Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1016

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 19 1935

19 JUNI 1935

AU’Ifr’ÜR8RECfJT VOORBBFIOUDEN.

Economisch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20E.JAARGANG

WOENSDAG 19 JUNI
1935

No. 1016

COMMISSIE VAN
REDACTiE:

P. Lief tinc’k; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

El.
M. H.
A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de Roochweg 122, Rotterdam.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie, van abonnementen cn adver

tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.

145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cent. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op de verdere publicaties.

INHOUD.

Blz.

STEUN AAN DEN LANDBOUW, AAN DE INDUSTRIE EN AAN

DE SCHEEPVAART
door
Dr. E. M. H. A. van der Valk 526

De transferovereenkomst met Duitschiand door
C.
A.

Klaasse
…………………………………..
528

De huurveranderingen van vôdroorlogsclie en nieuwe

woningen door
J. M. 0. Koert ………………..
529

BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:

Statistiek betreffende de wereldproductie, liet wereld-

verbruik en deu wereldin- en -uitvoer van suiker

door
Dr. Gustav Mikusch …………………
531

De traanproductie en de vetmarkt door &’.
Slargardt
532

AANTEEKENINGEN:

Het vraagstuk van de oprichting van ‘Economisch-

Technologische Instituten in Nederland ……..
533

Staatsbemoeiing met het bankwezen in Duitsebland

en in de Vereenigde Staten………………..
535

Koersdaling van Belgische Staatsobligaties ……
536

LiIAANDOIJFERS:

Emissies in Mei
1935
……………………….
536

S
TATISTIEKEN
……………………………
537540
‘Geldkoersen. — Wisselkoersen. – Bankstat’en.

17 JUNI 1935.

Gedurende de afgeloopen week zijn de’ge’l’dk’oersen

blijven aantrchken. De-aribij komt nog, dat cle Minis-

ter Vrijdag as. de gelegenheid •openstelt in ‘te schrij-

ve.n ‘op een ‘bedrag van
f
60 rnil.l’ioen •soh’atkistpapier

(‘-waarvan
f
43 mil’l’ioen dienen ‘ter remp’laeeering van

afloopend papier) z’oodat ook hierdoor de hes1ïik-

bare middelen op de geidm’arkt verin’i nderl ruilen

worden. Voorloopig zal men dus wel niet op lagere

geidkoer-sen moeten rekener. De rente voor drie-

maan’ds bankaccepten is van 4% t’ot 5 pOt. opgel’oo-
pen. Cali noteerde 434 pOt. Prol’oiigatie 4-434—-3%

—4 pOt.
* *
*

Over lhet gchee’l ‘genomen ‘heerschte er op cle wis-

selmarkt ‘een kalmer stemming. De koersen van onze

hoofd-deviezen zijn uiteindelijk maar weinig veran-

derd. In den loop der week vie’l een kleine stijging

witar te nemen, doch gisteren was ‘de stemming weder

overwegend fl’auwer. Pon-den ‘zijn van
7.26
tot 7.32

op’geloopen, ‘doch -weder op 7.26w gesloten; Dollars

noteerden 1.4734-1.48-1.4734. De £/$ noteering

kwam van 4.94 op 4.9234. Voor Fransche Francs was

‘cle ‘opinie veel gunstiger, z’oo’dat de koers van 9.77 tot

9.7334 kon teru-gl’oopen. De Ponde’nfFrs. koers daalde

van 75 tot 74.60; de contrôle had moeite een te scher-

pc ‘daling ‘te ‘voorkomen. Be’lga’s liepen van 25.05 tot

24.95 terug; het was ‘enkele malen mogelijk gou’d op

de open markt te k’oopen en dit ‘aan de N’ati’on’a’Ie

Bank te Brussel ten verkoop aan te ‘bieden. Marken

liepen van 59.70 tot 59.42361 terug. De nienwe voor-

schriften inzake ‘de afgifte van rei’s-Re’gis’termarken

heeft een verhooging van ‘den afgifteprijs tengevolge

gehad, welke waarsdhijnlijk tenslotte weder eeni-gszins

gecompenseerd zal worden ‘door de mindere vraag en

hef/grooter aanbod van hen, die zich van ‘hun -bezit van

R’egistermarken willen ontdoen. De overige soorten

Spe
rrm
:a
r
ken veranderden bijna niet; alleen effecten

Sperrmarken waren flauwer. In Dan’tzig is de toe-
s
t
an
d nog -steeds verward; een juist beeld hoe het

met ‘den Dantziger Gulden gesteld is, kan men zich

nog niet vormen. Oana’deesc’he Dollar-s een fractie

onder New-York: 1.47%. Ook in Oan’a-da schijnen

plannen te ‘bestaan voor de vorming van een fonds

tei’ voorkoming van on’gewenschte sdho’mmel’ingen in

de valuta.

e narges voor Ponden en Dollars ‘op 1- en 3-

maands levering zijn deze week practi’sdh niet veran-

-derd; Ponden noteeren resp. 434 en 1434 p. agio, Dol-

lars 1 resp. 3 p. boven ‘kassa.

Op de ‘goudm-arkt zijn bij d rustiger toestanden een

algemeen aanbod en een prijsteruggan,g te const’ateeren;

haren waren op
f
1.651, E-agles 2.5336, Soverei’gns

12.41, -Gouden Tientjes
f
10.41. Marken bankpapier

ivareii tens’lotte op 49.25 aan-geboden. –

526

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Juni 1935

STEUN
AAN DEN LANDBOUW, AAN
DE

INDUSTRIE EN AAN DE SCHEEPVAART.

De economische politiek van ons land vertoont
groot aantal tegenstrijd’ig:hedeu; daarover bestaat in

het algemeen weinig versdhil van nieening. Eener-

zij•cls acht men deze ‘tegenstrijdigiheden een ‘logisch ge

volg van de zeer abnormale omstandigheden, waarin
ons^ land verkeert, anderzijds legt men •steeds den

nadruk op de groote nadeelen van deze tegenstrijdig-

heden voor onze volkshuishoudir,g. Hoe dit ook zij,
‘het is ‘in elk geva’l niet gemakkelijk om de econoiii-

sdhe politiek van onze Regeering met een enkel voord

aan te duiden, omdat er elementen van zeer verschil-

lenden aard in voorkomen. Zeker is echter, dat zij

niet met een consedluente ‘deflatiepolitiek overeen-

komt.

Een van de doeleinden, die de Regeering iidh ge-
steld heeft, is de ‘instandhouding van de essentieele

deden van onze volks’hu’i’s’houdin’g. Het eerste ingrij-

pen op ‘dit gebied betrof ‘den Landbouw, die voor-
namelijk door middel van prijscorrectie beschermd is.
In de IY[ernorie van Antwoord op de ‘begrooting van

het ‘ Lan’dbouwcrisisfonds 1933 werd er op ‘gewezed,
‘dat, nu de correctie was aangebracht, aan een ver-

dere zooveel mogelijke evenredige ‘daling van ‘het prijs-

en kostenpeil alle aandacht zou worden gewijd. Dit

punt ‘hebben wij destijds uitvoerig ‘hdhandeid en daar-‘

hij onzen twijfel ‘geuit over ‘het succes van een cler.ge-

lijke politiek ‘). Wij hdb’ben e toen op gewezen, dat het consequenter ware geweest, indien de prij’scor-

rectie ‘had plaats ‘gevonden, niet op basis van het eco-

nomisch te hooge niveau, maar •dooj ‘het neer rukken

van de starre prijzen van goederen en diensten op
een lager n’ivëau, waardoor ook de lan’d’houwsteun
van beperkter omvang zou zijn gebleven. Dan zou
onze volkehuis’houding op ‘een lager niveau zidh ‘beter
aan ‘den toestand op de wereldmarkt ‘hebben kunneh

aanpassen dan thans het geval is. Immers, ‘door steun
aan ‘den eenen
bedrijfstak,
moet ook een andere ‘be-

‘drijfstak besdherm’d worden, enz..
Dit proces begint zich langzamerhand duidelijker

af te teekenen. Na ‘den steun aan den Landbouw, die
allengs in omvang is toegenomen, kwam ‘de steun aai
de industrie door middel van tariefsverhooging en
van contingenteering. Vrijwel on’gemeikt is de con-

ti’n’genteerin’g van industrieele producten over een zoo
groot gebied u’irtgelbrei’d, ‘dat men moei’lijk meer kan
‘spreken van een eenzijdige steunverleening aan den
Landhouw. De steun aan de industrie heeft op het
oogenblik een omvang bereikt, ‘die menJidht geneigd ‘is te onderschatten, voornamélijk als gevolg van •den
vorm, waarin ‘deze plaatsvindt. De steunverleening

aan de industrie onderscheidt zidh
namelijk
van die

aan ‘den Landbouw vooral in tweeërlei opzicht:
De Landbouw wordt in zijn geheel beschermd;
de industrie niet. Enkele belangrijke industrieën, die
haar pro’ductie voornamelijk in ‘het ‘buitenland afzet-
ten, kunnen •door contin’genteering niet geholpen
worden. De steun aan ‘de industrie is
‘bijna
geheel

gericht op ‘het ‘hinnenlandsdh veibruik. Uitvoerpre-

mies ‘of -subsidies vijn uitzondering.
2)
Toch is onze
industrie voor een beldngrjk deel q’p uitvor gerich;
de u’itvoer wordt edht’er ‘bemoeilijkt door het ‘hooge
prijs- en kostenpeil, ‘dat o.a. ook weer een gevolg is
van den Landbouwsteun.
De steun aan den Landbouw is veel ,,zidhtbaar-

der” dan die aan ‘de industrie. In •de eerste plaats is
‘het algemeen bekend, ‘dat de agrarische ‘bescherming

‘de consumenten ongeveer
f
200 millioen per ja’ar
kost. Omtrent ‘de ‘grootte van ‘den steun aan ‘de indus-

trie tast men in het ‘duister
3).
De Landbouw ‘brengt

‘) Zie E.S. B. van
2
Mei
1934.
Dé textielindustrie dntvangt naast de contingeutee-
ring in ons land nog een steun door de contiingeuteeriii’g
in
Indië. Zoo
zijn er misschien

nog enkele gevallen, doch
dit zullen uitzonderingen zijn.
Uit een berekening van Ing S. L. Wijnbergen in
E.-S. B. van 12 Juni jl’. blijkt, dat door de contingentee-

namelijk ‘in ‘het al’gniee.n standaardproducten i’oort,

waarvan de prijzen op cle wereldmarkt voor iedereen
bekend zijn. De ‘industrie in ons land levert in ‘het

algemeen kwa’litei’tsproducte n, waarvan ‘de prijzen niet
alij’d bchend iijn,
terwijl ibovendien een prijsvergelij-

king voor dezelfde producten, doh van verschillen-de kwaliteit, op
moeilijkheden
stuit. Tenslotte voelt

iedereen ‘dagelijks den ‘druk van den steun ten he-

hoeve van noodzakelijke, levensmiddelen; voor iudus-
trieele producten is dat veel minder.

Hiermede ‘willen wij ‘geenszins zeggen, ‘dat ‘de steun

aan de industrie vergeleken met dien aan den Land-

‘bouw ‘te ‘groot of te kle’in is. Bij gebrek aan voldoen-

de gegevens is het niet mogelijk ‘vergel.ijkingen te

‘maken. Wel is ‘dit mogelijk ‘bij een anderen bedrijfstak,

nl. ‘de scheepvaart, ‘die volgens een ‘onlangs ‘ingediend
wetsontwerp dook middel van rentelooze voorschot-

ten zal worden ‘geholpen. Reed’s vroeger is aan de

scheepvaart hulp ‘verleend •door oprichting van •de
Benas, ‘door middel van gewone credieten tegen on-

‘derparvd en van ‘de z.g. opleg- en gagecredieten. De
‘gagecredieten varen bedoeld als compensatie voor •de

hooge kosten van., levensonderhoud in ons land ver-geleken met Engeland en tandere ‘West-Europeesche
landen; ‘de bonen in de zeescheepvaart waren name-

lijk rèe’ds zoo laag
1),
dat zij niet opnieuw voldoen-

‘de verlaagd londen worden, tenzij ‘het leven hier te

lande ook goedkooper ‘zou worden. De opicgcredieten,
‘in ‘dien winter van 1933/’34 verleend, ‘bedoel’den de

lasten te verlichten,, die ‘voortvloeiden u’it het opleg-

gen van a’hnormaa’l veel schepen •in die periode.

Naar aanleiding van het ingediende wetsontwerp
willen wij ‘bij ‘de principieele vraag, of ‘steunverlee-
nin’g aan ‘de scheepvaart gewensc’ht is, nader stil
staan. Als uitgangspunt nemen wij daarvoor de eco-
nomische politiek van ‘de Regeerin’g, omdat het vraag-

stuk op deze basis ‘het meest vrueht’baar kan worden bdhandel’d. Uit tweëer’lei, overwegingen is o.i. ‘deze

‘steun te ‘verdedigen. In de eerste plaats uit ‘hoofde
van een herstel van ‘het nadeel, ‘dat ‘de scheepvaart
ondervindt tengevolge van de protec’tionistisdhe poli-
tiek, die sedert 1931 allengs in beteekenis is toegeno-
men. De ‘éeschermiizg van Landbouw en ‘industrie

‘héeft het vervoer ter ‘zee aanzienlijk doen afnemen.
Hoewel het niet mogelijk is ‘om precies aan te geven,
hoe de omvang van ‘de Ihandelslbeweging van ons land
met h’et ‘buitenland op het oogen’hli’k zou zijn, indien
de hesc’hermingspoi’itiek minder ‘sterk was geweest,
staat het niet’temin voor ons vast,’ dit de Nederland-
sche’ scheepvaart minder zwaar zou’ ‘zijn getroffen, in-
dien de uitwisseling van goederen met het buiten-

land
‘vrijer
ware gew’ees’t. Wij willen ‘dit argument
intussdh’en niet te ‘zwaar laten wegen, ‘temeer omdat

het niet
mogelijk
is ‘dit ‘punt quan’t’itatief va’st te stel-
len.
Zulks is in’tussdhen wel het geval met ‘het principe
van prijseorrectie. Immers, in’dien ‘de ‘agrarische prij-
zen voor correctie in aanmerking ‘komen, omdat deze
‘zoo catastrop’haal gedaald ‘Lijn, ‘dan ‘zal ‘zulks ook
moeten geschieden met de prijzen in de scheepvaart,
als ‘deze op een te laag niveau zijn gekomen. De prijs-
vorming in de zeeseheepvaart is nog meer dan ‘die in
‘den Landbouw van de wereldmarkt afhankelijk. Ver-
gelijkt men de prijzen in ‘den Nederlan’d’sche.n Land-
bouw met ‘de soheepsvradhten, dan verkrij’gt met het
volgende beeld:

ring van cement de verbruikers in
1934
met ongeveer

f
2,000,000 ‘zij.n belast. De kosten van de contingenteering
van vele andere producten laten zich echter niet zoo ge-
makkelijk berekenen.
1)
De bonen ‘in de scheepvaart behooren, afgezien
van
die in den Landbouw, tot de laagste ‘in ons land; zij zijn
echter de ‘hoogste bonen, die in ‘de ‘scheepvaart in de wereld
worden betaald. (Zie, het .V.er’slag van de Nederla,ndse’be
Reedersvereeniging over
1934). Wel een aanwijzing voor
het feit, hoe ‘hoog
‘het
loonpeil in ons land boven dat op
de wereldmarkt ligt.

19 Juni 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

527

Agrarische prijzen en Scheepsvrachten

Index van
landbouw-
prijzen

1

Index van
1

scheeps-

j

vrachten 2)

1
Index van
landbouw-
prijzen

Index van
scheeps-
vrachten

19241929
11898_1913
Gem.
1927, 1928, 1929= 100
100
100

1927
1
)
91
127.6
95
108
1928
100
114.9
105
97
1929
95
112.6
00
95
1930
88
92.0
92 78
1931
76
86.6
80
73
1932
57
63.0
60
53
1933
49 57.5
51
49
1934
56
53.3
59 45
1)
Voor de landbouwprijzen nelde1l de oogstjaren
1926-
1927
enz. Vanaf
1929/’30
zonder fabrieksaardappelen.
) Index van ,,The Econornist”; vanaf
1931
op goudbasis.

Deze ‘tabel vereischt nog eenige toelichting. In

den index van de landbouwprijzen, zooals deze gepu-
bliceerd wordt door de Directie van den Landbouw,

is de steunver’leeninig reeds voor een zeer groot deel
verwerkt. De index van scheepsvrachten ‘heeft ‘betrek-

king op ‘de wilde vaart; cle vrachten in de lijnvaart
zijrc hierin niet begreperL. hoewel de vradhten in de
iijnvaart ijhans zonder twijfel ‘hooger zullen liggen

dan in cle wilde vaart, was •de toestand in de jaren
vôdr ‘de crisis juist andersom. Ook al ‘houdt men
hiermede rekening, dan laten ‘cle bovenstaande gege-
vens geen twijfel over, cLa’t de toestand ‘in de scheep-
vaart thans ongunstiger is ‘dan in den Landbouw.
De vergelijking met den Landbouw is nog verder door te trekken en wel op het punt van den omvang
van den steun. De ‘bovenstaande gegevens rechtvaar-digen in ‘het kader van onze huidige economische po-
litiek ‘het
principe
van steunverleening aan de zee-
scheepvaart. Omtrent den omvang is hiermede nog
niets gezegd. Zooals ‘bekend, ‘heeft het wetsontwerp voor ‘den ‘duur van é&n jaar de steun vastgesteld op
f 8.2 millioen. Wij kunnen niet beoordeelen, of dit
bedrag te hoog of te laag is. Bovendien ‘blijkt uit de
Memorie van Toelichting niet, welk deel van de zee-
scheepvaart de Regeering in stand wil ‘hou’den. Er
wordt weliswaar in de M. v. T. gezegd ,,’dat deel van
onze koopvaandij in stand te ‘houden, hietwelk een
vitaal belang voor ‘het Nederlandsche bedrijfsleven in
‘het algemeen en voor onze internationale ‘handels-
positie in ‘het bijzonder vormt”, ‘dodh om dit precies
te weten, moeten dc toestand van ons ‘bedrijfsleven en
de internationale toestand eerst geconsolideerd zijn.
Stellen wij ons echter voor een oogen’hlik op ‘het
standpunt, dat Landbouw en sdheepvaart gelijk be-
handeid worden, dan is ook •dit punt vrij nauwkeurig
te ‘bereiken. Daartoe vergelijken wij ‘de waarde van
cle laud’bouwproductie met ‘de opbrengsten van onze
koopvaardijvloot. (Beide grootheden ‘zijn bruto-be-
dragen).

Waarde v. d. Inknrnsten
Cd
te

landbouw-

uit de

Landbouw Scheepvaart
productie
1)
scheepvaart2)

In mihhioenen guldens

IGern.
1927,1928, 1929_ 100

1927

1.029

212

99

106
1928

1.101

191

106

96
1929

986

196

95

98
1930

821

155

79

78
1931

637

125

61

63
1932

594

86

57

43
1933

650

166

63

33
i
De steun s hierbij inbegrepen.
Volgens de betalingsbalans van Nederland.
Nemen wij aan, •dat voor
1935
‘dezelfde verhouding
geldt en laten wij de Benas-credieten, die de seheep-
vaart thans reeds ontvangt, buiten beschouwing, ‘dan
‘blijkt, ‘dat, vergeleken met den ‘laudbouwsteun, de
steun aan ‘de scheepvaart feitelijk zeer onvoldoende
‘is. De steun aan ‘de sheepvaart zou, op basis van een
steun aan ‘den Landbouw van circa
f
200 millioen,
ongeveer
f 40
millioen per jaar moeten bedragen.

Bij de bovenstaah’de berekenin’g’he’bben wij ons ge-
haseerd op de ‘beginselen, die aan ‘den landhouvsteun
ten grondslag ‘liggen. Uit ‘de Meniorie van Toelich-

tin’g ‘blijkt intusshen, ‘dat •de steun aan de scheep-
vaart op geheel andere wijze wordt verleend ‘dan aan
den Landbouw. Afgezien van ‘het feit, dat de Land-

bouw in stand wordt gehouden ‘door kunstmati’ge

prjsverhoo:gingen en subsidies, terwijl ‘de sdheepvaart
rentelooze voorsdhot’ten
1)
verkrijg’t, wordt de steun
bovendien onder geheel andere omstandigheden ver-
leend. De Landbouw wordt in
zijn
geheel gesteund, de scheepvaart slechts gedeeltelijk. En voorzooverre
zij steun verkrijgt, geschiedt dit eerst, nadat aan zeer

‘bepaalde voorwaarden is voldaan. Wij lezen ‘daarover
in ‘de Memorie van Toelichting van ‘het betreffende
wetsontwerp het volgende.

,,De normen ‘der kredietverieening zullen uiteraard
verband houden met ‘hetgeen hierboven werd opge-
merkit omtrent de instan’d’houdin’g van het nooidzake-

lijke ‘deel van onze koopvaarclij en met de verdere ra-
tionalisatie en economiseeri’ng van ‘het sdheepvaart-
bedrijf. Om voor krediet in ‘aanmerking te komen,

zal de reederij ‘demhalve niet alleen ccii Nederland-
selie onderneming moeten zijn, -doch zij zal tevens een voidoen,d nationaal ‘belang moeten vertegenwoordigen

‘ter beoordeeling van ‘de Regeering; zij zal voorts ook
in zooda’nige fi’nancieele omstandigheden moeten ver-
keeren, ‘dat met toekenning van steun volgens de
nader aan te geven normen haar vooitbestaan al-

thans gedurende ‘dit jaar gewaarborgd is, terwijl zij
overigens over een vloot moet ;hesdhikken, die in zoo-
‘dani’ge con’ditie verkeert, ‘dat op ‘haar behoud moet
worden p rij sgesteid”.
Tegen een ‘dergelijke wijze van steunverleening kan
men in het geheel geen ‘bezwaar hebben. Integendeel,
wij meenen ‘dat ‘de steun aan ‘de scheepvaart reeds te
lang op zich heeft laten wachten, om’dat ons land,

ihoe economisch gehavend ‘het ook uit ‘de crisis zal
komen, steeds ‘behoefte zal hebben aan een ‘goede
hande’lsvloot. Bovendien is ‘de steun aan ‘de schee’p-
‘vaart, in ‘tegenstelling met dien aan den Landbouw,
niet alleen noo’d’i’g om het bedrijf te ‘doen voortwer-
ken, ‘doch ook om afschrijvingen mogelijk te maken.
Indien geen gergelde vervanging plaats vindt, ‘dan
verou’dert ‘de vloot snel.
Hoewel ‘het zonder twijfel interessant zou zijn,
om ‘deze twee wijzen van steunverleening nader te
onderzoeken, ‘beperken wij ons sleehts tot het stellen
van ‘de vraa’g, of ‘de ongelijke ‘behandeling van twee
‘belangrijke ‘deden van onze volks’huiehoudin’g niet
inconsequent is. Deze vraag ‘heeft ec’hter een veel
groo’tere strekking en loopt tenslotte uit in de vraag
naar ‘de ‘beginselen van onze economische politiek.
Want als ‘de Landbouw, een deel van onze in’dustrie

en wellicht binnenkort een deel van onze sdhe’ep-
vaart gesteund wordt, ‘dan moeten ook ‘de overblj-
ven’de dee’ien van ons economisch leven tegen afbraak
h
es
h
er
d worden. Op ‘het moment, ‘dat
alle
‘deden
van onze volks’huishouding steun ‘genieten, zal men
waarschijnlijk eerst ‘bemerken, dat de toestand on-
houdbaar is geworden, tenzij ‘het prijs- en kostenpeil
in Nederland intusschen aanzienlijk is gedaald. De
ersehillende steunmaartregeln werken voor een be-
langrijk deel juist in andere richting, waardoor ook

de oplossing van ‘het werklooshei’dsvraagstuk steeds
moeilijker wordt. Thans vrwondert men iicih in ‘het
algemeen er nog over, ‘dat ‘de goudlan’den – de toe-
stand in Frankrijk en Zwitserland komt in ‘groo’te
trkken met dien in Nederland overeen – onder
zulken hevigen ‘druk staan, omdat men zich ‘blind

1)
Deze voorschotten zullen geheel of ten ‘dccle moeten
worden terugbetaald, als de reederij over
1935
winst blijkt
te hebben gemaakt. Is er dus geen winst gemaakt, dan
neemt het voorschot de vorm van een subsidie aan.
])e credieten, die vödr
1935
zijn verleend (tegen
4 ic 5
pCt.) worden als gewone schulden beschouwd. J)e gage- en
oplegcrediete.n (i’ente
1
pOt.) zijn ook van bhijvenden aard,
doch ‘deze behoeven pas te ‘worden terugbetaald, indien
er in een jaar ‘winst wordt gemaakt.

528

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19
Juni 1935

staart op den gou’clvoorraad vau ‘de circulatiebanken.

Degene, ‘die echter ‘dieper speurt, den. werkeliSken
‘toestand ‘van ons ‘bedrijfsleven
‘ziet
en ‘cle on’tw’ikke-

li’nig ‘van onze
saatsfinartciör&
nagaat, ‘zal wel tot ‘de

overtuiging ‘komen, ‘dat langs ‘de.n door cle Regeering

‘evo’lgclen weg ‘het economisch leven van ons land

niet kan worden hersteld. v. d. V.

DE TRANSFEROVEREENKOMST MET DUITSCHLAND.

Nadat ruim een week ‘tevoren de onderhan’delin

gen met Du’itshla’h’d inzake ‘de nieuwe, in het ‘mi’d-

‘den van ‘dit jaar ingaande, regeling van het transfer
der intrestén en andere kapitaa’lsrevenuen uit beleg-

‘gingen in genoemd land waren opgeschort, in ver

‘hand met een princi’pieel meeningsverschil, is voor

enkele dagen ‘de overeenkomst tot stand gekomen.

De nieuwe regeling, ‘die, evenals ‘de voorgaande,

voor een jaar – van medio 1935 tot medio 1936

‘geldt, ‘is relatief voor ‘de [beleggers niet on’gunstig te
noemen. Met name ‘is zij aanmerkelijk voor’deeliger

‘dan ‘de ‘kort ‘geleden ‘perfect geworden Zwitser.sch-
Duitshe ‘in’tres’trege’linig,, welke ‘het ‘tran’sfer van ka-
pitailsrevenuen tot een ‘gemiddelde van rond 1 i’

pOt. ‘der geïnvesteerde kapitalen toelaat. Dit c••fer,
‘dat in ‘de Nederl’audscjh-Duitsehe overeenkomst 3

pOt. ‘beloopt, is ‘dus wel bevredigend voor onze beleg.

gers, ‘die wel nauwelijks een ‘gunstiger percentage

hadden verwacht. Immers, toen ein’d Augustus van
het vorige jaar de ‘per 1 Juli as. afloopen’de over-

“eenkomst inzake het rentetransfer werd gesloten, was

van een beperking ‘van ‘den export naar Duitsdhland

•no:g ‘geen sprake, al ‘kon men toen uit ‘het verloop
‘van Sonderkonto en autonome dièarin’g reeds ver-•

wachten, ‘dat een on;besnoeide uitvoer niet lang meer
‘in stand ‘kon worden gehouden. Onder die omstan-
‘cligiheden werd reeds ‘het transfereerbare deel van

rente-inkomsten op 4Y21 ‘pOt. ‘teruggebracht.

Inmiddels moest ‘door het onguns’lJige ‘verloop van
de clea’ring ‘de export zeer sterk ‘worden beperkt, tot
gemiddeld ongeveer ‘de ‘helft van het ‘b’asiscijfer, •z’oo-

dat een vermindering van ‘de transfereerbare rente
met 1 pOt. ‘of nog tgeen vierde ‘gedeelte zeker niet on-
verwaebt komt en evenmin als onbi’lftijk ‘zal worden

‘gevoeld. Men kan gerust zeggen, dat, rekening hou

‘den’d met den omvang ‘der Nederlan’d’sd’he beleggin-gen in Duit’schland, ‘de ‘door onze Regeeri’ng ten gun-
s’te der kapi’ta’a’lbezi’t’ters getroffen regeling relatief
‘verreweg ‘de gunstigste is van alle crediteurl’a’nden.
Bij den ‘hui’digen ‘stand ‘der ciearin’gcijfers kan ‘het
transferpercentaige ook in zoover bil’lij’k worden ge-

noern’d, ‘dat exporteurs en [beleggers ongeveer gelijke
offers moeten Ibrengen. Hoewel juiste cijfers in dat
verband moeilijk te geven zijn, ken men todh de ge-
middelde rente ‘op Duitsc’he ‘beleggingen ruw wel op
63′ ‘pOt. schatten. W’anneer uit ‘de clearingmassa
‘daarvan 3
J/
pOt. ‘wordt ‘betaald, ‘dan ontvangen de
beleggers ‘dus ongeveer 54 pOt. van hun oorspronke-
lijke vordering. De toegestane export, ‘in vergelijking
tot ‘het basiscijfer, ‘wijkt ‘daar niet s’terk vanaf, ter-
wijl er ‘bovendien rekening mee gehouden moet woi-
den, dat ‘de exporteurs een ‘deel van ‘de naar Duitsch-
land ,,’gemiste” afzet nog elders k.innen slijten. Dati

de rentetrekkers hun netto-inkomeii’ uit Duitsehlan’d’
nog kunnen verhoogen ‘hoven ‘de 3Y21 pOt., door de
,,Hollan’dmarken” – waarover straks n’a’der – in
Du’itsc’hlan’d ‘te ‘gaan verteren, k’an in ‘dit verban’d
worden ‘verwaarloosd, ‘omdat ‘daarmee de cle’aring in
het geheel niet ‘wordt ‘belast; ook ‘de exporteurs ‘zou-
den ‘diie facilitei’t, indien ‘de Regeering dat van de
Dui’tschers verlangde, wellicht kunnen krijgen, maar
dat heeft geen zin, omdat ‘immers per exporteur daar-
mee ‘zulke ‘bedragen gemoeid zijn, dat ‘die in ‘de verste
verte ‘toch niet voor vacantieveeblijf ‘zouden kunnen
worden op’geteerd. ‘
Wat den aard ‘der getroffen regeling betreft, zijn ‘de
volgende principieele punten van ‘beteekenis:
1. Evenals
bij
‘de than’s ‘loopen’de ‘overeenkomst werd
een vast transfereerbaar rentepercentage
vastgelegd.

Zulks bv. in afwijking van ‘de jongste Zwitsersdhe

regeling, welke voorziet in het reserveeren van een
zeker percentage ‘der s’tortingen in ‘de clearin’g voor

– het transferfon’ds. De Zw’itsersche methode heeft o’n-
getwijfeld haar voordeelen. Het bezwaar van het voor

een tijdvak ‘van een jaar fixeere,n van een vast he-

‘draig voor ren’teb’etalin’g, ‘dat uit de cleariug moet

worden geput, ‘heeft ‘de ‘bestaande regeling ons aan

den ‘lijve ‘doen ‘gevoelen. ‘Wanneer ‘gedurende het tijd-
vak, waarover ‘de ‘afspraak zidh ui’tstrekt, de clearing-

‘inkomsten zich belangrijk wijzigen; ‘hetzij in gunstigen

of ongunstigen zin, ‘dan neemt de rentebetaQin’g een
aanmerkelijk kleiner of ‘grooter ‘deel van ‘de clearing-

massa in ‘beslag dan men bij ‘het maken van ‘de af-

praak
‘blijkbaar
als billijk en economisch wensthe-

‘lijk besdhouwde. Wanneer niet onze regeling ‘tot 1 Juli

‘van dit jaar had geloopen, ‘dan zou men zeker reeds

eerder het ‘getransfereerde rentepercentage beneden de

4i4:
pOt. ‘hebben gebracht.
Aan het vormen van een clearin’gf’on’d’s, ‘dat het

voordeel heeft steeds een
gelijke
verhouding te ‘hand-

haven tussehen de ‘bedragen, ‘die ‘de exporteurs en ‘die,
welke ‘de beleggers worden toebedeeld, ‘zijn edhter ook

weer bezwaren verlbon’den. Wil
men ‘het voordeel vân

‘dit stelsel ten ‘voile tot
‘zijn
recht ‘doen ‘komen, dan
kan men feitelijk pas tot verd’ee’iing van het fonds

onder ‘de rec’hthebbenden overgaan, als het ‘heele jaar

voorbij is. Wanneer men per maand de besdhitebare bedragen zou uitbetalen over ‘de in die ‘maand ver-

vallende renten, ‘dan is er kans ‘dat de ‘houder van

een Juli-coupon veel minder ‘krijgt ‘dan die van een

Octo’ber-coupon, ook al in verband met seizoens-‘
schommelingen. Z’ooda’t ‘de eeni’g ‘billijke ‘oplossing in-

‘derd’aa’d zou liggen in ‘de vorming van een ,,jaar-
pot”, ‘die •a posteri’ori wordt verdeeld. Dat heeft na-
tuurlijk ‘groote practische ‘bezwaren. Doch ‘hoewel men
‘daarover van meen ing kan verschillen,
blijft
het ‘de

‘vraag, of men niet ‘het bezwaar van de fixa’bie van
een rentepercentage, ‘d’at ‘ongetwijfeld ‘op de ‘hoven
uiteen’gezette ‘gronden evenmin ‘onderschat mag wor-

‘den, te licht ‘heeft geteld.
2.
De binnenkort afloopende. regeling bevatte een
zeer ingewikkeld en omslachtige overeenkomst, welke
de strekking had om ‘de versohuldiigde rente, voor

zoover die niet getran’sfereerd kon worden, toch aan
de reeh’thelbbenden uit te ‘betalen, niet als in,trest,
maar ‘als aflossing. Deze afloss’in’gsregelin’g ‘heeft
voor de Duitsche obli’gatieleen’in’gen ‘het aan’zijn ge-
‘geven aan een volledig stel nieuwe couponbla’d’eu,
voorzien van arnortisa’tiebewijzen. Reeds ‘geruimen

tijd werd verwacht, ‘dat ‘deze ‘afiossingsregel’i’ng nim-
mer in practijk zou worden gebradht. Mi. behoeft
iiién daaroni niet rouw’ig te zijn. Onder de ‘heerschen-
‘de omstandigheden zou ‘het beschikbaar stellen uit
‘de clearing van bedragen, bestemd voor af’lossn’g aan
[beleggers in Duitsdhe waarden, economisch voor de
volks’huisihou.ding een niet te mi’skennen nadeel heb-

ben beteekend. Wanneer men gelden uit ‘de clearing,
welke zonder beperking van ‘den export ‘door de Duit-
sdhers zouden zijn aangewend tot ‘aankoop van wa
ren, ui’tbeta’alt aan coupon’houders, ‘dan ‘ondergaat de ‘koopkrach’t,sbested’ing ‘daardoor weinig verandering.

In’pl’a’ats van ‘den Duitsher besteedt nu ‘de Holland-
‘sche belegger ‘het geld, zoodat ‘de totale consumptie in geen ‘geva’l geringer is ‘dan wanneer men inplaats

van rente te betalen meer export zou toelaten.
Geheel anders ligt de ‘zaak echter, wanneer ‘men
af’loss’inig ‘gaat ‘betalen. Het is op zijn ‘minst zeer
kwestieu’s, ‘of die amortisatie leidt tot een ‘evenredig
meerdere reëele kapi’taal’sbesteding ‘in ‘het binnen-
land, en alleen op ‘die wijze zou toch het totale ver-
bruik ‘h:ier gelijk kunnen ‘blijven aan het verbruik

‘door de ‘bij ‘den export betrokken ‘groepen, ‘dat zou
‘hebben ‘plaats ‘gevonden, wanneer men niet ‘aflossing
had betaald, ‘doch meer export ‘had ‘toegestaan. Onder
‘de heersôhen’de omstandigheden moet ‘dan ook ‘hete-
lin’g van aflossing uit de clearin’g als economisch on

juist ‘worden bestempeld. Uit ‘dien gezichtshoek be-

1,,

19 runi
1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

529

keken, is het ‘toe te jui’dheu, dat
cle nieuwe regeling

de amortisatie heeft laten vallen.
Men heeft voorzien in een substituut voor de

vorenomsdhreven aflossing, waarvan de strekking was
om de rente, die ‘de Duitsche de’b’iteur versdhul’digd
was en ook ‘betaalde aan de Konversionskasse hoven
‘het transfereerbare percentage – ‘toen 43’, nu 34

pOt. hel’oopend – ‘toch aan den belegger ‘ten goede

te ‘doen komen. Die meerdere rente bov’eiî de 34
pOt., edh’ter tot een maximum van 54′ pOt., kan on-
‘der ‘de nieuwe regeling de houder ter beschikking

krijgen voor vertering binnen de Duitshe landsgren-

zen. De aanleiding tot ‘het ‘transfer’moratorium blijft

immers het gebrek aan deviezen voor het trasfer,
tegen vertering in Duitsnhlan’cl zelve kan geen enkel

bezwaar bestaan.
Voor dit doel is nu de zoovee’lste soort Marken
gecreëerd, t.w. ,,Ho’llan,d’marken”, ‘die de rechthebben-

‘de voor verschillende ‘doeleinden kan hezigen, voor-

namelijk •ter ‘bestrijding van re’i’skosten, daarnaast
voor betaling van ‘belastingen, vnor ondersteuning
aan familieleden, ‘he’t betalen van on’dedhoudskosten
van ‘onroerende ‘goederen, enz. Het principiee’le ver
;

schift met ‘de oude arnorti’sa’bieregei’ing ‘is, dat deze
,,Ho’lland’markert” geen deviezen kosten en de clearirug

niet belasten, behalve ‘dan in zooverre, ‘dat volgens

‘de jongste regeling ook reizigers naar Duitshland,
wanneer zij althans gebruik maken van Regi’stermar-
ken, 20 pOt. van ‘hun rei’suitgaven ‘in ‘de clearing moe-
ten storten, welke storting achterwege blijft ‘bij hen,

‘clie ,,El’o!llan
,
dm
,
arken” gebruiken. Voor een belangrijk
deel zal het aldus uitgelokte rei’sverkeer echter wel-
licht ,,a’dd’itioneel” zijn, .zooda’t •ook dat ‘bezwaar weg-
valt, ‘temeer ‘omdat immers het gebru’ik van ‘deze Mar-
keuso’ort absoluut gebonden ‘is aan den
beegger
in
persoon en eventueel ‘zijn verwanten Zooals gezegd,
kan niet ‘het voile verschil tussc’hen de nominale ren-
t’e en de ge’transfereer’de 3 i4, pOt. in Hollan’dmarken
worden ontvangen, ‘dodh is er een maximum van 5 4
pOt., ‘dus van 2 pOt. ‘in ‘deze Markenso’ort. De beleg-
ger, ‘die ,,H’ollan’dmarken” wil ontvangen, moet af-
s’tan’d doen van ‘zijn redht ‘op rente ‘boven de 5 l” pOt.
Daarmee komen wij tot “het v’oigen’de principieele

punt.
De rentelast op de ‘huitenl’andsche schulden is
één van d’e groote winstbronnen geweest, ‘die de Go’l’d-
diskontbank ‘heeft geholpen aan ‘de enorme bedragen,
welke noo’dig waren voor het Zusatzexportverfdhren, de
subsi’dieering van ‘den uitvoer. Ook de Nederlaudsdh-
Duitsche regeling droeg het ‘h’are ‘daartoe hij, juist is
den vorm van ‘de bovenomschreven aflossingsregeling.

Die amortisatie was voor de Gold’di’skontbank winst-
gevend uit tweeërlei ‘hoofde: de ink’oop van obliga-

tiën, die aan ‘de regeling in’haerent was, leverde hij
de lage koersen een flinke winst; bovendien gold ‘de
aflossing wel ‘tegenover de crediteuren, maar niet
jegens ‘den debi’teur, ‘zioo’dat het voFie afl’ossin,g’s’hedra’g
ook n’og eens win’st was. Wanneer men n’u de volle
rente, welke hoven ‘het ‘getransfereerde ‘deel ‘hij de Kon-
versionskasse Meef berusten, ter besdh’ikking van de
‘beleggers ‘had gesteld voor intern Duitsch gebruik,
dan zou ‘die winst aijn weggevallen. Om een Ersatz
voor de oude winstbron ‘te ‘hebben, stelden de Duit-
schers blijkbaar voor, de regeling te binden aan een
afstand ‘doen van een zekere ,,Spitze” van ‘de iritrest.
Op dat punt schijnen juist de vorige week in eerste
in’stantie de onderhandelingen te zijn af’gestuit. Prin-
cipieel werd onzerzij’ds •daarvoor natuurlijk weinig
gevoeld, omdat immers ‘het transferm’oratorium geen
hetalingsmoratorium ‘is. Een ‘dee’l van de rente, waar-
voor
geen transfer wordt verlangd,
kwij’tsohelden, ‘be-
teekent ‘hetalingsmoratoriuin.
Tenslotte is men ‘het ‘blijkbaar eens gewor’den, na-
dat waarschijnlijk de Duitschers hun wensch’en te
dien aanzien ‘in ‘andere ‘termen lhebben ingekleed. In-
middels is bovendien Sc’hadht’s nieiwe exporton’der-steunin’gsplan nader tot de practische uitvoering ge-
komen, zoodat men in dat veiband minder ‘is aange-

wezen op ‘cle bronnen van de Gold’diskonthank, het-

‘geen wellicht ‘ook ‘de meenin:gen ‘dichter tot elkaar
heeft gebracht.

De ‘discriminatie tusschen Young- en Dawes-

leening eenerzijds en de an’dere beleggingen anders-
zijds is komen te vervallen. Dit is een ‘belangrijke

verbetering van de nieuwe regeling, want voor dat

onderscheid was geen ‘logische of billijke aanleiding.
Voor beide leenin’gen is ,het transfereerhare percen-
ta’ge nu
‘gelijk
gesteld met alle andere, ni. 314
.
‘pOt.
Er blijft ‘desondanks nog een verschil, omdat ‘het
meerdeie hoven dat percentage – en zon’der de grens

van 514; pOt. – in Registerm’arken wordt betaald,

instecle van in ,,iol’landm’arken”, maar dat is een-

voudig een gevolg van ‘de Duitsdhe autonome rage-
lin’g voor deze leeningen, welke ‘in afwijking van het
algemeene transfermoratorium, den houders ‘hierv’oor

Registermarken ter beschikking stelt. Erg veel ver-

schil maakt dit practisch niet, alleen ‘de Y’oung- en
Dawes-Marken zijn ver.handel’hare en overd raaghare
reismarken, ‘de ,,iollandmarken” alleen voor per-
‘soon’lijk gebruik. En tenslotte zijn onder bepaalde

orhstand igheden oolc ,,I-I’ollandmarken” overdraagbaar
te maken, d’oor omzetting in Kreditsperrmarken, zoo-
‘dat dus ‘alleen cle k’oerswaarde dan verschillend is.

Er zouden nog verschillende ‘details te vermelden
zijn, als h.v. de regeling terzake van ‘huren en pach-
ten en de ‘betaling van ‘divi’denden, maar ‘dat zijn ‘alle
punten van onder’gesc’hikt ‘belang in vergelijking tot
de ‘principieele kwesties, die ‘hierboven werden he-
‘h’arrdeld. Alles
bijeen
‘genomen, ‘is ‘de getroffen rege-
l’ing niet onbevredigend, ihetgeen in dezen tijd van
moeilijke economische verhoudingen reeds veel is.
C. A. KI.

DE HUURVERANDERINGEN VAN VOOROORLOGSCHE
EN NIEUWE WONINGEN.

De Gemeentelijke Woningdienst van Amsterdam
heeft ‘de huren gecontroleerd van een eenigszins be-
langrijk aantal woningen, vanaf ‘de intrekking der
Huurwetten ‘in 1927 tot op 1 Januari 1935.
Teneinde te ‘bereiken, dat ‘de resultaten van dit
onderzoek al’s representatief voor de gdheele stad
zou’den kunnen worden beschouwd, werden voor het
onderzoek verschillende complexen, versprei’d over
de geheele stad, aangewezen. Daarbij werd ‘tevens
een on’dersheid gemaakt tusschen complexen ar’bei-
clerswon.i ngen en complexen iniid’denstand’swoningen, in

hoofdzaak in verband met ‘de onderscheiding, welke
ook gemaakt werd in ‘de iluurwetten. Daarnaast
werd het ‘dienstig geacht deze onderscheiding te ma-
ken, omdat ‘de woningmarkt wel werd aangevuld met groo’te aantallen’ mid’denstandswoningen, doch daar-
‘tegenover slecht’s een kleine vermeerdering van het
aantal nieuwe ar’he i’derswoni ngen ston’d.

In verband met ‘de ‘herhaaldelijk geuite bewering,
dat ‘de ‘huren ‘der
nieuwe
woningen – arbeiders- zoo-
wel als middenstan’dswonin’gen -‘ een ‘belangrijke

daling toon’en, ‘leek het gewenscht ook ‘daaromtrent
feitelijke gegevens te verzamelen. Kortom, er werd
bedoeld een op feiten steunend overzicht te geven van de huurveran’derin’gen van vééroorlogsche en
nieuwe woningen vanaf 1927 to’t begin 1935.
Het onderzoek werd verricht ‘hij:

1812
vôôroorlogsche arbeiderswoningen
463
nieuwe

,,

11
154
vecroorlogsehe midden’staudswoni ngemi
124
nieuwe

. Totaal
2553,
oude en nieuwe woningen, over de gaheele
stad verspreid.

Hierbij zij opgemerkt, dat van ‘de véérooriogsehe
woningen, arbeiders- zoowel als m’i’d’denstan’dswonin-
gen, de ‘huren bekend zijn ten tijde der verschillende
woningteilingen, namelijk in 1886, 1916, 1919, 1925,
en voorts v’an ‘den len Januari van dik jaar sedert
1928, zoo’da’t een volledig overzicht samengesteld kon
worden van ‘het verloop ‘der huren. Steekproeven ‘heb-
ben bewezen, ‘dat tot nu toe ‘de verkregen resultaten

530

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

‘.

19 Juni 1935

wel als repreieiatatief kunnen’ wordefi âan’gemerkt.

De groote ‘huurschommelingen in de laatste maanden

doen echter vreezen, dat zulks voortaan niet meer
met even groote stelligheid kan worden gezegd. Het

blijkt, ‘dat ‘de •bouw van nieuwe woningen thans zee.r

sterk ‘de huurverandering in ou’de(re) woningen be-
ïnvloedt, ‘indien ‘deze n’ieuwibouw bij belangrijke aan-

tallen tegelijk ondernomen wordt in &mn sta’dswijk of

huurt, ‘terwijl ‘in de overige sta’dsgedeelten
000
goéd

als niet gebouwd wordt. Ook is de kans ‘groot, ‘dat in ‘de naaste ‘toekomst een aantal vôôroorlogsc’he mi’d-
denstan’dswonin’gen niet meer in ‘het on’derzoek kan

worden opgenomen, omdat ‘de. neiging steeds meer
naar voren komt deze woningen te splitsen in twee

woningen •of te verbouwen tot ibedrijven. Met ‘deze

veranderingen in ‘het ‘bestaande zal men Ibij het voor-

gaande on’derzoek rekening moeten ‘houden, willen de
uitkomsten hun waarde ten volle ‘behouden.

De algemeene resultaten van het ‘on’derzoek der
vôéroorlogsche won’i’re gen
waren ‘als volgt:

Arbeiderswoningen

Middenstandswoningen Gernidd. 1 Maart 1909

Gemidd. 1 Maart 909
Tijdstippen

.

jaarhuur gesteld op 100 jaarhuur gesteld op 100
1909

f
146.84

100

f
627.50

100

1916

,, 160.09

109.03

,, 667.68

10640
1919

,, 164.83

112.25

734.60

117.07
1925

,, 238.79

162.62

,, 1034.67

164.89
1930

1
,253.81

172.85

,, 1121.94

178.80
1933

,, 264.68

180.25

,, 1036.49

165.18
1934

,,264.89

180.40

984.68

156.92
1935 (1
Jan.)

1
,265.01

180.48

942.30

150.17

Voor ‘zooverre deze cijfers voor zidhzelve spreken,

behoeven zij weinig toeliehti’n’g.Er blijkt uit, ‘dat de

huren ‘der vôôroorl’ogsdhe ar’bei’derswoninig zelfs
na

1933 en tot 1 Januari 1935 nog een stijging vertoo-
neii’ en dat zij 1 Januari 1935 ‘gemiddeld op ruim
180
pOt.
staan van den huurprijs iii 1909. Hieruit
mag niet afgeleid worden, dat ‘het versdhi’l, ‘de 80 pOt.

vermeerdering, louter winst voor den eigenaar is.
Immers, ‘de vaste exploitatiekosten der wonigen ‘zijn
inmiddels belangrijk gestegen en vele wonin’gen ‘gin
gen tegen hooge prijzen in andere han’den over.
Ongetwijfeld zou een verlaging ‘der huren bevor-

derd kunnen worden ‘door een verlaging ‘der vaste las-ten (erfpaclhtscanon, ‘gron’d’belastinsg, brandverzeke
rings:bel’asting, waterleiding en’z.). T,e’zamen met de
kosten van onderhoud en administratie vormden deze

in 1930
in Amsterdam bijna ‘de helft ‘der exploitatie-
kosten, in ‘de andere ‘groote gemeenten iets minder, ‘in
kleinere ‘gemeenten ‘belangrijk m in’der.
In hoeverre ‘de huren door een verlaging ‘dezer kos-
ten inderdaad ‘beinvioed zouden worden, zal afhangen
van vraag en a’anlbod. Alleen onder den ‘drang der
.hoodz’akelijkhei’d zuilen vses’te lasten en huren dalen, los van elkander. Zooais vermeld ‘betreffen deze
cijfers
‘de
gemidclel-

cle
stijging; ‘hieruit valt niet ‘te lezen, hetgeen toch
geconstateerd is in ‘het Amsterd’amshe rapport, dat
de stijging •der huren in 1934 2eker niet min’der
is geweest dan in ‘de onmiddellijk daaraa voor-
afgaande jaren. Deze stijging komt niet in het
cfer van het ‘gemiddelde tot uitdrukking, ‘omdat, in
vele ‘gevallen, door •de verhuurders ‘tijdelijke ‘huurre-

duetie werd ‘toegestaan ‘in verband met ‘langdurige
werkloosheid van ‘bewoners,die reeds lang ‘huurder
‘bij ‘den ‘desbetreffen’den ‘huiseigenaar zijn. Dat ‘het in
deze ‘gevkllen werkelijk een tijdelijke reductie betreft,
kan ‘hieririt afgeleid worden, ‘dat ‘i’n gevallen, waarin
de verkio’oz& huurder ondanks ‘de reductie in ‘de
huur, toch vertrokken is, “bij het weer verhuren vân
‘de woning een huur wordt ‘bedongen, ‘d’ie soms nog
hooger is dan ‘deze vôér de reductie was. –
De oorzaak van de stijging der huren, tot en met
aanvang 1935 is ogetwijfel’cl ‘het -zeer kleine over-,
schot aan woningen in ‘deze soort. In de lagere huur
;

groepen moet nog steeds een niet onbelangrijk tekort
aan behoorlijke woningen worden geconstateerd. De
vraag overtreft dus ‘het aanbod’ en -daarnaar riôhten

zich in ihaofdzaak de huurprijzen.

Huurv erand erin gen van nieume woningen.

Tot ‘de nieuwe arbeiders- en midden’stan’dswonin-

gen worden gerèken’d te ‘be’hooren de woningen ‘ge-
bouwd in ‘de jaren 1925 tfm. 1934. Onderstaan’d ljstj&

geef t een overzicht van ‘de huurveran’derintgen in deze
bei’de ‘groepen.

Arbeiderswoningen Middenstandswoningen
Gemiddelde De eerste Gemiddelde De eerste
jaarhuren verhur. ge- jaarhuren verhur.ge-
Tijdstip’pen

in guldens steld op 100 inguldens steld op lOO
Eerste verhuring

401.43

100

1080.52

100
1
November 1925

392.58

97.80

1003.01

92.83
1
Januari

1928

36429

90.75

971.21

89.88
1

1929

364.05

90.69

937.23

86.74
1

1930

364.12

90.71

921.66 ‘ 85.30
1

1931

36554

91.06

907.41

83.98
1

1932

j65.89

91.15

870.74

80.59
1

1933

355.01

88.44

834.93

77.27
1

1934

351.91

87.66

789.94

73.11
1

1935

349.16

86.98

784.42

69.26

– Het ‘blijkt, d’at de ‘huren ‘der ‘arbeiderswoningen
lang niet zoo sterk gedaald zijn als ‘de ‘huren der

mi’d’denstandswonin’gen. De oorzaak ‘hiervan is een
gaandeweg ‘groeien’de ove’rproduc’tie in ‘de ‘laa’tste’soort

woningen en ‘het feit,-‘d’at ‘deze huizen onmiddellijk na

‘de voltooiing tegen zeer hoo’ge ‘huren konden worden
verhuurd. De ‘daling ‘der ‘huren van middenstands-
woningen zet zich tot nu toe voort.

De huren ‘der nieuwe arbei’derswoningen s-ijn in
1928 vrij sterk ‘gedaald, van 97.8 op 90.6, ‘daarna

kwam een geringe stijging, ‘die in 1933 weder ver-

anderde in een ‘daling van ‘het algemeen ‘gemiddelde
en wel al’s gevolg van ‘de eenigs-zins toenemende pro-
ductie van ‘deze ‘soort woningen, welke nieuwe wo-

ningen ‘door modernere voorzieningen, aantrekkelijker

zijn dan de vroeger gebouwde. Het verschijnsel ‘doet
zich algemeen voor, ‘dat zoodra er in een Ibuurt ‘geiote
massa’s nieuwe woningen worden ‘gebouwd, de oudere,
welke aanvankelijk te’gen ihooge huren kon’den worden

verhuurd, leegkomen en ‘al’s gevolg rd’aarvun ‘in huur
dalen. –

De ‘huurdaling in ‘de nieuwe arbeiderswonin’gen be-
droeg gemiddeld, vergeleken ‘bij 1925 – de eerste verhuring -, circa 13 pOt.

De ‘daling in ‘de ‘groep nieuwe middenstands-wonin-
gen is steeds sneller gegaan ‘dan hij ‘de nieuwe arbei-
derswon’iken en na Januari 1928 ‘zelfs nog versneld

en wel als ‘gevolg van ‘de overproductie van midden-
stands-woningen in de ‘laatste jaren en de steeds ‘betere
outilleerin’g van ‘de laatste ‘gebouwde woningen.
Thans ‘bedraagt de daling 30.74 pOt. sedert de eerste
verhuring.
Bij
‘de beoordeelin’g van ‘de percentages
der ‘huurverlagingen van de nieuwe woningen, arbei-ders- en mi’ddensta’n’d’swoningen, mag niet over ‘het
hoofd ‘gezien worden, ‘dat ‘de huurprijzen, welke bij
‘de eerste verhuring kon’den worden ‘bedongen, in ver-
‘band met het toen nog
heershende
tekort aan wo-
ningen, veelal zeer ‘h’ooE waren, ‘kooger dan voor ‘het
verkrijgen van een
redelijke
winst gebaseerd op de
stichii’regskosten,
noodzakelijk zou zijn- geweest.

Conclusie.
Tot Januari 1935 ‘zijn -de v66roorlogsohe arbeiders-
woningen ni’et in ‘huurprijs gedaald. Eerder is de
huur ver’hoo’g’d. In de lagere ‘huurgroepen’ is een te-
kort aan behoorlijke woningen. De
huurprijs
regelt
zich uitsluitend naar vraag en aan’bo’d. Een huurda-
ling komt tot stand als gevolg van ‘het bouwen van
een ‘groot, aantal
‘behoorlijke
arbei’derswonin’gen, (in
de laagste huurklassen). Deze woningen moeten daar-
toe ‘gebouw’d worden in ‘groote complexen ‘in vershil-
-len’de stadsdeelen. Zon-der -dezen aanbouw zal het
jaren duren alvorens de huren zich aanpassen aan
‘de verlaagde inkomsten der ‘huurders. Deze aanpas-
sing is noodzakelijk v-oor -het behoud van een goede volks-huisvesting. Deze komt thans èrnstig in gevaar
d’oor ‘het -op peil blijven der huren naast ‘het -dalen ‘der
gezinsin’koms’ten. Deze gevaarlijke toestand duurt
ieeds ‘twee jaren. Het is ‘d’an echter noodzakelijk, dat,
zooa’ls reeds gezegd, ook de lasten verlaagd worden,
J.
M. C KOERT.

19 Juii 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN

531


BÜITENLANDSCHE MEDEWERKING.

STATISTIEK BETREFFENDE DE WERELOPRODUCTIE, HET WERELDVERBRUIK EN DEN WERELDIN- EN
.UITVOER VAN SUIKER.

Dr. Gustav Mikusch te Weenen zendt ons onder-

staande statistieken:

WERELDSUIKERPRODtJCTIE.
1913/

1932/ 1933/ 1934/’35

’14

’33

’34 Raming
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde.
Bietsuiker:
Europa:

Duitschiand ………..2.716

1.091

1.429

1.685

Tsjecho-Slowakije
634

517

635
Oostenrijk ………….1.680

165

170

223
Hongarije ………….
J

103

136

120
Frankrijk …………..

797

1.022

946

1.225
België……………..230

265

247

270

Nederland ………….231

240

290

243
Groot-Brittannië

4

373

523

694
Polen ………………-

417

342

447

Sovjet-Rusland ……..1.740

796

1.040

1.500

Denemarken ………….144

192

.

254

90

Zweden ……………137

.

235

305

272

Italië ………………330

319

300

340
Spanje …………….188

260

242

360

Joego-Slavië ………..6

85

74

63

Roemenië ………….37

53

145

107

Overig Europa ………17

170

247

284

Totaal Europa ………8.257

6.420

7.207

8.558
Amerika:
Ver. Staten, Canada, Ar-
gentiniëen Uruguay.

753

.1.435

1.719

1.249
Australië:

Victoria ……………1

6

6

6
Azië:
Japan, (Hokkaido), Korea,

Manchoerije en Iran
4

35

34

56

Totaal bietsuikerpro-

ductie……………9.015

7.896

8.966

9.869
Biet8uiker:
Europa:

Spanje …………….8

19

15

20
Amerika:
Louisiana, Texas en

Florida…………..283

240

233

230
Portorico en Maagden-
eilanden ………….

336

761

1.015

730

Hawaï …………….560

943

866

870

Cuba ……………..2.672

2.053

2.340

2.600
Britsch West-Indië en

Britsch Guyana ……251

482

463

400
Fransch West-Indië

81

96

89

95
Dom. Rep. en Haïtia)

107

390

414

400

• Mexico …………….161

190

209

280

Midden-Amerika ……..42

50

47

46

Per
u
b) …………….179

388

433

430

Argentiniëb) ………..278

348

316

342

Brazilië ……………203

950

969

1.000

Overig Zuid.Amerikaa)44

108

103

102

Totaal Amerika ……….197

6.999

7.497

7.525
Azië:

Britsch-Indië ……….2.678

4.174

4.300

4.300

Javaa) …………….1.528

2.760

1.504

(* 703

Japan …………….254

797

803

1.113

Philippijnen ………..233

1.152

1.434

630
Overig Azie …………

323

270

270

280

Totaal Azië …………5.016

9.153

8.311

7.026
Afrika:

Egypte…………….69

170

154

.130

Mauritius…………..272

251

265

183
Unie van Zuid-Afrika…

84

326

355

325

Overig Afrika ……….81

205

222

215
TotaalAfrika ………..

506

952

996

853
Australië:
Queensland en Nieuw

Zuid.Wa’les ……….270

541

678

655
Fidji ………. …….

94

139

118

114

Totaal Australië ……..364

680

796

769

Totaalrietsuikerproductie 11.091

17.803

17.615

16.193
Wereldsuikerproductie.. 20.106 25.699 26.581 26.062
) De productie 1935 zal wellicht 500.000 ton tel quel bdragen; a) Exel. de in huisindustrie of iii kleine molens
geproduceerde suiker; b) Suiker tel quel.

WERELDVERBRUIK VAN SUIKER.*)

1933/’34

1932/’33
Verbr. Verbr. Verbr. Verbr.
in p. hoofd in p. hoofd
1000 derbe- 1000 derbe-
metr. t. volking metr; i. volking
in kg

in kg
ruwsuikerwaarde
Europa:

.

Duitschiand …………
1.527
23.0
1.503
22.4
TsjechoS1owakije …….
401

.
24.6 .
399
24.8
Oostenrijk …………..
175
25.9
.1.72
25.5
Hongarije

…………..
93
10.5
88
10.0
Zwitserland………….
195
47.3
172
41.9
Frankrijk……………
1.045
24.6
1.060 25.1
België………………
229 27.7
226
27.5
Nederland …………..
305 36.9
333
40.8
Groot-Brittannië ……..
2.244
48.0

2.109
45.3
Polen ………………
324
9.8
315
9.7
Sovjet.Ruslandc) ……..
1.000e)
5.9
960)
5.8
Denemarken …………
204
56.1
.195
53.9
Zweden …………….
282
45.5
260
42.1
Italië

………………
325
7.7 319

7.6
Spanje ……………..
302

..
12.5
296
123

Overig Europac) ……….
827
.
9.9
776
9.4

Totaal Europa …………9.478

16.7

9183

16.3

Azië:

China en Hongkonga)b)
580
1.3
600
1.3
Britsch-Indië ………..
4.600a) 12.6
4.640

12.8
Japanb) …………….
970

10.1
950
10.0
Java……………….
353.
8.1d)
399
9.3c1)
Overig Azië b)

………..
529a)
.5.9
531
6.6

Totaal Azië ………….
7.032

6.8
7.120
6.9

Afrika:
-.

“Egypte ……………..
127 8.1 113

7.3
Unie van Zuid-Afrika ….
181
21.4
169

20.4
Mauritius

…………..
11
26.8

11

27.0
Overig Afrikab) ………
400a)
3.0
401
3.1

Totaal Afrika ………..719

4.6

694

4.5

Amerika:

Vereenigde Staten …….5.715

45:1

5.899
.

46.9
Hawaï ……………..

20

48.8

. 22

55.0
Portorico en Maagden- .

eilanden…………..54

32.8

53

32.6

Cubab) ……………..152

37.1

152

7.7

Canadab) …………..451

42.4

419

39.8

New-Foundiand ……..10

35.7

• . 9

32.5
Britsch West-Indië en
Britsch Guyanab)

4.

20.5

45
.

19.4
Fransch West-Indiëfl)

5

9.9

5

9.9
Dominikaansche Republiek
en Hajtjb) ………

34 . – 8.4

,

28

7.1

.Mexico ……………..233 . – .13.5

211

12.4
•.MiddenJ.’erikaa) ……

47 .

6.9

45

6.7
Argentinië e)

342

28.3
.
357

30.1
Braziliëa) …………….

925.

20.9

925

21.3
Perue): ………………

66

10.4

63

10.0
Overig Zuid.Amerikab)…

247a)

9.5 .

244

. 9.6

Totaal Amerika ………8.349

31.7

8.477

32.6

Australië:

Vasteland …………..
343
51.5
339
51.3
Eilandenb)

………….
77
21.6.
80
23.1

.Totaal Australië ………
420
41.1
419
41.6
Wereld ……………..
25.998
12.8
25.893
12.9

) Excl. de donkere suiker van de primitieve molens
in Azië en Amerika. a) Geraamd.
b)
Kalenderjaren 1934,
1933. c)
mcl.
het Aziatisch gebied van Sovjet-Rusland en
Turkije.
cl)
Het werkelijke verbruik per hoofd der be-
vMking op Java is geringer, omdat in liet bovenver-
vermelde verbruik ook de hoeveelheid suiker (ongeveer
80.000 ton) is begrepen, welke in Ned. Oost-Indië buiten
Java wordt verbruikt.
e)
Tel quel; kalenderjaren 1933,
1932.

532

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19
Juni j.935

WERELDIN- EN -IJITVOER.VAN SUIKER.

Invoer

Uitvoer
1933/ 1932/ 1933/ 19321t
’34

’33

’34

’33
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde

Europa:
Duitschiand ………..
17
21 5 14

Tsjecho-Slowakije


166
280

Oostenrijk ………….
4
19


Hongarije ………..


53
5
Zwitserland…………
188 166
2

Frankrijk…………..
425
402 298 302:

België……………..
114
121
132
139

Nederland ………….
96
125
77
35n

Groot-Brittannië …….
2.099 2.179
407 380
Polen ……………..


93
108,

SovjetRns1andC) …….

13
8
49
61

Denemarken ………..
1
9 16
1

Zweden ……………
11
35

Italië

……………..
6 5
8 8
Overig Europac) ……..
472b) 451b)
25
15

Totaal Europa ………3.446

3.541

1.331 1.349

Azië:

China
en Hungkong …..

360
0
)b) 380a)b)

Britsch-Indië ……….330

456

40)

42
Japanb) ……………117

150

167

183

Java………………

-.
1.170

1.405

Philippijnen ………..

1.369

1.096

Overig A
z
iëb) ………..418)

431

17)

19)

Totaal Azië …………1.225

1.417

2.763

2.745
Afrika:
Egypte…………….
1
.
J.

.

53 30

Unie
van
Zuid

Afrika
1
1

.

173

..
163

Mauritius…………..

. .-.,

255û)
241

Overig Afrikab) ………

373)
370

182)
182

TotaalAfrika ……….
375
372

663
616

Amerika:
Vereenigde Staten, Hawal,

11
Portorico en Maagden-

eilanden………….2.535

2.887

64

38

Cuba …………….

2.529b) 2.47gb)

Canada en New Found-
land’) ……………

401

368

5

9

Britsch West-Indië en
Britsch Guyanab)

3

3

423

427

Fransch West-Indië)

80

91

Dominikansohe Repu-
bliek en Haitib) ……


372a) 317

Mexico …………….

90

Midden-Amerika

1

1

5)

5

Argentiniëd) ………..

1

3

1

Brazilië ……………

24b)

25b)

Perud) …………….

367

325

Overig
Z
u
id.Amerikab)
164)

l60)

28

31a)

Totaal Amerika ……..3.104. 3.420

3.900

3.836

Australië:

t
.Vastelandb) …………


7~
314)

271

Eilanden)) …………73

76

119

121

Totaal Austra]ië ……..73


76

433

392

Wereld ………….. .. 8.223

8.826

9.090

8
:
9
38

a) Geraamd;
b)
Kalenderjaren 1934; 1933;
C)
‘mcl. het Azia-
tisch gebied van Sôvjet-Rus]and en Turkije;
d)
Suiker tel

quel; Kalenderjaren 1933,1932.

DE TRAANPRODUCTIE EN DE VETMARKT.

• De heer E. Stargardt schrijft ons:’
Het vraagstuk van de trasnvoorzieriin’g en de be-

sehernainig van de walvisschen stond den laatsten
tijd

weder in sterker mate in he.t middelpunt der belang-,
stelling. Ten einde de ‘beteekenis van ‘de traan voör
de vetvoorzi’enirtg van ‘de wereld in thaar ‘heel te
kunnen beoordeelen, is het noodig, ‘deze niet afzon-
derlij’k, dodh in veiband met de jongste ontwikkeling, van de geheele olie- en vetindustrie te ‘besdhouwe,n.
1-her heeft -zich in ‘den ‘loop van ‘de vorige eeuw een’
volkomen wijziging voltrokken.. De vroegere over-
vl’oed, welke er tot ongeveer midden 1934 was en een

al’geheeie ‘ontred’derinig van de markten tengevolge

.iad, veranderde ‘door ‘de catastrophale veevoederoog-

sten in Noord-Ameri’k a’in een gevoelige schaarschte,
waardoor ‘de ‘Tereenigde Staten van uitvoerl’and van
dierlijke vetten, ‘invoerland op ‘groote ‘schaal ver-

‘den. Daarbij moest. in aansluiting op de onophou’de-

lijk gevoerde hewapeningsdbatten wel een igrootere Ihelaoigstelling voor iedere soort vet ontstaan, waar

‘dit, al’s ‘bron voor ‘glycerine, een belangrijke grondstof

voor de fa!bricatie’ van springstof vormt. De gemelde overgang van overvloed naar sc’haarsh-

te ‘had in een verwonderlijk snel ‘tempo plaats. Het

‘gebruikelijke Noor’d-Aanerikaanscbe aanbod van talk
was nauwelijks van de markten ‘verdwennn, of N.-Ame-

rikaansche opko’opers verschenen ieeds in ‘alle produc.

tielan’den ‘der ‘wereld en trachtten daar iii het verkrijg-

bare materiaal ‘tot zich te trekken. Dat deze activi-

teit vooral in
La
Plata en Australië niet zonder groote
prijssohommelingen kon plaats ‘hebben,. ‘spreekt van-

zelf. Daarbij sdhijnt deze beweging ook ‘hans nog
geenszins te zijn geëindigd. De toestand wordt vooi’ts

zeer s’terk geekarakteriseerd ‘door ‘het feit, ‘dat zelfs in
Europeesche haven’s opgeslagen, ingevoerde goederen
in ‘groote hoeveelheden en tegen h’ooge prijzen naar
Noord-Amerika konden worden verkocht. Ook de nog

steeds stijgende vet-noteeringen aan de •beurs te Chi-

cago worden ‘door dezelfde oorzaken gemotiveerd. Al ‘deze ‘gebeurtenissen hebben evenwel op ‘de Euro-
peesche markten ‘minder ‘invloed uitgeoefend, ‘dan

aan de ‘overzijde van ‘den Atlantisohen ‘Oceaan. In ons
werel’d’deel wordt ‘de gang van zaken vrij ‘kalm opge-

nomen. Al heeft ‘de prijsvorming zich niet aan ‘den

uit Amerika ontvangen stimulans kunnen onttrek-
ken, toch kan van een aan’diang van de koopers of

een zenuwachtige stemming in de oude wereld niet
worden ‘gesproken. De uitgebreide maatregelen van
belangrijke consumptieian’denmet ‘betrekking tot.hun
wnibe’hoefte om hierin op ‘grootere schaal dan tot dus-

verre door eigen productie te iorzien, zijn hierbij

klaarblijkelijk van groote heteekenis.
Wel
‘heeft tijde-

lijk ‘h’et gelijktijdig voorkomen van A’merikiiansc)he en
Japansche talkaankoopen, vooral in Austra’l’ië, de

prijzen in sterke mate ‘doen stijgen.

De olie- en vetverwerken’de industrieën verkeeren
in ‘de ‘gunstige positie, de noodige grondstoffen ge-makkelijk te kunnen vervangen. Wanneer een mate-

ri’aal, waaraan ‘tot dusverre de vo’orkedr ved gege-
ven, te ‘duur is geworden, kan men zon’der groote
moeilijkheden een ander, nauwelijks minder geschikt

product vinden en op deze wijze ook run’dertalk of
plantaardige oliën door wa’lvi sc’htraan bv. vervangen.

Onder ‘de ‘geschetste omsta’n’di’Sheden moest ‘deze dus
weder aan beteeken’i s voor de werel’dve;tvoorzi enin’g

winnen.
Helaas ontwikkelde ‘deze toestëhd rih in een tijd,
waarin ‘de traanpro’ductie ‘door een ‘iwaré biisis werd

bedreigd, een crisis evenwel, welke niet economisch,
d’odh biologisch van aard is. Zooals men weet, heb-
ben de jachteexpeclities, nadat de gemakkelijker te be reiken ‘terreinen van ‘de Noordelj’le ijszeeën. practisch
waren uitgeput, ‘hun werkzaam’hei’d. sinds on’geveer
tien jaren, in hoofdzaak ‘naar ‘de Zuidelijke Pool-
zeeën moeten verleggen. Doôh ook ‘daar is klaaiblij-
kelijk zonder pardon op den, aanvankelijk ‘onuitputte-

lijk gedachten, dieren’stand ‘gejaagd. Thans schijnt in
alle goed ‘georiënteerde kringen hieromtrent eenstem-
m’i’ghei’d te heersdhen, ‘dat het’ aantal walvisscheu ook

in ‘de Zuidelijke ijszee sterk adhteruitgaat.
Nadat eerst wölogen om i’deëele redenen tegen de
mogelijkheid van een algcheele u’itroeiin’g van de
grootste zoogdieren ter aarde waarschuwden, begon-
nen spoedig ook ‘de betrokken kringen van ‘het ‘be-
•drijfsleven zich uit practisdhe overwegingen met
het

vraagstuk bezig te houden. Zij hebben niet alleen een
uitsterven te vreezen, want ook een met zekrhei’d te
verwachten vermi’derin’g zou ,00r ‘de bedrijven reeds
een groot gevaar beteekenen. Het is dui’de1jk ‘dat de
kostbaar uitgeruste expedities een nauwkeurig ‘be-

rekende minimuiproductie moeten opleveren, wil

19 Juni 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

533

‘het geheele bedrijf commercieel rendabel blijven.

Het is te begrijpen, ‘dat tussc’hen de bij de vangst
direct betrokken staten, waartoe in de eerste plaats

Noorwegen en Engeland ‘heb ooren, besprekingen ver-

den geopend, welke een inkrimping van de jaehthe-
drijvigheid ‘ten -doel hadden. Deze onderhandelingen

waren reeds vrij ver gevorderd, toen bleek, dat ook

in andere landen plannen zijn opgekomen om zich
in de toekomst aan de walvisc’hvangst te wijden. In

de eerste plaats werd Duitsebland genoemd. Dat dit
land er veel belang bij heeft, zijn eigen vetproduc’tie,

welke ondanks alle pogingen nog steeds lang niet
voldoende is, uit te breiden, is bekend.

J-Iieibij is echter nog een tweede factor gekomen.

Een Zweedsohe bank wil haar in Duitsdhland bevro-
ren credieten mohiliseeren. Volgens opgemaakte plan-
nen zullen deze kapitalen voor den bouw en uitrus-ting van een vloot voor de walvischvangst op Duit-

sche werven dienen, welke dan natuurlijk zoo spoedig

mogelijk in bedrijf moet worden gesteld. Deze plannen
hchben buiten ‘de Duitsebe grenzen gxoot opzien ge-
baard. Het karakter van •de uit de ontstane ontstem-
ming voortgekomen discussies was ten deele zeer
p0-

lemisch. Geheel beslist is het project evenwel nog
niet. Dat de onderhandelingen inzake inkrimping

van de vangsten op •deze wijze op zijn minst een ster-
ke vertraging zullen ondervinden, spreekt vanzelf.
Voorts heette het onlangs, dat ook Japan een eigen
vloot voor de vangst wil bouwen. Men zal aan der-
gelijke mededeelingen resp. geruchten des te eerder
geloof hedhten, ‘doordat dergelijke plannen ‘geheel in
de lijn van ‘de economische politiek van Japan lig-

‘gen. Deze ‘heeft een uitbreiding van de grondstoffen-
basis van het ‘land op elk ‘gebied ten ‘doel. Dat de vet-
productie van Japan ondanks ‘den geforceerden ver-
bouw ‘van soyab’onen nog veel te klein is, bewijzen
reeds ‘de ‘genoemde aanko’open van talk in Australië.
Door, de sterk uitgchreide zeepindustrie van het
e’ilan’denrijk ‘is ‘de behoefte in ‘de laatste jaren klaar-
blijkelijk ‘sterk ‘gestegen. Daarbij komt ongetwijfeld
ook ‘het ‘streven oni ten aanzien van alle hewapenin-
gen absoluut gedekt te zijn.
Terwijl men ‘dus met een grooter aantal ‘belang-
hehhen’den voor ‘de walvi’schvangst rekening moet

houden, blijken tegelijkertijd
‘de
natuurlijke
gevolgen
van ‘den reeds t’ot ‘dusverre uitgeoefend’en ,,roofbouw”
met schrikbarende duidelijkheid. Volgens een kort-
geleden ‘in de Nieuwe Rotterdamsche Courant gepu-
bliceerde mededeelin’g uit Stockholm had een pas
teruggekeerde expeditie een tra’anoogst verkregen,
welke ongeveer 50 pOt. kleiner was ‘dan in het vorige
jaar, hoewel ‘het aantal van ‘de hiervoor gedoode wal-
vissehen ongeveer 10 pOt. grooter was. Deze cijfers
moeten alarmeeren-d werken. Zij tonnen aan, dat ‘de
vangst tot nog ongeschikte, vermoedelijk niet volwas-
sen ‘di’eren moest worden uitgebreid, teneinde ‘de kos-
ten van de expe’ditie ‘goed te maken.
Hier ‘zou het ‘dus ‘de vorm van een ‘ondoelma’ti’ge
hedrijfswijze ‘betreffen, welke men in de veeteelt als
massa-afsiachting van nog niet vetgerneste ‘dieren pleegt aan te duiden. Iets dergelijks ‘heeft ook ver-
leden jaar in aansluiting ‘op den slechten oogst van
veevoeder i:n ‘de Ver. Staten plaats gehad, en juist
deze heeft ‘daar in ‘haar natuurlijke verdere ontwik-
keling het huidig gebrek aan vet veroorzaakt. Om-
dat gelijke oorzaken hij ‘de walvisehvan’gst ook de-.
zelfde gevolgen moeten hdhben, is men
bijna
geneigd
‘hier van een circu’lus ‘vitiosus te spreken.
De ongerustheid van ‘de betrokken :bedrjfskringen
is ‘dus volkomen gerechtvaardigd. Niettemin loopen
‘de ‘hui’dige -belangen van ‘de ‘betrokken groepen sterk
uiteen. Ook op ‘de jongste algemeene vergadering
van ‘de Unilever Lcd. te Londen kwam dit vraagstuk
ter sprake en werd sympathie betuigd niet alle po-
gingen, welke zich tegen ‘de gevreesde uitroeiing van
de walvisschen richten.

AANTEEKENINGEN.

Het vraagstuk van de oprichting van Economisch-

Technologische Instituten in Nederland.

In verband met een onderzoek naar de mogelijk

hei’d van ‘de oprichting van een Economisch-Techno-

logisch Instituut in Noord-Holland, hebben Gedepu-
‘teer-de Staten van deze provincie ziCh ‘tot ‘de in

Noord-Holland gevestigde Kamers van Koophandel

en Fabrieken gewend -om advies ‘in deze aangelegen-
(heid. De gezamenlijke Kamers hebben ‘daarop aan Ge-

‘deputeerde Staten een exposé ‘gezonden, ‘dat in rui-

meren kring de ‘belangstelling verdient.
1
)
II-oewel natuurlijk niet verwacht mag worden, -dat
over een ‘onderwerp als het onderhavige -al’geheele

eenstemmigheid zou ‘bestaan, wordt er in ‘dit adres

-op ‘gewezen, ‘da-t er in -de Kamers in zoover-re geen verschil van sneen’in’g ‘bestond, ‘dat het onbreken van
-een Economisch-Technologisch Instituu-t ‘geenszins

wordt gevoeld al-s een gemis, noch aan het tot stand

komen van een zoodanige instelling overwegende he-
teekenis voor ‘de in’dustrieele ontwikkeling van -ons

gewest wordt toegekend -of belangrijke resultaten
‘daarvan worden verwadh-t. De gezamenlijke Kamers

zijn wel ten volle -overtuigd van de wenschelijkheid
om te -bevorderen, ‘dat de in ‘ons land sluimerende
economisChe krachten ten ‘volle en zoo ‘doelmatig mo-

gelijk worden gebruikt. Doch deze overtuiging impli-
ceert niet, ‘dat het oprichten van een ‘provinciaal
Economisch-Technologisch Instituut ‘daarvoor n’oodi’g
-of ‘het bij uitstek aangewezen middel is om ‘deze doel-
ein’den te verwezen’lijken, ‘dan wel ‘dat ‘door ‘deze c-p-
richting mogelijkheden worden gesChapen, welke in

een’igszins belangrijke mate uitgaan ‘boven ‘hetgeen
reeds thans aanwezig ‘is.

De Kamers sluiten geenszins uit, ‘dat voor het ves-
tigen of uitbreiden van in’dustrie voorlichting nut
kan afwerpen. Maar de waarde van deze voorlichting
zal nooit meer dan een zeer betrekkelijke kunnen zijn.

– De Kamers achten -het niet ‘aannemelijk, ‘dat -een
‘beslissing over ‘het ad ‘dan niet ter hand nemen van
een -onderneming eerder of beter -op meer of minder
wetenschappelijke -overwegingen kan worden genomen

dan op grond van de persoonlijke eigenschappen van
‘de verantwoordelijke leiders. Immers, ‘het zijn niet
u’itslui-ten-d technische en economische vraagstukken,
-welke ‘hij de vestiging of uitbreiding van industrieën een rol spelen. En zij achten ‘het ‘dan -ook aan ernsti-

gen twijfel onderhevig, of een Economisdh-Techno-
-logisch Insti-tuut kan aanvullen, hetgeen eventueel
aan kennis, ‘doorzettingsvermogen en organisatorisch
‘inzicht van de le-iders ‘der te stichten bedrijven mocht
ontbreken.
Wat ‘de uitbreiding van bestaande industrieën be-
treft, achten zij het wel-haast ‘ondenkbaar, ‘dat een
voorlichtinigsinstituut ‘op ‘di-t ge

bied mogelijkheden-zou ontdekken, welke aan ‘de aandacht van ‘de betrok-
ken ondernemer-s zelve -ontgaan.
Het is waarlijk niet een geringe taak om met
eenige zekerheid vast te stellen, of een bedrijf al dan
‘niet levensva.tbaxsr zal zijn,
waarbij zich naast’de vraag,
of productie van eenig goed mogelijk ‘is, tevens -die,
‘of

het ‘geproduceerde een lo’onen’den afzet kan vinden,
voordoet.

De Kamers beseffen, dat het in belangrijke mate
van -den opzet en van de -leidende personen van het
Instituut zal afhangen, in hoeverre ‘de ‘hier ‘gesdhetste
– -overwegingen al ‘dan niet werkelijkheid zullen wor-
‘den. Maar wel meenen zij ‘hieruit te mogen conclu-
‘deeren, dat reeds in den aard van het Instituut fac-
‘toren zijn gelegen, welke tot een zekere scepsis ten
aanzien van de ‘mogelijkheden ‘daarvan nopen.
Dit springt nog meer in ‘het -oog, wanneer men let ‘op ‘het groote ‘differentiatie en ingewikkeldheid van
het economische,
in
‘het bijzonder van het in-dustri-

1)
Het betreft hier de Kamers van Koophandel en Pa-
-brieken gevestigd te Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Hil-versum, Hoorn en Zaandam.

534

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Juni 1935

eele leven.
Deze maken, het voor een beperkten staf

van op zichzelf op eigen gebied zeer deskundige per
sonen naar haar meening volstrekt onmogelijk
(
om
steeds met kennis van zaken de zoozeer uiteen,loopen-

de problemen te overzien, welke bij de oprichting van

nieuwe of uitbreiding van bestaande bedrijven van

allerlei en onderling zeer verschillencien aard rijzen
en omtrent welke het advies van het Instituut zou
worde gevraagd.

Als regel zal -dus, evenals thans, een ‘beroep ‘moeten

worden ‘gedaan op voo.r ‘den ‘betrokken ‘bedrijfstak ook
thans aanwezige ‘hijzon’derlijk ‘deskundige personen

buiten het Instituut. Maar dat zulks zonder het :be
staan van het Instituut niet zou kunnen geschieden
en ‘door de aanwezigheid van een ‘dergelijke instelling
in belangrijke mate zou worden vergemakkelijkt, ver-

mogen de gezamenlijke Kamers niet in te rien.
De ‘h’ier ‘geschetste moeilijkheden ‘om met volledige

kennis van zaken voorlichting en leiding te geven

zeilen zidh ‘het minst’d•oen gevoelen, wanneer ‘het be:

treft, vestiging of uitbreiding van bedrijven door
kleine nij’veren, ‘het overgaan van agrarisch op indus-
-trieel ‘bedrijf, ed. Door in de behoefte aan voorl’ich-

tirig van ‘de betrokkenen op ‘dit gebied te voorzien,

kah wellicht een Economisch-Technologisch Insti-
tuut nuttig werkzaam zijn, althans indien moet
wor-
den aangenomen, ‘dat hetgeen reeds thans aan moge-

lijkheden om voorlichting te verkrijigen voochanden
‘is, onvoldoende geacht moet worden.

Wat ‘betreft ‘de plaats, waar een industrie in ‘het
bijzonder m’oet worden of
Ibepa’afljclelijk
n’iet mag wor-
den ‘gevestigd, zou ‘het instituut van voorlichting
moeten dienen. De Kamers vestigen er de aandacht

op, ‘dat de ‘beteekenis van de vestigingsplaats wordt
overschat, omdat •de feiten erop wijzen, dat de ver-
schillende industrieën zijn ‘gevestigd en goed ge-
slaagd op plaatsen, welke bij ‘heoordeel’ing en advies

vooraf niet als daartoe meest aangewezen zouden zijn
aangemerkt. Boven’dien ‘bewijst juist de huidige ont-

wikkeling van het verkeer in zijn nieuwe vormen ‘de
betrekkelijkheid van ‘de plaats als factor voor de ves-
tiging van in’dustrieele bedrijven. Verder is ons land

arm -aan delfstoffen, zoodat slechts bij -uitzondering

‘de wensohelij’khei’d van ‘onmiddellijke nabijheid daar-
• van op ‘de plaats van vestiging invloed kan uitoefe-

nen. De Kamers wijzen er verder op,. ‘dat. v,an ‘dit
standpunt bezien Limburg misschien een eeni’gszins
andere positie inneemt dan de rest van Nedrl’an’d,
hetgeen ,’ih echter practisch IbepaWlt tot ‘het punt
‘der ‘goedkoope ‘drijfkradht, zoodat ‘het feit, ‘dat ‘daar
een Economisch-Technologisch Instituut tot stand is

gekomen, op zichzelf niet voldoende motief i’s voor
navolging in andere pr’ovinciën. Ook ‘is in •de pro-

vincie Linibrg ‘de onvoldoende werkgelegen:heid.
voor vrouwelijke arbeidskrachten meer geaccentueerd
‘dan elders.
Hoewel wij ‘ons met ‘het bovenstaande zeer wei
kunnen vereenigen, heb-ben wij nochtans eeni’ge be-
mvaren tegen ‘de hebandeling van ‘het vraagstuk in-.
zake verdere -in’dus-tria’lisatie van ons land. In de
eers’te plaats wijzen de Kamers erop, ‘dat noch aan-
wez’i’g’heid van voor, industrie geschikte ‘grond- en
hulpstoffen, noch een tot concurreeren met

het bui-
tenland in staat stellend l’oonpeil ons land voor in-
dustrievestigii,g ‘aantrekkelijk maken; ‘het eerste is nooit te verhelpen, aan het tweede lijdt ons land. al

z-eer geruiinen tijd.
T-al van industrieën ‘hebben than-s -met ernstige

moeilijkheden te kampen. Wanneer nieuwe bedrijven
ontstaan, ‘al dan niet van overheidswege in ‘de ‘hand
gewerkt, is de kans -zeker niet denkbeeld-g, ‘dat zij
aan reed-s bestaande edbreuk zullen ‘doen, -zulks te
meer, ‘daar -deze nieuwe bedrijven, vooral wanneer het’
kleine en middelmatige ondernemingen ‘betreft, op
de •hinnen’lan’dsche markt afzet -zullen moeten vinden,
terwijl de van ou’ds’her ‘bestan’de exportbedrijven
zich, ‘door -d-e ‘omstandigheden genoopt, reeds -eieer
‘dan vroeger op ‘het binnenland hebben moeten richten.

Daarnaast vesti’gen ‘de Kamers nog de aandacht op

een andere zijde van voortschrijdende in’dustri’alisatie.
Voor tal van, in ‘het bijzonder agrarische produc-ten, is -ons land van uitvoer afhankelijk. En ‘de uit-

voer’mogelijlrheden worden voor een belangrijk deel

mede bepaald ‘door ‘den omvang van on’zen ‘invoer.
Moge ‘deze waarheid vroeger wel een-s minder duide-

lijk aan -het licht zijn getreden, -de tegenwoordi’ge

reg’lementeerin’g van ‘het internationale handels- en
betalingsverkeer ‘heeft ‘dit verband tussdhen ‘in- en
uitvoer ‘duidelijk tot uitdrukking gebracht.

In-dien door v-oortgaande in’dustri’alisatie onze ‘be-
hoef te aan bui-ten-landsche ‘goederen en ‘daarmede onze

invoer kleiner mochten worden, en ‘de nieuwe bedrij-

ven zich wellicht -daarenboven op export willen toe-
leggen, moet men er zich wel rekenschap van geven, dat de u’itvoerinogelijk’heden -voor de gezamenlijke

takken van bedrijf nog sterker in ‘het ‘gedrariig zullen

kunnen komen dan thans reeds ‘het geval is.

Het komt ons voor, ‘dat -de Kamers hier de gunstige gevolgen van -een
gezonde
industriaiisa’tie van ons
land niet ten volle erkennen. In-dustria-lisatie van ons
land op econ-omischen ‘grondslag -beteekent ‘geenszins,

dat de uitvoer van ons ‘land hieronder zou moeten
lij’den. Het ‘in’dustri’a-lisatievraagstuk -moet niet sta-

t-i’sdh, maar dynamisch w’orde•n beschouwd. Voort-schrijdende in’dustrialisatie zal ongetwijfeld de koop-

kracht van ons ‘1-and ‘doen toenemen en ‘daarmede
tevens vraag ‘doen ontstaan n-aar -allerlei buiten-
lan’dsdhe producten, -die wij in staat zuilen zijn te
koopen. Van t-weeërlei kant zal dus de invoer -wor-

den ‘bevorderd; eenerzij’ds door een toenemende vraag
naar ‘gron’dstoffen, anderzijds. ‘door een stijigen-de

vraag naar -hui’ten’lan-dsche fa’brikaten. Gaat men

namelijk ‘den invloed ‘van ‘de -in’dustri’al’isatie •in
Duitsohlan’d na, ‘dan blijkt duidelijk, ‘dat niet alleen
de u’itvoer maar ook ‘de invoer sterk tis toegenomen.

1-let wekt ‘den indruk, alsof in het adres te veel met

de crisi.somst-andig:heden rekening wordt gehouden.
De Kamers ‘hebben evenwel met bovengenoemde uiteenzetting niet te kennen willen ‘geven, d’at na-ar

‘haar inzien verdere in-du-strial-i-satie -achterwege ‘dient
te blijven. De noodzaak voor onze werklooien en het ‘hevolkin-gsaccres ‘de mogelijkheid te -openen in het
pro’duc’tieproces te worden opgenomen, vind-t ook bij

‘de Kamers vo-l’ledi’ge erkenning. Met het ibovenstaan-
‘de ‘hebben -de Kamers er slechts -op willen wijzén,
•dat industrialisatie niet -geheel nou’cler sch-a’duwzijden
is. En indien de aanwezigheid v-an een Econorn’ish-
Technologisch Instituut een kunstmatige of al te zeer
van overheidswege gesti-muleer-de uitbreiding van

onze nijverheid in ‘de ‘hand zu werken, zouden be-
doelde gevaren worden vergroot.
De Kamers ontkennen niet, ‘dat ‘de ingewikkeldheid
van ‘de ‘tegenwoord’i’ge economisdhe structuur, ‘de
moeilijkheid ‘om -alle. ‘terzake ‘dienen’de factoren in
binnen- en buiten-land te overzien, het wensohelijk
maken, ‘dat d-es’gewensch-t voorlichting op industrieel
gebied kan worden verkregen ‘d-oor ‘hen, die -tot ves-
tiging, ‘dan wei uitbreiding van een bedrijf willen
overgaan.
Naar haar meening bestaat echter ‘thans reeds op
uitgebreide schaal -die mogelijkheid. Naar veibetering

van de -out-iNa-ge van -ons land op ‘dit punt, ‘hetzij
‘door uitbreiding, hetzij- door ‘het leggen van meer
ver;hand tussehen ‘hetgeen nu verspreid -is en in rui-
meren kring ‘bekend maken van ‘de mogelijkheid, op
velerlei gebied voorlichting te erlanigen, kan -zeker

worden gestreefd. .
Z-eei
terecht wijzen de Kamers hier op de w

eu-
-schelijkiheid om tot coördinatie van ‘de verspreid -lig-
gen-de -gegeven-s te komen. Dit punt heeft op het
ocgenblik al ‘d

e aandacht van ‘de ‘hier te lande ge-

vestigde economische en econ-om’i-sdh-t-echno’lo-gi-sche –
instituten.
De gezamenlijke Kamers komen dan ook tot de
conclusie, da-t ‘het oprichten van een Economisch-
Technologisch Instituut in Noord-Hol

land geensz-ins

19 runi 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

535

zal zijn het voorzien in een gevoelde behoefte en dat

aan een dergelijk instituut geen overwegende beteeke-

nis uit een oogpunt van industrieele ontwikkeling
kan worden -toegekend. In ieder geval achten zij het

principieel onjuist om deze zaak provinciaal ter hand
te nemen, aoodat, indien het College van Gedeputeer-

‘de Staten zinh voor de oprichting blijft interesseeren,

beproefd moet worden om in dezen tot centraqisatie
te komen, hetzij doordat ‘de Regeering een centraal

instituut in het leven roept, hetzij de provincies ge-

zamenlijk zulks ‘doen.
Het groote bezwaar van provinciale instituten, nl.

dat zij sledhts bij uitzondering over de in concrete

gevallen vereischte speciale kennis zullen beschik-

ken, zal dus ‘bij een centraal instituut belangrijk ge-
ri nger zijn. De wellidht, doch geenszins noodzakelijker-
wijs, grootere ‘bekendheid met plaatselijke toestanden
kan daartegen haar inziens niet opwegen.
V.

Staatsbemoeiing met het bankwezen in Duitsch-land en in de Vereenigde Staten.

Centralisatie van de credietpolitielc. Verstericing van

den invloed van den staat.

lIet vergelijkend onderzoek tussehen het Amen-

kaansche en het Duitsche bankwezen, dat wij in het
vorig nummer hebben gepubliceerd, heeft enkele ver-
schillen tusschen beide bankstelsels aan het licht ge-
bracht, die een uitvloeisel zijn van de structuur van
het crediet- en bankwezen in genoemde landen. Op
een fundamenteel belangrijk punt bestaat echter, al-

dus Dr. V. Wrede in ,,Die Bank” van 8 Mei jl. vol-
ledige overeenstemming in de doelstelling: ni. het
toekennen van een grooten invloed op de geheele ere-
dietpolitiek aan een centrale instantie onder leiding
van de circulatiebank, met medewerking van ‘den Staat.
In beide landen werd algemeene staatsbemoeienis
met de banken, ondanks sterke hierop gerichte ten-
denzen, van de hand gewezen. In de Ver. Staten ver-
den de bevoegdheden van den Federal Reserve Board
sterk uitgebreid,
terwijl
in Duitschland een streng
toezicht op de banken onder leiding van de Rijks-
bank werd ingesteld. De bevoegdheden van den Fe-
deral Reserve Board, welke ten deele reeds werden
geschetst, en waarvan hier wellicht inzonderheid nog
het recht tot vaststelling van de rente voor termijn-
deposito’s en tot een centraal toezicht op de trans-

acties van de Reservebanken op de open markt dienen
te worden vermeld, zijn zoowel in de bankwet als in
de beurswet vastgelegd; de laatste benoemde tegelj-

keitijd als staatsorgaan voor het toezicht op de beur-
zen een commissie, welke laterook met de uitvoering
van de vet op de openbare emissies werd belast. Niet-
temin kreeg de Federal Reserve Board lang niet zoo-
veel volmachten als de Duitsche commissie van toe-
zicht; de Amerikaansche bankwet heeft reeds veel
details geregeld en kan zich daarom niet zoo gemak-

kelijk aanpassen als de Duitsche. De Securities Ex-
öhange Act daarentegen, werkte met volmachten,
speciaal voor de beurscommissie.
1-let nieuwe Amerikaanso’he wetsontwerp, dat thans
in behandeling is, zal den directen invloed van den
Staat op den Board en den invloed van ‘den Board op
de Reservebanken nog versterken. Door de beperking
van de depositoverzekering tot de member bauks heeft

de Banking Act van 1933 voorts reeds getracht alle
banken geleidelijk onder invloed van het Reserve
Stelsel te brengen, terwijl in Duitschland de contrôle
van ‘de commissie van toezicht (Aufsichtsamt) en van den Rijkscommissanis zich direct heeft uitge-

strekt tot de instellingen, welke tot dusverre aan een
speciaal toezicht van de landen waren onderworpen.
De omvang van deze contrôle
blijkt
het beste uit
de. algemeene bepalingen van § 32 van de credietwet,
volgens welke de commissie van toezicht ,,voor het in
acht nemen van algemeen-economische beginselen in
de algemeene crediet- en bankpolitiek en voor het uit

den weg ruimen van voorkomende gebreken in het

eredietwezeii heeft te zorgen” (al. 1), en beginselen
voor de leiding van de credietinstellingen kan vast-
stellen (al. 3). Ook het recht van den Rijkscommissa-

ns, om het voortbestaan van het bedrijf van een ere-
dietinstelling ingeval van schending van belangrijke

algemeene belangen te verbieden (§ 6 al. le), ven-

die.n’t in ‘dit verband speciaal te worden vermeld. De

Amerikaansdhe wet kent daarentegen niet ‘de instel-
ling van het concessiestelsel en de daaruit voort-
spruitende contrôlebevoegdheid.

Zoowel de hervorming van het Amenikaansche als

van het Duitsche bankwezen brengt een sterke uit-

breiding van het recht tot inzage van de circulatie-

bank resp. van de met het toezicht belaste organisa-

ties, omdat dit voor de doorvoering van een centrale
credietpolitiek onvermijdelijk is. in de Ver. Staten
waren de Nationale banken reeds
altijd
aan een zeer
diepgaand onderzoek ‘door den Oomptroller of the Our-

rency onderworpen en de Reserve banken moesten

zich reeds na de Federal Reserve Act van 1913 van
de aanwending van de aan de member banks ver-

leende credieten op de hoogte stellen. De bankwet van

1933 tracht, zooals reeds opgemerkt, den kring van de

onder contrôle van de Reservebanken staande instel-

lingen door middel van de depositoverzekeririg uit te
‘breiden, en on’denverpt tegelijkertijd ‘de particu-
liere bankiers, die alternatief ten gunste van de de-positiezaken beslisten, aan dezelfde plicht tot voor-
legging en publiciteit als de member banks. Op deze

wijze is thans b.v. de eerste keer een balans van dc bank 1. P. Morgan gepubliceerd. De Duitsche ere-

dietwet geeft den Rijkscommi.ssanis practisch een on-
beperkt recht tot kennisneming (§ 34) en let de

plicht wettelijk vast tot het regelmatig uitbrengen

van een verslag aan de Rijksbank en aan het publiek
( 20).

Nieuwe tendenzen in de ontwi1c1eling van de siruc-
1uur van het credietwezen.

Niet alleen de gemeenschappelijke tendens tot het
invloed uitoefenen en leiden van de credietpolitiek
van een centraalpunt uit, is •bij een vergdljking tus-

schen het Amerikaansche en het Duitsche bankwezen van belang, doch ook de hiermede verband houdende
nieuwere ontwikkeling van de structuur van het

credietwezen. Want in beide gevallen is een steeds
.grooter ‘beroep op het ban kstelsei voor het financieren
van ‘de uitgaven voor de economische en conjunctuur-
politiek van den Staat op te merken. In ‘de Ver. Sta-
ten is deze ontwikkeling reeds buitengewoon ver ge-
vorderd. Op 31 December 1934 bedroegen de credie-
ten en effecten van alle member banks van het Re-
serve System ongeveer $ 28 milliard; hiervan waren
alleen reeds 9.9 milliard of ongeveer 35′ pOt. Ame-

rikaansche staatsobligaties. Het totale bezit van de

Amenikaansche banken aan staatsleeningen wordt op
$ 17 milliard geschat of op rond 60 pOt. van de hui-
dige staatsschuld. –

Over het geheel beliepen de aan effecten gebon-
den beleggingen, ‘d.w.z. credieten tegen onderpand van
waardepapieren en waardepapieren zelf, bij ‘de member
banks op 31 Dec. 1934 ron’d 72 pOt. van de totale be-

leggingen. Men krijgt een duidelijker beeld wanneer men bedenkt, dat ook de beleggingen van de Federal
Reserve Banks voor ongeveer 30 pOt. uit staatslee-
ningen bestaan, en dat de depositoverzekering-maat-
schappij een deel van haar middelen eveneens in
staatsleeni.ngen heeft belegd. Deze ontwikkeling
kan slechts worden verklaard uit de wijzigingen,

welke als uitvloeisel van de laatste crisis zijn inge-
treden. Tegenover het ontbreken van vraag naar
kort loopen’d handelscrediet staan de afkeer van het
publiek voor beleggingen op langen ‘termijn en de
noodzakelijkheid van den Staat om door het uitvoe-
ren van openbare werken den nood der werkloozen
tenminste eenigermate te lenigen, waarbij niemand
kan zeggen, hoe lang deze toestand za] voortduren.

dit zonder meer rog niet zeggen. 1-let speciale Regu-

leeringsfonds van Frs. 1 milliard ‘heeft ‘in het begin

de koersen van de staatsfondsen gesteund; •op het
oogen’blik intervenieert ‘het iiiet meer, naar het
schijnt, omdat ‘zijn middelen ‘voor een belangrijk deel

zijn uitgeput. Bij het vrije spe’l van vraag en aanbod
zijn ‘de koersen tot
90 â 92
püt. gedaald. Opmerkelijk
ig echter, dat tegelijkertijd ‘de koersen van ‘geiheen’te-

obligaties zijn ‘gestegen. Zeifs in ‘did mate, dat ‘het
rendement ‘van de grootere ‘zekerheid biedende staats-
obligaties in sommige gevallen wordt overtroffen
i).

Ook ‘het feit, dat het kapitaal weer naar ‘het bui-

tenlan’d rou afvloeien, kan geen vé’rkiaring vôrmen.

Integendeel ‘de ‘gmidvoorraâ’d van ‘de Neli’onale Bank

neemt nog ‘steeds toe, in ‘de laatste twee weken met

niet minder dan ongeveer 180 •millio’en Beiga.

Er moet ‘dus een speciale reden zijn, waarom ‘de
st’aa’tsobligat’ies onder druk staan.

Volgen’s ‘de ,,Peuple” ‘komt ‘het aanbod van de rijde

van de banken, die ‘op deze wijze ‘druk willen uit-
oefenen op de regeerin’g in verband met
het
besluit
inzake ‘de contrôle ‘op ‘de banken, ‘dat ‘binnenkort is
te verwadhten.
2)
I
n
h
oeverre
dit juist is, kunnen wij
n’iet heoordeeien.

De groote vra’ag is, hoever ‘deze ‘hankcontrô’le zal
gaan. Het is geen gdheim, ‘dat de socialisten een zeer vergaan’de contrôle op ‘het ‘bankwezen wenshen, ter-
wijl ‘de banken zich slechts met een zeer geringen

staatsinvloed ‘kunnen vereeni’gen. De devaluatie heeft
‘de positie •van de banken weer aanmerkelijk versterkt
en zij zullen thans
w
aa
rsc
hij
n
lijk niet willen aanvaar-
den, hetgeen ‘zij onder ‘den ‘druk y’an ‘de ‘deflatie wel
geaccepteerd zouden ‘hebben. Het vraagstuk van de
hankeontrôle zal in de naaste toekomst waarschijn-
lijk ook politiek nog een belangrijke rol spelen.
V.

t)
Volgens de Frankfurter Zei’tung van 15 Juni ji.
2)
Zooals bekend, kan ‘de regeering de bankeontrôle bij
Koninklijk Besluit afkondigen, omdat zij door de verkre-
gen volmachten niet ‘meer de goedkeuring van het Par-
lement noodig heeft.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN MEI
1935
Diversen
1)
-‘

J3ovendien:

f
13.630.000,-
3
ni.
Schatkis’tpi’omessen
‘itf
991,25
=
3
3
/8.
%
9.520.000,-6
m.

,,
,, ,, 980.90
=
3%
21.774.000,-3%
1-j.

Schatkistbilj.,
,,,.993.30
=
2.911.000,-3
1
2%
3-j.

,,

.
,, ,, 985.27,.==
311f16

6.017.000,-
3
1
/.-,%
5-j.

,,
,, ,, 977.50
=
3.96
t)

Cowversie:’
Waterschap Electra
f
250.000,-
3 %,%
obl.
it
100%.

Eunissies in 1935.

Nieuw, kapitaal:


Conver.sies:

Obligatiën
Aandeelen
.

Totaal
(In Guldens.)
Jan.

6.892.240,-

6.892.240,-
77.148.500,-
Febr.

11.669.500,-

11.669.500,-
‘26.457.800,-
Mrt.

11.020.390,-
500.000,- 11.520.390,-
49.480.400,-
April 26.820.100,-

26.820.100,-
23.339.100,-
7.’lei



250.000,-

536

ECONÖMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

19 Juni
1935

De vrij ‘aanzienlijke’ koersdaling van de Belgische
staat
s
obligaties heeft terecht ‘de aandacht getrokken.

En

wel om meer dan één reden. De con’versie van
een groot gedeelte van de staa’tsschu’l’d;’ die de Regee-
rin’g de vorige maand heeft doorgevoerd, had een min

of meer. gedwongen karakter. Hoewel de koersen
van de •stnatsobligaties na de devaluatie aanzienlijk
waren gestegen, rechtvaard’igde het ‘koerspeil in geen geval een conversie op ‘de door de Regeerin’g aange-‘boden voorwaarden. De Belgische conversie vertoon:
de eenige overeenkomst met de groote conversie in
Iba’l’ië in het begin van
1934.
t)
Korten’ tijd na deze
conversie trad een sterke reactie in het koersn’iveau
in en ‘op het oo’genbl’ik ziet men hetzelfde in België
geschieden. Hieruit zou men kunnen afleiden, dat
het kunstmatig ingrijpen op de ‘lca’jiita’almark’t niet
tot ‘het gewenschte resultaat t.a.v. de renteveiihoudin
gen leidt.
Wat ‘de Beigisdhe kapitaalmarkt betreft, kan men

1)
Zie ‘het artikel van den heei’ E. J. Groeneveld: ,,Het
internationaal streven naar renteverlaging” in E.-S.13. van
22 Mei j.1.
1
56.402.230,- 5000,- 56.902.230,- 176.675.800,-

AANVOEREN in
tons van 1000
KG.

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
.

Totaal

9115 Juni
Sedert
Overeenk.
91
1
5 Juni,
Sedert
Overeenk.
1935
1Jan. 1935 tijdvak 1934
1935
1Jan.1935
tijdvak 1934

054
440.156
643.770 2.400
7.837
20.409 447.993


664.179
Rogge

…… : ………..
1.517

1.517
114.481 114.481
234.433 234.433
– –
281 281
15.257 15.257
114.762 114.762
249.690 249.690
Boekweit ………….
1
.
Boekweit ………….’.
liQ
,

110,
10.228 10.228
11.189 11.189
– –
– –
– –
10.228 10.228 11.189 11.189
Mais ……………….’ Mais …………………
23.419

23.419
357.85]
357.851.
443.802 443.802 4.580 4.580 62.288 62.288
104.418 104.418
420.13P
420.139

548.220
‘548.220
Gerst

…………….

Lijnkoek . . . .-. . . . * ……

1.634 1.634
147.690 147.690
183.046 183.046 265 265 18.154 18.154
27.229 27.229
165.844 165.844
210.275 210.275

Tarwe

…………………..

Haver

…………….
2.026 2.026

..

59.914 59.914 70.450 70.450
– –
1.460 1.460

2.206 2.206
61.374. 61.374.
72.656 72.656
Lijnzaad

…………..
3.048 3.048 69.831 69.831 119.492 119.492 6.765 6.765
218.445 218.445
122.321 122.321 288
`
276
28S.276 241.813 241.813

Gerst

………………..
Haver

……………….

Lijnkoek …………….

2.210
16.625
46.571


25
16.625
46.596
Lijnzaad

……………..

.
248
.
8.432
9.487
70
2.953
1.338
11.385
10.825
Tarwemeel

…………..
Andere meelsoorten •…
,

270 13.420
28.525

,
1.339

,
2.962
14.765
,

31.487

Op
deze wijze worden de credietbanken’ steeds meer

beieggingsmaatschapijen voor st’aa’tsleeningen.
Een deel van ‘de voorstellen van het ontwerp b’dnk:

wet
1935
schijnt ten doel te hebben, de banken, welkè
over aanzienlijke overtdllige reserves .beschikken, tot
meerdere uitbreiding van het particulier crediet te
nopen; door het ontbreken van een gezonde vraag

echter zou dit slechts een achteruitgang van de kwa-

liteit van de beleggingen beteekenen. Van andere

zijde werd voorgesteld de banken te doen naasten door
den staat, om ze daarna de geheele staatsschuldte

laten opkoopen. .

In Duitschiand rust het zwaartepunt van cle be-

leggingspolitiek der credietbankennog geheel
OP
het
verleenen van commercieele wissel- en bedrijfscredie-

ten, hoewel het aandeel van de werkverschaffingwis-

sels tot alle wissels niet officieel bekend is. De fi-

nanciering van de werkverschaffing zal echter wor-

den geconsolideelsd; het plaatsen ‘van een Rijkelee-

ning van R.M.
500
millien bij ‘de spaarbanken

vormt het begin. De Bankausshuss heeft in zijn ver-
slag nadrukkelijk geconstateerd, dat het herstel van

(Ie geld- en kapitaalmarkt
j
n den geest van den Na-

tiona’a’l-Sociaiistischen Staat, de kern van elke reor-‘ganisa’t’ie rai moeten vormen. Ongetwijfeld is – men
van meening, dat staatsleeningen evenals andere ef-

fecten in de eerste plaats op de kapitaalmarkt thuis

hooren; volgens de bepalingen van de credietw’et be-

hooren zij, omdat zij beleenbaar zijn, ook tot de secon-daire ‘l’iquide beleggingen van de credietbanken. Hier-

mede ziet ook de Duitsche bankwetencliap zich voor

het vraagstuk geplaatst, in hoeverre wellicht de tot

dusverre gehul’digde likwi’diteitstheorieën principieel
moeten worden herzien. Voor de practische bankpo-

litiek echter zal het bestudeeren van het ‘Amen-
ka’ansche stelsel, dat op het gebied van de financie-
ring van nieuwe staat’&behoeften het Duitsdhe stelsel

heeft overtroffen, van zeer groote heteekenis zijn. –

Koersdaling van Belgischè Staatsobligaties.

19
Juni
1985

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

537

STATISTIEKEN.

BANKDISCONTO’S.
Disc Wissels.
5

1 Jvni’35
Ned
Lissabon

•..,
5
13Dec.’34
23OJvni’32
BkBeBiS4
1Vrsch.
7Juni’35
Londen ……
in R.C.
541
Juni’35
Madrid ……546
Nov.’34

Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-YorkF.R.B. 14 1 Feb.’34

Batavia ……….

443
Juni ’35
Oslo

……..34
2
2
Mes
’33

Belgrado

……..
5
1 Febr. ’35
Parijs

……6

28Mei ’35

Berlijn

……….
4 22 Sept.’32
Praag

……
3425 Jan.’33

Boekarest ….. ….
44
15Dec.’84
Pretoria

•,.,
3415Mei ’33

Brussel ……….
2

16Mei’85
Rome ……..
3425Mrt.’85

Budapest ……..
44
17Oct. ’32
Stockholm

..
24
1Dec.’33

Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

….
3.65

2Juli’33

Dantzig

……..
6

1 Mei ’35
Weenen……4
23Febr.’85
Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct.’83

Kopenhagen

. .,.
24

1 Dec.’83
Zwits. Nat. Bk. 21
3 Mei’35

OPEN MARKT.

1935
1934
1933
94

1
5
Juni
11115
318
27Mei!
11/16
12117
~
2
01’24
Juni Juni
Ijuni
Juni
Juni
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
491
4

4514.4314
I8
331e5
‘I8″I16
13142
1
14
3
1
19_
3
114
Prolong.

331
4
_411
3

331
4
..4
214-3
1
14
1
114
2
1
14-I4
Londen
DageId.
. .
1
13_1
lla-I
1
121
’12-1
14’1
I141
18/
4

2
Partic.disc.
31
4

514_314

9
I16-I8
I,o-‘Is
/s’I,s
12618
4114_814

Berlijn
Daggeld…
2
3
/43
1
19
214-3
1
18
23143112
3_1
4

331
4
511
9

43j_511

MaandeId
231
4
311
5

214

3
1
14
2
3
14-3
1
/8
2
3
/4-3
3
3
145
1
12
4
1
126

Part, disc.
3
3
3
3
331
319
2
1
1-5
5Tarenw.
. .
4_11
4_114
4.i14
4_
1
14
4_11
3

4..11

Nea, York
Dageld
1)
i/
i/

2)
21
4

11
4

1 1
Partic.disc.1
31,
9

1

31,
4

1
3
1
16

5
1,
6

1

31,
6

3/
18

1)
Koers van
14
Juni en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2
)10/15
Juni.
WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
ata
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavlo
York)
S)
S) S) S)
1)

11
Juni 1935
1.47
9
1
1
6
7.26%
59.65
9.764
25.04
100%
12

,,

1935 1.48
7.313.
59.70
9.754
25.06
10034
13

,,

1935
1.47181
26

7.30
,
1
8

59.60
9.744
25.03
100%
14

,,

1935
1.47%
7.2951
59.45
9.744
25.01
100%
15

,,

1935
1.47
98
1
99

7.30
59.524
9.744
25.01
100%
17

,,

1935
1.47%
7.26%
59.40
9.734
24.93
10011
Laagste d.w’)
1.47s,
7.24
59.30
9.73
24.904
997
Hoogste
d.w1)

1.4811
8

7.32 59.85
9.774 25.10
100%
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263 9.747 34.592
100

D ata
Zwit-
ser and
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
9
rest’

11 Juni 1935
48.25

6.17
1.48
12.224
20.224
12

1935
48.24

6.17
1.48
12.224
20.224
13

1935
48.21

6.18
1.48
12.20
20.20
14

,,

1935
48.21

6.164
1.48
12.20
20.174
15

1935
48.19

6.17
1.48


17

,,

1935
48.18

6.17
1.48
12.18
20.174
Laagste d.wi)
48.15
27.85
6.14
1.45
12.134 20.10
Hoogste d.wi)
48.2731
28.15
6.20
1.50
12.30
20.35
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371 1.488
13.094 48.52

D ata Stock- Kopen-
°
Hel- Buenos-
Mon-
i’wlm
5)

hagen5)
Aires’) 1
treal’)

11 Juni 1935
37.474
32.45
36.524
3.20
39
1.47%
12

1935
37.724
32.65
36.75
3.23
39q,
1.47%
13

1935
37.70
32.60
36.70
3.20
39
,
1
8

1.47% 14

,,

1935
37.50 32.60
36.674
3.20
39118
1.47%
15

,,

1935
37.65
32.60 36.70
3.20
39
1.47%
17

1935
37.40 32.424
36.474
3.20
391
1.47%
Laagste d.w’)
37.15 32.15 36.20
3.15
38%
1.47
Hoogste d.w’)
37.90
32.85 36.95 3.25
3934
1.48%
Muntpariteit
66.671
66.671
86.671
6.266
952%
2.4878
S

Noteerine te
Amsterdam.
•5)

Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
opgave.
In ‘t
lsfe
of 2de No. van’ iedere maand komt een
ovèrzicht
voor
van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D t
a a
Londen
($
per

)
Parijs
($ p. lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

11 Juni

1935
4,9424
6,60
40,40 67,60
12

,,

1935
4,94
1
1
8

6,5951
40,40
67,67
13

,,

1935
4,94%
6,5931
9

40,37 67.70
14

1935
4,94% 6,59%
40,36
67,61
15

,,

1935
4,94%
0,59a%
40,26
67,76
17

1935 4,93
6,609/
40,32
67,85

18 Juni

1934
5,05
6,81
38,17
67,90
Muntparit.eit..
4,86
3,90’/
23.819
4051
55

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen

1
Nofeerings-
eenheden
1Juni
1935
81uni
1

1935

1
LaagstelHoogstel
11115
Juni1935
1 15Juni
1935

Alexandrië..
Piast. p.
97% 97%
97$1
9718

97%
Athene

….
Dr. p.
517
512 512
517
517
Bangkok….
Sh.p.tical
1/1011
5

111011
4

1110
5
8
,,
1110
1
1
8

1110
1
1
8

Budapest

..
Pen. p. 1.
1851
163.4
16% 16%
164
BuenosAiresi
p.pesop.k.
18.70
18.70
18.60
18.80
18.75
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1161
11611
8

116
3
1
32

116
5
1
1/6i1
Constantin..
Piast.p.0
610
605
608
610
610
Hongkong
..
Sh. p.
$
2/531
21451,
214
21591
5

2/431
5

Sh. p. yen
11211
11211.
112’1,
11281
19

11211
Lissabon….
Escu. p. £
11051
5

11011 10971
8

11031
8

1101
Mexico

….
$per
6
c
17
17%
17% 18%
17%
Montevideo
2)

d.per
19%
19%
19%
19
1934
Montreal

..
$
per £
4.92%
4.91%
4.92
4.95%
4.94′
1
8

Kobe

…….

Riod.Janeiro3
d. per Mil.
2231
35

25
291
0

211159
219132
Shanghai

..
Sh. p. tael
1/881
8

117151
1/7
1
4
118%
1/8
Singapore
..
id. p.
$
2/411
16

214i1
2/3151
2/411
214
1
1
32

Valparaiso’).
$perg
119 118
118 118
118
Warschau
•.
ZI. p. £
2631,
6
1
26
25
3
%
26%
26%
2)
Offic. not.
15
laten
1
eem.
not., welke
importeurs
hebben
te
betalen,
30
‘Mei 16.98; 4
Juni
1
9; 7
Juiii
17..
2)
O(fic. not, vanaf
1
Juni
393/
3 Juni
397/e;
5 Juni
393/9;
7
Juni
393,4;
12 Juni 3911
2
.
3)
Id. II Mrt.
4114.
4)
90
dg. Vanaf
28
Aug. laatste
,export”
noteering.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
11 Juni 1935.,
31
16

73
11
Juni 1935….
141110
12

,,

1935.,
321s1
7271
9

12

,,

1935….
14019
13

,,

1935..
32l3/
721
13

,,

1935….
140/10
14

,,

1935,.
321s,
7271
5

14

,,

1935….
1408
15

,,

1935..
3271
9

7271
8

15

,,

1935..,,
1409
17

,,

1935.,
324/
t

72%
17

,,

1935….
141/2

18 Juni 1934.
.
19i11
4471
8

18 Juni 1934….
137/9

27 Juli

1914.,
24
,
41
1
,
59
27

Juli

1914….
84/10%
t)
in pence p. oz.stand.
2)
Forelgn silver
In $c. p.oz. line.
3)
In sh. p.oz.fine

STAND
VAN
‘s
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

7Juni1935

1
15Juni1935
Saldo van’s
Rijks
Schatkist
bij
De
Ne
f

4.300.080,35
f

5.777.711,73
Saldo
b. d.
Bank
voor Ned. Gemeenten
355.357,76

410.760,91
Voorschotten

op

ultimo

Mei

1935
a/d.
gemeent.
verstr.
opa. haaruitte
keeren hoofds.
der
pers. bel.,
aand.
in
de hoofds. der grondbel. en der gem,
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
1.924.439,87

4.772.574,31
,,147.5ll.105,26
,,145.406.820,89

derlandsche

Bank……………….

Voorschotten aan Ned.-lndië……….
,,

12.042.278,90
12.052.790,59
,

1.747.960,22
,,

1.752.380,48
Kasvord.we.credletverst.aIh.buitenl
,,
119.113.862,51
,118.989.818,10

Id. aan Suriname………………….

Daggeldleeningen tegen onderpand

37008.512,43

39.616.232,55

Id. aan

Curaçao……………………

Saldoderpostrek.v. R/jkscomptabelen
,,
5.388.826,02

6.102.566,78
Vord.ophetAlg.Burg.Pensioenfonds’)
,
,,

47.489.550,52
Vord. op
andere Staatsbedrijven’)…..
48,800.021,62
Verstr. t. laste der Rijicsbegr. kasgeld-
leenlngen aan gemeenten (saldo)
,
33.057.683,35
,

33.764.923,35

Voorschot door De Ned. Bank
ingev.
art. 16 van haar octrooi

verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
f406.417.000,-
/406.417.000,-
,,

67.530.000,-
67.530.000,-
Zilverbons In omloop …………….
1.237.569,-

.

1.235.500,50
Schatkistpromessen In omloop……..

Schuld op ultimo Mei

1935

aan de
gem. weg. a. h. uitte keeren’hoofds. d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dle

…..


Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’)


bel, en op de verm. bel…………………

Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
,

99.953.764,14
,,

819.569,47
95.527.176,95
719.569,47
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……
Id. aan diverse instellingen’) ………..
118.410.100,61
,118.417.466,0I
1)
In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH

INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

Saldo Javasche Bank”……………..
f

6.055.000,-
f

9.542.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
804.000,

897.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas

,,

57.574.000,-
Verplichtingen:
Voorschot ‘s
Rijks
kas e. a. Rijkslnstell.
,
144.702.000,-
,,
145.407.000,-
,,

750.000,-
,,

750.000,-
– –
Schatkistpromessen ……………….
Muntbiljetten
in omloop …………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,

69.000,-
69.000,-
Idem san de Ned.-lnd. Postspaarbank.
546.000,-
,,

756.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
– –

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Circu-
Voor-
schotten
Dis-
Dse
1
Dierse
Data
Metaal
latle
aan de
conto’s
r
/
reke-
kolonie ningen
1
1nlngens

1 Mei

1935 4.441
4.353
150
64
493
205
1 April

1935
4.480
4.480
198
81
555
244
1
Maart

1935
4.416 4.569
220
77
626
179
1 Februari 1935
4.503
4.583
156
77
613
176

1 Mei

1934
4.513
4.661
232
99
535
130
1)
Sluitp. der activa.
1)
Sluitp. der
passiva,

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
80 K.G. La
ROGGE
MAIS
GERST
K.G.
LIJNZAAD
(Loosduinen)
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
Plata loco
Rotterdam/
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata,- La Plata
loco
BLOEM-

KASKOM-
SALADE’
(versch)
VLEESCH
(versch)
Amsterdam
R’dam/A’dam
per 100 K.G.
R’dam;A’dam
per 2000 K.G.
loco Rôtter-
dam/A’darn
R’dam/A’dam
1960 K.G.
per

KOOL

KOMMERS

Ie Soort 5)
le Soort

le soort
0 cmv. 3 kw.
per
ioo
K.G.
per lOO K.G.
per
,
100 K.G. 2)
3)
per 20001<0.
4)
..100 St. 5)

P. 100 st. 5)

p. 100 Krop
Rotterdam
Rotterdam

1925
f1.
17,20
6′]
100,0
f1.
13,075
100,0
f
1
.
231,50
0
10
100,0
f1.
236,00
01

100,0
462,50
1

°Io
100,0
T
0
10
TT
T

1
1
,
0
7
010

0
10

1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9

1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4



1928
1929
13,475 12,25
78,3
71,2
13,15 10,876
100,6
83,2 226,00
204,00
97,7
88,1
228,50
179,75
96,8
76,2
363,00 419,25
78,5
90,6
26,47 26,32
100,0
99,4
23,08
100,0
5,83
100,0
93,
lOO,-
77,50
100,-
1930
9,67
5

56,3
6,226
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
16,32
61,7
23,83
18,28
103,3
79,2
7,60
3,51
130,3
60,2 96,40
108,
103,7
116,1
93,125
72,90
120,2
94,1
1931
1932
5,55
5,225 32,3
30,4 4,55
4,62
5

34,8 35,4
84,50 77,25
36,5 33,4
107,25 100,75
45,4
42,7
187,00 137,00
40,4 29,6
18,49
16,71
69,9
63,1
16,89
73,2
4,33
74,3
88,
94,6
48,-
61,9
1933
5,02
5

29,2 3,55

.
27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
14,47
54,7
11,87
9.96 51,4 43,2 3,57
1,86
61,2 31,9
6l,
52,
65,6 55,9
37,50 49,50
48,
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,325

25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
11,72
44,3 8,78
38,0

———————–

2,52
43,2
61,50
66,1
46,65
60,2
an.

1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00 31,5 75,25
31,9
136,50
29,5
50,50
54,3
44,75
57,7
ebr.,,
Maart

,,
4,775
5,05
27,8 29,4
3,7C
3,825
28,3 29,3
71,00
73,50 30,7 31,7 74,75 76,25
31,7 32,3
130,25 130,50
28,2 28,2
49,25
53,0

58,1
April

,,
Mei
5,15
29,9 3,75
.28,7
72,75
31,4
7125
30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59
58,9
3,27
56,1
46,50 49,50
50,0
53,2

48,25
59,4 62,3
juni

,
5,40
5,25
31,4 30,5
3,775
3,55 28,9
27,2
70,50 66,00 30,5
28,5
7325
7575
31,0
32,1
146,75
163,25
31,7 35,3
14,32
54,1
10,74
46,5
1,51
25,9
52,25 56,2
49,-
63,2
juli

,,
5,821
33,9 3,85

29,4
64,25 27,8
7800
33,1
176,25
38.1
5,56
24,1
0,81 13,9
51,25 49,25
55,1
53,0
48,-
48,50
61,9 62,6
Aug.
Sept.
5,30
4,95
30,8
28,8 3,55
3,475
21,2
26,6
61,25 61,00
26,5 26,3
67,75
6525
28,7
27,6
161,50 159,00
34,9 34,4
49
,

52,7
49,25
63,5
Oct.
Nov.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
6350
27,0
141,25
30,5
50,25 56,25
54,0
60,5
54,-
54,25
69,7 70,0
Dec.
4,55 4,57 26,5
26,6
2,95
3,30
22,6 25,3
74,50
73,50
32,2 31,7 60,00
59,25
25,4
25,1
147,25
31,8
59,50
64,0 54,375
70,2
154,50
33,4

————————–

‘60,75 65,3
53,50
69,0
,
an.

1934
4,75 27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2

——————

———————–

62,50
67,2
53,75 69,4
ebr.
Maart

,,
3,40 3,25
19,8
18,9
2,77
5

2,725
21,2 20,8
65,25 70,75
28,2.
30,6
58,50
58,75
24,8 24,9
133,00 132,00
28,8
28,5
63,-
67,7
53,50
69,0
April

,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20

52,9
4,61
..
79,1
61,75 63,50
66,4 68,3
50,50
49,125
65,2
63.4
Mei

,,
3,325
19,2
2,875
21,9 62,00
26,8
63,00
26,7
154,50
33,4
12,77
48,2

—————–

11,20

——————-

48,5
2,09 35,8 65,75
70,7
47,50 61,3
juni
jUl1
3,67
5

3,80
21,4
22,1
3,175
3,30
24,3 65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
5,35
20,2 2,93




—-
——-

12,7
0,85
14,6
63,25
68,0
43,75 56,5
Aug.
4,37′
25,4
4,275
25,3 32,7
71,50
83,25
30,9 36,0
78,75
93,50
33,4 39,6
151,25
159,25
32,7
34,4
-.

——————-











63,-
63,95
67,7
68,8
44,625
43,30 57,6 55,9
Sept.

,
Oct.

,,
4,-
3,50
23,3
20,3
4,15 3,70
31,7
28,3 77,25 69,50 33,4
30,0
93,25 93,50
39,5 39,6
145,50
135,25
31,5 29,2

——————-
——————-



——
—–



——————






—-
——-

63,55
68,3
42,62
5

55,0
Nov.
3,50
20,3
345
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
60,70
53,75
65,3
57,8 42,125
44,50
54,4
57,4
Dec.
3,45
20,1
3,55
27,2 76,25
32,9
91,00
38,6 134,00,
.29,0

———————

53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.

1935
Febr.

,
3,30 3,20
19,2 18,6
3,525
3,375
27,0
25,8 74,25 68,00
32,1
29,4
89.25
71,25
37,8 30.2
137,25 124,25
29,7
26,9







—–


—–

53,625 57,7
45,62′
58,9
Maart

,,
3,20
18,6
3,07
5

23,5
67,75 29,3
64,00
27,1
120,50
26,1







—-


—–









—–


51,90
51,40
55,8 55,3
47,55
51,20
61,4
66,1
April

,,
4,075
23,7 2,95 22,6
70,75 30,6
66,75
28,0
125,00
10,81
40,8
11,21
48,6 3,21
56,1
51,925
55,8
50,25 64,8
Mei
3 Juni
4,05
4,-
23,5
23,3
2,90
3,-
22,2
22,9 59,90 25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
8,98
33,9 27,0







——

7,14

———————








—-




30,9
2,46
42.2
50,80
54,6
48,50
62,6
,,
II
4,10
23,8
2,95
22,6
57,00 59,00 24,6
25,5
72,00 74,00
30,5 31,4
126,00 126,00
27,2 27,2
5,20 3,90
19,6
14,7 3,71
1,53
16,1
6,6
1,36
1,-
23,3
17,2
50,_6 49,_7
53,8
52,7
46,_
6
)
46-
7
)
59,4 59,4
17

,,
4,-‘
23,3
2,85
21,8
57,50 24,8
78,00
33,1
122,00
26,4
smen zie voor (ie toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933. ‘) Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tc
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
T(
Canada. Van 19 Sept.’32 tot 24Juli ‘3362163 K.G. Z.-Russ.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April,Mei en Juni van het betreffende iaai
MII’ERALEN
.

TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN

.
.
STEENKOLEN
Westtaalsche/
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
.
WOL WOL
.
Hollandsche Mid. Contin.
Crude
Gulf exp gekamde
Australische
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
_____________
Middling locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
o.
F. No. 1
.
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 t/m 33.90
64166
0

$cts. per
Merino, 64’s A’.
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100 K.G.
R’dam/A’dam
per 1000 K.G.
Bé s.g.
per barrel
U.S. gallon
New-York
,
rides
Oomra Liverpool
loco Bradford
per lb.
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1h.

.
Liverpool
Bradford’per Ib.

1925
10,80
-;-
100,0

1


ii;

1.68
100,0
$ets.
14,86

;

100,-
$
ets.
23,25
i

01

.
100,0
pence
29,27
O/o

100,-
pence
9,35
OI
o

100,-
pence
55,00
0
10
100,0
pence
29,50
100,0

ii:

34,70

in

100,0
ui
12,-
‘i
100,0
1926 17,90 165,7
1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
1 75, 3
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50 16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2 26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
.
80,4
51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
‘82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04 33,9 8,60
137,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
,
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00′
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
-27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
15,00
29,1
8,50
28,8
11,15 32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8
0.45 26,8
3,61
24,3
6,75
29,0 5,13
17,5
2,78
29,7
19,25

.
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
Jan.

1933
7,05 65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
126,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
ebr.
7,20 66,7
0.38
22,6
3,97
26,7
6,10
426,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53.3
Maart
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87
6

26,1
6,40
,27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7

7,75
26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
128,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40 53,3
Mei
7,15
66,2 0.23
6

14,0
2,95
19,9
7,30
.31,4
,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
juni

,,
7,15
66,2
0.25
5

15,2
3,02
20,3
7,85
.33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6

9,00
30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
juli

,,
7,05
65,3
0.41
24,4 3,33 22,4
760
32,7
576
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
‘46,1
6,40
53,3
Aug.

,,
6,95
64,4 0.37 22,0 3,37 22,7
6:90
‘29,7
539
18,4 2,91
31,1
20,75
37,7 9,75
33,1
14,75
•42,5
5,80
48,3
Sept.

,,
6,85
63,4
0.52
31,0
3,50
23,6
6,60
f
28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50′
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.


6,60
611
0.66
39,3
4,04 27,2 6,40
¶27,5 4,55
15,5′ 2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.


Dec*
6,75
62
:5
0.66
39,3 3,72
25,0 6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
.
23,75

,
43,2
12,00
,
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6

6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2 6,50
28,0
4,89
16,7
2,38 25,5
.25,O0′
45,54V
13,25′,.44,9
13,50
38,9
6,-
50,0

P
n.

1934
6,65 61,6
0.66
39,3
3,74
25,2 7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1 14,75
50,0
13,-
37,5
6,15
51,3
br.

,,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
‘32,3
5,64
19,3
2,68 28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart

,,
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5
7,40
.31,8
5,50
18,8
2,76 29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April

,,

6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei

,,
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
:29,2
5,20
17,8
2,48
26,5 21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52,6
,
6.15
56,9
0.62
36,9 2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50 33,1
6,30
52,6
juli

_
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
‘32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50 33,1
6,30
52,6
Aug.
6,15
56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.

,,
6,00 55,6
0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06

17,3′
2,71
29,0
.

15,00
27,3
8,50

.
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
Oct.

6,00
55,6
0.62
36,9
2,60,
17,5
7,40
31,8 4,93
16,8
2,57
27,5 15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0
5,90
49,2
Nov.

,
6,10 56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40
‘31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3 8,75
29,7
12,-
34,6
5,95 49,6
Dec.

,
6,05 56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
f32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
‘28,8
11,25
.
32,4
6,05 50,4
Jan.

1935
6,05
56,0
0.62
5

37,2
2,97
5

20,0
7,55
,32,5
5,38
18,4
2,99,
32,0′
14,75
26,8
.

8,25 28,0
10,75
31,0
6,15 51,3
Obr.
6,05
56,0
0.625
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3 5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10r50
30,3
6,20 51,7
Maart

,j
5.90
54,6
0.62
36,9 2,74
18,4
6,80
.29,2
4,85
16,6
2,7.9
29,8
13,75
25,0
7,50
,
25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
April

,,
6,00 55,6
0.63
37,5 2,99
20,1
7,05

30,3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8

8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
52,6
Mei

,,.
6,05
56.0
0.62
36,9 2,97
5

20,0
7,30
:31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
6,30
52,6
3 Juni
6,
1
0
56,5.
0.62 36,9
3,22k
3

21,7
6,80
29,2
4,790) 16,4
2,95
0
)
31,6
.
16,25
7)

29,5

8,507)

28,8
6,30
52,6
,,
6,05 56,0
0.622)
36,9
3,74

21,3
7,
0
5)
30,3
16,25
8
)
29,5
8,50
8
) 28,8

6,30
52,6
7′,,
6,05 56,0
0.62
36,9
3,I72l,3
7,05
30,3
.•

.
:..
6.30
52.6
Jaar- en
maancigem. alger.
opj8
pence.
2)
10 Juni,
3)
1 Juni.
4)
8
Juni.
5)
15 Juni.
6)
5 Juni.
7)
6 Juni.
0)
13 Juni.
9)
4
Juni.

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER
EIEIEREN KOPER
LOOD
TIN
Clv
Z
ld

GIETERIJ-
ZINK
GOUD


ZILVER
per K.O.
Leeuwar-
P•


e

Ing
Alkmaar
Fabrieks-
Oem. not.
Elermijn
Standaard
Locoprijzen
Loco ri

en

e
Foundr
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
derComm
.

risi
kaas
Rocrmond Londen
Lodn
er En

ton
g
Ic
gn

iP r
ng.
No 3 to
MddIesb
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce Standard
Ounce
Noteering
Centr

ki. mlmerk
p. 100 St.
per Eng. ton
er En

ton
p

g.
Antwerpen
Eng. ton
fine
.
per5OK.G.
1

f1.
01
f1. f1.
°Io
f1.
O!
o

£
°Io
£
0
10
£
0/0
5h.
O(
5h.
°lo
£
01
0
sh.
°!o
pence

0
o
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816 100,0
21.171-
100,0 731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
85/6

100,-
3211
s

100,0 1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15 88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
86,6
118.5
688
102,5
34.26
94,3
851-
99,5
28
11
116
89,3
1927
2,03
87,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.141- 89,7
24.41- 66,4
200.41
.
110,8
731- 100,0
6416
96,3 28.101-
78,8
851-
99,5
2614
83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8 7,99 87,0 63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
118
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.14-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
95,6
6819
102,6
24.1716
68,8 851-
99,5
24
7
(1
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2 54.131- 88,0
18.16
49,6
14251-
54,3
671-

91,8
59,6
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
1
j16
55,4
1931
1,34
58,0

31,30 56,9 5,35 58,3
3651-
58,4
1211-
33,1
110,1


42,0
55
1

75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216

108,2
131 41,6
1932
0,94
40,7

22,70 40,5 4,14
45,1
22.171-
36,8
8.12f-
23,6
97.2

37,1
421-
57,5
37!-

55,2
9.161-
27,1
1 IS,-

138,0
12
7
18
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
14 145,8
12
3
1
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4 3,45 37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6 141.1916
54,2
401-
54,8
3317 50,1
8.91-
23,4
137j71

161,0
131116

40,7

Jan.

’33
0,73 31,6 0,89
21,75
38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1 4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27,5
12218

143,5
11UJ15

36,4
1
7
ebr.
,,
0,65
28,1
0,91
20,60 36,8 4,35
474
20.3!-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
43/-
58,9
34!-

50,7
9.151-
27,0
12015

140,8
1115/
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2,80 30,5
20.-(6
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-

58,9
3417
51,6
10.7!-
28,6
12015

140,8
12
1
/is
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5

22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171- 42,0
431-
58,9
35;6
53,0
10.816
28,8
12011

140,4
12
1
81
39,9
Me1

,,
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
138.17j6
49,2
4116.
56,8
3616

54,5 10.131-
,4
12316

144,4
13114

41,2
Juni

,,
0,52
22,5
1,-
23,50
42,0 2,50
272
25.7!-
40,8
9.4/-
25,3
151.101-
57,9
42f-
57,5
371-

55,2
1I.12j6
32,1
122I3

143,0
131(
4
41,2
)ulI
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0 2,60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-

52,2
12.11-
33,3
1231104 144,9
12
7
116
38,7
Aug.

,,
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,5fl
38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6 145.31- 55,4
41!-
56,2
351-
52,2
11.71-
31,4
125110

147,2
12
37,4
Sept.
.
0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8 7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111

153,1
11
15
j
37,2
Oct.

,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1j-
35,5
7.141-
21,1
145.51-
55,5
3916 54,1
3416
51,5 10.131- 29,4
13111

153,3
1I7/a

37,0
Nov.
0,65
28,1
0,90 20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
575
401-
54.8
34/6
51,5
9.19,6
27,6
128/51

150,1
12
1
(4
38,1
Dec.
0,60 26,0
1,-
20,40 36,4 5,47
5

59,6
21.11- 33,9
7.121-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
36/-
53,7
9.19J-
27,5
126/21

147,6
12/1

39,1

Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916

151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9-16
24,9
13711

160,3
12
1
1i
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618

159,8
12
5
/8
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20 30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.4j6
19,8
150.1016
57,5
41/6
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114

158,0
12
7
1
38,7
Mei
0,41 17,7
1,:_

16,05
28,7
2,54 27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613

159,4
12
1
116
37,5
.

Juni
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74
5

29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8161-
24,3
13718

161,1
1214 38,1
Juli
,
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.14/6
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111

161,4
12
3
/
39,7
Aug.,
0,43
18.6
1,-
20,90
37,3
3,32 36,2
17.6!-
27,9
6.14/-
18,4
139.7(6
.
53,2
40/-
54,8
32/6
48,5
8.7/6
23,2
13816

162.0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
1,-
18,12
5

32.4
3,31 36,1
16.101-
26,6 6.516
17,2
137 171- 52,6
3916

54,1 3216
48,5
7.171-
21,7
1411-

164,9
13
1
18
40,9
.

Oct.
,,
0,43
18,6
1,-
17,37
b

31,0 3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916
54,1
326
48,5
771-
20,3
141110

165,9
14
43,6
Nov.,
0,47 20.3
1,-
17,-
30,4 4,525
49,3
16.11/6
26,7 6.81-
17,6
139.81-
53,2
40j-
54,8
3216
48,5
7.7;6
20,4
13916

163,2
14
7
19
46,3
Dec..
0,54 23,4
0,95
15,12
5

27,0 4,07 44,3
16.161-
27,1
6.6!-

17,3
137.816
52,5
3916 54,1
34
1
1
50,9
7.416
20,0
14061

164,4
14
11
11
45,7

Jan. 35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
5

34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.11(-
52,9
3916
54,1
34(6
51,5
7.66
20.4
1411101 165,9
1414
45,9
Feb.
,,
0,52
22,5
0,95
14,37
5
25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1
3916
54,1
3116
51,5
7.316
19,8
14218

166,9
14/16
46,1
Mrt.,
0,37
16,0 1,02
13,30
23,8 2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47.5
38!-
52,1 3319
50,4
7-1-
19,4
14715

172,4
151/4

49,0
Apr..
0,37
16,0 1,08
11,50
20.5
2,31
5

25,2
18.81-
29,6
7.56
200
131.-f6
50,0
3816
f2,7
3316
50,0
7.11/-
20,9
14415

168,9
18115
56,6
Mei
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2 2,38
5
26.0
20.-J-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
39/-
53,1.
33(6
50,0
8.1516
24,3
142J3

166,4
20
62,3
3Juni
,,
0,38
8
)
16,5
1,10
12,25
10

21,9
2,40
26,2 19.2,6
30,8 8.91-
23,2
136.19(.
52,3
39/6
54,1 3316
50,0
8.5!-
22,8
1421-

166,1
2
0ij
62,6
II

,

,,
0,40
9
)
17,3
1,10
12,5011
22,3 2,40 26,2
19.1

30,7
9.416
25,3
134.21-
51,2
3916
54,1
3316
50,0
9.4/6
125,5
141110

165,9
19
15
1
62,1
17

•,
2,45
26,7
18.1316
1

30,1
1

8.416
22,6
136.41-
52,0
39/6
54,1 3316
50,01
8.61-
122,9
114112

1165,1
191 60,9
6
Sept. 1932
79
K.G.
La Plata
;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan.
1928
Western
;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
an. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
)
8 Juni.
7)
15
Juni.
S)
6 Juni. 9)
13
Juni.

O)

7 Juni.
11)
14
Juni.
.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENH”
T
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Kolo..
basis 7″
t 0
b
Zwedei/
binnenmuur

buitenmuur G.F.Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked

per

per
50 K.O.
CII.
per
100
K.G.
Rotterdam
Shets
c

.
R’damlA’dam
Java- en Suma-
GrOnd.
nlale
ert

d
‘an

naar
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
Amsterdam
per
1
1
2
K.G.
o
er
oen

per
100
K.G. tratheep.112K.G.
ducten

0
10
t
°Io
5h.
%
f
S/
cts.
°lo
.Sh.
%
f1.
Oio
cts.
%
1925
.
159,75
100
15,50

100,-
19,-
100,-
42.6
100,-
35,87
5
100,0
61,375
100,0
2111,625

100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5
90,9
46,895
76,4
116,375

51,6
19,125
102,0
82,75
97,9
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-,10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110 107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7
-/10,25
28,8
13,-
69,3 69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
3411
82,2 22,625
63,1
32

.
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8 66.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22.5
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-3
8,4
8,-
42,7 42,50
50,3
46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
196
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-1,75
4,9 6,325 33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30 25,9
21,10 34,2
-/2,25
6,3 5,52
6

29,5 32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9
8,50 54,8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2
16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5

21,7
40 47,3
34.4
32.1

Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25 29,6 33.2
34.1
Febr.
,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5

29,6
23,75
38,7
-11,5 4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,37
5

28,9 23,50
38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.

,
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5 23,50 38,3
-11,625
4,6
6,07′
32,4
27,50
32,5 32.8
34.9
Mei

,
70,00
43,8
9,50
61,3
12.50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
6

32,1
26,50
31,4
34.2
35.0

Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-/2,375
6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 37.5
)uii

,,
75,00
46,9

1
0,25 66,
1

13,-
68,4
17
1
8
41,6
9,475

26,4 22,50
36,6

1
2,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
38.2 37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13.-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8 -12,625 7,4 5,27
5

28,1
35,25
41,7
38.5
35.6
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9
8,25
23,0
19,75
32,2

1
2,5 7,0
5,375

28,7
36,75
43.5 36.1
34.6
Oct.

,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5

21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5 33.4
Nov.


75,00:
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50
47,9 36.4
32.7
Dec.

,,
15,00e
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26.9
7,978

22,2
16
26,1
-/2,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
37.1
31.3

Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12/10
30,2 7,45
20,8
16,50
26,9
-/2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9 33.8
Feb.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9
7,25
20,2

1
7,25
28,1
-/3
8,4 4,975 26,5
46,75 55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12.-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-/3,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.7 35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9 -13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4 35.6 34.5
Mei
.
80,00
50,1
9,25 59,7
11,25
59,2
1512
35,7 6,72
5
18,7
17
27,7
-/4
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
27,7

1
4
11,2
4,20
22,4
41,

48,5
34.5
33.8

l

uni,
uli,,
77,50
48,5
7,50 48,4
10,-
52.6
13
1
11
32,7
6,92
5
19,3
16,75
27,3

1
4,375
12,3
3,975

21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
ug.,
75,50 47,3 7,25
46,8
9,50
50,0
12110
30,2
6,87
5

19,2
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,975 21,2
39,75
47,0
33.9
3I.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
45,2 8,75
46,1
12
1
5
29.2 6,65
18,5
16,50
‘26,9

1
4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1117
27,3
6,70
18,7
16,50
f
26,9

14,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7 21.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
3
28,8
6,62
5

18,5
16
26,l

1
3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1218
29,8
7,17′
20,0
16
26,1
-/3,875
10,9
3
,
376
18,0
34,50 40,8 32.7 28.6

Jan.’35
66,00
41,3
7,25 46,8 8,50 44,7
1411
33,1
8,77
5
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5
Feb.,
66,00
41,3 6,75
43,5
8,25
43,4
14(2
33,3
9,375

26,1
15,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9 32.4
28.9
Mrt..
59,00
36,9
7,-
45,2 8.25 43,4
13/3
31,2
8,575 23,9
14,625
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3 30.9
27.4
Apr.,
60,00
31,6
7,-
45,2 8,25 43,4 13/6
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6 -13,375 9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,,
57,50
36,0 13/4
31,4 9,50
26,5
14,125
23,0
-/3,4375
9,6 4,20 22,4
32,75
38,8 33.3
28.6
3Juni,
57,50
36,0 13/3
9
)
31,2 9,50
26,5
14
22,8
-13,5625
10,0
4,125 22,0
30
7
)
35,5 33.2
28.9
II
,

,
57,50 36,0
13/4
8
)
31,2
9,50
26,5
14
22,8

-13,625
10,2
4,-‘
21,3
33.5
27.7
17

,

,
57,50 36,0
8,75
24,4
14
22,8 -13,6875
10,4
3,75
20,0
33.0
27.4
4.B. Alla Pondennotearingan vanaf 21 Sept. ’31 zijn op goudbasis omgerekend; da Dollarnoteeringen vanaf 20April
1
33 zjn In varhoudlng van de depraciatie
ran den Dollar t.o.v. dan Gulden verlaagd.

540

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 Juni 1935.

Activa.
Binnen!. Wis-t Hfdbk.
f

32.466.931,27

sels, Prom.!BiJbnk.

1.764.191,85
enz.indisc. Ag.sch.

3.149.961,02

f
37.381.084,14
Papier o. h. Buiteni. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

785.725,–
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


785.725,-
Beleeningen
Hfdbk.
f
104.439.145,531)
mci.
vrsch.
in rek.-crt.

Bijbnk. ,,

9.533.527,18

{
op onderp.

Ag.sch. ,,

48.643.039,52

f
162.615.712,23

Op Effecten

.
…..f
156.617.851,71.
1
)
OpGoederenenSpec. ,,

5.997.860,52

,,
162.615.712,23
1
)
Voorschotten a. h. Rijk ………….
…,,

Munt, Goud ……
f
113.593.900,-
Suntmat., Goud
.. ,,
506.258.572,58

f

619.852.472,58
Munt, Zilver, enz.

21.848.424,58
Muntmat., Zilver,.

Belegging van kapitaal, reserves en pen-
64 1.700.89, 162)

sioenfonds

……………………,,.
39.580.749,18
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
.
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
3.559.894,76
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
15.486.148,55

f

.905.710.211,02
Paieva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds …………………..
..

,,
4.04904,01
Bijzondere

reserve

……………….

,,
5.675.000,-
Pensioenfonds

………………….,

,,
9.976.570,10
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
819.676.835,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,
469.553,04
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

2.010.912 51
saldo’s:

(
Anderen

,,43.515.799,73

(
4552671224
Diverse rekeningen ………………

,,
335.656,63

f
905.710.211,02

Beschikbaar metaalsaldo

…………f
295.950.603,53
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd is
739.876.510,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht

………………..

1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndjë
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……../ 73.789.100,-
)

Waarvan in het buitenland …………………….
..2.203.584,60

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-,
Data
Munt
1
Muntmat.
Clrculatie
opeischb.

Metaal-
schulden

saldo

1

kings
oerc.

17 Juni ‘3511135941
506.259
819.6771
45.996 295.951
74
11

,,

’35
113594
1
504.729
832.6291
44.668 288.861
73
25
Juli’
14
!
65
.7031
96.410 310.437 6.198 43.521
54
Totaal
1 Schatkist-
1
Belee-
Papier
ivii.iT
Data
1
bedrag
promessen ntn
g
en

op het
reke-
disconto’sirechtstreeksl
buiteni.
ningen
1
)

17 Juni 1935

37.381

1162.616
786

3.560′
11

,,

1935

39.182
1

175.280
786

3.138
25 Juli

1914

67.9471

61.686 20.188

509
‘)Onder de activa.
JAVASCHE BANK.

Data
Goud Zilver
Circulafle
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

15Juni’35
9) 130.370
175.660
32.440
47.130
S

,,

1352f
131.200
177.160
29.640 48.480

18 Mei 1935
103.979
25.2
26.
73
743 173.281
28.779
48.887
11

,,

1935
110.479
175.944
32.748 53.746

25Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634
4.842

Data
N.-Ind.
betaalb.

Dis-

1
conto’s
1
Belee-
ningen

1

Dive
reke
rse


ningen’)


1

k
u
in
en-
gs-
1

Percen
1

tage

15Juni’35
2)
1.730
75.700
12,060
63
8

,,

1352)
1.170
74.210
11.930
63

18 Mei1935
581
10.964
1

52,021
11.413
64
11

,,

1935 489 10.848

1

51.224 11.494
66
25Juli1914
6.395 7,259
1

75.541
2.228
44
t)
Sluitpost activa.

2)
Cijfers’telegrafiscli
ontvangen.

19 Juni 1935

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf. Bankbilj. 1. OtherSecurities
Data

Metaal
l
circulatiel
in

in
Bankingl Disc, and
1
ecu ritjes
Departm.
1
Advances

12 Juni 19351193.419 1
398.761
1 53.903

5.872 1 10.463
5 ,,

1935 193.455 395.891

56.773

5.380 1 11.226
22 Juli 1914 1
40.164
1

29.317

33.633

OtherDeposits

1
Dek-
Data

1 00v.

Public
Sec.1Depos. Bankers j Other 1 Reserve’ kings-
Accounts

1
perc.
1)

12Juni’35 92.346

7.789 101.740 35.942 54.657 37,5
5 ,, ’35 89.976

7.612 102.592

36.110 57.564 39,3

22 Juli ’14 11.005 14.736

42.185

29.297. 52
1) Verhouding tnsschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

Te goed wi

Waarv. B
lee- Renteloos
Data

Goud
Zilver in het

op het

e

voorschot

buitenl.

buiteni. ningen
v.d. Staal

7 Juni’35170.725
1
7291
73 9.3031
1.1731
5.421
3.200
31 Mei ‘35171.779
1
7331
976
8.3101
1.1741
5.487
1
3.200
23
Juli’14!
4
.
1
Ô
4
1
64
0!

1
.5
41
!
8
!
7691

Bons
v.
d.I
Diver-
J
Rekg. Courant Data
zelfst.
sen
1)
Circulatie
ZeI/st.
1
Part!-
amort.k.
1
Staat
1
a rnort.k.l
culieren

7 Juni’351
5.805
1

2.381
1

82.125
185
1
2.624
11.239

31 Mei’351
5.805

1

3.156
1

82.776
1591
2.611 12.315

23 Juli ‘141

I –
1

5.912
401
1

1

943
1)
Sluitpogt activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bol-
als goud-
wissels
Belee-
tenl.
circ.
dekking
èn ningen
banken
1
)
geldende
cheques

7 Juni 1935
83,1
1
‘22,0
4,0
3.697,6
47,1
31 Mei

1935
82,4
22,0 4,0
3.731,5
86,0

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2

Data
Eijec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse ten
.
Activa’)
latie
Crt.
Passiva

7 Juni 1935
337,3

653,8
1:3.732,3
735,1
1

205,81
13 Mei

1935
337,7
644,6
r

3.810,0
770,4
1

202,6

30 Juli

1914
330,8 200,4

1
1.890,9

1
1
40,0
-,

-, W.U. xçeritertoanscneit,e
t
Juni, ii IVICI. rest.,. ’40. 35 mlii.
NATIgNALE
BANK
VANBELGIE(inBelga’a).

Goud

0
,
Rekg.
Crt.

Data

,..

,..
.
0
c

1935
nn

1.

E.
0
0 0

13 Juni13.6071
62
1
10
166
40
4.072
23
‘1.372
«

l56I
63
1.449
115
166
40
4.076
30
1
.
24
0
FEDERAL
RESERVE
BANKS.

Ooudvoorraad
Wissels

Data
,,Olher
1

Goud-
In
her-

1
In
de
Totaal
1

certifi-
cash

2)
disc.
v.
d.
1
open
bedrag
caten
1)
1
member
1
markt
banks
1
gekocht

29 Mei ‘351 5.890,5
1

5.868,3
1

219,9
8,3

1
4,7

22,,’3l
5.841,8
15.820,8

j
232,8
6,6

_
4,7

Data
Belegd
1
Notes
in
U. S.
1
1
Totaal

1
0

tort
lKitaa!

1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.jin
circu-
_
1
kings-
1kings-
__________
latie
1
1

.
_
1
perc.3)
1

perc.
4)

29 Mei
‘351

2.430,3

3.171,7
5.1634
1
146,7

1
1


22

,,

’35!
2.430,4

3.148,5
15.143:9

1
146,6

1
i – –
-, 1.1 çtçc,t,ll,.alc,, WV,UCLL uw,, ue ocilalnis, aal, uc neserve Daitneli
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiechbare
echulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

i
Aantal
Dis-
1

contos
1
Reserve
1

Beleg-;

bil
de
1
1

Totaal
1
Waarvan
Data
Ileenin.
en
gingen

l’ R.
1

depo-
sito’s
1

time
1
beleen.
banks deposits

22Mei ‘351

1

7.599

110.880
1
3.663

1
20.247
1

4.529
15

,,

‘1

1

7.598

110.844 13.634

1
20.157

1
4.549
De posten van De Ned. Bank, de Javasche Bank en de
Bank
of
Eng..
land zijn In duizenden, alle overige posten In millioenen van de be-
treffende valuta. –

Auteur