligatin Aandeelen

Totaal
Jan. 110.200.850,-

110.209.850,- 2.266.700,-
Febr. 269.000,- 580.000,-

849.000,-


Mrt.

292831,87

292.831,87


April 1.050.000,-

1.050.000,-
Mei

120.000,-

120.000,-

50.000,-

111.648.850,- 872.831,87
5
112.521.681,87

2.316.700,

OVERZiChT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
UIt. Mei 1936 (in Guldens)

FDEELING Ja
Kohieren voor
den dienst
1936
1
)

1
5
Dir. belastingen.
Bedragen,
welke zijn

Benaming der
Totaal
terugge-
geven of
Zuiver
‘o

E
middelen
bedrag
anders dan
bedrag
0
.

o
•,;
wegens
betaling
=
opdekoh.
afgeschr.

Grondbelast. a)
10.130.311

10.130.311
9.860.398
[nkomst.bel. h)
25.528.152
766.160
24.761.992
20.267.308
Vermogensbel. c)
6.335.610
68.089
6.267.521
5.827.704
Verdedig.bel. T
2.932.908
34.754
2.898.154 3.021.024
Bel.v. d.doodehd.
1.045.132

1.045.132
497.646

Totalen.
.
45.972.113
869.003
45.103.110 39.474.080 v
4
hoofdsom + 20 opcenten op de hoofdsom der ge
bouwde eigendommen.
Hoofdsom
+
60-78 opcenten. c) Hoofdsom
+
75
opcenten.
) Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde hedragen uit
34
gedeelte van het belab-
tin’gdicttstjaar 1936/1937 en Y
,
gedeelte van het belasting-
jaar 1935/1936.
2)
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit
34
gedeelte van het be-
lastiiigdienstjaar 1935/1936 en
1A
gedeelte van het be-
lastingdienatjaar 1934/1935.

IN
KO4STEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

Dienst
1935f
1936
Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der hieren voor den dienst
koljieren tot en met
1934f’35
tot en met de-
de maand Mei
1936 1
zelfde maand van
1935

Gemeente.f.belast..
.

61.284.318

55.621.853
Tijd.opc.o.d.gem.f.b.2)

20.940.372
Opc. verm. t. get. v. 50

5.279.429

5.413.291
Tijd.opc.ö.d.verm.b.
2)

3.247.975

‘) Nader gewijzigd ingevolge de wet van 2 Aug. 1935
(Stbl. No. 451).

2)
Alléén voor het dienstjaar 193411935.

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.

Mei 1936

1936

1935

Motorrijtuigenbelasting 1

2.116.78,21 11.256.659 11.341.870
Rijwielbelasting ………23.070

115.945

114.905

Totaal

2.139.852 11.3726041 11.456.775

AFDEELING Ib
Overige middelen

Benaming der midd
e
l
en

Mei
1936
1936

Overeen-

periode
1935

Divid.- en tantiëmebel.
996.831
3:334.138 3.562.933
Rechten op den invoer

7.540.686 36.597.698
34.978.964
131.445
660.266
647.277
149.848
786.174 994.263
Statistiekrecht

………..
Accijns op zout

………..
Accijns op geslacht

. . .
521.130
2.423.084
2.270.727
Accijns op wijn
40.042 584.662
821:074
Acc
ijn
s
01)
gedistill.

. . –
2.282.333
11.295.788
11.683.146
615.264 2.692.215 3.051.852
3.854.933
20.182.682 21.276.339
Accijns

op

bier

………..
Accijns op suiker

……
2.888.818
13.835.429
14.450.805
Accijns op tabak

…….
Bel, op gouden en zilverw.
40.423
188.568
200.888 5.565.582
25.056.060 24.593.049
Omzetbelasting

………
Couponbelasting

…….420.954
2.311.239 2.371.019
Recht, en boeten v. zegel
1
1166693
2
)
6.766.743
7.646.901
Recht. en boet. v. regiatr.
876.228
4.117.434
5.120.822
Recht. en boet. v. succes-

lijden

en

v.

schenking
3.572.096
14.670.825 15.586.076
sie, v. overgang bij over-
Opbrengst d. loodagelden
45.333
223.323
1.272.340

Totalen.

30.708.6391
145.726.328 150.528.475

1)
Hieronder begrepen wegens zegelrecht vaii nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
f
296.040
(Beursbel.).
2)
Id.
fl.723.864.

AFDEELING II. DIENSTJAAR 1935.
Benamino der middelen
Bedrag van de
raming

Zuivere op-
brengst over het
tijdvak van
1
Jan. 1935 tot en
met de maand
Mei
1936

Grondbelasting.
(34
hoofdsom
+
20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.870.000
9.974.279
Inkomstenbelasting
(hoofdeom
+
opcenten)
1)
74.200.000
3)
68.189.793
Vermogensbelasting
(hoofdsom
+
opcenten)
2)
-.
19.015.000
8)
18.100.647
8.701.659
Belasting v. d. doode hand

.
‘3.000.000
2.000.967
Divid.- en tantièmebelasting
12.000.000
10.483.410
Rechten op den invoer …….
97.500.000 89.239.047
Statistiekrecht

………….1.800.000
1.639.545
2.057.988 5.946.428 a)
4)
2.114.216
Accijns op ‘t gedistilleerd

.
31.000.000 28.387.355
10.000.000
8.446.236

7
erdedigingsbel.

1

……….9.200.000

50.000.000 53.826.172
Accijns op tabak …………

34.000.000 33.963.299

Accijns op zout

………….2.000.000
Accijns op geslacht

………’6.500.000

Belast. op gouden en zilverw
550.000
497.041

Accijns op wijn

…………2.400.000

81.500.000
60.943.781

. 6.000.000
5.705.427 b)

Accijns

op

bier

………….
Accijns op suiker

………..

Rechten en boeten van zegel
16.109.670

Omzetbelasting

………….

Rechten en boeten v. registr.

11.500.000

.

10.531.044

Couponbelasting

…………5.000.000

Rechten en boeten v. succes- sie, v. overgang bij overlij-
33.000.000 34.707.931
den

en

v. schenking ……
Opbrengst der loodsgelden
– –
2.600.000
5)
2.612.053

Totalen….
1
512.635.000

1474.177.986

1)
Ten behoeve van liet belastingdienstjaar 1034/1935
werden 20, ten behoeve van het bela.stingdienstjaar 1935/
1936 worden 60-78 opcenten geheven.
2)
Ten behoeve
van het belastiiigdienstjaar 1934/1935 werden 55, ten be-
hoeve van het beiastingjaar 1935/1936 worden 75 opcenten
geheven.
8)
Nader gewijzigd ingevolge de wet van 4 Maart
1935. (Stbl. No. 70).
4)
Id. 13 September 1935 (Stbl. No.
548).
5)
Id. 10 October 1935 (Stbl. No. 601). a) Het be-
drag, waarmede dit cijfer dat van de vorige opgaaf over
sohrijdt, betreft een verrekening met de Crisis Rundvee-
Centrale, wegens voor rekening van die Ceu’tra,ie geslacht
vee in 1935. b) In dit hedrag is thans opgenomen de ver
rekening met ])e Nederlandsche Bank der over 1935 ver
sohuidigde cou.poubeiasti ng van Staatsobligaties, voor zoo-
veel deze aan die belasting zijn onderworpen.

24 Juni 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

473

OVERZiCHT VAN DE INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSSUBSIDIEFONDS.

Zuiver bedrag
Dienst 193611937

Bedrag van
raming
kohieren tot en
met de maand
Mei 1936

Grondbelasting (veertig ten hon-
10.120.000
10.049.932
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hooidsom naar
den eersten, tweeden en derden
21.750.000
13.796.621
Cemeentefondsbelasting

(vijf

en

derd van de hoofdsom)

……..

twintig opeenten op de hoofd-
14.250.000
1

110.344

grondslag)

………………..

Vermogensbelasting (twintig op-
centen op de hoofdsom)
2.100.000
16.740

som)

…………………….

Enkomstenbelasting

(tien opeen-
ten op de hoofdsom)

……….
4.600.000
37.023

Totaal …….
52.820.000
24.010.660

ONTVANGEN BOEKEN.

Reklame.
Begriff-Geschichte-Theorie, door Dr. Frit’z
Redlich. (Stuttgart
1935;
Ferdinand Enke Ver-
lag. Prijs ing. R.M. 14.-).
liet boek -is niet bedoeld als een inleiding in het pro-
bleeni van de reclame, doch veronderstelt reeds een zekere
kennis op dit gebied, tenminste bekendheid met de stan-
claardwerken van Mataja en Seyffer’t. Naast de verschil-
lende meer bekende feiten worden dan ook minder bekende
naar voren gebracht en uitgewerkt, en met name wordt
verband gelegd met aanverwante terreinen.
Na een uitvoerige heha.ndeliu.g va.n de geschiedenis van
de reclame wordt stilgestaan bij de beteekenis, welke het
ondernemerswezen voor de reclame in de voornaamste lan-
den heeft. De verschillende branches, welke reclame maken,
worden behandeld, terwijl de laatste beide hoofdstukken
aan de theorie en de statistiek van de reclame zijn gewijd.
II[et werk vermeldt veel literatuur.

Japan.,

Gisteren, Heden, Morgen, ‘door Edgar Lajtha,
Vertaald door Johan W. Sdhotman. (Leiden
l.936;
A. W. Sijbhoffs Uitgeversmaatsehappij
N.V.
Prijs ing.
f
2.40,
gdb.
f
2.90).
De Japanners kennen ons keel wat beter dan wij hen,
een feit, dat voor de toekomst igroote gevolgen kan heb-
ben. Dit boek wil geeii oordeel over Japan vellen; het
zijn de persoonlijke reiservaringen van een rnensoh, die te”oren even w’eini’g van Japan vist als zij, voor wie hij
zich dit boek gedacht heeft. Het geeft een ‘heldere uIteen
zetting van de Japansehe verhoudingen en is voorzien
‘ail verschillende illustraties. Tengevolge van het feit, dat
de auteur voor de Nederlandschc uitgave een nieuwen,
verbeterden tekst van het laatste hoofdstuk ter beschik-
ki
ng
‘stelde, is deze uitgave actueeler dan de Duitsohe
editie, en zijti de Februari-ge’beucten’issen in Japan reeds
behandeld.

Wetenschappelijke Balans van de T/rijwilli.qe Ouder-
doms-verzekering
(Fonds B) op 31
December
1934,
gemaalet in’gevol’ge art. 10 van de wet
op
de Rijksverze’keringohank en ‘de Raden van Ar-
beid
1933.
(Amsterdam
1935;
Drukkerij de
Bussy).

De Standard Oil Company.
Haar geschiedenis en he-
teekenis door A. Ricardo. (Amsterdam
1936;
Verkrijgbaar gesteld bij de firma’s Ooffeng
& Co.
en L. J. Boef).
I)g enorme beteekenis, welke petroleum heeft, zoow’el
voor het tegenivoordige l)olitïeke als economische leven der
volken, rechtvaardigt volkomen een uiteenzetting over een
van de grootste ondernemingen. Speciaal voor den beleg-
ger is het geschriftje interessant.

La concurrence Anvers-Rotterdam,
door Scal’dis.
(Overdruk uit ,,La navigation du
Rhin”,
Jan.
1936).

STATISTIEKEN.
BANK DISCONTO’S.
Ned Disc.Wissels. 444
Juni’36 Lissabon

…. 44
S Mei ’86
Bel.BinnEff.
5

4 Juni’36
Londen
… …
2 di) Juni’32
Vrscb.inR.C.
5

4 Juni’36
Madrid ……
5

9Juli ’35
Athene ……….
7

14 Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
141
Feb.’34
Batavia……….
4

1 Juli’35
Oslo

………
3422Mei’33
Belgrado

……..
5

lFebr.
’35
Parijs

……
523 Juni’36
Berlijn

……….
4
22 Bept.’32
Praag

……3

1 Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria
….
3415
Mei’33
Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome ……..
44
18Mei’36
Boedapest

……
4
28Aug’35
Stockholm
. .
24

1
Dec.’33
Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio ….
.’3.285
7Apr.’36
Dantzig……….
5

21 Oct.’85
Weenen ……
34
10Juli’35
Helsingfors ……
4

3Dec.’34
Warschau….
5
260ct.’33
Kopenhagen
3422Aug.’35
Zwits.Nat. Bk. 24
3Mei’35

OPEN MAJKT.

1936
1914

20
15(20
8113
216
HH
20(24
Juni Juni Juni
Juni
Juli

Am8terdam
Partic. disc.
411
4

411
4
11
5

4_31
4

3144314
45
18’5
‘is
31I9-
3
I1i
Prolong.

41/
4
.31
4

4-
1
14
3-414
3
1
14.4
1
2
1
14-14
Londen
Daggd..
.
‘I,-I
‘i,-1
12I
1
1
3
-1
11
2
-1
3
14_1
I
3
1-2 Partic. disc.
71
8

715_i5134
14
1
I1e
116-I4
31_71
71..11/
4
1
14_
3
14
Berlijn
Daggeld ..
2318
E/
8

2
3
/s-
7
/
2
1
1-
7
(
2
5
(-3
1
j
2314-314
37/
5
.51j
5


Maandeld
2
1
12-718
212-1
21137/9
2
1
12

I8
2
3
14′.3
1
15
3 45/2

Part, disc.
2
7
18
2
7
18
211
2718
3
331
4

2
1
(-
1
(3
Warenw. ..
411
4_114
4_1
4

4i1
4

4_11
4

4_3
3


New York
Dageld t)
1
1
1
t
11
4

1
131
4
_2t1,
Particdisc.
3/
31
1e

3/_i5/
31
3151
31

t) Koers van 19 Juni en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2
) 10115 Juni.
3
)25129 Mei.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bot avia
York,)
‘,)
)
)
S)
t)

16 Juni 1936
1.48
7.45%
59.56
9.74%
25.014
100
17

,,

1936 1.48
7.44%
59.54
9.74k
25.014
100
18

,,

1936 1.47i
7,43y.
59.534
9.74
1
6
25.014
1005.ç
6

19

,,

1936 1.48
7.43%
59.524
9.74
25.014
100
20

,,

1936
1.47%
740%
59.48
9.73%
24.98
10094′
22

,,

1936
1.47%
7.39
59.43
9.73
24.964
100
Laagste d.wi)
1.47%
7.39% 59.424
9.73
24.964
100%
Hoogste d.w’)
1.48%
7.46%
5960
9.74% 25.03

1
lOOjii
6

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.5l)2
100

Data
Zwit-
sertand
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest
1)
0*)
*0)

16 Juni 1936
47.81%

6.12
1.10

20.18
17

1936
47.83

6.12
1.10

20.18
18

1936
47.85

6.12
1.10

20.18
19

1936
47.879

6.12
1.10

20.18
20

1936
48.01

6.11
1.10

20.18
22

,,

1936
47.97

6.114
1.10

20.16
Laagste d.w’)
47.77%
27.70
6.08
1.05

20.15
Hoogste d.w’)
48.05
27.85
8.15
1.15
11.70.
20.25
Muntpariteit
48.003
1

35.007
1

7.3711
1.488
13.094
48.52

D a
Stock-
Kopen-
1

*
SO
Hel-
Buenos-
Mon-
holni

)
hagen*)
Jf
Aires’)
treali)

16 Juni 1936
38.
45
33.274
37.474
3.26
41%
1.47%
17

,,

1936
38.40 33.25
37.424 3.274
41% 1.47%
18

,,

1936
38.35
33.224 37.40 3.274 41%
1.47%
19

,,

1936
38.374 33.224
37.40 3.274
41%
1.47% 20

,,

1936
38.174
33.05.
37.20
3.28 41%
1.47%
22

,,

1936
38.124
33.024 37.15 3.264
41
1.47%
Laagste d.wi)
38.05 32.95
37.074
3.25 40%
1.47
Hoogste d.w’)
38.50 33.40 37.55 3.30 41%
1.48%
Muntpariteit
66.671
66.871
66.671
6.266
95%
2.4878
0) Noteering te Amsterdam.
*0)
Not, te Rotterdam.
t)
Part. opgave.
In ‘t Iste of Zde No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data1 Londen
1
Parijs 1 Berlijn
1
1 Amsterdam
(3 per £)
1(3 P.
100 fr.)I(3 P. 100 Mk.)I(3 p. 100 gld.)

Gevaren verbonden aan sommige voorstellen tot
wij-
16 Juni

19361 5,03311
6,58%
1

40,29 67,62
z’iging

van. La.n.dbouw-crisis-maatregelen.

Tjitge-
17

,,

1936
5,02%
6,58% 40,28% 67,61%

geven door het Comité van Graanhandelaren te
18

,,

1936
5,03
658X
6

40,27%
67,59%

Rorter’da.m. (Rotterdam
1936.
Prijs
f0,40).
19

,,

1936
5,02%
6,58r
16
40,28%
67,66

Beschouev’ingen over wijziging van de maatregelen, ‘ge-
20

,,

1936
5,01%
6,60
40,31
67,80

nomen tot het in stand houden der bodemcultuur, in het
22

,,

1936
5,01%
6,60
40,31
67,81

bijzonder van uit het gezichtapunt van den graanhande-
24 Juni

1935
4,95%
6,63%
40.42
68.30
laar, doch tevens in meer algemeen verband.
Muntpariteit..
4,86
3.90%
23.81%
40%

474

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

STATISTISCH OVERZICW
:
GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
ROGGE
.

L

ta
GERST
LIJNZAAD
BLOEM- VLEESCH

RUND-
VARKENS-

PIataIoco
I6iaktEa
L.

lesoort&)
Amsterdam
R’damJA’dam
R’damjA’dam R’dam/A’dam
5)
soo;:.
b)
P. 100 Krop
per 100 kg
per 100kg
per 100 kg.
per 100 kg. per

000 kg.
per 000 kg.
per 1960

g.
Rotterdam
Rotterdam
2)

3)
4)

fi.
01
0

fi.

ii;

f1.
oiii

ii:

f1.
ui
ii
1i
0
10
ii.
Oj
f1.
0
1fl.
0
10
1925
17,20 100,0
13(Y70
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9


1927
14,75
85,8
12,47
5

954
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4

1928
13,470
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00
78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93,-
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,87
0

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
26,32
09,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,120
120,2
1930
9.67
56,3 6,220 47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
206,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2

108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
101,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5

30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51.4
3,57
61,2
61,-
65,6 37,50
48,4
1933
5,02
5

29,2
3,55
27,2 68,50
29,6
70,00
29,7
148,00
32,0
14,47
54,7
9,96
43,2
1,86
31,9
52,-
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,32
5

25,4 70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
11,72
44.3
8,78
38,0
2,52
43,2
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,12
0

24,0 3,07
5

23,5
61,25
26,5
68,00
28,8
131,75
28,5
8,12
30,7
6,79
29,4
2,23
38,3
48,12
0

51,7 51,62
5

66,6

Juli

1934
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.
4,37
25,4
4,270
32,7
83,25
36,0
93,50 39,6
159,25
34,4
63,95 68,8
43,30
55,9
4,-
23,3 4,15 31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5 63,55 68,3
42,62
55,0
Oct.
3,50
20,3 3,70
28,3
69,50 30,0 93,50
39,6
‘135,25
29,2
60,70
65,3
42,12
5

54,4
Nov.
3,50
20,3 3,45
26,4
71,25 30,8 89,25
37,8
127,75
27,6

———————–

5375
57,8
44,50
57,4
Dec.

,,
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25 32,9 91,00
38,6
134,00
29,0

———————–

53,15
57,2
44,65
57,6

Jan.

1935
3,30
19,2
3,520 27.0 74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
53,620
57,7
45,62
5

58,9
3,20
18,6
3,370 25,8 68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26.9
51,90
55,8
47,55
61,4
Maart
3,20
18,6
3,070
23,5
6775
29,3 64,00
27,1
120,50
26,1
55,3
51,20
66,1
April
4,075
23,7
2,95
22,6
70,75
30,6 66,75
28,0
125,00
27,0
10,81
40,8
1 1 21
48,6
3,27
56,1
55,8
50,25
64,
Mei
4,05
23,5 2,90
22,2
59,90 25,9 67,25
28,5
125,50
27,1
8,98
33,9 7,14 30,9
2,46
42,2 50,80
54,6 48,50
62,6
Juni


4,02
23,4
2,90 22,2
57,50 24,8 75,00
31,8
124,25
26,9
4,57
17,3
2,02
8,8
0,95
16,3
48,
51,6
46,12
59,5
Juli


3,92
0

22,8 2,55
19,5
54,50
,5
66,75
28,3
124,50
26,9










48,-
51.6
47,376
61,1
Aug.


4,25
24,7
2,620
20,1
55,25 23,9 64,50
27,3
132,25
28,6
44,80
48,2 52,55
67,6
Sept.
4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,55
30,2









—–

43,37
46,6 56,62
0

73,1
Oct.
4,95
28,8
3,35
25,6
57,75 24,9
64,75 27,4
142,75
30,9









—–

46,07
5

49,5
64,62
5

83,4
Nov.


4,65 27,0
3,20
24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8









—–

42,75
46,0
56,85
73,4
Dec.

,,
5,15
29,9
3,40
26,0
56,75
24,5
60,75
25,7
146,50
31,7











51,40







—–









51,925

44,75
48,1
52,25
• 67,4

Jan.

1935
5,45
31,7
3,520
27,0
56,00
24,2
63,50 27,0
153,50
33,1









—-


44,-
47,3 50,87
5

65,6
Febr.

,,
5,220 30,4 3,40
26,0
55,25 23,9
64,50
27,3
152,50
33,0









—-


43,775
47,1
48,25
62,3
Maart


5,22
5

30,4 3,50
26,8
59,50
25,7
69,75
29,6
150,00
32,4









—–











—-


45,75
49,2
46,57
5

60,1
A pril


5,175
30,1
3,45 26,4
64,00 27,6
70,00
29,7 147,25
31,8
1 1 ,56
43,7
10,65


























46,1
3,09
53,0 48,50
52,1
45,375
58,6
Mei


5,125 29,8
3,170
26,6
63,75
27,5 72,25 30,6
147,75
31,9 9,10
34,4
6,66














28,9
1,?6 26,8
51,60
f5,5
44,30
57,2
2 Juni
4,90
28,5
3,45 26,4
64,50
27,9
71,50
30,3
151,00
32,6
9,81 37,1
2,24




























9,7
0,80
13,7

55,_7)
60,2
44,50
7
)
57,4
8

,.
4,95
28,8
3,45
26,4
67,00
28,9
74,00
31,4
152,50
33,0 5,83
22,0 2,75
11,9
0,79
13,6

54,30
8
)
58,4
45,758)
59,0
15

,,
4,95 28,8 3,45
26,4
68,50
29,6
73,00
30,9
154,50
33,4
5,88
22,2 2,00
8,7
0,54
9,3

53,9)

57,0
47,25
9
)
61,0
22
5,20
30,2
3,45
26,4
65,50
28,3 70,00
29,7
156,00
33,7
1) Men zie voor
de
toelichting
op dezen staat
de nos.
van
8, 15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.
2)

Tot Jan.
1931
1-lard
Winter
No. 2
van Jan.
1931 tc
16 Dec. 1929
tot 26
Mei 1930
74/5 kg
Hongaarsche
vanaf
26
Mei 1930
tot
23 Mei 1932
74
kg Zuid-Russische;
van 23
Mei 1932
tot 2Oct.
1933
No.
2 Canada.
4)
Tc
Van 19 Sept.
1
32 tot 24Juli’33
62163kg
Z.-Russ.
Van 24Juli
’33-7
Oct.
’35 64165
kg La Plata. Van
7Oct.
’35-18;Mei
‘3662163kg
Z.-Russische.
8)
De
jaargemiddelden
zij 14)
19 juni.

Vervolg
STATISTISCH
OVERZICW

MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
1

Ofltifl•
ru e
Gulf ex
ge ar1 e
utra IS
,
c

e,
Australische,
HUIDEN
SALPETER

bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33

.
Bm
64/66°
$cts.
per
Middling
locoprijzen
F.

F.
Sakella-
F.

0. 1
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop Old. p
er
100 kg
R’damlA’dam
er baiel
U.S. gallon
New-York
rides
Liv

lr
01

dfd
oco er Ib
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 kg.
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

°/o
$cts.
0
/o
cts.
0
10
pence
0
1
0

pence
0
1
pence
0
10
pence
0
/0
f1.
51
f1.
01n
1925 10,80
100,0 1.68 100,0 14,86
100,- 23,25
100,0
29,27
100,- 9,35 100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0 1926
17,90
165,7
1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4
47,25 85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928 10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929 11,40
105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05 93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0 3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50 30,3
6,45
27,7
5,21 17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8
045
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18

1
51,5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5 2,88
19,4
7,35
31.6 5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05 5,60
0.625
37,2 3,02 20,3
7,05
30,3 5,16
17,6
2,96 31,7
16,75
30,5
8,50
28,8
12,54
36,1
5,89
49,1

Juli

1934
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2.83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
52,6
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.


6,00 55,6
0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3 2,71
29,0
15,00
27,3 8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
0ct.


6,00
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0 5,90
49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9
2.53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3 8,75
29,7
12,-
34,6 5,95 49,6
Dec.
6,05
56,0
0.62
36,9 2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4
6,05 50,4

Jan.

1935
6,05
56,0
0.628
37,2
2,97
5

20,0
7,55
32,5 5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25 28,0
10,75
31,0
6,15 51,3
Febr.
6,05
56,0
0.625
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3 5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75 26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart

,,
5,90 54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2 4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7,50 25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
April

,,
6,00
55,6
0.63
37,5
2,99
20,1
7,05
30,3
4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30 52,6
Mei
6,05
56,0
0.62 36,9
2,97
8

20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30
52,6
,,
J
uni
6,05
560
0.62 36,9
3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50
28,8
12,-
34,6
6,30 52,6
uli
6,05
56,0
0.62 36,9
3,118
21,0 7,25
31,2
4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33.2
9,00 30,5
11,75
33,9
5,40 45,0
Aug.

,,
6,15
56,9
0.62
36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2
9,25
31,4
12,-
34,6
5,40 45,0
Sept.
6,10
56,5 0.628
37,2
2,85

19,2
6,40 27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2
8,75
29,7
14,50
41,8
5,50 45,8
Oct.

,,
6,05
56,0
0.628
37,2
3,-
20,2
6,70 28,8 5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6
8,75
29,7
16,-
46,1
5,55 46,3
Nov.

,
6,05
56,0
0.62
36,9
3,17
21,3
7,05
30,3 5,90
20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00
30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec:

,,
6,05
56,0
0.62
36,9 3,39
22,8 7,05
30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8,75
29,7
14,25
41,1
5,70
47,5

Jan.

1936
6,15
56,9 0.615 36,6 3,39 22,8
7,05
30,3
5,82
19,9 2,91 31,1
19,25
35,0 9,00
30,5
15,-
43,2 5,80
48,3
Febr.


6,15
56,9
0.61
36,3 3,45 23,2
6,60 29,2
5,49
18,8
2,74 29,3
19,25
35,0
9,25
31,4
15,-
43,2 5,85
48,8
Maart

,,
6,15
56,9 0.615 36,6
3,47
23,4
6,75 29,0
5,57
19,0
2,79 29,8
19,75
35,9
9,50 32.2
14,25
41,1
5,90
49,2
April

»
6,20
57,4
0.61
5

36,6
3,43
23,1
6,90
29,7
5,47
18,7
2,73 29,2
19,75
35,9
9,50
32,2
14,-
40,3
5,95 49,6
Mei

»
6,25
57,9
0.615 36,6 3,43
23,1
6,90
29,7
5,42
18,5
2,67
28,6 20,00 36,4
9,50
32,2
13,75
39,6
6,-
50,0
2 Juni

»
6,30 58,3
0.628
1)
37,2
3,393)

22,8
7,05
1
)
30,3
5,346)

18,2
3,26
8
)
34,9
19,50
9)

35,5
9,50
9)

32,2
13,
1
3

37,5
6,-
50,0
8

»

,,
6,30
58,3
0.61
5

36,6
3,394)

22,8 6,95 29,9 5,36
7
)
18,3
3,26
7
)
34.9
1925
10
)
35,0
9,25
10
)
31,4
6,-
50,0
15
6,30
58,3
0.615 36,6
3,395)

22,8
6,95
29,9
5,478)

18,7
3,378)
36,0
19,00
11
)
34,5
9,25
11
)
31,4
6,-
50,0
22
6,30 58,3
0.611 36,6
1

1
7,30
1

31,4
1

1
6,-
50,0
1)
Jaar- en maandgemiddelden
afgerond
op
‘/o
pence.
2)
1
Juni.
3)6Juni.
4)
13Juni. S)20Juni.
6)

3Juni.
7)
10Juni.
8)17 Juni.
9)
4Juni.
19)
11Juni.
11)
18Juni.
12)
9Juni.

13)
16
juni

94 Juni::1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

475

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER
Eaer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
Cled
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per kg
Heffin

Alkmaar
Gem. not.
Standaard
Loo rizen
Loco rrzen
Foundr
IJZER
Locoprijzen
cash cash
Leeuwar-
Crisis

Fabrieks-
Eiermijn
Locoprijzen
Lodn
Londen
No 3 f o b
(Lux III) p.
Londen
Londen
Londen per
derCornm.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
per Eng ton
per Eng ton Middlesb
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Noteering
Centr.
eY11C
P• lOO St.
per Eng. ton
.
per Eng.ton Antwerpen
Eng. ton
line
Ounce

11.
%
II.
f1.
0
/s
fi.
0
10

9
%
£
OJO
Sh.

O/
sh.
Oj Oj
ah.
0
/0
pence
°jo
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0

36.816
100,0
261.171-
lOOO
731-

100,0
671-
100,-
36.316 100,-
85/6

100,-
32
1
19
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15 88,8
58.11-


93,5

31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
20
11
116
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.10-
89,7

24.41-
66,4
290.41-
110,8
73!4
100,0
6416
96,3 28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
1
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8

21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218-
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
2611e
81,1
1929
2,05 88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.14-
121,9

23.5!-.

63,8
203.1516
77,8
7016

.
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
995
24
7
116
76,2
.

1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54131-
88,0

18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
95
17
1
3116
55,4
.
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3 36.51- 58,4

12.11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216′

108,2
1318
41,6
;

1932
0,94
40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8

8.121- 23,6
97.21-
37;1
42j-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1

118f-

138,0
1271
40,1
r

1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40;4•
22.216
35.6

7.1716 21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4

12417
3
14
145,8
1218
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2

6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
337
50,1
8.91-
23,4

13717
3
1
4
161,0
131116
40,7
1935
0,49
212
0,99
14,85
26,5
3,20
34,9
19.116
30,7

8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916 54,1
3318
502
8.101-
23,5 14212
166,3
17
11
116
55,1

Juli ’34
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.11j-
29,9

6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.6!-
22,9

137111
161,4
12
3
14
39,7
Aug. ,,
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5

36,2
17.61-
27,9

6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
1
3816
162,0
13
40,5
Sept.
0,43
18,6
1,-
18,12
5

32,4
3,31 36,1
16.101-
26,6

6.516

17,2
137.171-
52,6
3916 54,1 3216

48,5
7.17(-
21,7

1411-
164,9
131
40,9
Oct. ,,
0,43
18,6
1,-
17,31
5

3I,0
3,95
43,0
16.3!-
26,0

6.6!-

17,3
137.19(6
52,7
3916
54,1.
32/6
48,5
7.7/-
20,3

141110
165,9
14
43,6
Nov.
0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,525
49,3
16.1116
26,7

6.8!-

17,6
139.81.
53,2
401
54,8
3216
48,5
7.716
20,4 139164
163,2
14
7
18
46,3
Dec.
0,54
23,4
0,95
15,125
27,0 4,07 44,3
16.161-
27,1

6.61-
17,3
137.816
52,5
3916 54,1
3411
50,9
7.416
20,0 140164
164,4
14/16
45,7

Jan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7 3,12
6

34,0
16.19-
27,3

6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916 54,1
3416
•51,5
7.616 20,4

141110
165,9
1414
45,9
Feb.
0,52
22,5
0,95
14375
25,7 3,20
34,9
16.41-
26,1

6.41-
17,0
136.81-
52,1
3916 54,1
3416
51,5
7.316
19,8

14218
166,9
14
18
j16
46,1
Mrt. ,,
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74 29,8
16.8-
26,4

6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319

50,4
7.-I-
19,4 14715
172,4
15
3
14
49,0
Apr.
.
0,37
16,0 1,08
11,50
20,5
2,31
5

25,2
18.81-
29,6

7.516
•20,0
131.-16 50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111
20,9 14415
168,9
18
3
11
56,6
Mei

,,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,386 25,0
20.-t-
32,2

8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3 142134
166,4
20
62,3
Juni

,,
0,41
17,7
1,07
5

11,95
21,3
2,41
5

26,3
18.161′-
30,3

8.1116
23,5
136.516
52,0
3916
54,1 3316
50,0 8.111-
23,6 14116
165,5
19
5
/
61,1
)uli

,,
0,44
19.0
1,-
12,37
5

22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8

8.131-
23,7
140.1116
53,7
39,6
54,1
33(6

50,0
8.101- 23,5 140110
164,7
18
5
/
57,0
Aug. ,,
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0
3,31
5

36,1
19.151- 31,8

9.11!-
26,2
135.1216
51,8
401-
54,8
3316
50,0
8.1816
24,7 14014
164,1
17
7
j
55,6
Sept..
0,58
25,1
0,97 20,25
36,2
3,16
34,4
20.1016
33,1

9.1416
26,7
135.4j6
51,6
3916 54,1 3316
50,0
9.81-
26,0 1411-
164,9
17116
54,7
Oct.

,,
0,65
28.1
0,89
19,87
5

35,5
3,95
43,0
21.316
34,1

11.31-
30,6
138.1716
52,3
3916
54,1 3316
50,0
10.-16
27,7

14118
165,7
175j
54,9
Nov.,,
0,59


25,5
0,94
16,90
30,2 4,69
51,1
21.2/6
34,0

10.1516
29,6
135.1316
51,8
4016
55,5
3316
50,0
9.161-
27,1

141134
165,3
17
9
/1s
54,7
Dec.
.
10,57
24,7
0,95
15
;
80
.
28,2
4,60
50,1
21.216
34,0

10.16
27,5
132.16
50,4
411
56,2
3316
50,0
9.21-
25,2

141fl

165,0
15
5
j16
47,7

Jan.’36
0,57
24,7
0,95
16,80
30,0 4,04
44,0
20.1616
.

33,5

9.61- 25,5
125.616
48,0
411-
56,2
3316
50,0 8.1516
24,3 140111
164,8
12
37,4
Feb.
0,61
26,4
0,925
17,37b
31,0
3,375

36,8
21.316
34,1

9.131- 26,5
123.816
47,1
41J- 56,2
336
50,0
9.316
25,4 140110
164,7
11
1
116
37,2
Mrt.,,
0,46
19,9 1,04
17,70
31,6
2,69 29,3
21.1216
34,8

9.1916
27,3
127.1216
48,7
411-
56,2
3316
50,0
9.131-
26,7

1411-
164,9
11
1
(16
36,8
Apr.
0,44
19,0
1,026
16,82
5

30,0 2,49
27,1
2 35,9

9141-
26,6
125171-
48,1
411-
56,2
3316
50,0
931-
25,3 140/9k
164,7
12’i
37,7
.

Mei ,,
0,41
20,3
0,99
18,75
33,5
2,52
27,5
2
36,0

9.916
26,0
123.121-
47,2
41j6
56,8
3316
50,0
8.1816
24,7 14014
163,9
l23/s

38,5
2Juni
0,56
10

24,2 0,95
20,25
13

36,2 2,75 30,0
22.516
35,9

9.816
25,9
117.216
44,7
4116
56,8
3316
50,0
8.151-
24,2 13912
162,8
12’18

37,7
8

,,

,,
0,6111
26,4
0,90
20,50
8
)
36
2,65
28,9
22.216
35,6

9.7/6
25,7
114.1016 43,7
4116
56.8
33/6
50,0
8.15!-
24,2 13914
63,O
12
1
(4
38,1
5

,,

«
0,57′
24,7
0,85
20,-‘
4

35,7
2,60 28,3
22.1 6
35,6

8.916
23,3
110.81-
42,2
41)6
56,8
33.6
50,0
9.41-
25,4 1389
162,3
121/
37,7
2

,,

,,

0,85
2,75
30,0
22.516
35,9

9.416
25,3
111.616
42,5
41,6
6,8
3316
50,0
8.916
23,4 13819
162,3
11
1
116
37,2
Sept. 1932
79
K.G.
La Plata
;
van
26 Sept.
1932
tot
5 Febr.
1934 Manitoba
No. 2.
3)
Tot Jan.
1928
Western
;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec.
1929 American
No.
2 van
.
1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No
2, van 9 Febr.
1931
tot 23 Mei
1932
64165
K.G. Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
rekend
uit de gemiddelde
prijzen
van April,
Mei
en Juni
van
het betreffende
jaar.
6)1928.
.7)

6Juni.
8
)12 Juni.
9)

20Juni.
10)

4Juni.
11)

11Juni.
12)

18Juni.
13)

5Juni.

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
S T
E E N E N
BBE
INDEXCIJFER

basis 7″ f.o.b.
CACAO
COPRA
KOFFIE
ndaa1

SUIKR
THEE
Zweden/
.
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Ribbed Smoked
Kolo-

er standaard
per

per
50kg elf,
per 100kg
Rotterdam
loco i

5ie n
R’damlA’dam
Java- en Suma-
Or
sten
niale

‘an 4.672 M.
1000
stuks

1000
stuks
Nederland Amsterdam
per

/2
kg.
per
per
100
kg.
trathee
p.
1
12
kg.
dicten

/
°/o
f
%
/
01
sh.
°!o
/
0/
cts.
.

°/o
Sh.
01
fi.
010

cts.
°/s
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5

100,0
61,375
100,0
2/11,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6 19,50
102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375 90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50 100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9 “46,875
76,4 1/6,375 51,6
19,12
6

102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928 151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
9

88,9 49,625 80,9 -110,75 30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 91.4
1929 146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
1
11,
8

45110
107,9
27,379
76,3
50,75
.82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3 69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2 60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8
46.0
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
196
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,325
33,7 28,25 33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
154
36,0
9,30 25,9 21,10
34,2
-(2,25
6,3
5,526
29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2

.
16,80.
27,4 -13,875
10,9
4,07
5

21,7
40
47,3
34.4
32.1
1935
59,50
37,2
7,25
46,8
8,75
46,1
1315
31,6
9,15 25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85
20,5
34,50
40,8
33.6
29.0

Juli’34
77,50
48,5
7,50 48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,92
5

19,3
16,75
.27,3
-14,375
12,3
3,976
21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.,,
75,50
47,3
7,25 46,8 9,50
50,0
12110
30,2
6,87
5

19,2
16,50
26,9 -14,5
12,6
3,976
21,2
39.75
47,0
33.9
31.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
45,2 8,75
46,1
12/5 29,2 6,65
18,5
16,50
26,9 -14,5
12,6
3,725
19,9
33,50 39,6
33.1
29.5
Oct.
,,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
11/7 27,3
6,70
18,7
16,50
26,9 -14,125
11,6
3,52
5

18,8
32,75
38,8
32.7
21.8
Nov.

73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8 6,62
5

18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,,
73,00
.
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1218
29,8
7,176
20,0
16
26,1
-13,875
10,9
3,376
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6

Jan.’35
66,00
41,3 7,25 46,8
8,50 44,7
1411
33,1
8,77
5

24,5
16
26,1

13,875
10,9
3,50
18,7
33,75 39,9
32.9
29.5
Feb. •
66,00
41,3
6,75
43,5 8,25
43,4
1412
33,3
9,375

26,1
15,62
5

25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32.4 28.9
Mrt. •
59,00 36,9
.
7,-
45,2
8,25
43,4
1313.
31,2
8,57
5

23,9
.14,625.
23,8

13,25
9,1
3,55′
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Apr.,
60,00 37,6
,
7,-
45,2
.
8,25.
43,4
1316
31,8
9,15 25,6
14,50
‘23,6
-13,375 9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei

,,
57,50 36,0
7,-
45,2 8,25 43,4
1314
31,4
9,50 26,5
14,125
23,0
-/3,5
9,8
4,20
22,4
32,75 38,8
33.3 28.6
Juni
57,50 36,0 7,25
46,8
9,-
.47,4
1313
31,2
9,07
5

25,3
13,87
6

22,6

13,625
10
1
2 3,87
5

20,7
30,25 35,8
33.2
27.8
Juli
57,50
36,0
7,25 46,8 8,75
46,1
1312
31,0
8,

22,3
13,50
22,0
-13,5
9,8
3,575

19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug.
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13
1
1
30,8 8,07
5

22,5
‘13,50
22,0

1
3,5
9,8
3,52
5

18,8
32,50
385
33.7
21.4
Sept.
57,75 36,2
7,-
,45,2
.
9,-
47,4 13/5 31,6 8,47
5

23,6
13,50
22,0

13,375
9,5
3,726

19,9
36
42,6
34.2 28.8
Oct.
.
56,50 35,4
7,25
46,8
9,25
.48,7
1315
31,6
9,975
27,8
13,50
22,0 -13,75
10,5
4,22
5

22,5 46,25 54,7
35.5
31.9
Nov.,,
57,75 36,2
7,25 46,8
8,75
46,1
13/3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-13,75
10,5
4,10 21,9
39,50
46,7
35.8
31.1
Dec.
,,
58,00 36,3 7,50
48,4
9,50
.50,0
1316
31,8
10,45
29,1
13
21,2

/3,875
10,9
4,20 22,4 39,50 46,7
35.4
30.4

Jan.’36
63,00
39,4
.
8,25
53,2
10,-
52,6
141-
32,9
11,126

31,0
13
21,2

/4,125
11,6
4,32
5

23,1
39,50
46,7
35.5
30.9
Feb
63,00
39,4
8,-
51,6 9,50
50,0
1413
33,5
10,625
29,6
13
21,2
-14,375
12,3
4,12e 21,3
38,50
45,5
35.6 30.6
Mrt.
,,
64,25
40,2
8,-
51,6
10,25
54,0
141-
32,9
9,77′
27,2
13
21,2
-14,5
12,6
3,92
5

20,9
37,25
44,1
35.8
29.9
Apr. »
65,00
40,7
8,

51,6
10,25
54,0
14
1
4 33,7 9,725
27,1 13
21,2

1
4,5
12,6
3,975

21,2
36,50
43,2
35.6 29.8
Mei
,,
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0
1513
35,9
9,525 26,6
13
21,2 -14,5

.
12,6
3,65
19,5 37
43,8
35.2 29.9
Juni
.,
67,50 42,3
16/612)
38,8
9,75
27,2

.
13
21,2
-/4,4375
12,5
3,876 20,7
36,75
9)

43,5
35.5 30.6
67,50
42,3
.
1716
13
)
41,2 9,75
27,2

1

13
21,2
44,4375
12,5
4,-
21,3
36″)
42,6 35.3
30.7
»

,,
67,50
42,3
.
1
10,1251
9,87
5
1
27,5 1
’13
21,2
-14,5
12,6
3,876
20,7
35.1
31.1
68,50
42,9
28,2 1
13

1
21,2

l

14,5625
12,8
1

3,87
5

20,7
1

35.4

1
31,4
3. Alle
Pondennoteeringen
vanaf
21 Sept.’31
zIjn op
goudbasis
omgerekend; de Dollarnoteeringen
vanaf
20April’33
zIjn in verhouding
van
de depreciatle
den Dollar
t.o.v.
den
Gulden
verlaagd.

476

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 Juni 1936

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatscn en

1Noteerings-1
Landen
1
eenheden
1
1936

1

6Juni 1
13
juni
1
1936

1LaagstelHoogstel
I51201uni 1936
120
1uni
1936

Alexandrië..
Piast. p.£
97% 97%
97%
97% 97%
Athene

.
..
.
Dr. p.
535
534 534
537
534
Bangkok. …
Sh.p.tical
1110,
89

1/10
1/10k
‘/’°T

l/lO
Budapeat

..
Pen. p.
£
17
16%
16%
16% 16%
BuenosAires’
p.pesop.
18.05
18.021
18.00 18.15
18.10
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1/6% 1/6%
116
8
1
32

1/6
5
1
32

1/6%
Constan tin.
.
Piast. p.
£
626 627 626
627
626
ongkong
. .
Sh. p.
$
Ii3K5
1/3%
1/3%
13%
1 3K5
Sh. p. yen
12
3
1,
1/2%
112
1
1
32

1
1
23
1
32

112%
Kobe

…….
Lissabon….
Escu. p.
£
110%
110%
109% 110%
110%
Mexico

.
..
.
$
per
£
17.90 17.90 17.40
18.40
17.90
Montevideo
2
)
d.perg
23%
23%
23%
24%
24
Montreal

. .
$
per
£
5.03%
5.03%
5.02%
5.05
5.03%
Riod.Jtraeiro3 d. per Mii.
2
28
1
52

228/
35

21y
16

2%
2
23
,
32

Shanghai

. .
Sh. p.
$
112
13
,35

1.2%
112%
1 294′
112K
6

Singapore
. .
id. p.
$
245/32
2145133
214%8
2/4%
2/4
5
:
33

Valparaiso’).
$per
136
130
130 130 130
Warschau ..
Zi. p.
£
26%
1
26%
1
26%
27%
26%
,,
JuL. (LUL. £0
ILClI,

Cili.
uur.,
WCIKC hup.
uicuurni te oetateui,
£5
reor.
17.02; 18 Juni

17.04; 19 Juni

17.05.

‘) Offic. not. 4Juni 38
3
/4; 8 Juni 39
1
18;
9 Juni

387j;

12 Juni

38
3
/4;

15 Juni 38
5
j;

16 Juni 38
3
/4;

18 Juni 393/
4
;
19 Juni 3831
4
: 20 Juni 387/s.
3)
Id. II Mrt. 1935
4114.4)
90 dg.
Vanaf 28Aug.
laatste

export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS’) Londen’)
N
York’) Londen
16 Juni 1936,.

19%

44%

16 Juni 1936…

138,5
17

,,

1936..

19%

44%

17

,,

1936….

138,3
18

,,

1936..

195/,

41%

IS

,,

1936….

138,7
19

,,

1936..

19%

44%

19

,,

1936….

138,6
20

,,

1930..

20

1936….


22

,,

1936..

1 9y,

44%

22

1936….

13819
24 Juni 1935.. 31%

70%

24 Juni 1935,…

140111 27

Juli

1914..

2419.

1
59

27

Juli

1914….

84
1
10%
1)
in penre
p. oz.
stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
line.
3)
in sh.
p.oz.
line
STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
16Juni1936
1

15Juni1936
Saldo va:,
‘5
Rijks Schatkist bij De Ne
/

19.379.460.40
1

19.140.380,36
derlan.lsche Bank …………..


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
410.322,82
,,

390.108,14
Voorschott.
op
uIt.Mei (resp. April) 1936
a/d. geineent. verstr.
op
a. haar uit te
keere,, hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gen..
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas.
tingen en
op
de vermogensbelasting
,,

3.274.745,83
,,

4.558.347,14
20345888.12
,
119.109.523,44
Voorschotten aan Ned.-Indië
………..
Idem

aan

Suriname ………………
975597.14
11985.130,89
Kasvord weg. credietverst. all,. buiteni
..1.
117.429


837,30
,,
117.767.507.55
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der
postrek.v.Rijkscomptabelen
11.000.000,-
34.018.752,77
,,

14.000.000,-
.
35.221.083,43
9.4.19.102,71
Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)……11.10679505
Verstr. ten laste der Rijksbegr;kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…..
38.182.696,24
38.182.696,24
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16

van

haar octrooi verstrekt


Schuld

.d.BankvoorNed.Gemeenten


Schatkiatbiljetten

in omloop ………
/424.6 3.000.-
f424.437.000,.-
Schatkisipromessen in omloop
……
98.890.000,-
98.790.000.-
Zilverbons in omloop

……………..
Schuld
op
ult.Mei (resp. April)’36 aan de
1.175.872,-

.

1.175.078,-

gem. weg. a.h.uitte keeren hoofds.d.
pers. bel.,aand.i.d.hoofds.d.grondb.
C.
d. gein. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel, en
op
de vermogensbelasting
– –

Schuld

het Alg. Burg. Pensloenf.
1)
aan
797.258,01
814.497,56

Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.

T.’)
en
239.903,83
,, ,,

105.316,34
Schuld aan Curaçao’)
……………….

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
85.166.147,73
,,
985.235,54
81.741.559,10
,,
,,

835.228,59
Id. aan diverse instellingen
1
) ………
..
….
87.013.262,-
,

87.108.161,60
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
13Juni 1936
1

20Juni 1936
Vorderingen:
1)
Saldo Jaasche Bank

…….
…. ….
f

2.060.000,-
t

456.000,-
Saldo b.
d.
Postchèque- en Girodienst

,,

884.000,-
,,

452.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas

Rijksinsteil

119.110.000,-
e. a.
Schatkisipromessen in omloop …….

,,

1.500.000,-
,,
113.800.000,-
,,

1.500.000-
Schatkis, biljetten in Omloop
………

2.000.000,-

2.000.000
1

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

,

1.264.000.-

.

,,

1.264.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.

,,

987.000,-

..

875.000,-
Belegde kasmiddelen Zelf besturen…..430.000,-
430.000,-
Voorschol van de Javasche Bank

– –

1)
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
op
20 Juni 1936
/
51.817.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latle

opercheb.

1
schulden
Discont.
Dlv.
reke-
ningen’)

30 Mei

1936..
753
1,228

1
492 596 1.408
23

1936..
756
1.002

1
505
594
1.401
16

,,

1936..
756
1.037

1
517 587
1.417
9

,,

1936..
758 1.035 578 580 1.500
2

1936,.
879 1.177 515
578
1.518

S

Juli

1914..
841 1.100
5130
735
396
1)
Slultp. der activa

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 22 Juni 1936.

Activa.
Binnenl.Wis.f’Hfdbk.
f

42.500.569,67
se1s,Prom..

Bijbnk.
,,

2.614.534,89
enz.indisc.
,
Ag.sch.
,,

3.543.050,66

f
48.658.155,22
Papier
o. h.
Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.454.500,

Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.

Beleeningen

ufdbk.
f

90.655.459,51′)
mcl.

vrsch.
Bijbnk.
,,

6.886.889,17
in

rek.-crt.
Ag.sch.
,,

35.189.833,41
op
onderp.

f
132.732.182,09

Op
Effecten
……
f
128.570.786,76
1
)
Op
Goederen en Spec.
,,

4.161.395,33
132.732.182,091)
Voorschotten a. h. Rijk

……. …….

..
-_
funt, Goud
… …

f
123.602.940,-
?luntmaL, Goud
..

,,
465.316.567,27

f
588.919.507,27
Munt, Zilver, enz.

,,

21.371.897,28
Muntutat., Zilver.
.

Belegging van kapitaal, reserves en pen-
810.291.404,555)

sioenfonds

……………………

..
39.608.272,13
Gebouwén en Meub. der Bank

… …. .,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen
………………

..
5.319.550,52
Staat d. Nederl. (Wet
v.
27,5,’32,
S. No.
221),,
11.958.329,12

f
854.622.393,63
Pa,siva


Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
…….

…………….

.,
3.105.769,04
Bijzondere

reserve

.

………….

,,
6.300.000,-
Pensioenfonds

……
…………….

,,
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
10.294.961,24
742.380.210,-
Bankassignatiën in omloop

……….,,
210.465,07
Rek..Cour.
J
Het Rijk
f

26.843.427,95
saldo’s:

Anderen
,,

45.185.111,13 72.028.539,08
Diverse

rékeningen
………………

..
302.449,20

f
854.622.393,63

Beschikbaar irietaalsaldo

…………
f
284.913.762,03
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ,,
71.2.284.405,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht

………………….
Waarvan aa,, Nederlandsch-lndië
(Wet van 15Maart 133, Staatsblad No. 99).

…….
./
71.153.775,-
Waarvan in hel buitenland ……………

…….

..10.549.722,64
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud

Munt
1
Munt
mat.
Circulatie
Andere
opeischb.
Beschi/cb,
Metaal-
Dek- kings
schulden
saldo
perc.

22 Juni ’36
1231303
465.317
742.380
72.230
284.914
75
15

,,

’36
123603
465.220
752.050 61.850 284.404
75
25 Juli

’14
65.703
98.410
310.437
6.1’J
43.51
54

rtq

1
,J,
Data

1

orne
prssen

Belee-
1
op het
ie
1
reke-
iveae

1
disconto’slrec/,tstreeksl
ningen

buitenl.
1
ningen
t)

22 Juni 1930 48.658

132.732

1.455

5 320
15 ,,

1936 48.710

132.678

1.455

5.369
25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
9 Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data

Goud

Zilver 1 Circulatie 1 opeischb. 1 metaal-
schulden 1
saldo

20Juni’36
8
)

10.450

– 157.270

23.300 36.222
13 ,,
1
362)

108.250

161.510

22.770

34.538

23 Mei 1936 89.059

19.0′ 156.440

23.020 37.265
16 ,, 1936

89.059

19.462

158.889

24.639

35.110

25Juli1914

22.057 1 31.907

110.172

12.634

4.842
Data
______________

b

N.-Ind.
betaalb.

Dis- conto’s
Bele-
1
ningen
I

Diverse)
reke-
ningen ‘
klngs-
percen-
tage

20Juni’36
2
}
1.860
72.500
10.200
60
13

,,

‘362f 1.080
76.920
10.460
59

23 Mei 1936
1.445
10.041
60
1195

1
50.939
16

,,

1936
1.409
10.064
1
55.509
10.138 60

25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
t)
Sluitpost artiva.
1)
Cijfers
telegralisch
oi’tvangen.

Auteur